DOOPFORM ULIEREN NGK Haarlemmermeer-Oostzijde 2 I. Klassiek-Gereformeerd (Chr. Geref. versie) Formulier om de heilige doop te bedienen aan de kleine kinderen der gelovigen 4 Geliefden in onze Here Jezus Christus, de Doop is door onze Here Jezus Christus voor Zijn gemeente ingesteld, toen Hij Zijn apostelen 6 opdroeg: Gaat dan henen, maakt al de volken tot Mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. 8 In Zijn W oord heeft God ons geopenbaard, hoe wij de Doop moeten verstaan. Ten eerste zegt de Doop ons, dat wij met onze kinderen in zonde ontvangen en geboren en daarom 10 kinderen des toorns zijn. W ij kunnen in Gods rijk niet komen, tenzij wij wedergeboren worden. De onderdompeling in of besprenging met het water stelt ons de onreinheid van ons hart voor ogen. Zo 12 worden wij vermaand onszelf te mishagen, ons voor God te verootmoedigen en onze reiniging en zaligheid buiten onszelf te zoeken. 14 Ten tweede is de Doop een teken en zegel van de afwassing der zonden in Jezus Christus. Daarom worden wij gedoopt in de Naam van God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Als wij gedoopt 16 worden in de Naam van de Vader, betuigt en verzegelt God de Vader ons, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt, en daarom met alle goed 18 ons verzorgen en alle kwaad van ons weren of ons ten beste keren wil. En als wij in de Naam van de Zoon gedoopt worden, verzegelt ons de Zoon, dat Hij ons wast in Zijn bloed van al onze zonden en ons 20 in de gemeenschap van Zijn dood en opstanding inlijft, zodat wij van onze zonden bevrijd en rechtvaardig voor God gerekend worden. Als wij gedoopt worden in de Naam van de Heilige Geest, 22 verzekert Hij ons, dat Hij in ons wonen en ons tot leden van Christus heiligen wil. Hij toch eigent ons toe wat wij in Christus hebben: de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons 24 leven, totdat wij eenmaal met de gemeente der uitverkorenen voor God zullen staan in het eeuwige leven, heilig en onbesm et. 26 Ten derde worden wij krachtens het verbond door de Doop geroepen en verplicht tot een nieuwe gehoorzaam heid, nam elijk dat wij deze enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, aanhangen, 28 vertrouwen en liefhebben met geheel ons hart, met geheel onze ziel, met geheel ons verstand en met geheel onze kracht, de wereld verzaken, onze oude natuur doden en in een nieuw, godvrezend leven 30 wandelen. En als wij uit zwakheid in zonden vallen, moeten wij aan Gods genade niet wanhopen en niet in de zonde blijven liggen, want de Doop is een zegel en onwrikbaar getuigenis dat wij een eeuwig 32 verbond m et God hebben. Hoewel onze kleine kinderen deze dingen nog niet begrijpen, mogen zij niet van de Doop worden 34 uitgesloten, omdat zij ook zonder het zelf te weten in Adam veroordeeld zijn en in Christus tot genade aangenomen worden. God spreekt immers tot Abraham, de vader aller gelovigen, en daarin ook tot 36 ons en onze kinderen: Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig 38 verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn. Dit betuigt ook Petrus met de woorden: W ant voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen die verre zijn, zovelen als de Here, onze God, ertoe 40 roepen zal. God heeft voorheen de besnijdenis bevolen als een zegel van het verbond en van de gerechtigheid 42 door het geloof. Christus heeft de kinderen omarmd, hun de handen opgelegd en hen gezegend. In de plaats van de besnijdenis is de Doop gekomen. Daarom m oeten de kinderen als erfgenamen van 44 Gods rijk en van Zijn verbond gedoopt worden. En de ouders zijn verplicht hun kinderen bij het opgroeien in dit alles te onderwijzen. 46 Opdat deze doopsbediening tot Gods eer, tot onze troost en tot opbouw der gem eente zal geschieden, willen wij Zijn heilige Naam aanroepen. 48 Alm achtige, eeuwige God, Gij hebt door Uw streng oordeel de ongelovige en onboetvaardige wereld m et de zondvloed gestraft, en de gelovige Noach met de zijnen door Uw grote barmhartigheid 50 behouden en bewaard. Gij hebt de verharde Farao met heel zijn leger in de Rode Zee doen verdrinken en Uw volk Israël droogvoets daardoorheen geleid. Gij hebt ons hierin voorafbeeldingen van de Doop 52 gegeven. W ij bidden U bij Uw grondeloze barmhartigheid, dat Gij dit Uw kind (deze Uw kinderen) Pag. 1 van 6
genadig wilt aanzien en door Uw Heilige Geest in Uw Zoon Jezus Christus wilt inlijven, opdat het met 2 Hem begraven worde in Zijn dood en met Hem moge opstaan in een nieuw leven. Laat het zijn kruis, Hem dagelijks navolgende, blijm oedig dragen en Hem aanhangen met waarachtig geloof, vaste hoop 4 en vurige liefde, opdat het dit leven - dat toch niet anders is dan een gestadige dood - om Uwentwil getroost zal verlaten en op de jongste dag voor de rechterstoel van Christus, Uw Zoon, zonder vrees 6 moge verschijnen - door Hem, onze Here Jezus Christus, Uw zoon, Die met U en de Heilige Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid. Amen. 8 Vragen aan de ouders Geliefden in de Here Jezus Christus, God heeft de Doop ingesteld om ons en onze kinderen Zijn 10 verbond te verzegelen. In dat geloof en niet uit gewoonte of bijgelovigheid m oeten wij de Doop begeren. Om deze gezindheid te doen blijken zult gij de volgende vragen oprecht beantwoorden: 12 Ten eerste: Belijdt gij dat onze kinderen in zonde ontvangen en geboren en daarom aan velerlei ellende, ja zelfs 14 aan het eeuwige oordeel onderworpen zijn, m aar dat zij in Christus geheiligd zijn en daarom als leden van Zijn gemeente behoren gedoopt te wezen? 16 Ten tweede: Gelooft gij dat de waarheid Gods, die in het Oude en Nieuwe Testament geopenbaard is en in de 18 artikelen van het christelijk geloofbeleden en in de christelijke kerk alhier geleerd wordt, de waarachtige en volkom en leer der zaligheid is? 20 Ten derde: Belooft gij dit kind (deze kinderen), waarvan gij vader en m oeder zijt, naar uw vermogen te onderwijzen 22 en te doen onderwijzen in de waarheid Gods en het (hun) een voorbeeld van een christelijke levenswandel te geven? 24 Antwoord: Ja. Doopsform ule 26 N..., ik doop u in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes. Dankzegging 28 Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken en loven U, dat Gij ons en onze kinderen door het bloed van Uw geliefde Zoon Jezus Christus al onze zonden vergeven, ons door Uw Geest tot leden 30 van Hem geheiligd en in Hem tot Uw kinderen aangenomen hebt, en dat Gij ons dit door de heilige Doop bezegelt. W ij bidden U om Jezus' wil voor dit kind (deze kinderen), dat Gij het met Uw Heilige 32 Geest altijd wilt leiden en regeren. Laat het naar Uw W oord worden opgevoed en in de Here Jezus Christus tot geestelijke wasdom komen, opdat het Uw vaderlijke goedheid en barm hartigheid, die Gij 34 hem en ons allen bewezen hebt, zal erkennen en belijden. Laat het in alle gerechtigheid onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester Jezus Christus leven en m et volharding tegen de zonde, de 36 duivel en zijn gehele rijk strijden en overwinnen, om U en Uw Zoon Jezus Christus en de Heilige Geest, de enige en waarachtige God, eeuwig te loven en te prijzen. Amen. Pag. 2 van 6
II. M.R. van den Berg - hier en daar herzien en aangevuld door K. Muller 2 De doop is door onze Here Jezus Christus voor zijn gemeente ingesteld, toen Hij zijn apostelen opdroeg: Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam van de 4 Vader en de Zoon en de Heilige Geest en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. De doop is het teken en zegel van Gods verbond. 6 Het is een groot wonder van genade, dat de heilige God een verbond heeft willen sluiten met mensen, die van nature Gods toorn verdienen. 8 De doop die aan onze kinderen bediend wordt, onderstreept de beloften van Gods verbond. Deze beloften: 10 - dat God hun Vader wil zijn en hen tot zijn kinderen aanneemt; - dat Christus hun zonden wil wegwassen door zijn bloed en hen wil laten delen in zijn vrijspraak 12 en verlossing; - dat de Heilige Geest in hen wil wonen en hun leven wil vernieuwen. 14 Deze beloften zijn alleen maar hun deel geworden doordat God hun leven is binnengekomen. Nog voordat een pasgeboren kind ook maar iets kan zeggen of er enig besef van kan hebben, legt God zijn 16 hand al op zijn leven. En als we opgegroeid zijn en terugkijken, kunnen we alleen maar zeggen: niet ik was op zoek naar God, maar God was op zoek naar mij. 18 De doop laat ons zien dat wij onszelf niet kunnen redden. W e moeten gered worden, opnieuw geboren worden uit water en Geest om het koninkrijk van God te 20 kunnen binnengaan. De doop symboliseert onze verbondenheid met Christus: met Hem zijn wij gestorven voor de zonde en 22 opgestaan tot een nieuw leven. Naar dat nieuwe leven verwijst de doop: een leven in gem eenschap met Christus, waarin we met blijdschap doen wat Hij van ons verwacht. Midden in de duisternis is 24 Christus ons licht, midden in de dood is Hij ons leven. W e zullen echter telkens tekortschieten en in zonden vallen. Maar de doop mag voor ons een middel 26 zijn om de strijd tegen de zonde niet op te geven. W e mogen telkens weer op onze doop teruggrijpen en tot de HERE zeggen: U hebt zelf aan mij beloofd, dat U mijn God wilt zijn, mijn zonden wilt 28 vergeven en m ijn leven wilt vernieuwen. Onze pasgeborenen begrijpen daar nog niets van. Daarom hebben de ouders de opdracht hun bij het 30 opgroeien de betekenis van de doop duidelijk te maken. GEBED 32 Barmhartige God en Vader, wij aanbidden het wonder van uw liefde, dat U uw eniggeboren Zoon als het Lam Gods gegeven hebt, die ons met zijn bloed van al onze zonden gewassen en ons tot een 34 koninkrijk van priesters gem aakt heeft. W ij bidden U dat U dit kind, dat de heilige doop ontvangen zal, in uw zoon, Jezus Christus, wilt inlijven 36 en doen delen in de gaven van de Geest. Laat heel uw gem eente zich opnieuw verheugen over uw verlossende daden. Versterk ons in het 38 geloof dat wij in leven en sterven U tot een genadige Vader hebben door Jezus Christus, onze Heer. Amen 40 BELIJDENIS VAN HET GELOOF door de gem eente VRAGEN 42 U hebt voor uw kind de doop aangevraagd. Om duidelijk te doen blijken dat u daarbij niet uit onzuivere motieven handelt, maar uit een waar geloof, verzoek ik u de volgende vragen oprecht te 44 beantwoorden. Pag. 3 van 6
1. Gelooft u dat de leer die in het Oude en Nieuwe Testament is geopenbaard en in de artikelen 2 van het christelijk geloof wordt beleden en in de christelijke kerk alhier geleerd wordt, de ware en volkomen leer der verlossing is? 4 2. Belijdt u dat onze kinderen - al zijn ze, zoals ze geboren worden, aan de macht van de zonde en daarom aan allerlei ellende, ja zelfs aan Gods eeuwig oordeel onderworpen - toch in Christus 6 geheiligd zijn en daarom als leden van zijn gem eente behoren gedoopt te zijn? 3. Belooft u dit kind, waarvan u de ouders bent, bij het opgroeien in deze leer naar uw vermogen te 8 onderwijzen en te doen onderwijzen en het een voorbeeld van christelijke levenswandel te geven? 10 VRAAG AAN DE GEMEENTE ALS GETUIGE VAN DE DOOP W ilt u dit kind (...) ontvangen in uw midden 12 om het in woord en daad te bewaren bij het hartsgeheim van de gem eente, 14 het evangelie van Jezus Christus, opdat zij haar / hij zijn doop zal leren beamen? 16 BEDIENING VAN DE DOOP N.N., ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. 18 DOOPKAARS Teken van de opgestane Heer, 20 die licht en leven wil zijn voor jullie zojuist gedoopte kind. 22 GEBED Onze Vader die in de hemelen zijt, we danken U dat U in uw genade uw hand op dit kind hebt gelegd, 24 zodat het mag delen in uw verbond en in uw belofte van vergeving en verlossing en dat U dat alles in de doop zichtbaar wilde maken en bekrachtigen. Help de ouders hun belofte na te komen en hun kind 26 op te voeden in de vrees van uw Naam. Geef dat dit kind in heel zijn leven Christus mag volgen en met beide handen uw belofte mag aangrijpen en daaruit leven en straks uit handen van onze Heer Jezus 28 Christus, samen met ons, de overwinnaarskrans mag ontvangen. En geef dat dit kind en wij allen uw Naam mogen grootmaken, nu in dit leven en in het uur van onze dood en in alle eeuwigheid. Amen. Pag. 4 van 6
III. Broersma 2 Geliefden in de Here Christus, De Here Jezus heeft gezegd dat er in de kerk gedoopt moet worden. 4 Hij zei tegen zijn leerlingen: Trek er op uit en maak alle volken tot mijn leerlingen en doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Leer hun alles onderhouden wat Ik jullie 6 heb opgedragen. In de bijbel heeft de Here God gezegd wat de doop is. 8 De doop zegt ons dat grote mensen en kinderen zóndige mensen zijn, dat wij zomaar niet God kunnen ontmoeten, maar daarvoor nieuwe mensen moeten worden. 10 In de doop tekent God uit dat onze zonden om Jezus wil vergeven zijn en dat Hij er in de doop zijn stempel op zet: het is echt waar, dat beloof Ik je. 12 Daarom hoor je bij het dopen zo direct dat... gedoopt wordt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Dat betekent dit: 14 De Vader zegt bij de doop: Ik wil jullie bondgenoot zijn en je mag daarom als een kind Mij ontmoeten: ik wil je Vader zijn. 16 Jezus de Zoon zegt: W ater wast je van vuil, zo wil Ik je schoonwassen van al je zonden. De Heilige Geest zegt: Ik wil je leven lang voor je zorgen, zodat je ook echt krijgt wat de Vader en 18 Jezus beloofd hebben. De doop vraagt ook wat: Als God jullie nu zoveel geeft bij de doop, wil je dan ook de Here God echt 20 ontmoeten, van Hem houden met je hoofd en met je hart en met je handen, helemaal? En willen jullie van de kerk dan ook samen als nieuwe mensenleven? 22 De kleine kinderen die gedoopt worden snappen hier nog niets van. Toch moet je niet zeggen: Doop ze later maar als ze het wél begrijpen. Ze weten immers ook niet dat ze zondige mensen zijn zoals alle 24 anderen en ze weten niet dat de Here Jezus voor onze zonden gestorven is. Maar daarom is dat wel zo: wat er toen is gebeurd geldt ook voor de babies die vandaag gedoopt worden! Let maar op. W eet 26 je wat God al tegen Abraham, heel vroeger heeft gezegd? Ik zal mijn verbond in stand houden tussen Mij en jou. Niet alleen voor jou, maar ook voor al je 28 nakomelingen zal Ik God zijn, in elke nieuwe generatie. Toen het Pinksteren werd heeft Petrus het ook nog eens gezegd, luister: God heeft zijn belofte gedaan 30 aan jullie en je kinderen en aan allen die ver weg zijn, aan allen die de Heer onze God zal roepen. Vroeger, voor Jezus en Pinksteren, werden de jongentjes besneden; daaraan kon je weten dat ze 32 bondgenoten van de Here God waren. De Here Jezus heeft de kinderen omarmd, de handen opgelegd, en gezegend. In plaats van de besnijdenis worden de kinderen nu gedoopt en kun je weten 34 dat ze bondgenoten van de Here God zijn. Als ze groter groeien moeten de ouders hun over God en de doop vertellen. 36 Gebed Voor we dopen willen we bidden tot de Here God. 38 Almachtige en grote God, U houdt niet van onze zonden, als ze niet vergeven worden wordt u er ook boos om. Daarom is de zondige wereld die niet wilde geloven in de zondvloed verdwenen, maar 40 Noach, die U vertrouwde, met zijn gezin hebt U gered. Ook Farao ging met een hard hart precies tegen wat U wilde in. Daarom is hij met zijn leger in de Rode Zee verdronken, maar het volk van uw 42 bondgenoten, Israël, hebt U veilig door die zee geleid. W e zien daarin iets dat U ook met de doop bedoeld: zondige mensen die U gaan vertrouwen bewaart U veilig. 44 W ilt U zo ook barmhartige God zijn voor... die zo direct gedoopt wordt? W ilt U zorgen dat zij, als zij groter wordt, hoe langer hoe meer bij de Here Jezus gaat horen. En als Jezus terugkomt op de jongste 46 dag, geef dan dat zij ook bij de grote schare voor uw troon zal horen. Dat bidden wij om Jezus wil, amen. 48 Vragen stellen Beste kinderen en grote mensen, gemeente van onze Here Jezus Christus. W e weten nu dat de Here 50 God gezegd heeft dat kinderen gedoopt horen te zijn: zo laat Hij zien dat wij bondgenoten van Hem zijn. 52 Maar we moeten in de gemeente ook weten of de doopouders dit belangrijk vinden; en dat ze maar niet zomaar dopen, uit gewoonte of omdat ze denken dat het er bij hoort. Daarom stel ik aan de 54 doopouders drie vragen en ik vraag of ze daar eerlijk antwoord op willen geven: - Pag. 5 van 6
1. Belijden jullie dat onze kinderen naar Gods oordeel zondige kinderen zijn, m aar dat ze samen 2 met de Here Jezus apart gezet zijn, aan Gods kant, en dat ze daarom gedoopte kinderen horen te zijn? 4 2. Geloven jullie dat Gods W oord de waarheid is, dat dat Evangelie samengevat is in de Geloofsbelijdenis en dat het ook in onze gemeente daar om die weg ten leven gaat? 6 3. Van dit kindje zijn jullie vader en moeder. Beloven jullie dat zij van jullie en van anderen zal horen van de God van haar doop, en zullen jullie met wat je doet en zegt een voorbeeld voor 8 haar zijn? W at is jullie antwoord? 10 Antwoord Doopsbediening 12 Dankgebed Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken en wij loven U dat U er bent, de levende God, die 14 alles, ook ons, geschapen heeft en dat U ons niet afwijst, maar tot Uw kinderen aanneemt dankzij Uw Zoon, onze Here Jezus Christus. Dank U wel dat U ook... door Uw Heilige Geest heeft ingelijfd in 16 Christus. Dank U voor het teken van de doop dat ons dit verzegelt. Dank voor Uw eeuwige trouw die hierin besloten ligt. 18 Dank U Vader, dat wij in vertrouwen op U onze kinderen mogen grootbrengen en opvoeden. W at is het een zegen dat je dit als ouders niet in eigen kracht hoeft te doen, maar uit U, door U en tot U. W ilt U... 20 hierbij helpen. Geeft U hen de gezondheid, de wijsheid en het geloof die zij hiervoor nodig hebben. W ilt U ons allemaal helpen bij het tot U leiden van onze kinderen, ook als we zelf geen kinderen hebben. 22 Helpt U ons doorzichtig te zijn naar U toe in woorden en daden. W ilt U ook zijn met degenen voor wie een doopdienst als deze een verdrietige kant heeft, om dat ze bepaald worden bij eenzaam heid, 24 kinderloosheid, het staan bij een grafje, kinderen die U verlaten hebben. Som m igen m oeten de kinderen alleen opvoeden, anderen leven in onmin met één of meerdere van hun kinderen. Vader in 26 de hemel, zoveel mensenlevens hebben wonden. Maar U hebt bij onze doop beloofd, dat U de Bewaarder van Israël bent, die sluimert noch slaapt en zonder wie zelfs geen musje ter aarde zal 28 vallen. Help ons in dit geloof vertrouwend aan Uw hand te leven, tot Uw Rijk komt. Zo bidden we om Christus' wil alleen, amen. Pag. 6 van 6