Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Vergelijkbare documenten
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

VR DOC.1282/2BIS

VR DOC.0399/2

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen

24 FEBRUARI Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand;

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1588/2BIS

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1159/2BIS

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn

12 JUNI Koninklijk besluit betreffende. de planning van het medisch aanbod

BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 15 SEPTEMBER 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

11 JUNI Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker

VR DOC.0332/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 4 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 februari 2019;

1 raadgevende comités : de raadgevende comités bij de intern verzelfstandigde agentschappen van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

VR DOC.0112/1

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 januari 2018;

12 JUNI Koninklijk besluit betreffende. de planning van het medisch aanbod

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0270/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;

VR DOC.1518/2

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDABopleiding tot verzorgende en zorgkundige

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 maart 2019;

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN

Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, inzonderheid op artikel 22;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg;

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 juli 2016;

Voorontwerp van decreet tot oprichting van het Overlegcomité Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

VR DOC.1142/2BIS

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

STATUTEN GOAR goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 februari 2013 :

Seniorenadviesraad Galmaarden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de inspectie van Financiën, gegeven op 21 augustus 2017;

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2016;

VR DOC.1441/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, 2;

Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden

1 er wordt een punt 2 /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: 2 /1 budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: een budget voor niet-

VR DOC.0952/2BIS

VR DOC.0309/2BIS

VR DOC.0682/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

Opgelet: gebruik dit voorbeeld als inspiratie voor een document op eigen maat.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2018; Pagina 1 van 7

Statuten jeugdraad Glabbeek

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

VR DOC.0276/2BIS

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

Ontwerp van decreet tot oprichting van de Vlaamse Raad voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

VR DOC.0277/4BIS

Artikel 1. Er wordt een stedelijke seniorenraad opgericht en erkend als adviesraad onder de naam seniorenraad Poperinge.

VR DOC.1242/2BIS

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0834/4BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 28, 1, eerste lid;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 juli 2018;

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK

Statuten Ouderenadviesraad Destelbergen-Heusden. Goedgekeurd door de ouderenadviesraad op 27/11/2013.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2017;

VR DOC.0136/2

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Bijlage XVII. Subsidiëring van de infrastructuur in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf

5 voucher: de voucher, vermeld in artikel 2, 11 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een hand

VR DOC.0263/2BIS

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 april 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; BESLUIT:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

VR DOC.1450/2BIS

VR MED.0321/2

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

Vlaamse Regering..3^L^

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam

Transcriptie:

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, I, eerste lid, 7, b), ingevoegd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, 1; Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 92, 3, vervangen bij decreet van (datum) houdende wijziging van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen ; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 1 april 2019; Gelet op advies xxxx van de Raad van State, gegeven op (datum), met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging, BESLUIT: Hoofdstuk 1. Definities Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder: 1 agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid"; 2 minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid; 3 opleidingen die leiden tot bijzondere beroepstitels: de opleidingen tot bijzondere beroepstitels, vermeld in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde; 4 referentieperiode: de periode waarin minstens één en maximaal zes academiejaren vervat zitten waarin een bepaald aantal kandidaten voor een opleiding tot een bijzondere beroepstitel of een groep van bijzondere beroepstitels mogen worden toegelaten; Pagina 1 van 7

5 Vlaamse Planningscommissie: de Vlaamse Commissie voor de Planning van het Medisch Aanbod; Hoofdstuk 2. Oprichting van de Vlaamse Planningscommissie Art. 2. Binnen het agentschap Zorg en Gezondheid wordt een Vlaamse commissie voor de planning van het medisch aanbod opgericht. Hoofdstuk 3. Taakomschrijving, samenstelling, organisatie, werkingsregelen en vergoeding van de Vlaamse Planningscommissie Art. 3. De Vlaamse Planningscommissie is een adviesorgaan dat als taak heeft de Vlaamse Regering te adviseren, op basis van de statistische gegevens, de methodologie en de adviezen van de Planningscommissie Medisch aanbod, vermeld in artikel 91, 1, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, over het aantal kandidaten dat toegang mag krijgen of toegang zou moeten krijgen tot opleidingen die leiden tot bijzondere beroepstitels of groepen van bijzondere beroepstitels. Bij de uitvoering van de adviestaak werkt de Vlaamse Planningscommissie volgende adviezen uit: 1 een advies over hoe het maximum aantal kandidaten voor een opleiding die leidt tot een bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels kan worden bepaald en hoe het minimum aantal kandidaten die toegang zouden moeten krijgen tot een bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels kan worden bepaald; 2 een advies over het concrete aantal kandidaten dat binnen de Vlaamse Gemeenschap kan worden toegelaten tot opleidingen die leiden tot bijzondere beroepstitels of groepen van bijzondere beroepstitels. De Vlaamse Planningscommissie verstrekt jaarlijks een advies als vermeld in het eerste lid, 2, rekening houdend met de effectieve instroom van het aantal kandidaten in de verschillende opleidingen die leiden tot bijzondere beroepstitels of groepen van bijzondere beroepstitels. De Vlaamse Planningscommissie baseert zich hierbij op het advies conform het eerste lid, 1, dat als bijlage bij het advies, conform het eerste lid, 2, wordt gevoegd. Aan de Vlaamse Planningscommissie worden ook de volgende taken toevertrouwd: 1 op eigen initiatief of op verzoek van de minister een algemeen advies verstrekken over het beleid over het medisch aanbod; 2 het cijfermateriaal dat blijkt uit de rapportering van de werkelijke instroom en die wordt ingesteld bij het agentschap opvolgen, valideren en evalueren; 3 de groepen van bijzondere beroepstitels omschrijven en bepaalde bijzondere beroepstitels al dan niet indelen in die groepen van bijzondere beroepstitels; 4 de referentieperiode bepalen om minimum- en maximumaantallen per opleiding tot bijzondere beroepstitel te hanteren. Art. 4. 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder Planningscommissie Medisch aanbod: de federale Planningscommissie Medisch aanbod, vermeld in artikel 91, 1, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015. Pagina 2 van 7

De Vlaamse Planningscommissie bestaat uit een kamer voor artsenspecialisten en huisartsen enerzijds en een kamer voor tandartsen en tandartsenspecialisten anderzijds. De kamer voor artsen-specialisten en huisartsen, vermeld in het tweede lid, is samengesteld uit: 1 vier effectieve leden voorgedragen door de Vlaamse geneeskundefaculteiten, onder wie minstens een huisarts en minstens een arts-specialist; 2 vier effectieve leden voorgedragen door de beroepsverenigingen, onder wie minstens een huisarts en minstens een arts-specialist; 3 de twee vertegenwoordigers, afgevaardigd door de Vlaamse Regering, die zetelen in de Planningscommissie Medisch aanbod. De kamer voor tandartsen en tandartsen-specialisten, vermeld in het tweede lid, is samengesteld uit: 1 vier effectieve leden voorgedragen door de Vlaamse geneeskundefaculteiten, onder wie ministens een algemeen tandarts en minstens een tandarts-specialist; 2 vier effectieve leden voorgedragen door de beroepsverenigingen, onder wie minstens een algemeen tandarts en minstens een tandarts-specialist; 3 de twee vertegenwoordigers, afgevaardigd door de Vlaamse Regering, die zetelen in de Planningscommissie Medisch aanbod. 2. De Vlaamse geneeskundefaculteiten en de beroepsverenigingen dragen voor elk effectief lid die ze hebben voorgedragen een plaatsvervanger voor. Het mandaat van de plaatsvervanger is gericht en kan alleen worden uitgeoefend als het lid dat hij vervangt, zelf zijn mandaat niet uitoefent. Wanneer de aangeduide persoon zijn rol als plaatsvervanger vervult, wordt hij voor de duurtijd van deze vergadering in het kader van de rechten en plichten, zoals vooropgesteld door dit besluit, gelijkgesteld met het effectief lid van wie deze persoon de plaats vervult. Als plaatsvervanger van een huisarts kan alleen een huisarts worden voorgedragen en als plaatsvervanger van een arts-specialist kan alleen een artsspecialist worden voorgedragen. Als plaatsvervanger van een algemeen tandarts kan alleen een algemeen tandarts worden voorgedragen en als plaatsvervanger van een tandarts-specialist kan alleen een tandarts-specialist worden voorgedragen. 3. In deze paragraaf wordt verstaan onder administrateur-generaal: de leidend ambtenaar van het agentschap. De effectieve leden, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 1 en 2, en in paragraaf 1, vierde lid, 1 en 2, en de plaatsvervangende leden, vermeld in paragraaf 2, worden door de administrateur-generaal benoemd voor een onbeperkt hernieuwbare termijn van vier jaar. Als het mandaat van een lid of plaatsvervangend lid als vermeld in het tweede lid niet meer wordt ondersteund door de Vlaamse geneeskundefaculteit of de beroepsvereniging die hem heeft voorgedragen, kan het lid op verzoek van zijn geneeskundefaculteit of zijn beroepsvereniging worden vervangen door een vervangend lid dat de administrateur-generaal benoemt voor de resterende duur van het mandaat van een lid of plaatsvervangend lid dat hij vervangt. Bij overlijden, ontslag, intrekking van het mandaat van een effectief lid of plaatsvervangend lid als vermeld in het tweede lid, benoemt de administrateur- Pagina 3 van 7

generaal een nieuw lid, voorgedragen door een Vlaamse geneeskundefaculteit of door een beroepsvereniging. De administrateur-generaal benoemt dat lid voor de resterende duur van het mandaat van het lid dat hij vervangt. 4. De leden, vermeld in paragraaf 1, derde lid, 3, en in paragraaf 1, vierde lid, 3, zijn ambtshalve lid van de Vlaamse Planningscommissie. Art. 5. 1. De Vlaamse Planningscommissie kiest bij het begin van elke nieuwe vierjaarlijkse termijn, overeenkomstig artikel 4, 3, tweede lid, uit haar leden een voorzitter. Elke kamer als vermeld in artikel 43, 1, kiest op dat moment ook een ondervoorzitter. Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap van de verkozen leden vangen aan tijdens de vergadering waarin ze tot voorzitter of ondervoorzitter verkozen zijn. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de vergadering van de Vlaamse Planningscommissie voorgezeten door de oudste aanwezige ondervoorzitter in leeftijd van een van beide kamers. Bij afwezigheid van beide ondervoorzitters wordt de vergadering van de Vlaamse Planningscommissie voorgezeten door het oudste aanwezige lid in leeftijd. Een vergadering van een kamer wordt voorgezeten door de ondervoorzitter die door die kamer is verkozen. Bij afwezigheid van die ondervoorzitter wordt de vergadering voorgezeten door het oudste aanwezige lid in leeftijd. 2. Om geldig te beraadslagen, zijn ten minste de helft van de effectieve leden of hun plaatsvervangers van de Vlaamse Planningscommissie of de kamer in kwestie aanwezig, onder wie een lid als vermeld in artikel 4, 1, derde lid, 1 of als vermeld in artikel 4, 1, vierde lid, 1 en een lid als vermeld in artikel 4, 1, derde lid, 2 of als vermeld in artikel 4, 1, vierde lid 2, en minstens een van de leden, als vermeld in artikel 4, 1, derde lid, 3, of als vermeld in artikel 4, 1, vierde lid, 3. Als er niet voldoende leden aanwezig zijn, organiseert de voorzitter van de vergadering, zoals bepaald overeenkomstig (1 een nieuwe vergadering met dezelfde agenda. De Vlaamse Planningscommissie of de kamer in kwestie kan dan geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden. 3. De Vlaamse Planningscommissie en de kamers spreken zich uit bij meerderheid van de aanwezige leden. Elk lid heeft één stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter, zoals bepaald overeenkomstig 1, van de vergadering beslissend. 4. De Vlaamse Planningscommissie en de kamers kunnen, als ze dat nuttig achten en na akkoord van het agentschap, een beroep doen op externe deskundigen. Die personen hebben een raadgevende stem. 5. De functie van secretaris van de Vlaamse Planningscommissie en van de kamers wordt waargenomen door een personeelslid van het agentschap. Art. 6. 1. De leden van de Vlaamse Planningscommissie ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering van de Vlaamse Planningscommissie waarop ze aanwezig zijn. De vergoeding, vermeld in het eerste lid, bedraagt 100 euro, behalve voor de voorzitter van de vergadering, aan wie een vergoeding van 150 euro wordt toegekend. Pagina 4 van 7

De vergoeding wordt voor maximaal vier vergaderingen toegekend. 2. De leden van de kamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering van de kamer voor artsen-specialisten en huisartsen of van de kamer voor tandartsen en tandartsen-specialisten. De vergoeding, vermeld in het eerste lid, bedraagt 100 euro, behalve voor de voorzitter van de vergadering, aan wie een vergoeding van 150 euro wordt toegekend. De vergoeding wordt voor maximaal zes vergaderingen toegekend. 3. Verschillende vergaderingen van de Vlaamse Planningscommissie of van de kamers die op dezelfde dag plaatsvinden, gelden maar als één vergadering. Art. 7. De leden, en de eventuele externe deskundigen, overeenkomstig artikel 5, 4, ontvangen een vergoeding voor de reiskosten die verbonden zijn aan de deelname aan de vergaderingen van de Vlaamse Planningscommissie of de kamers, conform de regeling voor de kilometervergoeding van personeelsleden van de Vlaamse overheid die op dat moment geldt. Hoofdstuk 4. Toegang tot opleidingen die leiden tot bijzondere beroepstitels en groepen van bijzondere beroepstitels Art. 8. De Vlaamse Regering kan, na het advies, vermeld in artikel 3, tweede lid, 2, te hebben ontvangen, voor elke bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels het maximum aantal kandidaten dat, jaarlijks of voor een bepaalde referentieperiode, tot de opleiding kan worden toegelaten en het minimum aantal kandidaten dat tot de opleiding tot de bijzondere beroepstitel moet worden toegelaten, bepalen. Als voor een bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels de minima over een referentieperiode niet worden behaald, kan de Vlaamse Regering, op advies van de Vlaamse Planningscommissie, de maxima voor toegang tot een of meer andere opleidingen die leiden tot bijzondere beroepstitels en groepen van bijzondere beroepstitels verminderen met een percentage dat de Vlaamse Regering bepaalt. Art. 9. Het bereiken van de vooropgestelde aantallen wordt bijgehouden aan de hand van een rapportering die het agentschap instelt. Het bereikte aantal kandidaten voor elke opleiding tot een bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels wordt jaarlijks bekendgemaakt op de website van het agentschap. Art. 10. Als de opleiding tot een bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels van arts-specialist, huisarts, algemeen tandarts of tandartsspecialist van een kandidaat wordt stopgezet, kan hij voor de opleiding tot de bijzondere beroepstitel of groep van bijzondere beroepstitels in kwestie worden vervangen door een andere kandidaat. De opleiding van een kandidaat wordt als stopgezet beschouwd in de volgende gevallen: 1 het agentschap ontvangt een attest, ondertekend door de decaan van de geneeskundefaculteit en de kandidaat, dat bevestigt dat er aan de opleiding een einde wordt gemaakt; 2 het agentschap of, in voorkomend geval, de minister neemt een definitieve beslissing tot stopzetting; Pagina 5 van 7

3 de kandidaat is overleden. Art. 11. In voorkomend geval, worden de aantallen, vermeld in artikel 8, eerste en tweede lid, in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. De aantallen, vermeld in het eerste lid, hebben uitwerking na een termijn die gelijk is aan de duur van de masteropleidingen die nodig zijn voor het behalen van de diploma s, vermeld in artikel 3, 1, en artikel 4 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Art. 12. Artikel 3 van het decreet van (datum) tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 treedt in werking op dezelfde datum als dit besluit. Pagina 6 van 7

Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo VANDEURZEN Pagina 7 van 7