Voorbeeld. 11,5 KGkg Toelatingsnr: N. Fungicide NL B

Vergelijkbare documenten
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. BIJLAGE III WG van het middel FLINT N W.9

Voorbeeld. 11,5 KGkg Toelatingsnr: N. Fungicide NL B

UN Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen.

Actueel Wettelijk Gebruiksvoorschrift van het middel FLINT W maart 2019

typographica Use only for corrections X print-pdf (for server upload) Fungicide NL I REF:

NL B. Voorbeeld. 1,5 kg. Fungicide

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Fungicide NL C. Bayer CropScience SA-NV Postbus AE Mijdrecht Tel

Voorbeeld. Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen

1,5 kg. Fungicide NL A. Toelatingsnr: N

Sonata. Voorbeeld 10 L. Fungicide

typographica 1 KG Fungicide Use only for corrections X print-pdf (for server upload) Toelatingsnr: N I REF: Size: Plan: Date:

water dispergeerbaar granulaat 26,7 % boscalid en 6,7 % pyraclostrobin

Voorbeeld 10 L. Schimmelbestrijdingsmiddel in de teelt van aardappelen NL B

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimenthanil 4 x 5 l GEVAAR

5 L. Toelatingsnummer: N. Fungicide

fungicide suspensie concentraat 400 g/l pyrimethanil pyrimenthanil GEVAAR

Stroby WG. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Ortiva WGGA, N W.4, bij etiketinstructie versie 8

Folicur. 3 kg. Fungicide. Toelatingsnummer: N

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

SPECIMEN. Fungicide. De basis voor de peenteelt ANEREFNL5LT/01/A B Scan voor gebruik

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WGGA van het middel Switch, N W.6

SPECIMEN. Fungicide. Betrouwbaar door prestatie

Maximale dosering. Dosering. (middel) per. toepassing. toepassing. 0,01% (10 gram per 100 liter water) 0,01% (10 gram per 100 liter water)

Verdacht van het veroorzaken van kanker. Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

water dispergeerbaar granulaat diisobutylnaftaleensulfonzuur natriumzout

5 L Nimrod is een geregistreerd handelsmerk FUNGICIDE

Regalis Plus. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.1. Water dispergeerbaar granulaat WAARSCHUWING. Gevarenaanduidingen:

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Voorbeeld 5 L. Fungicide. Toelatingsnr: N NL A

5 L. Nematicide. Voorbeeld

Dosering* middel per toepassing. Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Regalis Plus. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

1 L. Insecticide. typographica. Use only for corrections X print-pdf (for server upload) UN 2902

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Collis, N W.8 WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Kumulus S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Delan DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

SPECIMEN NIMROD 250 EC 5 L. Fungicide. Preventief en curatief tegen meeldauw, snelle opname dankzij de EC formulering

Nimrod vloeibaar TEGEN SCHIMMELS. inhoud: 5L. Batch nr.: zie verpakking

Actueel WG van het middel Karma, N W.4. 2 november 2018

Abir. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

5 L Nimrod is een geregistreerd handelsmerk FUNGICIDE. 148x160mm

Oikos. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

SPECIMEN PHANTOM. Fungicide. Goede bescherming tegen bladziekten op kritische momenten

Score 250 EC, toelatingsnummer N W.7, bij etiketinstructie versie 9

Nimrod 250 EC 5 L. Fungicide. Werkt preventief en curatief en wordt dankzij de EC formulering snel opgenomen. Unieke meeldauw bestrijding

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

SPECIMEN BELVEDERE TRIPEL 5 L. Herbicide. Zeer effectief in de na-opkomst bestrijding van grassen en breedbladige onkruiden

Gazelle Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Wateroplosbaar granulaat Werkzame stof: acetamiprid Gehalte: 20% Inhoud: 1 kg, 5 kg

Dosering* middel per toepassing. Maximale dosering middel per toepassing. 0,5 0,75 L/ha. 0,05% (50 ml per 100 L water) 0,6 L/ha 2 per 12 maanden

Spirit Fungicide Werkzame stof: Aard van het preparaat: Resistentiecode: Scan voor gebruik Toelatingsnummer: 13168N Toelatingshouder: Productname

SPECIMEN. Fungicide. De standaard in ziektebestrijding in suikerbieten ANESPYNL5LT/01/A B Scan voor gebruik

SPECIMEN MIRAGE PLUS 570 SC. 10 L Mirage is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Registrations B.V. Fungicide

Collis. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Bifasto. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Karma Toelatingsnummer: N W.4 Formulering: Wateroplosbaar granulaat Werkzame stof: kalium waterstofcarbonaat Gehalte: 85% Inhoud: 5 kg

Dosering* middel per toepassing. 1 kg/ha 1 kg/ha 2 per 12 maanden. Zwartvruchtrot 5 gram per 100 liter water) schimmel 1 gram per 100 liter water)

10 L Mirage is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Breed werkend fungicide

Dosering* middel per toepassing. Maximaal aantal toepassingen per 12 maanden

Switch WGGA, N W.6 bij etiketinstructie versie 15

MIRAGE PLUS 570 SC. 10 L Mirage is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide

Voorbeeld. Voor persoonlijk beschermingsadvies op maat ga naar

5 L. Fungicide. Voorbeeld

Signum, N. 22 december Ingangsdatum 1 januari 2019

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

SPECIMEN. Herbicide. Uniek en vertrouwd tegen onkruid in aardappelen

Kenbyo FL. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Voorbeeld. Challenge. Herbicide 5 L. Toelatingsnr N NL A

SPECIMEN POWERTWIN. 5 L Powertwin is een geregistreerd handelsmerk van. Herbicide. Werkzame stof: Gehalte:

SPECIMEN MIRADOR XTRA. Fungicide. Mixpartner met brede werking

Malvin WG spuitkorrel Toelatingsnummer: 6782 N W.13 Formulering: Water dispergeerbaar granulaat Werkzame stof: Captan Gehalte: 80% Inhoud: 5 kg

Dosering* middel per toepassing. Maximale dosering middel per toepassing. 0,05% (50 g/100 liter water) 0,05% (50 g/100 liter water)

SPECIMEN POTAZIL 100 SL. Fungicide

Collis. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W g/l boscalid 100 g/l kresoxim-methyl. Werkzame stof: WAARSCHUWING

Pyramin DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.8

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel LUNA PRIVILEGE, N W.6.

SPECIMEN. 5 L Goltix is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Agan Ltd. Herbicide

Fungicide. Werkt preventief op een breed scala van schimmels en is niet resistentie gevoelig

Sporgon. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. Actueel WG van het middel Luna Privilege, N W.5.

SPECIMEN. 10 L Pitcher is een geregistreerd handelsmerk van ADAMA Makhteshim Ltd. Fungicide. Breedwerkende schimmelbestrijder voor boldompeling

Retengo Plust. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

SPECIMEN BANJO FORTE. 10 L Banjo is een geregistreerd handelsmerk. Fungicide. Krachtig tegen phytophthora, beschermend voor blad en knol

Voorbeeld. 1 L Fungicide. Toelatingsnr.: N. Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven.

Paraat. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer N W.7 Productgroep: fungicide Formulering:

Scala. BASF Nederland B.V., Agricultural Solutions

Maximaal aantal toepassingen. Maximale dosering (middel) per toepassing. 0,4 L/ha 0,4 L/ha 2 per teeltcyclus. 0,5 L/ha 0,5 L/ha 2 keer in het najaar

Kumulus S. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

SPECIMEN. Fungicide. Bewezen betrouwbaar

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

SPECIMEN. Fungicide. Werkzame stof: Azoxystrobin Gehalte: 250 g/l (23%) Aard van het preparaat: Suspensie concentraat Resistentiegroep: FRAC 11

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN. 6 oktober 2017 W.17 A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Kenbyo FL. BASF Nederland B. V., Divisie Agro

Transcriptie:

Bayer CropScience SA-NV Postbus 231 3640 AE Mijdrecht Tel. 0297-280358 11,5 KGkg Toelatingsnr: 12289 N Fungicide Chargenummer: zie elders op de verpakking. is een geregistreerd handelsmerk van de Bayer Groep Onderstaande QR-code verwijst naar de laatste productinformatie UN 3077 NL84911143B 9

NL84902012C ARTIKELNR.: 84985678 Productnaam: Flint Toelatingsnummer: 12289 N W10 Werkzame stof: trifloxystrobin Gehalten: 500 g/kg Aard van het preparaat: Water dispergeerbaar granulaat Gevarenaanduidingen H317 Kan een allergische huidreactie veroorzaken. H410 Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Voorzorgsmaatregelen P280 Beschermende handschoenen/beschermende kleding dragen. P333+P313 Bij huidirritatie of uitslag: een arts raadplegen. P501 Inhoud/verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor afval. Zie STORL. SP1 Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. Aanvullende etiketelementen EUH401 Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen. Verkoop alleen toegestaan in onze ongeopende verpakking. Droog, koel en achter slot bewaren. Verpakking mag niet opnieuw worden gebruikt. Voor persoonlijk beschermingsadvies op maat ga naar www.dresscode.bayer.nl WAARSCHUWING Deze verpakking is bedrijfsafval, mits deze is schoongespoeld zoals wettelijk is voorgeschreven.

Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen Algemeen advies: Buiten de gevaarlijke zone brengen. Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken en veilig verwijderen. Ligging en vervoer van het slachtoffer in stabiele zijligging. Inademing: In de frisse lucht brengen. Slachtoffer warm en rustig houden. Onmiddellijk een arts raadplegen (die eventueel contact kan opnemen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Aanraking met de huid: Met veel water en zeep afwassen, indien voorhanden, met veel polythyleenglykol 400. Vervolgens reinigen met water. Onmiddelijk een arts raadplegen (die eventueel contact kan opnemen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Aanraking met de ogen: Onmiddelijk spoelen met veel water, ook onder de oogleden, gedurende tenminste 15 minuten. Eventueel aanwezige contactlenzen pas na 5 minuten verwijderen. Daarna de oogspoeling weer voortzetten. Medische hulp inroepen als irritatie optreedt en aanhoudt. Inslikken: GEEN braken opwekken. Mond spoelen. Onmiddellijk een arts raadplegen (die eventueel contact kan opnemen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC). Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten Verschijnselen: Effecten zijn niet bekend en worden ook niet verwacht. Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling Behandeling: Alleen binnen 2 uur na opname van een grote hoeveelheid door de mond een maagspoeling doorvoeren. In alle gevallen is toedienen van actief kool (norit) met natriumsulfaat aanbevolen. Een specifiek tegengif is niet bekend. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel: a) In de teelt van vezelgewassen. b) In de teelt van meekrap.

c) In de teelt van appels, peren, kweepeer, mispel, overige pitvruchten en kers, en in de onbedekte teelt van pruim met dien verstande, dat de toepassing voor 1 mei op percelen grenzend aan watergangen uitsluitend is toegestaan indien: toegepast wordt met een tunnelspuit, of de buitenste bomenrij eenzijdig wordt bespoten vanaf het buitenste rijpad in de richting van het perceel, of toegepast wordt met een maximaal spuitvolume van 1200 L water/ha, of de bespuiting sensor gestuurd wordt uitgevoerd, of tussen de boomgaard en het oppervlaktewater een emissiescherm (2,5 m hoog) is geplaatst, of het middel verspoten wordt met een dwarsstroomspuit met reflectiescherm, of een teeltvrije zone van 6 meter aanwezig is, of het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een Venturidop waarbij de laatste bomenrij eenzijdig wordt bespoten vanaf het buitenste rijpad in de richting van het perceel. N.B. voor toepassingen na 1 mei zijn geen driftbeperkende maatregelen nodig langs watergangen. d) In de onbedekte teelt van aalbes, kruisbes en blauwe bessen. e) In de onbedekte teelt van braam en framboos. f) In de onbedekte teelt van druiven. Om in het water levende organismen te beschermen is in de onbedekte teelt van druiven de toepassing in percelen die grenzen aan oppervlaktewater uitsluitend toegestaan indien: toegepast wordt met een tunnelspuit, of zich een windhaag op de rand van het rijpad bevindt, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig wordt bespoten vanaf het buitenste rijpad in de richting van het perceel, of de bespuiting sensor gestuurd wordt uitgevoerd, of tussen de wijngaard en het oppervlaktewater een emissiescherm (2,5 m hoog) is geplaatst, of het middel verspoten wordt met een dwarsstroomspuit met reflectiescherm, of een teeltvrije zone van 6 meter aanwezig is, of het middel in de eerste 20 meter grenzend aan de watergang verspoten wordt met een Venturidop waarbij de laatste bomenrij éénzijdig wordt bespoten vanaf het buitenste rijpad in de richting van het perceel (ventilatorstand laag of hoog).

g) In de teelt van aardbei. h) In de bedekte teelt van komkommer, meloen, courgette, pattison, pompoen, kalebas, squash en augurk. i) In de onbedekte teelt van meloen, courgette, pattison, pompoen, kalebas en squash. j) In de teelt van paprika en Spaanse peper. k) In de bedekte teelt van tomaat. l) In de bedekte teelt van bonen met peul. m) In de onbedekte teelt van boon met peul. n) In de onbedekte teelt van bloemkool, broccoli, spruitkool en sluitkool. o) In de onbedekte teelt van boerenkool. p) In de onbedekte teelt van radijs, rammenas, rode biet en mierikswortel. q) In de bedekte veredelings- en zaadteelt van koolgewassen. r) In de onbedekte teelt van bos-, was- en winterpeen. s) In de onbedekte teelt van wortelpeterselie, pastinaak, knolraap, koolraap en schorseneer. t) In de onbedekte teelt van bleekselderij en knolselderij. u) In de onbedekte pennenteelt van witlof. v) In de onbedekte teelt van cichorei. w) In de onbedekte teelt van prei. x) In de bedekte teelt van sla, met uitzondering van veldsla. y) In de teelt van andijvie. z) In de teelt van kruiden. aa) In de teelt van bloembol- en knolgewassen en bolbloemen. bb) In de teelt van bloemisterijgewassen. cc) In de teelt van boomkwekerijgewassen, rozen en rozenonderstammen en vaste planten. dd) In de bedekte veredelingsteelt en basiszaadproduktie van akkerbouw-, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen. Voor de gewasindeling van kweepeer, mispel, overige pitvruchten, pruim (onbedekt), aalbes, kruisbes, braam, framboos, boon met peul, boerenkool, radijs, rammenas, rode biet, mierikswortel is uitgegaan van de Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen, versie 2.1, Ctgb juni 2015.

Resistentiemanagement Om resistentieopbouw te voorkomen dit product of andere producten die trifloxystrobine bevatten of behoren tot de groep der strobilurines niet vaker toepassen dan: in de teelt van appel en peer: Maximaal 4 maal per seizoen, in combinatie met een ander fungicide effectief tegen schurft, in de teelt van kweepeer, mispel en overige pitvruchten: Maximaal 3 maal per seizoen, in de teelt van pruim (onbedekt), framboos en braam: Maximaal 2 maal per seizoen, in de teelt van druif: Maximaal 3 maal per seizoen. Indien FLINT solo wordt toegepast dan dient iedere bespuiting te wor den afgewisseld met ander fungicide (niet strobilurine). Indien FLINT gespoten wordt in combinatie met een andere fungicide (niet strobilurine) dan is het toegestaan om maximaal 2 opeenvolgende behandelingen uit te voeren. in de teelt van kersen, paprika, tomaat en spaanse peper, sla, andijvie en kruiden: Maximaal 33% van de bespuitingen, met een maximum van 3 bespuitingen met FLINT per teelt, in de teelt van komkommer, meloen, courgette, augurk, kalebas, pattison, pompoen en squash: Maximaal 3 maal per teeltcyclus, in de teelt van boon met peul (onbedekte teelt), boerenkool, radijs, rammenas, rode biet, mierikswortel, witlof (pennenteelt) en cichorei: Maximaal 2 maal per 12 maanden, in de teelt van aalbes, kruisbes, blauwe bes, aardbei, bonen met peul (bedekte teelt), bloemkool, broccoli, spruitkool en sluitkool, bleekselderij, knolselderij, bos-, was- en winterpeen, wortelpeterselie, pastinaak, knolraap, koolraap, schorseneer en prei, bloembol- en knolgewassen en bolbloemen, bloemisterijgewassen, boomkwekerijgewassen, rozen en rozenonderstammen, vaste planten: Maximaal 3 bespuitingen met FLINT per teelt. Maximaal 33% van de bespuitingen indien gespoten als solo product of maximaal 50% van de bespuitingen indien gespoten in combinatie met een ander fungicide (geen strobilurine) mits er andere fungiciden (niet strobilurine) zijn toegelaten in de betreffende teelt.

Dit middel is schadelijk voor niet-doelwitarthropoden. Vermijd onnodige blootstelling. Restproducten van vlas en graszaadproductie zoals lijnzaad en grassen niet vervoederen. Veiligheidstermijn: De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 1 dag voor tomaat, paprika, Spaanse peper en bonen met peul (bedekte teelt). 3 dagen voor aardbei, braam, framboos, komkommer, meloen, courgette, augurk, kalebas, pattison, pompoen, squash. 7 dagen voor pruim (onbedekt), aalbes, kruisbes, blauwe bessen, sla (met uitzondering van veldsla), andijvie, kruiden 14 dagen voor appels, peren, kweepeer, mispel, overige pitvruchten, kersen, boon met peul, bloemkool, broccoli, spruitkool, sluitkool, bleekselderij, knolselderij, bospeen, waspeen, winterpeen, wortelpeterselie, pastinaak, knolraap, koolraap en schorseneer en prei. 21 dagen voor boerenkool, witlof (pennenteelt) en cichorei. 35 dagen voor druiven. 45 dagen voor radijs, rammenas, rode biet en mierikswortel. Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. GEBRUIKSAANWIJZING Het gebruik in de onbedekte teelt van blauwe bes en druiven, de bedekte teelt van sla, met uitzondering van veldsla en de bedekte en onbedekte teelt van andijvie en kruiden, is op basis van een derdenuitbreiding. Deze derdenuitbreiding is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het gebruik in de onbedekte teelt van vezelgewassen, meekrap, kweepeer, mispel, overige pitvruchten, pruim (onbedekt), aalbes, kruisbes, braam, framboos, boon met peul, boerenkool, radijs, rammenas, wortelpeterselie, pastinaak, rode biet,

mierikswortel, knolraap, koolraap, schorseneer, witlof (pennenteelt) en cichorei en de bedekte veredelingsteelt en basiszaadproduktie van akkerbouw-, groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebieden, komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Algemeen Het middel heeft effect op niet-doelwit arthropoden, waaronder natuurlijke vijanden. Bij geïntegreerde teelten dient hier rekening mee gehouden te worden. Vermijd daarom onnodige blootstelling. FLINT is een schimmelbestrijdingsmiddel met een preventieve werking en behorend tot de chemische groep van de strobilurinen (Qoi-fungiciden). Resistentiemanagement De kans op ontstaan van resistentie tegen de groep van strobilurinen (Qoi- fungiciden) kan niet worden uitgesloten. Indien nodig FLINT afwisselen en/of mengen met daartoe toegelaten middelen met een ander werkingsmechanisme om resistentie of kruisresistentie tegen te gaan. Voor de meest recente gewasspecifieke richtlijnen ter voorkoming van resistentie, wordt verwezen naar de adviezen van de Fungicide Resistance Action Committee (www.frac.info). Toepassingen In de teelt van vezelgewassen, ter bestrijding van Alternaria spp. en meeldauw. Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 2 tot 3 weken. In de teelt van meekrap, ter bestrijding van Alternaria spp. en meeldauw. Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 2 tot 3 weken.

In de teelt van appel, peer, kweepeer, mispel en overige pitvruchten, ter voorkoming van schurft (Venturia inaequalis en Venturia pirina). Vanaf het groene knopstadium FLINT preventief toepassen met een interval van 7-10 dagen. Bij een hoge infectiedruk in een periode met snelle bladontwikkeling, evenals in een periode met langdurige neerslag, dient het interval maximaal 7 dagen te bedragen. FLINT kan gelijktijdig tegen meeldauw worden ingezet. Dosering: 0,01% (10 gram per 100 liter water) In de teelt van appel, peer, kweepeer, mispel en overige pitvruchten, ter voorkoming van echte meeldauw (Podosphaera leucotricha). Ter voorkoming van nieuwe aantastingen gedurende de periode vanaf het roze knopstadium tot het einde van de groei FLINT toepassen met een interval van 7-10 dagen. Indien veel primair aangetaste scheuten voorkomen en de omstandigheden voor meeldauwinfecties gunstig zijn, dient het interval maximaal 7 dagen te bedragen. FLINT kan gelijktijdig tegen schurft worden ingezet. Dosering: 0,01% (10 gram per 100 liter water) In de onbedekte teelt van pruim, ter voorkoming van monilia-rot (Monilia fructigena en Monilia laxa). Het middel dient preventief toegepast te worden, met een interval van 7 10 dagen. Bij een hoge infectiedruk in een periode met snelle bladontwikkeling, evenals in een periode met langdurige neerslag, dient het interval maximaal 7 dagen te bedragen. Dosering: 0,01% (10 gram per 100 liter water) In de teelt van kersen, ter voorkoming van schurft (Venturia cerasi en Venturia carpophila) Het middel dient preventief toegepast te worden, met een interval van 7 10 dagen. Bij een hoge infectiedruk in een periode met snelle bladontwikkeling, evenals in een periode met langdurige neerslag, dient het interval maximaal 7 dagen te bedragen. Dosering: 0,01% (10 gram per 100 liter water) In de onbedekte teelt van aalbes en kruisbes, ter bestrijding van Botrytis vruchtrot en echte meeldauw preventief tijdens de bloei een bespuiting uitvoeren en de behandeling maximaal 2 maal herhalen met intervallen van 7 tot 10 dagen.

In de onbedekte teelt van blauwe bessen, ter bestrijding van Anthracnose en Botrytis vruchtrot preventief tijdens de bloei een bespuiting uitvoeren en de behandeling maximaal 2 maal herhalen met intervallen van 7 tot 10 dagen. In de onbedekte teelt van druiven, ter bestrijding van echte meeldauw (Plasmopara viticola). De eerste behandeling uitvoeren bij de aanvang van de bloei. De behandelingen maximaal 2 maal herhalen met een interval van 14 tot 21 dagen. Dosering: 0,25 kg/ha In de onbedekte teelt van braam en framboos, ter bestrijding van Botrytis vruchtrot en meeldauw preventief tijdens de bloei een bespuiting uitvoeren en de behandeling maximaal eenmaal herhalen met intervallen van 7 tot 10 dagen. In de onbedekte teelt van aardbei, ter bestrijding van echte meeldauw (Sphaerotheca macularis). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling herhalen met intervallen van 7-10 dagen afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk. Dosering: 125 g/ha In de bedekte teelt van aardbei, ter bestrijding van echte meeldauw (Sphaerotheca macularis). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling herhalen met intervallen van 7-10 dagen afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water) In de onbedekte teelt van meloen, courgette, pattison, pompoen, kalebas en squash, ter bestrijding van echte meeldauw (Sphaerotheca fusca). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling herhalen met intervallen van 7-10 dagen afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water)

In de bedekte teelt van komkommer, meloen, courgette, pattison, pompoen, kalebas, squash en augurk, ter bestrijding van echte meeldauw (Sphaerotheca fusca). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling herhalen met intervallen van 7-10 dagen afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water) In de teelt van paprika en Spaanse peper, ter bestrijding van echte meeldauw (Leveillula taurica) Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling herhalen met intervallen van 7 10 dagen afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water) In de bedekte teelt van tomaat, ter bestrijding van echte meeldauw (Oïdium lycopersicum). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling herhalen met intervallen van 7 10 dagen afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water) In de bedekte teelt van bonen met peul, ter bestrijding van de echte meeldauw (Erysiphe orontii). Zodra een aantasting wordt waargenomen een gewasbespuiting toepassen. De behandeling maximaal 2 maal herhalen met een interval van 7 tot 10 dagen. Dosering: 0,025% (25 g/100 liter water) in maximaal 1000 liter water. In de onbedekte teelt van boon met peul, ter bestrijding van Sclerotinia. Vanaf kort na opkomst FLINT toepassen met een interval van 2 tot 3 weken. In de onbedekte teelt van spruitkool en sluitkool, ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De behandeling om de 14 dagen herhalen. Dosering: 0,25 kg/ha

In de onbedekte teelt van bloemkool, broccoli, spruitkool en sluitkool, ter bestrijding van witte roest (Albugo candida). Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 2 tot 3 weken. In de onbedekte teelt van boerenkool, ter bestrijding van spikkelziekte (Alternaria brassicae). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De toepassing na 21dagen eenmaal herhalen. Dosering: 0,2 kg/ha In de onbedekte teelt van boerenkool, ter bestrijding van witte roest (Albugo candida). Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 3 weken. Dosering: 0,2 kg/ha In de onbedekte teelt van radijs, rammenas en mierikswortel, ter bestrijding van Erisyphe, Alternaria en Septoria. Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De toepassing na 14 dagen eenmaal herhalen. Dosering: 0,26 kg/ha In de onbedekte teelt van rode biet, ter bestrijding van Erisyphe, Alternaria en Septoria. Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De toepassing na 21 dagen eenmaal herhalen. Dosering: 0,26 kg/ha In de bedekte teelt van veredelings- en zaadteelt van koolgewassen, ter bestrijding van witte roest (Albugo candida). Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 2 tot 3 weken.

In de onbedekte teelt van bos-, was- en winterpeen, ter bestrijding van loofverbruining (Alternaria dauci). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De behandeling om de 14 dagen herhalen. De toe te passen dosering is afhankelijk van de ziektedruk. Dosering: 0,25 tot 0,4 kg/ha In de onbedekte teelt van wortelpeterselie, pastinaak, knolraap, koolraap en schorseneer, ter bestrijding van Alternaria spp. en meeldauw. Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 2 tot 3 weken. In de onbedekte teelt van bleekselderij en knolselderij, ter bestrijding van bladvlekkenziekten (Septoria apiicola). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De behandeling om de 14 dagen herhalen. Dosering: 0,25 kg/ha In de onbedekte teelt van de pennenteelt van witlof, ter bestrijding van echte meeldauw (Erisyphe cichoracearum). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De behandeling om de 14 dagen herhalen. Maximaal 2 keer toepassen. Dosering: 0,25 kg/ha (250 g/ha) In de onbedekte teelt van cichorei, ter bestrijding van echte meeldauw (Erisyphe cichoracearum). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een behandeling uitvoeren. De behandeling om de 21 dagen herhalen. Maximaal 2 keer toepassen. Dosering: 0,25 kg/ha (250 g/ha) In de onbedekte teelt van prei, ter bestrijding van purpervlekkenziekte (Alternaria porri) en roest (Puccinia allii) Het middel dient preventief te worden ingezet. De behandeling om de 14 dagen herhalen. Indien er reeds aantasting aanwezig is op het tijdstip van de eerste behandeling dan de eerste behandeling uitvoeren met een middel met een curatieve werking.

In de bedekte teelt van sla, met uitzondering van veldsla, ter bestrijding van Botrytis en Sclerotinia. Eerste toepassing de eerste week na planten. De toepassing na 7 tot 10 dagen maximaal 2 maal herhalen. In de teelt van andijvie, ter bestrijding van Botrytis en Sclerotinia. Eerste toepassing de eerste week na planten. De toepassing na 7 tot 10 dagen eenmaal herhalen. In de bedekte en onbedekte teelt van kruiden, ter bestrijding van echte en valse meeldauw. Eerste toepassing zodra symptomen worden waargenomen. De toepassing na 7 tot 10 dagen maximaal 2 maal herhalen. Tulp en gladiool, ter bestrijding van Botrytis tulipae en Botrytis gladiolorum Vanaf kort na opkomst FLINT toepassen met een interval van 7 tot 10 dagen. Dosering: 0,25 kg/ha Lelie, ter bestrijding van Botrytis elliptica Vanaf kort na opkomst FLINT toepassen met een interval van 7 tot 10 dagen. In de teelt van bloemisterijgewassen, ter bestrijding van echte meeldauw (Sphaerotheca spp.) en roest (Puccinia spp.). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling met intervallen van 7-10 dagen, afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk, herhalen. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water) Waarschuwing FLINT kan in gerbera het gehele jaar schade aan de bloemen veroorzaken. Toepassing van FLINT in gerbera wordt dan ook ontraden. In roos onder glas kan FLINT in bepaalde rassen in de donkere periode schade aan bet blad veroorzaken. Toepassing van FLINT in roos in de donkere periode van september tot en met maart wordt dan ook ontraden.

In de teelt van boomkwekerijgewassen, rozen en rozenonderstammen en vaste planten, ter bestrijding van echte meeldauw (Sphaerotheca en Oidium spp). Zodra de eerste aantasting wordt waargenomen een bespuiting uitvoeren. De behandeling met intervallen van 7-10 dagen, afhankelijk van de groei van het gewas en de infectiedruk, herhalen. Dosering: 0,0125% (12,5 gram per 100 liter water) In de bedekte veredelingsteelt en basiszaadproduktie van akkerbouw- groente- en fruitgewassen, kruiden en sierteeltgewassen, ter bestrijding van Alternaria spp. en meeldauw. Het middel dient preventief te worden toegediend met een interval van 2 tot 3 weken. Gevoeligheid gewassen Gezien het grote aantal variëteiten en de wisselende teeltomstandigheden van bloembol- en knolgewassen en bloembollen, bloemisterijgewassen en boomkwekerijgewassen en de verschillen in gewasverdraagzaamheid, verdient het aanbeveling om alvorens het middel toe te passen een proefbespuiting uit te voeren. Verminderde werking Het kan niet worden uitgesloten, dat minder gevoelige schimmelfysio s kunnen voorkomen. Onder ongunstige omstandigheden kan de werking daardoor afnemen. Doordat een groot aantal factoren invloed uitoefent op het ontstaan van dergelijke fysio s, is het optreden hiervan niet te voorspellen. AANBEVELINGEN Algemeen Flint is een schimmelbestrijdingsmiddel en bevat de werkzame stof trifloxystrobine welke behoort tot de chemische groep van de strobilurinen (Qoi-fungiciden). Flint werkt voornamelijk preventief.

TOEGELATEN IN Definitielijst toepassingsgebieden (DTG) Voor de gewasindeling van kweepeer, mispel, overige pitvruchten, pruim (onbedekt), aalbes, kruisbes, braam, framboos, boon met peul, boerenkool, radijs, rammenas, rode biet, mierikswortel is uitgegaan van de Definitielijst toepassingsgebieden gewasbeschermingsmiddelen, versie 2.1, Ctgb juni 2015. Wilt u weten onder welke sub- en hoofdgewasgroep een gewas valt en of een middel dus een toelating heeft in het betreffende gewas kunt u dit vinden via onze website (http:// agro.bayer.nl/producten/dtg). Voor de indeling van de overige gewassen vermeld in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift is de indeling volgens SOT(standaard opzet toelatingsbeschikkingen) van toepassing. Om te weten of het middel in een specifieke teelt is toegelaten, is het voldoende als deze teelt in het wettelijk gebruiksvoorschrift of gebruiksaanwijzing vermeld wordt. Werking Flint Flint, met als werkzame stof trifloxystrobine, is een mesostemisch fungicide. De actieve stof wordt gedeeltelijk in de waslaag alsook in de diepere lagen van het blad opgenomen. Tevens vindt er na de bespuiting nog een herverdeling op het gewas plaats. Door de sterke binding van Flint aan de waslaag en door de snelle opname van het middel in het gewas is Flint een zeer regenvast product. Veiligheidsaanbevelingen bij herbetreding Na een gewas- of ruimtebehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd (en er in kassen gedurende 2 uur geventileerd is). Werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen Overige informatie Opslag en verwijdering Verkoop alleen toegestaan in onze ongeopende originele verpakking. Droog, vorstvrij en achter slot bewaren.

Verbod hergebruik verpakking Verpakking mag niet opnieuw worden gebruikt. Voorkomen emissie Om emissie naar grond- en oppervlaktewater te voorkomen, adviseert Bayer Crop Science om machines waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast overdekt te stallen en te reinigen op een was- en spoelplaats met een opvangmogelijkheid voor verontreinigde vloeistoffen. Verwerk was- en spoelwater en eventuele restvloeistoffen die niet over het laatst bespoten perceel kunnen borden uitgereden in een PhytoBac (of gelijkwaardige methode) om onnodige milieubelasting te voorkomen. Raadpleeg de Toolbox Emissiebeperking op www.toolboxwater.nl voor meer informatie over alle vormen van emissies naar oppervlaktewater, zoals ondermeer ook afspoeling en hoe deze te beperken. Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld volgens de laatste inzichten. De gegevens over eigenschappen en toepassingen van onze producten beantwoorden aan de - na zorgvuldig onderzoek - opgedane ervaringen. Veel factoren buiten de invloed van Bayer Crop Science zoals onder meer opslag, vervoer, de wijze van toepassing, de teeltwijze, de dosering etc. kunnen de werking van het product beïnvloeden, zodat Bayer Crop Science in verband hiermee geen enkele aansprakelijkheid kan accepteren. Overigens zijn onze Algemene Verkoopvoorwaarden van kracht.