Team Toezicht Kinderopvang Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum T (035) 692 62 22 www.ggdgv.nl Inspectierapport Thuiz bij BV (KDV) Blijklaan 1 1394KA Nederhorst den Berg
Inspectierapport Thuiz bij BV (KDV) Blijklaan 1 1394KA Nederhorst den Berg Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: Wijdemeren Datum inspectie: 05-01-2017 Type onderzoek : Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 09-02-2017 2 van 19
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Het onderzoek... 4 Observaties en bevindingen... 5 Overzicht getoetste inspectie-items... 12 Gegevens voorziening... 18 Gegevens toezicht... 18 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 19 3 van 19
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Naar aanleiding van de aanvraag tot opname in het LRKP heeft er op 5 januari 2016 een onderzoek voor registratie plaatsgevonden van kinderdagverblijf Thuiz bij BV. De inspectie betreft de items, die voor de aanvang van de exploitatie getoetst kunnen en moeten worden. Beschouwing Algemeen Kinderdagverblijf Thuiz bij BV maakt onderdeel uit van Thuiz Bij. De locatie is gevestigd in cultureel centrum 'De Spot' in Nederhorst den Berg. Kinderen van nul tot twee jaar worden hier opgevangen. De locatie is van maandag tot en met vrijdag van 07.30 tot 18.30 uur geopend. Huidige inspectie De inspectie voor het onderzoek voor registratie vond plaats op 5 januari 2017. Tijdens de inspectie is gesproken met de houders van Thuiz bij, Remy van den Berg en Chantal de Vries. In het gesprek zijn de documenten besproken. Daarnaast is de ruimte bekeken. Tijdens het gesprek is besproken dat het pedagogisch beleidsplan en de klachtenregeling nog aandacht vereisten. De houders hebben, binnen de beslistermijn op de aanvraag, de documenten aangepast en tevens een ontbrekende verklaring omtrent het gedrag toegezonden. Voor de inhoud van het pedagogisch beleidsplan is externe expertise ingeschakeld. Er is een aanvraag gedaan voor 15 kindplaatsen, in verband met de grootte van de buitenruimte is het maximaal aantal kindplaatsen op deze locatie 12. Op dit moment heeft de locatie een gebruikersvergunning tot 10 kindplaatsen. De toezichthouder adviseert de gemeente de locatie op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Binnen drie maanden zal een onderzoek na registratie plaatsvinden waarbij enkele items opnieuw worden beoordeeld en zal worden getoetst of de praktijk aan de voorwaarden voldoet. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Maximaal aantal kindplaatsen 12 vanuit Wko. Op dit moment gebruikersvergunning voor maximaal 10 kindplaatsen. 4 van 19
Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet en naleving wet- en regelgeving Binnen domein 0 'Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang' is beoordeeld of er sprake is van kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de houder de wet- en regelgeving naleeft. Kinderopvang in de zin van de Wet De opvang van Thuiz bij BV vindt bedrijfsmatig plaats. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. De opvang zal plaatsvinden op maandag tot en met vrijdag van 07.30 tot 18.30 uur. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving In het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen heeft de toezichthouder tegen enkele vestigingen van de houder handhaving geadviseerd. Het betreft hier onder andere de inhoud van het pedagogisch beleidsplan en informatie aan ouders. De houder treft inmiddels voldoende maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestigingen te voorkomen. Naar aanleiding van dit inspectierapport heeft de houder externe expertise ingeschakeld om eerder geconstateerde tekortkomingen op te lossen. Het pedagogisch beleidsplan is aangepast met behulp van een extern bureau in advies en coaching in de kinderopvang. Binnen drie maanden zal een onderzoek na registratie worden uitgevoerd waarbij ook de eisen met betrekking tot de informatie aan ouders getoetst zullen worden. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: LRKP (Inspectierapporten houder Thuiz bij) 5 van 19
Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein pedagogisch klimaat. Om een helder beeld te krijgen van beleid, visie en praktijk zijn het pedagogisch beleidsplan en het pedagogisch werkplan getoetst op inhoud en volledigheid. Alle wettelijke items zijn in het beleid beschreven. Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleid vastgesteld voor de organisatie Thuiz bij en een pedagogisch werkplan specifiek voor de locatie geschreven (verticale groep locatie de Spot). Dit heeft plaatsgevonden met behulp van een externe organisatie gericht op advies en coaching in de kinderopvang. Beide documenten zijn beoordeeld door de toezichthouder. In het pedagogisch beleids- en werkplan staan de volgende items voldoende duidelijk en observeerbaar beschreven: De kenmerkende visie op de omgang met de kinderen van het kindercentrum. Hoe de emotionele veiligheid van kinderen is gewaarborgd. Wat de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep is. Hoe beroepskrachten worden ondersteund door andere volwassenen. Welke mogelijkheden worden geboden aan de kinderen voor de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie. Hoe ondersteuning is vormgegeven indien er slechts één beroepskracht aanwezig is. Hoe ondersteuning is vormgegeven indien wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Hoe kinderen kunnen wennen aan de nieuwe groep waarin zij zullen worden opgevangen. Het beleid bij het gebruik van extra dagdelen. Hoe het vierogenprincipe is vormgegeven. Hoe beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen en andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. Hoe beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. Omdat de locatie één groep heeft en de kinderen alleen daar opgevangen worden is het volgende item niet beoordeeld: Bij welke (spel)activiteiten de kinderen hun groepsruimte verlaten. Gebruikte bronnen: Pedagogisch beleidsplan (Algemeen Beleidsplan Thuiz bij 2017-2022 versie 5.0 17-01-2017) Pedagogisch werkplan (Pedagogisch werkplan verticale groep locatie De Spot 2017-2019 versie 1.0 2017-01-05) Pedagogisch beleid + werkplan per mail ontvangen op 17 januari 2017 6 van 19
Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein personeel en groepen. Voor de beoordeling van de items binnen dit domein zijn de van passende diploma s en geldige verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten en directieleden. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag Beide houders van Thuiz bij zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die op het moment van aanvraag niet ouder is dan 2 maanden. De beroepskrachten zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013 en is op het moment van indiensttreding niet ouder dan 2 maanden. Op dit moment zijn er geen stagiaires, vrijwilligers of uitzendkrachten aanwezig. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten van kinderdagverblijf Thuiz bij BV zijn in het bezit van een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De locatie heeft 1 stamgroep voor maximaal 12 kinderen. De kinderen zijn in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. De kinderen op de groep hebben maximaal drie vaste gezichten op de groep, waarvan per dag minimaal één werkzaam is. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal binnen het kindercentrum is Nederlands. Gebruikte bronnen: Interview (Dhr. R van den Berg en mevr. C de Vries) Observaties (Op 5 januari 2016) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten 7 van 19
Veiligheid en gezondheid Dit hoofdstuk belicht de inspectiebevindingen over het domein veiligheid en gezondheid. Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie beschrijft. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft in november 2016 de risico s ingeschat en maatregelen beschreven. De houder maakt hiervoor gebruik van de digitale risicomonitor ontwikkeld door FCB. De risico-inventarisaties hebben betrekking op de situatie bij de huidige inspectie en zijn uitgevoerd in alle voor kinderen toegankelijke ruimtes zoals de groepsruimtes. Zij beschrijven de wettelijk vereiste onderdelen waaronder vallen, stoten, verbranden, binnenmilieu en medisch handelen. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een eigen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2015/2016, versie 2.0 7 september 2015. Deze is gebaseerd op de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van de Branchevereniging Kinderopvang: kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk en gastouderopvang, versie juli 2013. In de meldcode wordt nog verwezen naar het advies- en meldpunt kindermishandeling, dit bestaat sinds 1 januari 2015 niet meer. De houder dient dit aan te passen naar de situatie zoals nu gehandeld moet worden. Tevens kloppen niet alle bijlagen waar naar verwezen wordt. Bij het onderzoek na registratie dat binnen drie maanden na start exploitatie zal plaatsvinden zal dit opnieuw worden getoetst. Vierogenprincipe In de praktijk wordt er voor gezorgd dat de beroepskrachten tijdens hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Meldcode kindermishandeling 8 van 19
Accommodatie en inrichting Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein accommodatie en inrichting. Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters dat beschikbaar is per kind en de inrichting van de ruimten. Geconstateerd is dat de buitenruimte onvoldoende groot is voor de aangevraagde 15 kindplaatsen. Voor 12 kindplaatsen is de buitenruimte wel voldoende groot. Binnenruimte Bij het beoordelen van het benodigde aantal vierkante meters is uitgegaan van de wettelijke eis van tenminste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte. De houder heeft een aanvraag voor 15 kindplaatsen gedaan, beoordeeld zal worden of dit mogelijk is. Op moment van schrijven heeft de houder een gebruikersvergunning voor 10 kindplaatsen. Naam groep Aantal kinderen Aantal m² nodig Aantal m² beschikbaar Verticaal 15 52,5 54,8 Er is één groep, die over voldoende vierkante meters beschikt voor het aantal op te vangen kinderen. Het kindercentrum beschikt voor kinderen tot de leeftijd van 1½ jaar over een op het aantal kinderen afgestemde afzonderlijke slaapruimte. 9 van 19
Buitenspeelruimte Bij het beoordelen van het benodigde aantal vierkante meters is er vanuit gegaan dat er tenminste 3 m² passend ingerichte buitenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind beschikbaar moet zijn. De houder heeft een aanvraag voor 15 kindplaatsen gedaan, beoordeeld zal worden of dit mogelijk is. Op moment van schrijven heeft de houder een gebruikersvergunning voor 10 kindplaatsen. Aantal kinderen Aantal m² nodig Aantal m² beschikbaar Buitenruimte 15 45 38,7 De buitenruimte van het kindercentrum beschikt over onvoldoende vierkante meters voor de aangevraagde 15 kindplaatsen. In de 38,7 beschikbare vierkante meters kunnen maximaal 12 kinderen worden opgevangen. Wel kunnen de kinderen gebruik maken van een speeltuintje en een grasveld in de buurt. Voor de berekening van het aantal kindplaatsen wordt alleen aangrenzende buitenruimte beoordeeld. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview (Dhr. R van den Berg en mevr. C de Vries) Observaties (Op 5 januari 2016) Plattegrond 10 van 19
Ouderrecht Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein ouderrecht. Binnen dit domein is de klachtenprocedure beoordeeld. De items met betrekking tot de informatie aan ouders worden bij het onderzoek na registratie getoetst. Informatie Uit de (digitale) documenten of website blijkt vooralsnog niet of de ouders over de volgende onderwerpen worden geïnformeerd. Bij het onderzoek na registratie dat binnen drie maanden zal plaatsvinden zullen deze items worden getoetst. Het pedagogisch beleid. Het aantal beroepskrachten op een groep kinderen (beroepskracht-kindratio). De groepsgrootte. De opleidingseisen van beroepskrachten. Inzet van beroepskrachten die in opleiding zijn. Het beleid over veiligheid/gezondheid, inclusief het vierogenprincipe. Het uitvoeren van een risico-inventarisatie. De klachtenregeling (2016) of wijziging daarvan. De mogelijkheid om geschillen aan de geschillencommissie voor te leggen. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): De houder informeert ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten en geschillen per 1 januari 2016 De houder heeft een interne klachtenregeling voor de afhandeling van klachten over: Een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind De overeenkomst tussen de houder en de ouder. De interne klachtenregeling is schriftelijk vastgelegd en voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: De klacht zorgvuldig onderzoekt. De ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling. De klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld. De klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld. De ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt. In het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. De houder is tevens aangesloten bij de landelijke Geschillencommissie. Gebruikte bronnen: Interview (Dhr. R van den Berg en mevr. C de Vries) Website (www.thuizbij.nl) Klachtenregeling (Klachtreglement 2017 per mail ontvangen op 6 januari 2017) 11 van 19
Overzicht getoetste inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet en naleving wet- en regelgeving Kinderopvang in de zin van de Wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub d Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 12 van 19
Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g en art 5 lid 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g en art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 13 van 19
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF Er wordt mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 14 van 19
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: - een stappenplan voor het omgaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; - toebedeling van verantwoordelijkheden aan de diverse personeelsleden bij de stappen; - specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld; - specifieke aandacht voor de wijze waarop personeel moet omgaan met vertrouwelijke gegevens. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 15 van 19
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 16 van 19
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Klachten en geschillen per 1 januari 2016 De houder treft een regeling voor de afhandeling van klachten over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. (art 1.57b lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De regeling is schriftelijk vastgelegd, voorziet er in dat de ouder de klacht schriftelijk bij de houder indient en dat de houder: - de klacht zorgvuldig onderzoekt; - de ouder zoveel mogelijk op de hoogte houdt van de voortgang van de behandeling; - de klacht, rekening houdende met de aard ervan, zo spoedig mogelijk wordt afgehandeld; - de klacht, uiterlijk zes weken na indiening bij de houder, wordt afgehandeld; - de ouder een schriftelijk en met redenen omkleed oordeel op de klacht verstrekt; - in het oordeel een concrete termijn stelt waarbinnen eventuele maatregelen zullen zijn gerealiseerd. (art 1.57b lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder van een kindercentrum is aangesloten bij een door de minister van Veiligheid en Justitie erkende geschillencommissie voor het behandelen van: a) geschillen tussen houder en ouder over: - een gedraging van de houder of bij de houder werkzame personen jegens een ouder of kind; - de overeenkomst tussen de houder en de ouder. b) geschillen tussen houder en oudercommissie over de toepassing en uitvoering van het wettelijke adviesrecht. (art 1.57c lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 17 van 19
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Thuiz bij BV Website : http://www.thuizbij.nl Aantal kindplaatsen : 10 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Thuiz Bij bv Adres houder : Anton Mauvelaan 8 Postcode en plaats : 1394EM Nederhorst den Berg Website : www.thuizbij.nl KvK nummer : 52192768 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek Adres : Postbus 251 Postcode en plaats : 1400AG Bussum Telefoonnummer : 035-6926377 Onderzoek uitgevoerd door : N. de Jongh Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Wijdemeren Adres : Postbus 190 Postcode en plaats : 1230AD LOOSDRECHT Planning Datum inspectie : 05-01-2017 Opstellen concept inspectierapport : 24-01-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 09-02-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 09-02-2017 Verzenden inspectierapport naar : 09-02-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 16-02-2017 18 van 19
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 19 van 19