Reglement van de kringen Reglement van de kringen, overeenkomstig artikel 66 van de statuten van Rabobank Nederland. Artikel 1 1. Leden van de kring kunnen uitsluitend zijn coöperatieve banken die lid zijn van Rabobank Nederland en ingedeeld in de desbetreffende kring. 2. Het lidmaatschap van de kring wordt verkregen door de indeling van een lid in de desbetreffende kring krachtens een besluit van de algemene vergadering van Rabobank Nederland dan wel krachtens een besluit van de raad van bestuur op grond van artikel 61 lid 3 van de statuten van Rabobank Nederland. 3. Het lidmaatschap van de kring eindigt: a. door indeling van een lid, krachtens een besluit van de algemene vergadering of van de raad van bestuur van Rabobank Nederland, bij een andere kring; b. door beëindiging van het lidmaatschap van Rabobank Nederland. Artikel 2 De taak van de kringvergaderingen is: a. het versterken van de band en de goede verstandhouding tussen de leden van de kring onderling en tussen deze en Rabobank Nederland; b. het beraadslagen over de belangen van de leden van de kring, van Rabobank Nederland en van het coöperatieve bankwezen in het algemeen; c. het verstrekken van voorlichting aan de leden van de kring; d. het verstrekken van adviezen en inlichtingen aan Rabobank Nederland. Artikel 3 1. De leden van de kring kunnen in de volgende samenstellingen bijeenkomen: a. kleine kringvergadering; b. grote kringvergadering. Waar in dit reglement wordt gesproken van kringvergadering, worden zowel de kleine als de grote kringvergadering bedoeld, tenzij anders vermeld. 2. De kleine kringvergadering houdt zich in het bijzonder bezig met de aangelegenheden die bij de bepaling van het standpunt van de kring met het oog op de eerstkomende centrale kringvergadering bespreking behoeven. 3. De grote kringvergadering houdt zich in het bijzonder bezig met algemene aangelegenheden de leden van Rabobank Nederland betreffend. Kleine kringvergadering Artikel 4 1. Als afgevaardigden naar de kleine kringvergadering treden op: a. voor banken waarop het partnershipmodel van toepassing is: ten minste twee en ten hoogste drie bestuurders, waaronder de voorzitter en de directeur-bestuurder;
b. voor banken waarop het directiemodel 1 van toepassing is: de voorzitter dan wel een ander lid van de statutaire directie en een of twee leden van de raad van commissarissen, waaronder de voorzitter van de raad van commissarissen. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 64 lid 1 van de statuten van Rabobank Nederland komen de leden van de kleine kringvergadering in ieder geval vóór elke reguliere centrale kringvergadering bijeen. Grote kringvergadering Artikel 5 1. Van ieder lid kunnen als afgevaardigden naar de grote kringvergadering alle leden van het bestuur respectievelijk de directie en alle leden van de raad van commissarissen optreden. 2. De grote kringvergadering komt bijeen overeenkomstig het bepaalde in artikel 64 lid 1 van de statuten van Rabobank Nederland. Artikel 6 1. De leden hebben in de kringvergadering evenveel stemmen als zij kunnen uitbrengen in de algemene vergadering. De berekening geschiedt op basis van het bepaalde in artikel 24 lid 1 van de statuten van Rabobank Nederland. 2. Het aantal stemmen dat ieder lid uitbrengt, wordt aangetekend op de presentielijst en wordt aan de persoon die zich als stemgerechtigde meldt, medegedeeld. In geval van schriftelijke stemming wordt aan iedere stemgerechtigde een stembriefje uitgereikt, waarop het aantal stemmen staat vermeld. 3. Als stemgerechtigde afgevaardigde naar de kringvergadering treedt voor ieder lid op de voorzitter van het bestuur respectievelijk de statutaire directie van het lid, en bij diens afwezigheid een ander lid van het bestuur respectievelijk een ander lid van de statutaire directie. Voorts kan het bestuur respectievelijk de statutaire directie van het lid schriftelijk een ander als stemgerechtigde afgevaardigde aanwijzen. 4. Toegang tot de kringvergadering hebben ook een of meer leden van de raad van bestuur van Rabobank Nederland, een of meer leden van de raad van commissarissen van Rabobank Nederland, en voorts een of meer functionarissen van Rabobank Nederland die door Rabobank Nederland mochten worden aangewezen. Deze personen kunnen van hun zienswijze doen blijken. Artikel 7 1. Over de benoeming van personen waarbij er meer dan één kandidaat is, wordt schriftelijk, over alle andere aangelegenheden wordt mondeling gestemd. 2. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Indien bij de eerste stemming geen besluit tot stand komt, vindt herstemming plaats. 3. Indien bij een keuze tussen twee personen de stemmen ook de tweede maal staken, beslist het lot. 1 (noot 2010) hieronder wordt mede verstaan: het Rabomodel
Zijn bij een benoeming meer dan twee kandidaten betrokken en heeft ook bij de herstemming geen van hen de volstrekte meerderheid verkregen, dan worden twee van hen als volgt voor een tweede herstemming aangewezen: a. zijn er slechts twee kandidaten die bij de eerste stemming het hoogste aantal stemmen dan wel het hoogste en het op een na hoogste aantal stemmen hebben verworven, dan komen zij voor deelneming aan de herstemming in aanmerking; b. zijn er meer dan twee kandidaten die bij de eerste stemming het hoogste aantal stemmen hebben verworven, dan wordt bij tussenstemming uit hen een tweetal kandidaten aangewezen die voor deelneming aan de herstemming in aanmerking komen; c. heeft bij de eerste stemming een kandidaat het hoogste aantal stemmen verworven doch zijn er twee of meer kandidaten die het op een na hoogste aantal stemmen hebben verworven, dan komt de eerstgenoemde kandidaat voor deelneming aan de herstemming in aanmerking, terwijl bij tussenstemming uit de groep die het op een na hoogste aantal stemmen had verworven, nog een kandidaat wordt aangewezen die voor deelneming aan de herstemming in aanmerking zal komen; d. voorzover door een tussenstemming geen uitsluitsel wordt verkregen, beslist het lot. 4. Als bij een stemming over andere aangelegenheden de stemmen ten tweede male staken, is het voorstel verworpen. 5. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 6. De voorzitter van de vergadering benoemt ten minste twee stemopnemers. 7. Over onderwerpen, die niet in het bericht van bijeenroeping zijn vermeld, kan een besluit worden genomen, tenzij de voorzitter of ten minste een/vijfde gedeelte van het aantal leden van de kring - ongeacht het aantal door hen uit te brengen stemmen - zich tegen de behandeling van het onderwerp verzet. Artikel 8 De voorzitter van het kringbestuur is de voorzitter van de kringvergadering Artikel 9 1. Tijd, plaats en agenda van de kringvergadering worden na overleg met de coördinatiecommissie en het secretariaat van de kring vastgesteld door het kringbestuur. 2. De kringvergaderingen worden, na overleg met het secretariaat, in opdracht van de voorzitter bijeengeroepen door het secretariaat. 3. Ingeval de kringvergadering wordt bijeengeroepen door of op verzoek van Rabobank Nederland, worden tijd, plaats en agenda van de kringvergadering door Rabobank Nederland bepaald, na overleg met het kringbestuur. 4. Onder verantwoordelijkheid van de secretaris worden notulen gemaakt van hetgeen in de vergadering wordt behandeld. De notulen worden zo spoedig mogelijk opgemaakt en binnen dertig dagen na de kringvergadering aan alle leden alsook aan Rabobank Nederland toegezonden. Zij worden in de eerstvolgende kringvergadering, al dan niet gewijzigd, vastgesteld en ten bewijze daarvan ondertekend door de voorzitter en de secretaris van het kringbestuur.
Het kringbestuur Artikel 10 1. De leden van het kringbestuur brengen verslag uit in de kleine kringvergadering van hetgeen in de door hen bezochte centrale kringvergadering is verhandeld. 2. Het kringbestuur voorziet in de aanwijzing van een secretaris, die het secretariaat zowel voor het kringbestuur als voor de kringvergadering zal verzorgen. Op dezelfde wijze voorziet het kringbestuur in de aanwijzing van een penningmeester, die zal zijn belast met de verzorging van de financiële zaken, in dit reglement omschreven. De functie van secretaris en penningmeester kan door dezelfde persoon worden vervuld. Artikel 11 1. De leden van het kringbestuur worden met inachtneming van het bepaalde in artikel 62 van de statuten van Rabobank Nederland in de kleine kringvergadering door de leden benoemd. In aanvulling op het bepaalde in artikel 62 van de statuten van Rabobank Nederland komen als door de algemene vergaderingen respectievelijk de ledenraden van de in de kring ingedeelde aangesloten banken benoemde personen slechts in aanmerking: a. bij banken met het partnershipmodel door de algemene vergadering of de ledenraad gekozen bestuurders; en b. bij banken met het directiemodel 2 leden van de raad van commissarissen. 2. De leden van het kringbestuur worden benoemd voor een periode van vier jaren. In de eerstvolgende vergadering na afloop van deze periode van vier jaren treedt het lid af. Zo mogelijk treedt jaarlijks een/vierde gedeelte van het aantal leden af volgens een door het kringbestuur op te stellen rooster, waarbij ieder jaar beurtelings een respectievelijk twee leden van het bestuur zullen aftreden. Een aftredend lid van het kringbestuur is terstond herbenoembaar. Een lid dat tussentijds is benoemd ter vervanging van een lid dat voortijdig is gedefungeerd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger. 3. Voor de benoeming van de leden van het kringbestuur maakt het kringbestuur een voordracht op, eventueel aangevuld door een schriftelijke en door minstens twee leden van de kring ondertekende kandidaatstelling, op grond van een door de kleine kringvergadering op voorstel van het kringbestuur vastgestelde profielschets. Een persoon die door de leden kandidaat wordt gesteld, kan niet bestuurslid zijn van een van de kandidaatstellende leden. De namen van de door het kringbestuur voorgedragen kandidaten worden ter kennis van de leden van de kring gebracht. De namen van de door de leden voorgedragen kandidaten kunnen tot de derde werkdag voor de dag waarop de kringvergadering wordt gehouden, bij het secretariaat worden ingediend. Van de aanvullende kandidaatstelling wordt aan het begin van de kringvergadering mededeling gedaan. 4. De voorzitter van het kringbestuur wordt in functie benoemd. Tot voorzitter is slechts benoembaar een persoon die afkomstig is uit: - de door de algemene vergadering of ledenraad van een in lid 1 sub 1a bedoeld lid van de kring benoemde leden van het bestuur; of - de leden van een in lid 1 sub b bedoelde raad van commissarissen. 5. Van elke benoeming van een bestuurslid geeft het kringbestuur binnen acht dagen kennis aan Rabobank Nederland, met opgave van naam en woonplaats, zowel van de benoemde(n) als van degene(n) wiens(r) plaats in het kringbestuur door de benoemde(n) werd(en) overgenomen. 2 (noot 2010) hieronder wordt mede verstaan: het Rabomodel
6. Tot lid van het kringbestuur zijn niet benoembaar personen, die zitting hebben in de raad van commissarissen of de raad van bestuur van Rabobank Nederland. Artikel 12 Het lidmaatschap van het kringbestuur gaat verloren door: a. periodiek aftreden; b. het bedanken als lid van het kringbestuur; c. overlijden; d. ontslag, verleend door de kleine kringvergadering; e. het aanvaarden van een functie bij een ander lid van de kring, waarvan reeds een functionaris in het kringbestuur zitting heeft; f. het aanvaarden van een functie ingeval dientengevolge niet meer zou worden voldaan aan de verhouding als volgt uit artikel 11 lid 1; g. wegvallen van omstandigheden welke voorwaarden zijn voor benoembaarheid. Artikel 13 Het kringbestuur behoeft voor het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 27 lid 3 sub c van de statuten van Rabobank Nederland, de goedkeuring van de kleine kringvergadering. Afvaardiging naar de centrale kringvergadering Artikel 14 De leden van het kringbestuur zijn uit dien hoofde lid van de centrale kringvergadering. Artikel 15 Iedere kring heeft het recht maximaal drie toehoorders naar de centrale kringvergadering af te vaardigen. De toehoorders worden als zodanig aangewezen door het bestuur van de betreffende kring. De namen van de voor een centrale kringvergadering aangewezen toehoorders dienen ten minste vijf werkdagen voor de datum van de centrale kringvergadering aan Rabobank Nederland te worden gemeld. Financiële regeling Artikel 16 1. Ter bestrijding van de te maken kosten (vergaderkosten, reis- en verblijfskosten, vergoedingen enzovoort) wordt van de leden van de kring een bijdrage geheven. De maatstaf waarnaar deze bijdrage wordt geheven en het bedrag van de bijdrage, worden vastgesteld door de kleine kringvergadering op voorstel van het kringbestuur, zulks aan de hand van richtlijnen welke door de centrale kringvergadering zullen zijn opgesteld. 2. De penningmeester is belast met de inning van de bijdragen en de betaling van de kosten. De beschikbare kasgelden belegt hij, voor zover hij deze niet in contanten nodig heeft, bij een lid van de kring; de belegging geschiedt ten name van de kring, met de bepaling, dat de penningmeester tot beschikking bevoegd is. De belegde gelden zijn het gezamenlijke eigendom van de leden van de kring; elk lid wordt geacht daarin deel te hebben naar verhouding van de laatstelijk door de kringvergadering vastgestelde maatstaf voor de bijdragen. 3. Het beheer van de penningmeester wordt eenmaal per jaar gecontroleerd door een financiële commissie, die jaarlijks door de kringvergadering wordt aangewezen.
Artikel 17 De deelnemers aan de kringvergadering of aan de kringbestuursvergadering zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken, ten aanzien waarvan de voorzitter geheimhouding heeft verzocht of waarvan het vertrouwelijke karakter moet worden verondersteld. Artikel 18 In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de kring tot de volgende vergadering, voor zover de statuten van Rabobank Nederland niet anders bepalen. Artikel 19 Dit reglement kan worden gewijzigd door de algemene vergadering, al dan niet op voorstel van de raad van bestuur.