CVDR Officiële uitgave van Leiderdorp. Nr. CVDR30200_1 23 januari 2019 Verordening op de heffing en de invorderingvan precariorechten 2005 De raad der gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van 23 november 2004, nr. 220; gezien het advies van commissie 1 van 6 december 2004; gelet op het bepaalde artikel 228 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van precariorechten 2005 Artikel 1 Begripsomschrijvingen a. dag de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. dagdeel de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij de periode maximaal 6 aaneengesloten uren betreft; c. week een aaneengesloten periode van zeven dagen; d. maand een kalendermaand e. kwartaal een kalenderkwartaal; f. jaar een kalenderjaar Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of voor de openbare dienst bestemd gemeentewater een recht geheven overeenkomstig de navolgende bepalingen. Artikel 3 Belastingplicht De rechten als bedoeld in artikel 2 worden geheven van diegene van wie dan wel ten behoeve van wie voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond of gemeentewater afkomstig zijn of worden aangetroffen. Artikel 4 Belastingtijdvak Het heffingstijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen. Artikel 5 Tarieven De rechten worden geheven naar de tarieven en naar het aantal eenheden bepaald en bere-kend aan de hand van de bij deze verordening behorende tarieventabel. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Bij de toepassing van de in de tarieventabel opgenomen tarieven respectievelijk per maand en per week, zal in totaal niet meer worden geheven dan bij toepassing van het tarief voor een jaar of een maand zou zijn verschuldigd. Belastingaanslagen van minder dan EUR 4,55 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op een aanslagbiljet verenigde precariorechten aangemerkt als een belastingaanslag. Artikel 6 Wijze van heffing; tijdstip verschuldigdheid 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag. 1
2. Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aan-vang van de belastingplicht. Artikel 7 Termijnen van betaling De aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Artikel 8 Ontheffing Indien na het opleggen van de aanslag aannemelijk wordt gemaakt, dat het belastbare feit zich slechts gedurende een gedeelte van het voor de berekening van het recht in aanmerking genomen heffingstijdvak voordoet of zal voordoen, wordt op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet ( Stbl. 1993, 611) ontheffing verleend, voor zover het betreft: a. een tariefstelling per maand of per jaar over de resterende maanden van dat tijdvak; b. een tariefstelling per week over de resterende weken van dat tijdvak. Artikel 9 Vrijstellingen De in artikel 2 bedoelde rechten worden niet geheven ter zake van: het hebben van voorwerpen of werken, ten behoeve van eigendommen welke bij de ge-meente of haar instellingen in gebruik zijn, met uitzondering van eigendommen welke aan derden zijn verhuurd of in beheer en exploitatie zijn gegeven; het hebben van voorwerpen of werken welke, noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak, door het rijk, de provincie, de gemeente of door waterschappen zijn aangebracht of geplaatst; het hebben van kabels, buizen, leidingen en degelijke door nutsbedrijven, met uitzondering van centrale antenne inrichtingen; verzamelbakken, zoals glascontainers, welke in het belang van het hergebruik van afzon-derlijk in te zamelen afvalstoffen bedoeld in artikel 30 van de Afvalstoffenwet op of in de voor de openbare dienst bestemde grond zijn geplaatst; brievenbussen, postzegelautomaten, telefooncellen; wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen; het hebben van voorwerpen waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een overeenkomst of anderszins rechtens moet worden gedoogd; het hebben van voorwerpen uitsluitend langs de gevel aangebracht, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,10 meter buiten de gevel steken; het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd door een liefdadig doel en of door instelling of groeperingen welke een bijdrage kunnen leveren tot politieke of maatschappe-lijke bewustwording van de burgers, doch welke nog direct, nog indirect een zakelijk belang nastreven. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toe-stemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar. Artikel 12 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelas-tingen (Stbl. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wet-houders aangewezen ambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen. Artikel 13 Rente Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toe-passing op de invordering van precariorechten. De ministeriele regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet vindt daarbij overeen-komstige toepassing. Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel 1. De verordening precariorechten 2004 van 15 december 2003 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekend-making. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2005. 4. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening precariobelasting 2005 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op 20 december 2004, de voorzitter, M.Zonnevylle de griffier, mw. J.C. Zantingh 3
Tarieventabel behorende bij verordening precariobelasting 2005 1 BOUWWERKEN 1.1 Voor het afschutten van grond of water, per m 2 1,30 3,90 1.2 Voor het hebben van een loods, directiekeet, of 1,50 1.3 ander tijdelijk getimmerte, per m 2 Voor het hebben van een stelling of steiger, per m 2 openbare grond of water die hierdoor wordt overdekt 1,50 2 2.1 WOONWAGENS EN WOONSCHEPEN Voor het innemen van een staan- of ligplaats, per woonwagen of woonschip 6,60 19,95 3 3.1 3.2 WEGWIJZERS EN RECLAMEBORDEN Voor het hebben van reclame of andere aankondiging zonder kunstverlichting over de frontoppervlakte per m 2 Voor het hebben van reclame of andere aankondiging met kunst-verlichting over de frontopper- vlakte per m 2 1,90 2,90 19,85 29,30 4 4.1 4.1.1 BENZINEPOMPEN, -LEIDINGEN EN DERGELIJKE Voor het hebben van een mantel, inhoudende een benzine- of olie-pomp of lucht- en/of wateraftappunt, al dan niet in bedrijf, een loze mantel of voetstuk: Voor een loze mantel met één pomp (inclusief de in- of aange-brachte vulgelegenheid) of een mantel met een lucht- en/of water-aftappunt, of een voetstuk zonder mantel 21,35 213,65 4.2 4.3 Voor het hebben van een vulput voor benzine, olie en dergelijke, per vulput Voor het hebben van een tank voor benzine, olie en dergelijke, per m 2 6,60 1,45 66,45 14,95 5 5.1 5.2 5.3 5.4 6 6.1 LEIDINGEN, BUIZEN, KABELS (hieronder worden tevens telefoonkabels, kabels en leidingen t.b.v dataverkeer en overige communicatie bedoeld) Voor het hebben van leidingen, buizen, kabels boven, op of onder gemeentegrond of -water ten behoeve van de verspreiding van radio- en t.v.signalen, tele- fonie en dataverkeer, per strekkende meter Voor het hebben van leidingen, buizen en kabels onder gemeente-grond of -water, anders dan bedoeld in rubriek 5.1 per strek- kende meter Voor het hebben van leidingen, buizen en kabels boven of op gemeentegrond of - water, anders dan bedoeld in rubriek 5.1 per strekkende meter Voor het hebben van een waterleidingaansluiting LUIFELS, BALKONS, OVERBOUWINGEN EN DERGELIJKE Voor het hebben van een luifel, balkon, erker, uitbouw, over-bouwing en dergelijke onder- delen van bouwwerken voor de in beslag genomen c.q. 0,75 0,35 1,00 0,40 7,45 3,80 13,30 10,55 over-dekte grond of water, tot en met 10 m 2, per m 2 voor elke m 2 meer, per m 2 0,45 4
7 7.1 7.2 CIRCUSSEN, KERMISSEN EN BRADERIEËN Voor het innemen van een stand-plaats door circussen of kermis sen, per circus of per kermis Voor het innemen van een standplaats c.q. het hebben van kramen, podia, wagens, instal- laties etc. ten behoeve van brade-rieën, per kraam, per braderie per dag 456,85 307,50 615,00 8 8.1 8.2 8.3 STANDPLAATSEN DIENENDE TOT VERKOOP Uitstallen van goederen tot en met 30 m 2, per toegewezen standplaatsdag per m 2 Uitstallen van goederen voor elke m 2 boven de 30 m 2, per toegewezen standplaatsdag, per m 2 Uitstallen van goederen tot en met 30 m2, per dagdeel, per toegewezen standplaats per m2 1,80 0,20 0,90 8,05 0,85 4,10 97,85 10,70 50,05 9 9.1 9.1.1 9.1.2. 9.1.3. 9.1.4. Maatstaf en tarief stroom-voorziening Het recht bedraagt per stand- plaats, indien de totale capa- citeit van elektrische installa- ties Niet meer bedraagt dan 500 watt: Meer bedraagt dan 500 watt doch niet meer dan 1.000 watt Meer bedraagt dan 1.000 watt doch niet meer dan 1.500 watt Meer bedraagt dan 1.500 watt 4,20 8,30 12,85 17,20 11,15 22,35 33,60 44,80 10 10.1 DIVERSE VOORWERPEN Voor het plaatsen van wagens, aanhangwagens, handwagens, en andere voertuigen, uitgezon- derd motorvoertuigen anders dan bedoeld in rubriek 8, per m 2 10,00 80,00 11 11.1 ALGEMEEN TARIEF Voorwerpen waarvoor onder de bovenstaande nummers niet in een bijzonder tarief is voorzien, per m 2 1,85 7,05 73,15 Behorende bij raadsbesluit van 20 december 2004, nr. De griffier van de gemeente Leiderdorp, mw. J.C. Zantingh. 5