Wat is neurofibromatose? Neurofibromatose is een ziekte met afwijkingen aan de hersenen en de zenuwen in combinatie met typische huidafwijkingen.



Vergelijkbare documenten
Kinderneurologie.eu. Neurofibromatose type I.

Kinderneurologie.eu. Neurofibromatose type II

Kinderneurologie.eu. Het foetaal alcohol syndroom.

Kinderneurologie.eu. Weaver syndroom.

Het Fragiele-X syndroom

INFO VOOR PATIËNTEN NEUROFIBROMATOSIS TYPE 1

Het Moebius syndroom

Het bi-allelisch Lynch syndroom

Hoe vaak komt een ependymoom voor? Een ependymoom komt bij een op de kinderen voor.

Kinderneurologie.eu. Greig syndroom

Wat is het MR-X101 syndroom? Het MRX-101syndroom is een aandoening waarbij jongens meer dan meisjes een achterstand hebben in hun ontwikkeling.

Kinderneurologie.eu. Miller Dieker syndroom

Wat zijn de symptomen van het syndroom van Pallister-Killian?

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg

Hoe vaak komt het MRX21syndroom voor? Het is niet goed bekend hoe vaak het MRX21- syndroom bij kinderen voorkomt.

Kinderneurologie.eu. Ataxia teleangiectasia.

Wat is een sinustrombose? Een sinustrombose is een verstopping van een grote ader in de hersenen.

Hoe vaak komt FSHD voor bij kinderen? FSHD is een zeldzame ziekte en komt bij een tot kinderen voor.

Kinderneurologie.eu. Double cortex syndroom

Wat is het XXX-syndroom? Het XXX-syndroom is een syndroom waarbij meisjes drie in plaats van twee maal een X- chromosoom hebben.

Hoe vaak komt een craniofaryngeoom voor? Een craniofaryngeoom komt bij een op de kinderen voor.

Problemen met zien Een groot deel van de kinderen met het syndroom van Aicardi is slechtziend.

Wat is de oorzaak van het ontstaan van een meningeoom? Niet bekend Het is niet goed bekend waarom bij een kind een meningeoom ontstaat.

Kinderneurologie.eu. Ganglioglioom.

Kinderneurologie.eu. Het cri-du-chat syndroom

Kinderneurologie.eu. CAMTA1 syndroom.

Wat is aplasia cutis? Aplasia cutis is een aangeboren afwijking waarbij een stukje huid, vaak boven op het hoofd, niet aangemaakt is.

Het TCF20 syndroom. Kinderneurologie.eu.

Wat is de oorzaak van een benigne externe hydrocefalus? Niet bekend De oorzaak van een benigne externe hydrocefalus is meestal niet bekend.

Wat is een opticusglioom? Een opticusglioom is een langzaam groeiende hersentumor die uitgaat van een oogzenuw.

Alternerende hemiplegie op de kinderleeftijd

Wat is het Joubert syndroom? Het Joubert syndroom is een aandoening waarbij het middenstuk van de kleine hersenen niet goed aangelegd is.

Kinderneurologie.eu. Het Pitt Hopkins syndroom

Het syndroom van Pelizaeus-Merzbacher

Congenitaal perisylvian syndroom

Kinderneurologie.eu. Wildervanck syndroom.

Wat zijn de verschijnselen van Hereditaire spastische paraparese?

Kinderneurologie.eu. SCAD

Het syndroom van Angelman

Wat is een neurocytoom? Een neurocytoom is een hersentumor die ontstaat uit tumorcellen die heel veel lijken op normale zenuwcellen.

Hoe vaak komt HMSN type I voor bij kinderen? HMSN type 1 komt bij één op de kinderen in Nederland voor.

Kinderneurologie.eu. Hypnic headache.

Kinderneurologie.eu. Tolosa Hunt syndroom.

Myoclonische absence epilepsie

Aangeboren stofwisselingsziekten in de creatine aanmaak en transport

Buikwandpijnsyndroom Soms wordt in plaats van ACNES de Nederlandse term buikwandpijnsyndroom gebruikt.

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Canavan

Wat is het TRIO syndroom? Het TRIO syndroom is een syndroom waarbij kinderen problemen met leren en een vertraagd verlopende ontwikkeling hebben.

Wat is een vena van Galeni malformatie? Een vena van Galeni malformatie is een ernstige aangeboren vaatafwijking in het hoofd.

Wat is een scoliose? Een scoliose is een verkromming van de ruggengraat waardoor deze naar rechts of naar links buigt.

Wat zijn de verschijnselen van het Lesch Nijhan syndroom?

Kinderneurologie.eu. Noonan-like syndroom.

Kinderneurologie.eu. Sprengel schouder.

Hyperekplexia. Kinderneurologie.eu.

Syringomyelie. Wat is syringomyelie? Syringomyelie is een verwijding van de centrale holte die normaal door het ruggenmerg loopt.

Het Williams syndroom

Kinderneurologie.eu. Het Bardet Biedl syndroom.

Kinderneurologie.eu. Demoidcyste.

Beentumoren (=bottumoren)

Kinderneurologie.eu. Colloidcyste

Hoe vaak gegeneraliseerde dystonie voor? Gegeneraliseerde dystonie is een zeldzame ziekte en komt ongeveer bij één op kinderen voor.

Het syndroom van Silver Russell

Het syndroom van Rett

Kinderneurologie.eu. Ontwikkelingsachterstand

Kinderneurologie.eu. Episodische ataxie

Kinderneurologie.eu. Corticale dysplasie

Joggersvoet Het tarsaal tunnel syndroom komt vaker voor bij hardlopers en wordt daarom ook wel joggersvoet genoemd.

Wat is het ARHGEF6-syndroom? Het ARHGEF6 syndroom is een aandoening waarbij jongens meer dan meisjes een achterstand hebben in hun ontwikkeling.

Medische begeleiding van mensen met neurofibromatosis type 1 Informatie en advies voor (huis)arts en tandarts

Erfelijke spastische paraparese

Hoe vaak komt HMSN type 2 voor bij kinderen? HMSN type 2 komt bij één op de kinderen in Nederland voor.

Hoe vaak komt SUNCT voor bij kinderen? SUNCT komt zelden voor op kinderleeftijd, het komt vaker voor bij volwassenen.

Kinderneurologie.eu. Erbse parese. Wat is een erbse parese?

Kinderneurologie.eu. Kohlschutter Tonz syndroom

Kinderneurologie.eu. Nance-Horan syndroom.

Hoe vaak komt MERRF voor bij kinderen? MERRF is een zeldzame aandoening. Het komt ongeveer bij één op de kinderen voor.

Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken

Wat is het syndroom van Beals? Het syndroom van Beals is een aangeboren aandoening waarbij kinderen een typisch lichaamsbouw hebben

Hoe vaak komt het syndroom van Leigh voor? Het syndroom van Leigh is een zeldzame ziekte, die ongeveer bij één op de kinderen voorkomt.

Kinderneurologie.eu. Rasmussen-encefalitis

Kinderneurologie.eu ADHD.

Kinderneurologie.eu. Het syndroom van Gorlin

Kinderneurologie.eu. Rhombencefalosynapsis

Waar jongeren met NF1 tegenaan lopen Voorlopige bevindingen SPOT-NF1: een impressie

Kinderneurologie.eu. LUMBAR-syndroom

Kinderneurologie.eu. Het CFC syndroom

Kinderneurologie.eu. Het PHACE syndroom

Type 1,2 en 3 Er wordt onderscheid gemaakt in 3 typen Leopard syndroom, afhankelijk van welk foutje in het DNA het Leopard syndroom veroorzaakt.

Kinderneurologie.eu. Durale sinus malformatie.

Hoe vaak komt het Guillain-Barre syndroom voor bij kinderen? Het Guillain-Barre syndroom komt bij één op de kinderen voor.

Kinderneurologie.eu. Congenitale toxoplasmose

Paroxysmale kinesiogene chorea en paroxysmale kinesiogene dystonie zijn dus vormen van een paroxysmale kinesiogene dyskinesie.

SMA type II. Kinderneurologie.eu.

Kinderneurologie.eu. Neuritis vestibularis.

Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap

Eén of meerdere De meeste kinderen hebben één caverneus hemangioom. Een klein deel van de kinderen heeft meerdere caverneus hemangiomen.

De ziekte van Werdnig-Hoffman

Kinderneurologie.eu. Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen

Hoe wordt een Frey syndroom ook wel genoemd? Het Frey syndroom is genoemd naar een arts die dit syndroom beschreven heeft.

Kinderneurologie.eu. Hoofdbonken.

Transcriptie:

Neurofibromatose type I Wat is neurofibromatose? Neurofibromatose is een ziekte met afwijkingen aan de hersenen en de zenuwen in combinatie met typische huidafwijkingen. Hoe wordt neurofibromatose ook wel genoemd? Neurofibromatose wordt ook wel de ziekte van Von Recklinghausen genoemd. Hoe vaak komt neurofibromatose voor? Neurofibromatose komt bij één op de 3000 mensen voor in Nederland. Soms zijn er zo weinig verschijnselen dat de diagnose neurofibromatose niet gesteld is. Mogelijk komt neurofibromatose dus nog wat vaker voor. Neurofibromatose komt even vaak bij jongens als bij meisjes voor. Wat zijn de symptomen van neurofibromatose? Grote variatie De symptomen die voorkomen bij neurofibromatose kunnen sterk uiteenlopen. Sommige kinderen hebben alle verschijnselen, andere maar enkele. Het valt vooraf niet te voorspellen hoeveel en welke symptomen kinderen zullen krijgen. Er zijn wel afspraken gemaakt dat een kind een minimaal aantal symptomen moet hebben om de diagnose neurofibromatose te stellen. Huidafwijkingen -Cafe au lait vlekken- Typisch voor neurofibromatose zijn lichtbruine plekken op de huid die cafe-au-lait vlekken worden genoemd. Deze vlekken zijn al vanaf de geboorte aanwezig. Hoe ouder de kinderen hoe groter de cafe-au-lait vlekken vaak worden. Om de diagnose neurofibromatose te stellen moeten er minstens 6 van deze vlekken aanwezig zijn van een bepaalde grootte. Voor de puberteit moeten er minstens 6 vlekken zijn van 0,5 cm doorsnede, na de puberteit minstens 6 vlekken van 1,5 cm doorsnede. -Freckling- In de oksels en liezen bij kinderen met neurofibromatose komen vaak vele sproetjes voor. Deze sproetjes worden ook wel aangeduid met de engelse term freckling. Het zijn ook cafe au lait vlekken met een doorsnede van een paar millimeter. -Neurofibromen- Na de leeftijd van 10 jaar kunnen de eerste neurofibromen ontstaan. Deze zijn te herkennen als een soort bobbeltjes op de huid, die wel een centimeter groot kunnen zijn. Sommige kinderen hebben er veel en krijgen daardoor een hele bobbelige huid, anderen krijgen maar enkele neurofibromen. Neurofibromen zijn verdikkingen van de kapsels die rondom de zenuwen liggen. Sommigen liggen in de huid of in de onderhuid, anderen liggen dieper. Ze komen met name voor in de hals en op de armen en benen. Wanneer een neurofibroom druk uitoefent op een onderliggende zenuw kan deze afgekneld raken en klachten geven. Vaak gaat het om zenuwpijn, onaangenaam of een verdoofd gevoel, soms een verlamming van bepaalde spieren. 1

-Plexiforme neurofibromen- Plexiforme neurofibromen zijn ook zwellingen die uitgaan van de kapsels rondom de grote zenuwen of zenuwvlechtwerken. Ze zijn alleen groter, liggen onder de huid en zijn vaak minder goed afgrensbaar. Aanraken van een plexiform neurofibroom kan pijnlijk zijn. De huid boven een plexiform neurofibroom is vaak verkleurd of extra behaard. Plexiforme neurofibromen groeien mee tijdens het groter worden van het kind. Door hun groei kunnen ze andere structuren of organen afknellen, wat problemen kan veroorzaken. Sommige plexiforme neurofibromen kunnen kwaadaardig worden. Oogafwijkingen - Lisch noduli- Een veel voorkomende afwijking aan de ogen zijn de zogenaamde lisch noduli. Dit zijn geelbruine bolletjes op de iris of ook wel regenboogvlies genoemd. Vaak kan alleen de oogarts ze goed zien. Ze geven geen problemen met zien. Hoe ouder het kind hoe groter de kans dat zich Lisch noduli gaan ontwikkelen, bijna alle volwassenen hebben Lisch noduli. -Tumor van de oogzenuw- Een op de vijf tot zes kinderen met neurofibromatose ontwikkelt een tumor aan de oogzenuw. Deze tumoren ontstaan meestal op jonge leeftijd, zelden na de leeftijd van 6 jaar. Deze tumor geeft lang niet altijd klachten. Daarom worden alle kinderen met neurofibromatose regelmatig door de oogarts onderzocht. Als er al klachten zijn, dan gaat het om het minder goed kleuren kunnen zien, wazig zien of dubbelzien. Soms is te zien dat een oog meer naar voren staat dan het andere oog. Houterig bewegen Kinderen met neurofibromatose zijn meestal houterig in hun motoriek. Hun bewegingen lopen niet zo soepel als bij kinderen zonder neurofibromatose. Ook hebben kinderen met neurofibromatose vaak een lage rustspanning in hun spieren en zijn hun gewrichten slapper en meer beweeglijk. Veel kinderen met neurofibromatose hebben daardoor platvoeten en verzwikken hun enkels gemakkelijker. Problemen met praten Net als het bewegen wat houterig en niet soepel verloopt, hebben veel kinderen met neurofibromatose ook problemen met praten. Het praten verloopt ook houterig, ze praten vaak onduidelijk en binnensmonds. Sommige kinderen met neurofibromatose stotteren. Ook kan de taalontwikkeling trager verlopen dan bij leeftijdsgenootjes. Ontwikkelingsachterstand Een groot deel van de kinderen met neurofibromatose heeft in meer of mindere mate een ontwikkelingsachterstand. Hun ontwikkeling verloopt trager dan die van hun leeftijdsgenoten. Vaak halen zij deze achterstand ook op latere leeftijd niet meer in en blijven er problemen met leren. Dit geldt niet voor alle kinderen, er zijn ook kinderen met neurofibromatose die een HAVO of VWO opleiding doen. Een op de twintig kinderen met neurofibromatose is zwakbegaafd. 2

Hoofdpijn Bij kinderen met neurofibromatose komt vaker hoofdpijn voor dan bij kinderen zonder neurofibromatose. Het kan zowel om spierspanningshoofdpijn gaan als om migraine aanvallen. Een enkele keer wordt de hoofdpijn veroorzaakt door een waterhoofd of hydrocefalus. Dan zijn er naast hoofdpijn ook andere symptomen als braken of wankelere lopen. Epilepsie Kinderen met neurofibromatose hebben een vergrote kans om epileptische aanvallen te verkrijgen. Een op de twintig kinderen heeft hier last van. Vaak gaat het om absences. Zie het stuk over absence epilepsie. Gedragsproblemen -Druk gedrag- Bij een deel van de kinderen met neurofibromatose komen gedragsproblemen voor. Kinderen zijn druk in hun gedrag en kunnen zich niet zo goed concentreren. Vaak kan de diagnose ADHD dan gesteld worden. Meer hierover vindt u in het stuk over ADHD. -Meer in zich zelf gekeerd- Ook zijn veel kinderen met neurofibromatose meer in zich zelf gekeerd en hebben ze minder behoefte aan contact met andere kinderen. Samen spelen met andere kinderen gaat ook niet zo goed. Sommige kinderen voldoen aan de criteria voor autisme of PDDNOS (een aan autisme verwante aandoening die milder verloopt). -Initiatiefloos- Een deel van de kinderen met neurofibromatose heeft moeite om zelf plannen te maken en om iets te gaan ondernemen. Ze tonen zelf weinig initiatief. -Slaapproblemen- Ook slaapproblemen worden vaker gezien door kinderen met neurofibromatose. Vaak gaat het om problemen met het in slaap vallen s avonds. Soms gaat het om veelvuldig wakker worden s nachts. Uiterlijk Kinderen met neurofibromatose hebben vaak een typische bouw en uiterlijk. Ze zijn vaak wat kleiner dan andere kinderen, hebben een wat grover gezicht, een groot hoofd met een wat bol voorhoofd. De ogen staan vaak iets verder uit elkaar dan bij kinderen zonder neurofibromatose. Ze hebben vaak brede schouders en een wat hoekige bouw. Vervroegd in de puberteit Vooral bij kinderen met neurofibromatose en een tumor aan de oogzenuw bestaat er een vergrote kans dat ze al op jonge leeftijd in de puberteit komen. Dit heeft grote gevolgen voor hun lengte groei en maakt dat ze onbehandeld vaak kleiner blijven dan andere kinderen. Hoge bloeddruk Kinderen met neurofibromatose hebben een wat grotere kans op het krijgen van een hoge bloeddruk. De oorzaak hiervan kan niet altijd gevonden worden. Soms ligt de oorzaak in een vernauwing van de nierslagader, zelden gaat het om een tumor in de bijnier, deze komt vaak pas na de leeftijd van 30 jaar voor. 3

Afwijkingen aan de botten -Scoliose- Kinderen met neurofibromatose hebben een grotere kans om een verkromming in de rug te krijgen. Zo n verkromming wordt scoliose genoemd. Een sterke verkromming van de rug kan allerlei problemen geven, oa pijnklachten van de rug of de benen of problemen met de ademhaling. -Scheefgroei botten- Bij een klein deel van de kinderen met neurofibromatose is er een probleem met de groei van de botten. De botten groeien hierbij niet overal gelijkmatig, waardoor scheefstand van de botten kan voorkomen. Dit wordt het meest gezien bij de botten van de onderarmen en onderbenen. Vergrote kans op kinderkanker Kinderen met neurofibromatose hebben een vergrote kans op het ontwikkelen van kinderkanker, ook wel tumoren genoemd. Een op de twintig kinderen met neurofibromatose ontwikkelt een hersentumor. Met name een bepaald type hersentumor, astrocytoom, komt vaker voor en de hierboven beschreven tumoren aan de oogzenuw. Daarnaast worden ook vaker tumoren aan de zenuwen in de armen en benen gezien en komt leukemie vaker voor bij kinderen met neurofibromatose dan bij kinderen zonder neurofibromatose. Ook tumoren in het bindweefsel (sarcomen en rhabdomyosarcomen) en tumoren van de darmen worden iets vaker gezien bij kinderen met neurofibromatose, maar zijn wel zeldzaam. Wat is de oorzaak van neurofibromatose? Neurofibromatose wordt veroorzaakt door een fout in het erfelijk materiaal, DNA genoemd. De fout zit in het DNA op het 17 e chromosoom. Hoe de fout in het DNA nu precies tot neurofibromatose leidt is niet bekend. Er wordt wel veel onderzoek na gedaan. Ongeveer de helft van de kinderen met neurofibromatose heeft de ziekte geërfd van vader of moeder. Soms waren zij al bekend met neurofibromatose, soms wordt ook pas de diagnose gesteld nadat die bij het kind gesteld is. Bij de andere helft van de kinderen is de fout in het DNA ontstaan tijdens de hele vroege ontwikkeling van het kind net na het samensmelten van de eicel en de zaadcel. Hoe wordt de diagnose neurofibromatose gesteld? De diagnose neurofibromatose wordt gesteld wanneer een kind voldoet aan een aantal criteria. De criteria staan hieronder weer gegeven. Bij twee of meer van de onderstaande kenmerken kan de diagnose neurofibromatose gesteld worden. 1. zes of meer café au lait vlekken met minstens een doorsnede van 1,5 cm na de puberteit of 0,5 cm voor de puberteit; 2. twee of meer neurofibromen of 1 plexiform neurofibroom; 3. sproetjes/freckling in oksels of liezen; 4. tumor van de oogzenuw; 5. twee of meer Lisch noduli; 6. een karakteristieke botafwijking; 7.een eerste graads familielid die voldoet aan bovengenoemde criteria. 4

Bij een groot deel van de kinderen kan de diagnose tegenwoordig bevestig worden door het aantonen van de fout in het DNA op het 17 e chromosoom. Bij een klein deel van de kinderen lukt dit vooralsnog niet. MRI scan Wanneer er gedacht wordt aan complicaties van neurofibromatose kan het nodig zijn om een MRI scan te maken. Bijvoorbeeld wanneer er gedacht wordt aan een tumor van de oogzenuw, een hersentumor of aan een waterhoofd (hydrocefalus). Ook bij groei van een plexiform neurofibroom wordt vaak een MRI scan gemaakt. Hoe wordt neurofibromatose behandeld? Er bestaat geen behandeling om neurofibromatose te genezen. De behandeling is er op gericht om de ontwikkeling van kinderen met neurofibromatose zo goed mogelijk te laten verlopen en om eventueel complicaties van de ziekte zo vroeg mogelijk op te sporen en te behandelen. Neurofibromatose team Omdat neurofibromatose een complexe ziekte is waarbij veel organen aangedaan kunnen zijn, worden veel kinderen met neurofibromatose gezien door een vast team van dokters met ervaring op het gebied van neurofibromatose. In dit team zitten een kinderarts, een kinderneuroloog, een dermatoloog, een oogarts en een geneticus. Op indicatie kijken bijvoorbeeld ook een orthopeed, een neuropsycholoog, een psychiater, een revalidatiearts of een oncoloog mee. Vaste controle Kinderen met neurofibromatose worden door de artsen van dit team een maal per jaar gecontroleerd. Bij oudere kinderen kan de controle ook om de twee jaar zijn. Bij problemen is de controle zo nodig vaker. De kinderarts, kinderneuroloog en oogarts kijken standaard naar alle kinderen, de andere dokters alleen op indicatie. Fysiotherapie Bij problemen met de ontwikkeling of bij houterige motoriek worden kinderen vaak naar de fysiotherapeut verwezen die kan helpen bij het stimuleren van de ontwikkeling of het soepeler laten verlopen van bewegingen. Logopedie Bij problemen met de taalontwikkeling of bij uitspraakproblemen kan een logopediste helpen om de taalontwikkeling te stimuleren en de uitspraak te verbeteren. Psycholoog/psychiater Bij ernstige gedragsproblemen is vaak begeleiding door een psycholoog of een psychiater nodig. Een neuropsychologisch onderzoek kan helpen wanneer er vragen zijn over een geschikte schoolkeuze. Medicatie Voor sommige problemen bij neurofibromatose kunnen medicijnen helpen. Zo kunnen ernstige concentratieproblemen verbeterd worden met het medicijnen methylfenidaat of ritalin. Deze helpen ook bij het drukke rusteloze gedrag wanneer ook de diagnose ADHD gesteld wordt. 5

Bij kinderen met migraine aanvallen kunnen medicijnen voorgeschreven worden die helpen om een migraine aanval milder te laten verlopen of om migraine aanvallen te voorkomen. Meer hierover in het stuk over migraine. Inslaapproblemen kunnen soms verbeteren met het medicijn melatonine. Epilepsie aanvallen kunnen voorkomen worden met medicijnen. Neurofibromen Wanneer neurofibromen erg ontsierend of hinderlijk zijn kunnen ze soms verwijderd worden. Dit kan of door middel van een kleine operatie door een chirurg of plastisch chirurg of door een speciale laserbehandeling. Er bestaat een grote kans dan een neurofibroom enige tijd na de behandeling weer terug komt. Tumor van de oogzenuw Een tumor van de oogzenuw hoeft niet altijd behandeld te worden. Vaak is afwachten wat de tumor gaat doen de beste behandeling. Regelmatig zal de oogarts een controle doen en zal er zo nodig een MRI scan van het hoofd gemaakt worden. Sommige tumoren verdwijnen ook spontaan. Wanneer een tumor van de oogzenuw klachten geeft of langzaam groeit moet deze behandeld worden. De behandeling van een tumor van de oogzenuw bestaat uit een operatie en/of chemotherapie, soms door middel van bestraling (radiotherapie). Hersentumor Ook bij een hersentumor bij neurofibromatose wordt in eerste instantie afgewacht en gekeken wat de tumor gaat doen. Veel tumoren groeien niet of worden spontaan kleiner. Wanneer de tumor groter wordt of klachten gaat geven, is een behandeling nodig. Ook hier gaat het om een behandeling met chemotherapie of bestraling (radiotherapie). Tumoren bij neurofibromatose gedragen zich anders dan tumoren bij kinderen zonder neurofibromatose. Scoliose Wanneer er een te sterke verkromming van de rug ontstaat die klachten gaat geven is ook hiervoor een behandeling nodig. In het begin gaat het om fysiotherapie, eventueel in combinatie met een corrigeren korset. Wanneer het niet lukt om met een korset de scoliose te verbeteren is soms een operatie noodzakelijk. Wat is de prognose van kinderen met neurofibromatose? Kinderen met neurofibromatose kunnen normaal oud worden net als kinderen zonder neurofibromatose. Zoals eerder gezegd hebben sommige kinderen veel symptomen van neurofibromatose en anderen slechts weinig. De helft van de kinderen met neurofibromatose ondervindt geen hinder in het dagelijks leven van de ziekte. Twee op de vijf kinderen krijgt complicaties als gevolg van de ziekte, waarbij het bij een op de vijf kinderen gaat om ernstige complicaties. Hoeveel hinder een kind ondervindt als gevolg van de ziekte is niet goed te voorspellen. Een op de twintig kinderen met neurofibromatose ontwikkelt een tumor. Deze tumoren gedragen zich vaak milder dan bij kinderen zonder neurofibromatose. Vaak is behandeling goed mogelijk. Er zullen echter wel kinderen zijn die komen te overlijden als gevolg van een tumor of de behandeling ervan. Hebben broertjes of zusjes ook kans neurofibromatose te krijgen? Wanneer een kind neurofibromatose heeft geërfd van vader of moeder, hebben toekomstige broertjes of zusjes 50% kans om ook neurofibromatose te krijgen. Wanneer het foutje in het 6

DNA ontstaan is tijdens de vroege ontwikkeling van het kind, is de kans hierop veel kleiner. Een klinisch geneticus kan hier meer informatie geven over de herhalingskans. Links en verwijzingen www.neurofibromatose.nl Laatst bijgewerkt 21 januari 2007 Auteur: JH Schieving 7