Op weg naar een nieuw stamboekreglement.

Vergelijkbare documenten
Basisprincipes fokkerij en inteelt

Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie

STAMBOEKREGLEMENT Nederlands Rijpaarden en Pony Stamboek

Beleidsplan NMPRS

SZH voor levend erfgoed

KEURINGS- EN PREDICATENREGLEMENT Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek

Lipizzanerstamboek Vereniging Nederland

Bijgaand treft u de definitieve voorstellen aan, betreffende de nieuwe structuur / indeling van onze Stamboekadministratie

Fokkersclub van het Nederlands Landvarken

II Een nakomelingenkeuring is geen theorie.

F a l a b e l l a S t a m b o e k E u r o p a

Toename Inteelt beperken

Uitgebreide samenvatting Genetische conservering en strategieën om Inteelt te minimaliseren bij het Mergellandschaap

Inteelt en verwantschapsbeheer

Fokprogramma Vereniging Barock Pinto Studbook

Inteelt in kleine populaties. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre

Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen?

Lipizzanerstamboek Vereniging Nederland

Intro KWPN tuigpaarden Fokdoel Introductie nieuw bloed

Verenigingsfokreglement

UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN Nederlands Rijpaarden- en Ponystamboek

Inteelt, verwantschappen en consequenties van inteelt

HENGSTENPLAN. Inwendig Reglement van toepassing voor de Officiële Hengstenkeuring Het Belgisch Fjordenpaardenstamboek vzw

Format Verenigingsfokreglement

HENGSTEN- PLAN. Inwendig Reglement van toepassing voor de Officiële Hengstenkeuring in België. Het Belgisch Fjordenpaardenstamboek vzw

Genetisch management: inteeltbeheersing en diversiteit bij de Mergellander. Jack J. Windig CGN Livestock Research

Omgaan met Inteelt in Fokprogramma s

Verenigingsfokreglement

Handleiding Proefdekking maken in DAS-Online

Format Verenigingsfokreglement

Oplegger bij verenigingsfokreglement Chow Chow Vereniging Holland

Bekijk de video op juni Beste fokkers, keurmeesters, dierenartsen en hondenliefhebbers,

F a l a b e l l a S t a m b o e k E u r o p a

Handleiding Pawpeds Deel 3

TEKST: ANDRIES VAN DEN BERG BEELD: CHARLOTTE DEKKER E.A.

Inteeltbeheersing bij rashonden

Resultaten: Enquête BWP

Fokkerij en Inteelt. Basisprincipes. Piter Bijma Animal Breeding and Genomics Centre Wageningen Universiteit. Animal Breeding & Genomics Centre

Verenigingsfokreglement van de Nederlandse Vereniging van Saarlooswolfhonden voor het ras Saarlooswolfhond voor het ras Saarlooswolfhond

Project Verwantschap. Fokbeleid + Verenigingsfokreglement

Omgaan met inteelt in kleine rassen

premie wordt gegeven aan hengsten die scoren van 55 tot 64,99%. Hengsten die lager scoren dan 55% worden niet geprimeerd en ontvangen geen dekbonnen.

Genetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie

(opgemaakte versie, inclusief aanpassing artikel 3.5 per 8 december 2017)

Verenigingsfokreglement S.B.T.C.N. voor het ras: Staffordshire Bull Terrier

Verenigingsfokreglement.

Vereniging Het Groninger Paard Stamboekreglement

Verenigingsfokreglement. Naam van de rasvereniging: Nederlandse Norwich Terrier Club

De betekenis van fokwaarden Cijfers als objectief hulpmiddel bij selectie

1.2. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor de Alaska Malamute Club voor Nederland.

Aantal directe nakomelingen ingeschreven in het NHSB: Dobermann Dia nummer 1

Verenigingsfokreglement

Agenda bestuursvergadering

Verenigingsfokreglement. Ras: Stabyhoun

SPECIAAL NUMMER UPDATE VERNIEUWD FOKBELEID

voor het ras: Tibetan Terrier

Genetische variatie in de Nederlandse populatie Brandrode runderen

REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE VAN HET VLAAMS HAFLINGERSTAMBOEK VZW

Verenigingsfokreglement. Vrienden van het Schipperke. Uitgangspunten en toelichting bij het VerenigingsFokReglement (VFR)

Duitse Herder. Club Nederland. Rasspecifiek Fokreglement DHCN. Oudduitse Herder & Duitse Herder Langstokhaar

HENGSTEN- PLAN. Inwendig Reglement van toepassing voor de Officiële Hengstenkeuring Het Belgisch Fjordenpaardenstamboek vzw

Randvoorwaarden behoud Nederlands Landvarken Van enthousiasme naar actie!

Registratiereglement KWPN

Bijeenkomst Toggenburger Fokkers: stamboekregels en fokkerij. 10 november 2018 Oene

Format Verenigingsfokreglement. Vereniging voor de Liefhebber van de Engelse Cocker Spaniel (VLECS ) voor het ras:engelse Cocker Spaniel

Verenigingsfokreglement

10 mei Stamboek reglement. Vereniging Dutch Aristagro Schans SG Westervoort

Verenigingsfokreglement. Nederlandse Pointer Club. voor het ras: Pointer

Fokreglement. Lapinporokoira. Voor de. Wijziging van art. 3.5 tijdens AV RvB ingaande: 01 jan Artikel 2, 3, en 4.

Verenigingsfokreglement. Van de Hollandse Smoushonden Club. voor het ras: De Hollandse Smoushond

Deelrapport populatie-analyse collie korthaar

Beleidsplan Fokkerij Wetterhounen

Genetische diversiteit in de Shetland Pony populatie

HONDERD JAAR FRIESCH PAARDEN-STAMBOEK; DE FOKKERIJ EN HOE NU VERDER?

Fokreglement. BSIJP vzw / SBCI asbl - Wouwerstraat Dessel

Verenigingsfokreglement Nederlandse Welsh Corgi Club. voor het ras: Welsh Corgi Cardigan

Verenigingsfokreglement Nederlandse Welsh Corgi Club. voor het ras: Welsh Corgi Pembroke

IERSE SETTER CLUB opgericht 14 november 1915

Nederlands Mini Paarden Registratie Stamboek

Verenigingsfokreglement. voor het ras: Nederlandse Schapendoes

1.2. Het Fokreglement geldt voor alle fokkers die zijn aangesloten bij de LSOHV en voor alle leden.

Fokbeleid van de Gordon Setter Vereniging Nederland

Verenigingsfokreglement. Schotse herdershonden Vereniging De Collieclub

Checklist voor de aankoop van een Freiberger-paard (*)

Verenigingsfokreglement

Privacyverklaring PRE Stamboek Nederland

Hoe staan we ervoor?

R E G L E M E N T S T A M B O E K R E G I S T R A T I E

Welkom op de fokkersbijeenkomst Boergeiten maart 2018 Sociaal centrum de Kiekmuure, Harderwijk

Wat is inteelt eigenlijk?

Europese Verordening Fokkerij

Format Verenigingsfokreglement

PROTOCOLLEN BESLUITEN TERZAKE FOKKERIJ

Verenigingsfokreglement

UITVOERINGSBEPALINGEN NRPS KEURINGEN

Honden worden in de lijst getoond. Deze lijst is gesorteerd op alfabetische volgorde van naam.

Grondbeginselen erfelijkheid. Piter Bijma Fokkerij en Genetica, Wageningen UR

REGLEMENT OP DE STAMBOEKHOUDING

Vereniging Barockpinto Studbook KVK nr

Verenigingsfokreglement

Transcriptie:

Op weg naar een nieuw stamboekreglement. Naar aanleiding van de eerder gehouden ledenbijeenkomst en de bijzondere algemene ledenvergadering willen wij alle leden van de vereniging en alle andere geïnteresseerden informeren over de stand van zaken, de procedure en de onderwerpen waar we een gezamenlijk standpunt over willen bepalen om te komen tot een nieuw stamboekreglement. Allereerst hebben we op basis van de EU-verordening vastgesteld, dat aan het fokkerijprogramma zowel leden van de vereniging mogen deelnemen alsook niet-leden. Deze laatsten mogen eveneens mee bepalen hoe het reglement er uit moet komen zien. Dat is best lastig, want hoe bereiken we deze mensen? Idee is om via social media deze mensen te melden dat de discussie over het reglement te volgen is via onze website, het openbare gedeelte, en dat via een e-mail adres input geleverd kan worden. Uiteindelijk zou er dus ook nog een vergadering belegd kunnen worden voor leden en respondenten, om zo tot een reglement te komen. Hoe we hier verder als Vereniging mee omgaan in de toekomst is nog niet helemaal helder, niet-leden zullen een onkostenvergoeding moeten gaan betalen aan de vereniging voor bijvoorbeeld deelname aan een keuring of verrichtingsproef. Dit valt buiten de scope van dit document. Veranderingen door de tijd Met het verschijnen van een nieuwe verordening vanuit de Europese Unie, het al vaker genoemde document Verordening (EU) 2016-1012, is het moment aangebroken om het stamboekreglement een keer tegen het licht te houden. Er is in de afgelopen jaren veel veranderd binnen onze vereniging. Bijvoorbeeld daar waar in het verleden een Hengstenfonds mannelijke dieren aankocht en door het land liet rouleren voor de fokkerij, zijn er nu ook individuele leden die hengsten kopen en ter keuring aanbieden. Daarnaast gaan een aantal leden met hun paard op reis, en wordt er gefokt met dieren die wel in het buitenland zijn goedgekeurd maar niet in Nederland. Tot slot hebben we zelf een aantal in Nederland gefokte hengsten goedgekeurd, die genetisch toch bovengemiddeld verwant zijn met onze populatie. Deze veranderingen zijn enerzijds gunstig, er wordt nieuw erfelijk materiaal aan de poel toegevoegd, maar anderzijds zitten er ook best risico s aan. Het bewaken van de kwaliteit van onze Fjorden en het beschermen tegen het inbrengen van erfelijke afwijkingen in de genenpoel, wordt hierdoor duidelijk ingewikkelder. De Vereniging zal naar fokkers toe veel meer een informerende rol moeten gaan krijgen, in de hoop dat fokkers gebruik gaan maken van de geboden informatie. Meerdere generaties vooruit denken is niet voor iedere individuele fokker haalbare kaart, maar vanuit een foktechnische commissie binnen een vereniging waarschijnlijk wel. Zaak zal dan zijn om voldoende expertise in die commissie te hebben, misschien zelfs wel met scholing en dergelijke. Keuzes maken Qua reglement een ingewikkeld dossier, waarin keuzes gemaakt moeten worden. Allereerst is er vanuit de EU een onderscheid gemaakt tussen hoofdsectie en aanvullende secties. Alle raszuivere dieren moeten in de hoofdsectie worden

opgenomen. Daarmee dient zich meteen de discussie aan wat wij raszuivere dieren vinden. Vijf generaties voorouders bekend en behorend tot hetzelfde ras? In de verordening wordt daar de volgende uitspraak over gedaan: Raszuiver wordt omschreven als afstammend van ouders die zijn ingeschreven in de hoofdsectie van een stamboek van hetzelfde ras. Expliciet wordt vermeld dat ook dieren met erfelijke gebreken als ze raszuiver zijn, in de hoofdsectie opgenomen moeten worden. Iets om goed over na te denken, hier dreigt een gevaar. Voor de aanvullende sectie geldt dat nakomelingen van dieren uit de aanvullende sectie in de hoofdsectie moeten worden opgenomen, met de kanttekening dat daar wel eisen aan gesteld mogen worden. Ook hier zullen we rekening mee moeten houden. In de ledenbijeenkomst en de bijzondere algemene ledenvergadering is al gesproken over de keuzes die we gezamenlijk moeten gaan maken. Een vereniging is er van en voor de leden, daarmee lijkt het te verkiezen om hier een democratisch proces te volgen. Dit document is dan ook bedoeld om in eerste instantie alle leden en later ook fokkers die (nog) geen lid zijn, te informeren over de keuzes die voorliggen, en eenieder die dat wil de gelegenheid te geven om mee te denken en mee te beslissen over dit onderwerp. Het idee is om uiteindelijk in een vergadering de keuzes te maken en op basis daarvan een reglement op te stellen en te accorderen. Zoals wij het nu zien liggen er drie vraagstukken voor die hieronder verder worden uitgewerkt. Maar voordat we dit aanhalen, willen wij u eerst een voorstel tot algemene eisen voor inschrijving presenteren. Deze eisen zal ieder Fjordenpaard aan moeten voldoen, alvorens deze opgenomen kan worden. Algemene eisen voor inschrijving in het Nederlandse stamboek: Veterinair FHI rapport (of stamboek opname voor merries) Rapportage naar NL Administratief DNA certificaat Inteelt(coëfficiënt) Import Jury beoordelingen Exterieur Verrichtingen Afhankelijk van bovenstaande factoren en de door ons te definiëren klassen, zou er dus een indeling gemaakt kunnen worden.

Vraagstuk 1: Waar gaan we de buitenlandse paarden inschrijven binnen ons stamboek? Deze vraag valt eigenlijk uiteen in twee delen, enerzijds gaat het over paarden die geïmporteerd worden vanuit het buitenland, en anderzijds gaat het over paarden die in Nederland geboren worden uit meestal een Nederlandse moeder en een buitenlandse vader. Zoals eerder aangehaald, hebben we de plicht om àlle raszuivere Fjordenpaarden uit EU-landen in ons stamboek in te schrijven in de hoofdsectie. Raszuiver wordt omschreven als afstammend van ouders die zijn ingeschreven in de hoofdsectie van een stamboek van hetzelfde ras. Dus als de ouders in België in de hoofdsectie zijn opgenomen, moeten wij de nakomeling ook in de hoofdsectie opnemen. De EU-verordening spreekt van hoofdsectie en aanvullende sectie(s), met opmerkingen over een overgangsmogelijkheid van de aanvullende sectie naar de hoofdsectie aan bepaalde criteria moet voldoen. Een bijlage beschrijft eventuele mogelijkheden om dit te doen. De hoofdsectie mag je onderverdelen in klassen. In algemene zin op basis van genetische verschillen, verderop in het document blijkt dat daar ook keuringsresultaten en verrichtingsproeven voor mogen worden gebruikt. Het definiëren van de hoofdsectie kent twee redenen; vrije handel en het indelen op basis van het dier zelf en niet op basis van voorouders. Vrije handel betekent dat de waarde in alle EU-landen vergelijkbaar is; als een hengst in Duitsland een goedkeuring voor de dekdienst heeft en hij wordt na verkoop in een ander land afgekeurd, is de waarde essentieel anders. Kwaliteiten van een dier worden nièt een op een overgedragen; het feit dat een hengst een AA voor de trekproef heeft gehaald, geeft geen garantie dat de nakomelingen dat ook zullen doen, vandaar het idee kijk naar het dier zelf en beoordeel het onafhankelijk van de voorouders. We hebben dus de mogelijkheid om een onderscheid te maken in de hoofdsectie, het EU-document laat daar veel ruimte om dit zelf in te richten. Dan rijst de vraag; hoe gaan we dit doen? Er is gesproken over een A en een B register, eventueel zelfs een C register binnen de hoofdsectie, ook zijn A1 en A2 voorbij gekomen. De Nederlandse paarden staan in het A register. Op het eerste gezicht een logische keuze, maar wat doen we met een Nederlands paard met drie benen en een hangoor. Een gechargeerd voorbeeld, maar de vraag dient zich aan wat te doen als een dier wordt aangeboden wat absoluut niet aan onze criteria voldoet. Gaan we de buitenlandse paarden of de nakomelingen van een Nederlands en een buitenlands dier ook in het A register opnemen en komen die dan in hetzelfde boek te staan als de Nederlandse (NL) paarden? Zo ja, aan welke voorwaarden moet dan voldaan zijn? Of moet er een apart boek voor gemaakt worden, dus wel A register, maar een importboek?

Of misschien wel twee verschillende boeken? RVO meldt dat er alleen een horizontale indeling in klassen mag worden gemaakt dus dat zou betekenen dat er een hele serie klassen gaat komen. Het oude importboek stamt uit de tijd dat er paarden in Nederland werden binnengehaald, die afstamden van een niet in Nederland goedgekeurde hengst i.c.m. al of niet bij ons ingeschreven merries. Deze paarden, soms ook Nederlandse merries, kregen een buitenlands papier en werden later pas ingevoerd. De vraag m.b.t. de gedekte Nederlandse merries is of dit wenselijk is. Op zijn minst zou je als vereniging willen dat dieren die in Nederland geboren worden, ook een Nederlands paspoort krijgen. Buitenlandse paarden Als we de buitenlandse paarden bekijken, dan ontbreekt er mogelijk één of meerdere van de bovenstaande algemene eisen. In een aantal landen wordt er geen of een afwijkende keuring op erfelijke gebreken gedaan (FHI rapport ontbreekt). De vraag dient zich aan wat we hiervan moeten vinden. Er zitten inderdaad verschillen in de veterinaire keuring per land. Kennelijk is er geen overeenstemming in veterinair Europa op dit dossier. Binnen Fjord Horse International komt men niet tot een eensluidend advies. Geen onbekende situatie; we hebben borstkankerscreening in Nederland, maar in Denemarken wordt dit niet gedaan. Reden? Andere interpretatie van dezelfde wetenschappelijke onderbouwing. Als U RADAR heeft gevolgd, worden dokters het ook niet eens over hoe hoog of laag Uw cholesterol moet zijn. Veel is gebaseerd op expert opinion, kortom de mening van Pietje. Voorstel zou kunnen zijn om hierover in gesprek te gaan met enkele veterinairen, laat hen maar adviseren hoe hier mee om te gaan. Ten aanzien van erfelijke gebreken en hoe hier mee om te gaan lijkt hetzelfde traject te verkiezen. Jurering kan ook afwijken van onze standaarden. Als je de omschrijving van het Fjordenpaard leest in de reglementen van de diverse stamboeken in Europa gebruiken wij allemaal dezelfde beschrijving van het dier, alleen bestaat er per land net een iets andere voorkeur. Blijkbaar hebben we per land een bepaalde bandbreedte, die deels overlapt met andere landen, maar aan de randen nog wel eens verschilt. Verrichtingsproeven zijn eveneens niet in alle EU landen gelijk en mogelijk niet altijd vergelijkbaar met de NL verrichtingsproeven. Ieder land heeft een eigen systeem van verrichtingsproeven waar ze achter staan en waarschijnlijk, net als wij, trots op zijn. Een oordeel over wie het beter en minder doet, kortom de waarde van zo n onderzoek, laat staan een waardevergelijking, is uitermate complex. Uit respect naar andere stamboeken en om de samenwerking in de toekomst te verbeteren moeten we overwegen of we deze resultaten een op een over kunnen nemen. Daar kleven uiteraard risico s aan, de vraag is of we daar een oplossing voor kunnen vinden. Uitdaging voor ons is om deze bedreiging om te vormen naar een kans. Buitenlandse paarden simpelweg in een B of C register plaatsen lijkt wat hardvochtig. Immers dan staan ze in hetzelfde register als de Hulpboek paarden. En dat sluit dus absoluut niet aan bij de doelstellingen van de EU zoals hierboven beschreven.

Een andere mogelijkheid is om ze in het A register op te nemen. Al met al staat het ons dus redelijk vrij om diverse klassen te definiëren. Binnen de hoofdsectie komen alle raszuivere dieren. Deze kunnen we in heel veel klassen indelen op basis van keuringsresultaten en land van herkomst, wel of niet goedgekeurd in NL versus wel of niet goedgekeurd binnen de EU of Noorwegen, veterinair rapport en ga zo maar door. Alternatief is om, daar waar we eerder onze landsgrenzen aanhielden, die nu te verruimen naar de EU en Noorwegen. Dat resulteert in een veel kleiner aantal klassen en daarmee tot een eenvoudiger regelgeving en minder obstakels bij het aankopen van paarden in het buitenland. Hopelijk leidt dit ook tot een groei van het ledenaantal binnen de Vereniging. Er zijn aanwijzingen dat er nu mensen lid zijn geworden in een ander land, omdat onze regelgeving door hen als hinderlijk wordt ervaren. Mag dat dan ten koste gaan van de kwaliteit van onze paarden? Uiteraard niet, maar zoals verderop moge blijken, wordt onze kwaliteit ook bedreigd door de manier waarop we nu werken. Een hele lastige uitdaging, die door een aantal mensen als bedreigend wordt ervaren. Vraag is of we de risico s kunnen indekken en toch deze stap durven nemen. Feit is dat onze buurlanden, binnen onze grenzen, hun stamboekprogramma mogen uitvoeren, dit is expliciet nagevraagd bij RVO. Dat is wat ons betreft een bedreiging voor het voortbestaan van onze Vereniging. Vraagstuk 2: DNA Op Facebook speelt nu voor de tweede keer een discussie over een paard dat in België is geboren en nu naar Nederland is verkocht. De eigenaar geeft aan dat het dier niet - binnen de huidige regelgeving - in het Stamboek kan worden opgenomen en daarom in het Hulpboek wordt geplaatst, omdat DNA van de oma aan moederszijde ontbreekt. Ondanks uitgebreid zoeken is dit dier niet meer te vinden, waarschijnlijk is dit paard dood. De afstamming van het dier is wel bekend, het is een dochter van een Nederlands paard dat is verkocht naar België. In de bijzondere ledenvergadering is over DNA onderzoek van gedachten gewisseld. Daar werd gesproken over twee of drie generaties. Echter is daar niet duidelijk gedefinieerd wat we bedoelen met twee generaties. Alvorens verder te gaan met de diverse opties moeten we het eerst eens worden over de betekenis van een aantal generaties. Wij stellen voor om vanaf nu te spreken over het paard zelf als generatie nul, twee generaties betekent dan DNA bepaling van paard (nul), ouders (een) en grootouders (twee). Tijdens deze bijeenkomst is ook de suggestie gedaan om bij het ontbreken van een sluitend DNA onderzoek, het paard in een lager register in te schrijven. Op basis van de gehoorde wensen zijn de volgende opties uitgeschreven: 1. Tot en met de paarden geboren in of na 1994. 2. Ouderschapsverificatie van paard en beide ouders. 3. Ouderschapsverificatie van paard, ouders en grootouders. 4. Ouderschapsverificatie van alle vermelde paarden in het paspoort.

Optie 1 - Tot en met de paarden geboren in of na 1994. In Nederland vindt er sinds 1994 DNA onderzoek plaats bij de paarden die opgenomen worden in het stamboek. Om een paard in te schrijven in het stamboek moeten er DNA certificaten aanwezig zijn van alle voorouders van het betreffende paard die geboren zijn in of na 1994. In de ons omringende landen is dit proces pas later en minder uitgebreid op gang gekomen (zie ook document DNA overzicht 2018 op onze website). Bij het importeren van dieren uit het buitenland en het inschrijven van de nakomelingen van deze dieren in ons stamboek, wordt het steeds ingewikkelder om DNA van alle voorouders vanaf 1994 te traceren en te laten onderzoeken. Ook kunnen hier behoorlijke kosten mee gemoeid zijn. De vraag die voorligt: Hoe hier mee om te gaan? Afbeelding optie 1 - Dit kan per paard verschillen hoeveel testen er nodig zijn. Het is mogelijk dat er maar 3 testen noodzakelijk zijn: paard, vader & moeder. Maar het is ook mogelijk dat er tot aan de derde generatie testen vereist worden of op den duur nog verder. DNA onderzoek van het dier zelf verlangen, is een logisch gevolg van het beleid zoals we dat tot nu toe hebben gevoerd. Bij de invoering binnen ons Stamboek in 1994 zijn we begonnen met het testen van het paard en diens ouders Per generatie die we onderzocht willen hebben, neemt het aantal onderzoeken toe, evenals de kans dat een dier niet meer te vinden of overleden is. In het kader van de wens om de genetische poel te vergroten, neemt het aantal dieren dat wij kunnen invoegen in ons fokkerijbeleid snel af als we het aantal generaties DNA controle verhogen. Theoretisch zou dit niet zo hoeven te zijn. Het paard wordt wel ingeschreven, maar in het Hulpboek en niet in het Stamboek. Is het paspoort weer vol, dus als van alle dieren die nodig zijn om te testen DNA beschikbaar is, komt de volgende generatie in het Stamboek. Stel in het voorbeeld mist de grootmoeder. Als gesteld wordt we testen drie generaties, dus paard en twee generaties terug. Dan kan de 1 e nakomeling van het paard uit het voorbeeld al in het Stamboek worden ingeschreven. Dus dan gaat het niet op dat je de genenpoel niet kunt vergroten, die vergroot je wel, maar voor inschrijving in het Stamboek kan het even duren. Als we daarentegen vijf generaties testen duurt het drie generaties voor een paard vanuit het Hulpboek naar

het Stamboek gaat. Vraag is dan of dit soort dieren worden gekocht en of fokkers dan ook drie generaties vooruit willen kijken. DNA is bedoeld om te toetsen of het ouderdier daadwerkelijk de ouder is. Uiteindelijk gaat het er dus om hoeveel belang je aan deze controle hecht, of dat je genoegen neemt dat je met een redelijke zekerheid weet wie de ouders zijn, zoals wij dat voor 1994 ook deden. Optie 2 - Ouderschapsverificatie van paard en beide ouders. Het DNA toetsen van de beide ouderdieren en het paard zelf. Dus er wordt een generatie terug getest de ouders en het betreffende paard zelf. Hierbij mag worden opgemerkt dat in de meeste landen de dekhengsten al een DNA onderzoek hebben ondergaan. Optie 3 - Ouderschapsverificatie van paard, ouders en grootouders. Of ouders en grootouders (2 generaties terug testen) en het paard zelf. In totaal drie generaties.

Optie 4 - Ouderschapsverificatie van alle vermelde paarden in het paspoort. Op de vergadering werd geopperd alle paarden in het paspoort testen. Dat betekent dat er DNA certificaten overgelegd moeten worden van 14 paarden + van het paard zelf. Een dergelijke eis werkt niet erg uitnodigend als het gaat om het importeren van een paard. Hier dient een afweging gemaakt te worden tussen de potentiële risico s ten gevolge van het ontbreken van een DNA onderzoek, versus de noodzaak van het aankopen van dieren uit onverwante bloedlijnen. ` Vraagstuk 3: Inteelt Binnen het vraagstuk inteelt dienen wij als leden een antwoord te geven op de volgende vragen: Hoe inzichtelijk willen we de inteelt hebben binnen onze fokkerij? Welk inteeltpercentage of coëfficiënt willen wij binnen ons stamboek hanteren als acceptatiegrens? Welk doel willen wij nastreven op het gebied van inteelt voor de toekomst? Hoe is de situatie vandaag de dag? Op dit moment is er in de regelgeving vastgelegd dat er minimaal 3 generaties voorafgaand aan het individuele dier (oftewel; ouders, grootouders en overgrootouders) vrij moeten zijn van verwantschap. We willen in het paspoort niet tweemaal dezelfde voorouder aantreffen.

Wat moeten we weten, alvorens we een antwoord kunnen geven op de vragen? Bij verwantschap worden eigenschappen in het DNA vastgelegd door het afnemen van heterozygoten in het allelenpatroon en toename van homozygoten. Homozygoten kunnen positieve eigenschappen hebben, maar het is even zo goed mogelijk dat er negatieve eigenschappen vastgelegd worden in ons Fjordenras. Aan ons als fokker èn stamboek, met advies van juryleden en beschikbare feitelijke kennis uit de fokkerij, de taak hier een goed beleid op te voeren ter behoud van een Fjordenpaard, zoals beschreven binnen de rasstandaard. Verwanten met eenzelfde, of grotendeels eenzelfde, eigenschappen in hun DNA kunnen sneller homozygoten creëren in het DNA.

Hoe inzichtelijk willen we de inteelt hebben voor de fokkerij? Wat willen we als fokker en stamboek weten op het gebied van verwantschap? RVO verlangt van ons dat wij een gemiddeld inteeltcoëfficient kunnen berekenen voor de Fjordenpopulatie binnen ons stamboek. Op termijn zullen wij dit dus inzichtelijk moeten hebben voor onze Fjordenpaarden op populatieniveau, maar willen we als fokker dit ook voor ieder individu zichtbaar hebben? Willen we exact weten welk inteeltcoëfficiënt ons toekomstige veulen heeft of nemen we genoegen met de regel zoals deze vandaag de dag al wordt gehanteerd; 3 generaties vrij van verwantschap? En de belangrijkste vraag op dit moment: welk inteeltcoëfficiënt vinden wij als stamboek acceptabel als maximum?

De verwantschap tussen twee ouders is vrij eenvoudig te berekenen en aan de hand van bestaande formules is exact uit te rekenen wat het inteeltcoëfficiënt van een dier is. Willen we in de toekomst een veulen fokken, dan is op voorhand al inzichtelijk te krijgen welk inteeltcoëfficiënt deze nakomeling heeft. In bovenstaande afbeelding is uitgegaan van 1 verwante voorouder, maar het komt ook voor dat er meerdere voorouders (met name verder weg in de stamboom van onze Fjordenpaarden) verwant zijn. Deze worden ook in een inteeltcoëfficiënt meegenomen, waarbij wordt uitgegaan van een optelsom van ieder verwante individu. Wat doen de stamboeken om ons heen op het gebied van inteelt? Het Fries paarden Stamboek hanteert een maximum van 5%, het KWPN adviseert dit eveneens naar zijn fokkers. Het Haflingerstamboek uit slechts een advies, maar geen grenswaarde. Het moederstamboek Noorwegen hanteert op het gebied van inteelt ook slechts een advies status naar zijn leden. Diverse stamboeken hebben via hun website of een online portal hun leden de mogelijkheid geboden om het inteeltcoëfficiënt te berekenen. Hiermee kunnen zij in de zoektocht naar een hengst voor hun merrie relatief eenvoudig een lijst opstellen

van beschikbare hengsten en hengsten die afvallen, omdat de nakomeling een te hoog inteeltcoëfficiënt heeft. Willen wij dit ook? Welk doel willen wij nastreven op het gebied van inteelt voor de toekomst? In de vergaderingen wordt al langer gesteld dat 5 generaties vrij van inteelt een wenselijk doel voor de toekomst kan zijn. In onze huidige Fjordenpopulatie zijn we nog niet zover dat dit haalbaar is i.c.m. van behoud of verbreding van de genenpoel. Willen we als leden het toekomstdoel vastleggen? Waarom wel of waarom (nog) niet? Inzicht creëren Onderstaand stuk komt van de website van het KWPN. Iets vergelijkbaars zouden wij ook kunnen gaan gebruiken. TOOL VOOR BEREKENEN INTEELT EN VERWANTSCHAP KWPN-leden kunnen via MIJN KWPN de hengstenkeuze voor hun merrie(s) verder onderbouwen door zich te verdiepen in de resultaten omtrent inteelt en verwantschap van de beoogde partners. Deze handige online tool was tot voor kort alleen beschikbaar voor de fokrichtingen tuigpaard en Gelders paard, maar is uitgebreid voor de fokrichting dressuur. Via deze inteelttool kunt u eenvoudig zien welke hengsten er bij uw merrie passen v.w.b. inteelt en bloedspreiding. De tool is beschikbaar voor merries die minimaal 3 jaar oud zijn (of worden in het huidige jaar), de berekening is niet beschikbaar voor de fokrichting rijpaard. Hoe werkt het? Via MIJN KWPN gaat u naar de merrie die u wilt laten dekken, vervolgens kiest u voor de knop 'Inteelt berekening. Kies vervolgens een fokrichting waar u een mogelijk veulen in zou willen registreren en vervolgens selecteert u de fokrichting waaruit u de hengsten wilt kiezen. U krijgt dan een overzicht van alle actuele goedgekeurde en erkende hengsten in de gekozen fokrichting en het bijbehorende inteeltpercentage van het veulen, dat aangeeft hoeveel familie de merrie en hengst van elkaar zijn (u kunt hierbij sorteren op bijvoorbeeld Naam hengst of Inteelt %). Wij adviseren eigenlijk altijd om niet boven de 5% te komen voor wat betreft het inteeltpercentage. Zorg dat u daaronder blijft, want anders is er sprake van te sterke familierelaties en dat is onwenselijk. De kans op erfelijke gebreken neemt dan toe. Verwantschapspercentage Daarnaast wordt ook het verwantschapspercentage van het veulen vermeld, zodat u inzicht krijgt in hoe uniek het veulen zal worden ten opzichte van de gekozen fokrichting. Hoe lager het verwantschapspercentage, des te unieker is het mogelijke veulen binnen de populatie. Een toelichting op de percentages treft u aan op de betreffende pagina. Verder zoeken op internet leert dat meerdere stamboeken op dit moment al zo werken. Tot slot Zoals reeds in de inleiding aangegeven; om tot een stamboekreglement te komen zullen we op bovengenoemde items overeenstemming moeten bereiken. Van daaruit kan een en ander dan in een reglement gegoten worden. Hierbij de oproep aan alle

belanghebbenden: Maak Uw mening kenbaar! Ook als U geen mening hebt, of meerder opties overweegt. Hoe lastig het ook is, wij willen een idee hebben waar de leden en fokkers heen willen. Hoe meer reacties, hoe liever. Als er geen richting uit te destilleren valt hebben we een probleem, want we zullen dus een koers moeten kiezen. En we willen ook graag horen wat eventuele bezwaren zijn, en wat we kunnen doen om mensen toch aan boord te houden. Enerzijds beslist de meerderheid, maar ook de minderheid moet zich plezierig blijven voelen binnen de gelederen van onze Vereniging. Als we dit proces gezamenlijk doorlopen, kan dit bijdragen tot het vergroten van de eenheid binnen onze vereniging. Reactie zien wij graag op post@fjordstudbook.com of Krimweg 125, 7351 TL Hoenderloo.