Door de oren van Ellen

Vergelijkbare documenten
Door de oren van Ellen

1. Gedrag / handelen II. Stereotype B. is als iemand of een groep mensen ongelijk wordt behandeld om redenen die er niet toe doen.

Blijf! Xxxxx. Regie: Xx Jaar: Regie: Lourens Blok Jaar: 2010 Duur: 90 minuten. Xxxx

Movies that school begeleidt en adviseert bij het vertonen van mensenrechtenfilms op school.

Danny s Parade. Bronnenblad. Inhoud. Regie: Anneke de Lind van Wijngaarden Jaar: 2007 Duur: 15 minuten Website:

Danny s Parade. Bronnenblad. Regie: Anneke de Lind van Wijngaarden Jaar: 2007 Duur: 15 minuten Website:

Een Giraf in de Regen

No et moi. Xxxxx. Regie: Xx Jaar:

Blood in the Mobile. Opdrachtenblad. Regie: Frank Piasecki Poulsen Jaar: 2010 Duur:

Framing the Other. Opdrachtenblad

Welcome. Xxxxx. Regie: Xx Jaar:

Achter gesloten ogen: Spencer

Een Giraf in de Regen

Blijf! Xxxxx. Regie: Xx Jaar: Regie: Lourens Blok Jaar: 2010 Duur: 90 minuten. Xxxx

Nadav s vrede Opdrachtblad

Het Kinderrechtenverdrag. Waar heb jij recht op?

China Blue. Opdrachtenblad

Black Gold. Xxxxx. Regie: Xx Jaar:

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Een Giraf in de Regen

En daarom werk ik, 14 jaar later

Blijf! Xxxxx. XXXXX Docentenhandleiding. Opdrachtblad. Regie: Xx Jaar:

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag. Voor kinderen en jongeren

Inhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Kinderrechtenverdrag VOOR KINDEREN EN JONGEREN

Fighting the silence Opdrachtblad

XXXXX Opdrachtblad. No et moi Docentenhandleiding. Xxxxx. Regie: Xx Jaar:

Inleiding en leerdoelen

Danny s Parade. Docentenhandleiding. Regie: Anneke de Lind van Wijngaarden Jaar: 2007 Duur: 15 minuten Website:

My Neighbourhood. Opdrachtenblad. Regie: Rebekah Wingert-Jabi & Julia Bacha Jaar: 2012 Duur: 26 minuten. Movies that Matter Educatie Film opent ogen!

Alle rechten op een rij:

The T-shirt. XXXXX Opdrachtblad. Xxxxx. Docentenhandleiding. Regie: Hossein Martin Fazeli

Achter gesloten ogen: Spencer Docentenhandleiding

Impasse. XXXXX Opdrachtblad. Xxxxx. Opdrachtenblad. Regie: Bram Schouw

The T-shirt. XXXXX Opdrachtblad. Xxxxx. Opdrachtenblad. Regie: Hossein Martin Fazeli

Platform Mensenrechteneducatie WERKBLADEN - 2

Verdrag over de rechten van het kind

Xxxxx. Regie: Xx Jaar:

Lost in Africa. XXXXX Opdrachtblad. Xxxxx. Opdrachtenblad. Regie: Xx Jaar:

Leerdoelen. Voorafgaand aan de film. Jaar: Filmkeuring: Alle leeftijden Website:

Putin s kiss. Xxxxx. Regie: Xx Jaar: Regie: Vibeke Muasya Jaar: 2011 Duur: 85 minuten. Xxxx

De rechten van het kind

De betekenis van het VN-verdrag voor mensen met een beperking

Ken je rechten. Handleiding UNICEF bij digitale les. Ieder kind op de wereld heeft rechten. In het werkboek

De betekenis van het VN-verdrag voor mensen met een beperking

Africa United. Docentenhandleiding

Ziek zijn in Kenia. Als ik ziek ben voel ik me rot. Dan raak ik achter met school en haal slechte cijfers. Faith, 14 jaar.

XXXXX Opdrachtblad. No et moi. Xxxxx. Bronnenblad. Regie: Xx Jaar:

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Toekomst. Ik wil niet altijd hier blijven. Het is geen fijn leven. Monicah, 19 jaar. werkblad 10

DEEL 1. WERKBOEK 1 Je Zelfbeeld Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Moeder werkt. Als de baby er eenmaal is, leg ik m dicht tegen z n moeder aan. Rhoda. werkblad 03

het recht op vrijheid en gelijkheid voor iedereen

Wat vindt de ChristenUnie belangrijk

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Rechten van het kind. Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind. Verenigde Naties (VN) Dit is een uitgave van Edukans :

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Vragenlijst tieners. Algemene vragen. Waar woon jij?

kracht TWEEDE WERELDOORLOG VERSUS MENSENRECHTEN

Afgewezen en erbij horen

Lesbrief bij Romeo is op Julia en Layla op Majnun

UNICEF en kinderrechten

Wat vindt de ChristenUnie belangrijk. Verkiezingsprogramma in eenvoudige taal

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection

Dichter bij Vrijheid. Docentenhandleiding Boek 3.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

WIJ HEBBEN RECHTEN SOLIDARITEIT 1. D3. KINDERRECHTENVERDRAG

Ik ben Ingrid Slaa. Ik zit in de gemeenteraad voor de politieke partij de ChristenUnie.

Marcha JIJ NAAM: LEEFTIJD: WOONPLAATS: SCHOOL: NATIONALITEIT: HOBBIES:

UNICEF Kinderrechten SPORT EN VRIJE TIJD GELIJKE BEHANDELING VOEDING FAMILIE GEZONDHEIDSZORG ONDERWIJS SCHOON WATER

Bron foto s: Pixabay

A. Jouw rechten! Kinderrechten

Naar school Ik houd van m n zus Faith, want ze maakt m n schooluniform schoon. Ze poetst m n schoenen en kamt m n haren. Jeremiah, 8 jaar werkblad 05

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Verkiezingsprogramma

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Veiligheid. In de sloppenwijk is het nooit veilig. Joshua, 11 jaar. werkblad 09

Leerdoelen Spraaktaal Kids

DE L CKER SOPHIE: ORALE BEVREDIGING

XXXXX Wadjda Opdrachtblad

DE L CKER. Het project is een samenwerking tussen Human, NPO 3Lab en NPO3Extra.

Xxxxx. Regie: Xx Jaar: Regie: Debs Gardner-Paterson Jaar: 2010 Duur: 88 minuten Website

Kruip in de huid van een Inburgeraar

Leerdoelen Spraaktaal Kids

Huishoudgeld. Ik verdien zo weinig dat er niets te sparen valt. Rhoda en Ruben. werkblad 07

Maak het waar hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Pizza Verdi. Docentenhandleiding. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Meningsvorming: jij en vluchtelingen

Scholengroep Amnesty International Nijmegen WERKBLADEN - 2

DOCENTENHANDLEIDING. Met opdrachten voor het digitale schoolbord. Belangrijke thema s in praktische werkvormen

Elk kind heeft het recht om...

14 Kilómetros. Docentenhandleiding. Regie: Gerardo Olivares. Jaar: Duur: 95 minuten

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal.

Angels in the Dust Opdrachtblad

Verkiezingsprogramma. Kies voor de ander. Gewoon oog voor elkaar

Transcriptie:

Door de oren van Ellen Regie: Jaar: Duur: Website: Docentenhandleiding Saskia Gubbels 2011 19 minuten www.doordeorenvanellen.nl

Inleiding en leerdoelen Hierbij ontvangt u de lesbrief van Door de oren van Ellen. De lesbrief bestaat uit drie delen: opdrachten en bronnen voor leerlingen en een docentenhandleiding. In de docentenhandleiding vindt u de leerdoelen, een korte instructie, de correcte antwoorden bij de opdrachten en relevante bronnen. Movies that Matter biedt mensenrechteneducatie. Dat betekent dat leerlingen kennis opdoen over mensenrechten. Ze verwoorden en delen hun opvattingen, eventueel stellen ze hun mening bij. Daarnaast ontwikkelen ze een open, betrokken houding ten opzichte van mensenrechtenkwesties. Met dit lespakket vergroten leerlingen hun kennis van het recht op onderwijs en het verbod om te discrimineren. Het is daarbij belangrijk dat leerlingen zich verplaatsen in leerlingen met een handicap. Dit inlevingsvermogen vergemakkelijkt begrip. Daarnaast wordt geprobeerd de meningsvorming en argumentatie van kinderen te ontwikkelen. De lesbrief Door de oren van Ellen geeft leerlingen informatie over onder andere het recht op onderwijs, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Leerlingen gaan ook met elkaar in gesprek over dilemma s voor leerlingen met een handicap. Concrete leerdoelen die hieruit volgen zijn: 1. De leerling kan uitleggen wat het recht op onderwijs en vrijheid van onderwijs betekent. 2. De leerling weet wat de leerplicht inhoudt. 3. De leerling weet wat analfabetisme is. 4. De leerling kan samenvatten waar de film over gaat en de hoofdpersoon beschrijven. 5. De leerling kan zijn/haar mening over de film verwoorden. 6. De leerling heeft inzicht in de dilemma s van een leerling met een handicap. 7. De leerling kan de film koppelen aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. 8. De leerling kan uitleggen wat discriminatie is. 9. De leerling kan een korte zin uitbeelden zonder daarbij te praten. Het materiaal is geschikt voor leerlingen vanaf groep 7 en 8. 2

Instructie en lesplanning Het opdrachtenblad bestaat uit drie delen. Om een context te bieden en voorkennis te activeren maken de leerlingen eerst de opdrachten 1, 2, 3 en 4 van het opdrachtenblad. Vervolgens wordt de film bekeken. Het is de bedoeling dat leerlingen aandachtig naar de film kijken én luisteren, en dus ook goed letten op de geluiden in de film. Na afloop van de film maken de leerlingen de opdrachten 5 t/m 10. In deze opdrachten is er aandacht voor de inhoud van de film. Daarna is er een verdiepingsvraag, die betrekking heeft op de onderwerpen uit de film. Tot slot kan er een kort spel gespeeld worden (opdracht 11), waarbij leerlingen iets duidelijk moeten maken zonder hun stem te gebruiken. Leerlingen gebruiken het bronnenblad om de opdrachten te kunnen maken. Het bronnenblad geeft informatie over een aantal thema s dat in de film aan de orde komt. 1. Leerlingen maken opdracht 1 t/m 4 met behulp van het bronnenblad en de instructie van de docent. 2. Leerlingen bekijken de film Door de oren van Ellen. 3. Leerlingen maken de opdrachten 5 t/m 10. 4. Leerlingen spelen het spel waarbij een korte zin wordt uitgebeeld (opdracht 11). 3

Filmbeschrijving Ellen is 11 jaar. Zij praat niet met haar stem maar met haar handen, in gebarentaal, want ze is doof. Ellen moet kiezen naar welke middelbare school ze gaat na de zomer. Wordt het een doveninternaat waar ze alleen in het weekend naar huis kan? Daar praat iedereen in gebarentaal. Of wordt het de school voor slechthorenden, dichtbij huis? Die school richt zich meer op de horende wereld. Een lastige keuze! Ellen wil niet naar het doveninternaat, zoals andere dove kinderen. Ze wil het liefst naar een gewone school. Of anders naar de school voor slechthorende kinderen, net als haar hartsvriendin Myrthe. Ellen hoopt zo te ontsnappen uit de dove wereld waarin ze opgroeit. Thuis is iedereen doof, behalve Ellens broer Rick. Maar zal Ellen worden toegelaten op de school voor horende of slechthorende kinderen? Mag een school kinderen eigenlijk wel weigeren? 4

Antwoorden Voor de film Opdracht 1 Miljoenen kinderen in de wereld gaan niet naar school. Kun je twee redenen noemen waarom zij niet naar school gaan? Misschien kun je ook twee landen opnoemen waar veel kinderen geen onderwijs kunnen of mogen volgen? Er zijn nog steeds heel veel kinderen in de wereld die niet genoeg te eten hebben, laat staan genoeg geld om naar school te gaan. Zoals veel kinderen in India. Ze leven op straat of moeten werken om te overleven. Ook de afstand tot de school is vaak een probleem. In het ene land zijn er geen goede wegen naar school. In het andere land is er geen openbaar vervoer. En geld voor een fiets is er vaak niet. Kinderen moeten soms meer dan één of twee uur lopen door gevaarlijk gebied, langs kloven en door eenzame oerwouden. Er zijn ook kinderen die meevechten in oorlogen. Zoals in landen in Afrika. Veel kinderen mogen niet naar school. In Afghanistan bijvoorbeeld is het voor meisjes niet zonder meer toegestaan om naar school te gaan. Door natuurrampen, zoals overstromingen, kunnen miljoenen kinderen bijna elk jaar wel een tijdje niet naar school. Ook in de rijke westerse landen gaan niet alle kinderen naar school, om uiteenlopende redenen. Soms kiezen ouders ervoor om hun kinderen zelf op te voeden. Ook kunnen gehandicapte kinderen soms niet naar school. Opdracht 2 In Nederland zijn er veel verschillende basisscholen. Zo kennen we openbare en bijzondere scholen. Kun je drie verschillende soorten scholen noemen? Denk maar eens aan een school bij jou in de buurt. In Nederland zijn er openbare en bijzondere scholen. Bijzondere scholen zijn bijvoorbeeld protestants-christelijke, (rooms-)katholieke, joodse, islamitische, hindoeïstische, humanistische en antroposofische scholen. Het leerplan op al deze scholen is ongeveer hetzelfde. Maar de lessen over geloof en levensbeschouwing zijn anders. Álle scholen in Nederland moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen, zoals een minimumaantal leerlingen per klas. De overheid stelt ook eisen aan de kwaliteit van het onderwijs. Opdracht 3 Vind je dat kinderen zelf moeten weten of ze naar school gaan? Waarom (niet)? Leerlingen kunnen hier als argumenten tegen bijvoorbeeld geven: Er is in Nederland een leerplicht. Dit betekent dat kinderen met een bepaalde leeftijd verplicht naar school moeten. De leerplicht geldt voor iedereen die in Nederland woont. Op school leer je veel. Je leert er niet alleen lezen, schrijven en rekenen, maar ook sociale vaardigheden door met andere kinderen te spelen. Door naar school te gaan wordt de kans groter dat je later een leuke baan vindt. Dat 5

Antwoorden geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor volwassenen! Veel ouders werken. Kinderen kunnen niet de hele dag alleen thuis zijn. Dit gebeurde vroeger wel, vooral in arme gezinnen. Oudere kinderen pasten dan vaak op hun jongere broertjes en zusjes. Dat was vaak gevaarlijk. Kinderen konden zich bijvoorbeeld makkelijk branden aan het vuur in de kachel. Argumenten vóór: Als je niet naar school gaat, heb je meer tijd om te spelen. Net als het recht op onderwijs is ook het recht om te spelen een kinderrecht dat is vastgelegd in het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind. Opdracht 4 A. Ook in Nederland komt het voor dat een school een kind niet toelaat. Kun je twee redenen noemen waarom een school dat kan doen? Ieder kind, dus ook in Nederland, heeft recht op onderwijs. En ieder kind is gelijk. In Nederland, maar ook in Europa en elders in de wereld, gelden regels die zeggen dat gelijke gevallen gelijk behandeld behoren te worden Discriminatie, ook in het onderwijs, is verboden. Toch kan het zijn dat een school een kind niet toelaat. Scholen met een bepaalde levensovertuiging of met bepaalde onderwijskundige opvattingen (bijzondere scholen) kunnen een kind weigeren als de ouders de godsdienstige of levensbeschouwelijke richting van de school niet erkennen. Openbare scholen kunnen een kind weigeren toe te laten wanneer ze vol zitten. Als een openbare basisschool vol is, moet de gemeente aangeven op welke openbare basisschool wel plaats is. Ook kinderen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben, gaan in principe naar een gewone basisschool. Maar sommige kinderen hebben meer hulp nodig dan het gewone onderwijs kan geven. Bijvoorbeeld omdat ze een handicap hebben of heel moeilijk kunnen leren. Voor hen is het soms beter dat ze naar een speciale school gaan. Dat heet speciaal onderwijs. De klassen in het speciaal onderwijs zijn klein en de leerlingen gebruiken aangepast lesmateriaal. Ook de schoolgebouwen zijn meestal aangepast. B. Vind je het goed dat een school een kind mag weigeren? Waarom (niet)? Eigen mening. Luisteropdrachten Luister goed naar de geluiden in de film. En luister goed naar wat Ellen zegt, ook al praat ze niet met haar stem. Na de film Opdracht 5 A. Vanavond aan tafel vraagt je vader wat je gedaan hebt op school. Jij vertelt dat je de film 6

Antwoorden Door de oren van Ellen hebt gezien. Beschrijf in ongeveer 10 zinnen waar de film volgens jou over gaat. B. Waarom heeft de film de titel Door de oren van Ellen? Zie hiervoor de filmbeschrijving. Opdracht 6 Als je goed hebt geluisterd naar de film, dan hoorde je verschillende geluiden. Bijvoorbeeld muziek en het borstelen van haar. Kun je nog drie geluiden noemen die je hebt gehoord? Genoemd kunnen bijvoorbeeld worden: de wind (als Ellen en Myrthe in de zweefmolen op de kermis zitten), kinderstemmen op het schoolplein, water in een aquarium, het bestek dat wordt gebruikt als Ellen met haar familie aan het eten is, het geklop van de vuisten van Ellens vader op de tafel tijdens het eten, het vet dat borrelt in de frituurpan in de snackbar, de radio in de snackbar, het verkeer buiten bij de snackbar, de plons in het water van het zwembad, gelach, en natuurlijk stemmen van o.a. de opa en oma van Ellen, de man van de snackbar, docenten, etc, enz. Opdracht 7 A. Ellen is doof. Dat maakt haar anders dan andere kinderen. Maar er zijn vast ook dingen in haar leven die hetzelfde zijn als bij jou. Kun je drie voorbeelden noemen? Denk bijvoorbeeld aan de sport die je doet of vriendschap. Denk bijvoorbeeld aan: Ellen heeft een hartsvriendin met wie ze van alles doet, jij zwemt ook graag, je hebt een doof familielid, je skypt net als Ellen met je opa en oma, jij wilt net als Ellen later dierenverzorger of dierenarts worden, je bent net als Ellen goed in touwklimmen met gym, je mag ook zonder je ouders frietjes halen, enz. B. Er is een moment in de film waarop je kunt zien dat het handig is dat Ellen en Myrthe gebarentaal kunnen spreken. Kun je aangeven welk moment dit is? In het zwembad - onder water - kunnen Ellen en Myrthe prima met elkaar praten. Met gebarentaal. Zonder hun stem te gebruiken! Opdracht 8 Ellen moet kiezen naar welke middelbare school zij gaat na de zomer. In welke stad staat het doveninternaat waar Ellen niet heen wil: A. Het doveninternaat is in Groningen B. Het doveninternaat is in Sint-Michielsgestel Antwoord A is juist. Opdracht 9 A. Ellen wil naar een gewone middelbare school. Ze zegt: Ik vind horenden leuk. Waarom wil zij dit zo graag? Ellen vindt de horende wereld leuk. Ze wil later in de horende wereld studeren en werken. Ze wil dierenarts of dierenverzorger worden. Daarvoor moet ze doorleren. De dove wereld kent ze al. Daar praat iedereen met gebarentaal. Thuis is iedereen doof. Als ze in de dove wereld blijft, kan ze later in de maatschappij niet met horenden omgaan. Ik 7

Antwoorden moet leren praten voor de toekomst, zegt ze. B. Andere dove kinderen uit Ellens klas willen liever naar een doveninternaat. Waarom? Een meisje is bang dat horende kinderen achter haar rug praten en dat ze dan niet weet wat ze zeggen. Dat vindt ze niet prettig. Horenden praten veel en ook nog door elkaar heen. Dan kan het meisje hen niet goed volgen. Een ander meisje is verlegen en bang op een horende school. De horende school voelt voor haar minder vertrouwd. C. Mag Ellen naar de gewone middelbare school? Waarom (niet)? Ellen mag niet naar de gewone middelbare school. Op die school vinden ze Ellen wel leuk, maar ze vinden het lastig dat er ook een tolk in de klas komt. Ellen mag wel naar de school voor slechthorende kinderen. Over een poosje beslist die school of Ellen er mag blijven. Ze kijken dan of ze de lessen ook zonder gebarentaal begrijpt. Ik hoop echt dat het me gaat lukken, zegt ze. D. Stel: jij bent zelf doof of slechthorend. Lijkt het je dan juist prettig om naar een school te gaan waar alleen dove of slechthorende kinderen zijn? Waarom wel/niet? Eigen mening. Opdracht 10 A. Heb je misschien zelf een handicap? Of ken je een kind met een handicap? Zit hij of zij bij jou op school? Waaraan merk jij dat hij of zij een handicap heeft (bijvoorbeeld als jullie samen thuis spelen, tijdens gym, op het schoolplein)? Kinderen die zelf een handicap hebben, kunnen vertellen over hun ervaringen. Als leerlingen een kind kennen met een handicap kunnen ze misschien meer vertellen over die handicap. Daarbij is belangrijk dat kinderen niet alleen aangeven wat het kind door de handicap niet kan, maar ook wat het juist wél kan en leuk vindt. Verteld kan worden hoe zij samen spelen, maar misschien ook hoe de leerling dan een handje geholpen moet worden. Naar wat voor school gaat hij/zij en waarom? Etc. B. Stel: jij bent meester of juf op een gewone school. Wat zou jij ervan vinden als Ellen bij jou in de klas komt? Vind je dit juist leuk? Of misschien lastig? Waarom? Argumenten kunnen bijvoorbeeld zijn: Je vindt het leuk dat er heel verschillende kinderen in de klas zitten. Het is een mooie kans om gebarentaal te leren. Je leert veel over de wereld van een doof kind en dat is leerzaam. Je vindt het fijn om leerlingen (extra) te helpen. Een dove leerling heeft veel extra aandacht nodig. Daardoor krijgen andere kinderen in de klas misschien minder aandacht. Er is altijd een tolk in de klas. Dat is niet fijn. Dit leidt af. De juf of meester moet gebarentaal leren en dat kost extra geld. Dat geld kan de school dan niet voor iets anders gebruiken. Je vindt het vervelend voor de dove leerling dat hij/zij niet kan verstaan wat 8

Antwoorden klasgenoten vertellen. Je bent bang dat een dove leerling geen vrienden zal hebben en zich alleen voelt. Opdracht 11 We gaan een spel spelen waarbij je niet mag praten. Eén leerling komt voor de klas. Hij of zij moet aan zijn klasgenoten een zin van 4 woorden uitbeelden, zonder erbij te spreken. Bijvoorbeeld: ik fiets naar huis. De spelregels zijn als volgt: - De leerling geeft met zijn vingers op zijn onderarm aan welk woord van de zin hij uitbeeldt. Dus voor het eerste woord legt hij 1 vinger op zijn onderarm. - Dan beeldt hij het eerste woord uit. Hij wijst bijvoorbeeld naar zichzelf (ik). - Maar hij mag ook een woord uitbeelden dat klinkt als ik. Hij trekt dan eerst aan zijn oorlel. Daarmee bedoelt hij: het woord klinkt als. Vervolgens wijst hij bijvoorbeeld naar zijn kin en trekt zijn hand naar beneden alsof hij een baardje heeft (sik). Hij bedoelt dus: het woord dat ik bedoel klinkt als sik. - Raadt een klasgenoot het woord, dan wijst de leerling voor de klas naar de persoon die het goed heeft geraden. - Vervolgens gaat de leerling voor de klas door naar het tweede woord. Hij legt dan 2 vingers op zijn onderarm. - Voor fiets kan hij bijvoorbeeld doen alsof hij aan het trappen is op pedalen. Met zijn handen doet hij alsof hij een stuur vasthoudt. - Het woordje de geeft hij aan met een tikje tegen zijn neus. Het woordje een geeft hij aan met een tikje tegen zijn kin, en het woordje het met een tikje tegen zijn wang. - Voor het derde woord (3 vingers op de onderarm) kan hij bijvoorbeeld doen: klinkt als (aan zijn oorlel trekken), en dan wijzen naar zijn haar. Hij bedoelt dus: het derde woord klinkt als haar. - Voor het vierde woord (4 vingers op de onderarm) kan hij bijvoorbeeld doen: klinkt als en dan wijzen op de muis van de computer van de docent. - De klasgenoot die de zin raadt, mag nu voor de klas een nieuwe zin uitbeelden. - Als er genoeg tijd over is, kan er misschien nog een leerling een zin uitbeelden. Hoe vond je het dat er alleen met gebaren mocht worden gepraat? 9

Bronnen www.europese-grondwet.nl www.rijksoverheid.nl/onderwerpen www.kinderrechten.nl www.rechtoponderwijs.nl www.amnesty.nl/mensenrechten www.vng.nl onder Jeugd en onderwijs http://entoen.nu www.unicef.nl/over-unicef/kinderrechten http://lezenenschrijven.nl www.simea.nl (vereniging die zich richt op onderwijs, begeleiding en zorg aan kinderen en volwassenen met een auditieve en/of communicatieve beperking) www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/mensenrechten/mensenrechten-voor-iedereen/non-discriminatie Artikel 1 European Network Against Racism www.art.1.nl www.europa.nu.nl www.amnesty.nl/mensenrechten/encyclopedie/discriminatie www.discriminatie.nl www.fightdiscrimination.eu www.cgb.nl van de Commissie Gelijke Behandeling www.meldpunt.nl (Meldpunt Discriminatie Internet) 10

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om de basisrechten van de mens te omschrijven. In de verklaring staan de rechten die ieder mens altijd en overal zou moeten hebben. De volledige tekst is te lezen op www.amnesty.nl/uvrm. 1. Iedereen wordt vrij en met gelijke rechten geboren. 2. De mensenrechten gelden voor wie je maar bent, waar je ook bent. 3. Je hebt recht op leven, vrijheid en veiligheid. 4. Slavernij is verboden. 5. Martelen is verboden. 6. Je hebt het recht op erkenning voor de wet. 7. De wet is voor iedereen gelijk. 8. Als je onrecht is aangedaan, moet je rechtsbescherming krijgen. 9. Je mag niet zomaar worden opgesloten, of het land uitgezet. 10. Je hebt recht op een eerlijke en openbare rechtszaak met een onafhankelijke rechter. 11. Je bent onschuldig tot het tegendeel is bewezen. 12. Je hebt recht op privacy en op bescherming van je goede naam. 13. Je mag je vrij verplaatsen in je eigen land. Je mag ieder land (ook je eigen) verlaten. 14. Als je mensenrechten bedreigd worden, mag je in een ander land asiel vragen. 15. Je hebt recht op een nationaliteit. 16. Je mag trouwen met wie je wilt en een gezin stichten. 17. Je hebt recht op bezit, dat mag niemand zomaar van je afnemen. 18. Je mag je eigen godsdienst kiezen en daarnaar leven. 19. Je mag uitkomen voor je mening en je mag overal informatie vandaan halen. 20. Je mag een vereniging oprichten, niemand mag je verbieden ergens lid van te worden. 21. Iedereen mag meedoen aan verkiezingen en zich verkiesbaar stellen. 22. Je hebt recht op maatschappelijke zekerheid. 23. Je hebt recht op werk naar keuze, met een eerlijk loon. Vakbonden zijn vrij. 24. Je hebt recht op rust, vrije tijd en betaalde vakantie. 25. Je hebt recht op voldoende inkomen, zo nodig moet de staat voor je zorgen. 26. Je hebt recht op onderwijs. 27. Je hebt recht om te genieten van kunst en cultuur. Cultuur moet worden beschermd. 28. Alle regeringen moeten ervoor zorgen dat de mensenrechten worden nageleefd. 29. De wetten en de democratie moeten de mensenrechten beschermen. 30. Niets van het bovenstaande mag misbruikt worden om de mensenrechten teniet te doen. 11

Amnesty International Movies that Matter Amnesty International Amnesty International streeft naar een wereld waarin iedereen alle rechten geniet die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale mensenrechteninstrumenten. In navolging van deze visie is het de missie van Amnesty International om onderzoek te doen en actie te voeren gericht op het voorkomen en beëindigen van ernstige schendingen van deze rechten. Movies that Matter Movies that Matter is een internationaal expertisecentrum op het gebied van film en mensenrechten. Het organiseert het jaarlijkse Movies that Matter Festival in Den Haag en een maandelijks film en debatprogramma in tien Nederlandse filmtheaters en speciale internationale vertoningen. Movies that Matter is er ook voor scholen! Wij helpen films uit te zoeken wanneer u specifieke onderwerpen op school wilt behandelen, geven filmadvies voor verschillende niveaus en leeftijden, en helpen u de vertoning mogelijk te maken. Indien gewenst kunnen we u ook aan interessante gastsprekers of workshops helpen, of zelfs een compleet School Film Festival organiseren. Movies that Matter @ school richt zich in eerste instantie op (alle niveaus van) het voortgezet onderwijs. Voor het primair onderwijs zijn enkele titels beschikbaar. 12

Colofon Redactie Revka Bijl Eindredactie Movies that Matter en Amnesty International Vormgeving Laura Bolczek Movies that Matter Educatie Margreet Cornelius (productie) Sabrine Pouwels (didactiek) Mirjam van Campen (projectcoördinatie) Movies that Matter Postbus 1968 1000 BZ Amsterdam www.moviesthatmatter.nl tel. (020) 77 33 624 educatie@moviesthatmatter.nl Deze lesbrief is alleen te gebruiken voor educatieve doeleinden. 13

Movies that Matter heeft een uitgebreid assortiment met films en lesmateriaal over talloze onderwerpen. Met behulp van de zoekmachine (www.moviesthatmatter.nl/educatie/filmaanbod) kunt u eenvoudig zoeken naar films op onderwerp, niveau en type film. Voor meer informatie en advies kunt u ook contact opnemen met Movies that Matter via educatie@moviesthatmatter.nl of 020-7733624. Blijf! Lourens Blok, 2011, 77 min. De 11-jarige Lieke en Milad zijn al de helft van hun leven vrienden. Als Milad dreigt te worden teruggestuurd naar Iran, zet Lieke alles op alles om ervoor te zorgen dat haar vriendje in Nederland kan blijven. Een avontuurlijke speelfilm waarbij Lieke en passant ook voor het eerst haar vader ontmoet. Giraf in de regen Pascale Hecquet, 2007, 12 min. Al het drinkwater in het denkbeeldige land Djambali gaat naar het zwembad van de leeuw. Een giraf protesteert daartegen en wordt prompt verbannen naar Mirzapolis, een land waar voornamelijk honden wonen. De giraf wil asiel aanvragen en probeert zich aan te passen, maar dat is niet gemakkelijk. Hoppet Petter Naess, 2007, 89 min. In een bergdorp in Koerdistan staart Azad vol bewondering naar een foto van de Zweedse hoogspringvedette Kajsa Bergqvist. Azad is zelf een talentvolle hoogspringer; zijn broer Tigris staat hem voortdurend bij met goede raad. Op een dag vliegen bommenwerpers over de bergen; de jongens ontsnappen ternauwernood aan een bombardement. In het spoor van enkele landgenoten gaan ze op de vlucht en belanden bij toeval in Zweden. I am Kalam Nila Madhab Panda, 2010, 87 min. De ultraslimme Chhotu woont in India, waar veel mensen geloven dat je geboorte bepaalt wie je bent. Om zijn arme familie te helpen, werkt Chhotu in een eettentje aan de weg. Er komen veel Westerse toeristen, die hij keer op keer met zijn talenten verbaast. Een speech van de voormalige president dr. Abdul Kalam, zelf ooit arm, verandert zijn leven. Vanaf dat moment noemt Chhotu zichzelf Kalam. Kidz in da Hood Ylva Gustavsson, 2006, 96 min. Kidz in da hood is een hartverwarmende film over de 6-jarige vluchtelinge Amina, die illegaal in Zweden verblijft. Na 3 jaar procederen hebben Amina en haar opa nog steeds geen verblijfs - vergunning. Ze krijgen tijdelijk onderdak bij rockmuzikant Johan, in een troosteloos flatgebouw ergens in een buitenwijk. Op dezelfde verdieping woont Mirre, een streetwise kind. Amina en Mirre worden vrienden. Dankzij Mirre, die overal wel een oplossing voor weet, is er altijd leven in de brouwerij.