27 mei 2018 17.00 uur JB Wilmink orgel: Geert Burgler schriftlezing: Roel Hagg votum, groet, amen LB Psalm 84: 3 en 4 Welzalig die uit uw kracht leeft Jesaja 63: 7-19 (tot uitgeroepen. ) Filipp. 3: 1-11 LB 619: 1, 5 en 6 Lof zij God in de hoge troon HC Zondag 17 Overnodig 23 (andere tekst op melodie Wees gegroet - LvdK 221) Collecte 12 art LB Psalm 138: 1 en 2 U loof ik Heer met hart en ziel! Zegen, amen
27 mei 2018 17.00 uur JB Wilmink orgel: Geert Burgler schriftlezing: Roel Hagg votum, groet, amen LB Psalm 84: 3 en 4 Welzalig die uit uw kracht leeft 3 Welzalig die uit uw kracht leeft, die naar uw tempel zich begeeft, zijn hart wijst hem de rechte wegen. Zij trekken op van overal en, gaat het door het dorre dal, dan valt op hen een milde regen. Ja, in het hart van de woestijn ontspringt een heldere fontein. 4 Van kracht tot kracht gaan zij steeds voort. Hun lied weerklinkt van oord tot oord, tot zij Jeruzalem betreden, waar alle pelgrims binnengaan om voor Gods aangezicht te staan. Aanvaard, o Heer, ook mijn gebeden. Verhoor mij, God van Israël, die alles leidt naar uw bestel. Jesaja 63: 7-19 7 Ik zal de liefde van de HEER gedenken en zijn roemrijke daden bezingen: alles wat de HEER voor ons heeft gedaan, de goedheid die hij het volk van Israël bewees in zijn ontferming en onbegrensde liefde. 8 Hij zei: Natuurlijk, het is mijn volk! Mijn kinderen zijn te vertrouwen. Daarom wilde hij hun redder zijn. 9 In al hun nood was ook hijzelf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen, alle jaren door. 10 Maar zij zijn in opstand gekomen
en hebben zijn heilige geest gekrenkt. Daarom werd hij hun tot vijand en bond hij de strijd met hen aan. 11 Toen dacht hij aan de dagen van weleer, aan Mozes en zijn volk. Waar is hij die zijn volk door de zee voerde, waar zijn de herders van zijn kudde? Waar is hij die hen bezielde met zijn heilige geest? 12 Die Mozes terzijde stond met zijn luisterrijke arm, die voor hen het water kliefde om zich een eeuwige naam te verwerven? 13 Die hen door de diepte leidde als paarden door de woestijn, zonder dat ze struikelden, 14 als vee dat afdaalt naar het dal? Het was de geest van de HEER die hun rust gaf. Ja, u hebt zelf uw volk geleid om u een luisterrijke naam te verwerven. 15 Zie neer vanuit de hemel, kijk vanuit uw heilige, luisterrijke woning. Waar zijn uw strijdlust en uw machtige daden? U bent niet meer met mij begaan, uw ontferming gaat aan mij voorbij. 16 U bent toch onze vader? Abraham heeft ons niet gekend en Israël zou ons niet herkennen, maar u, HEER, bent onze vader, van oudsher heet u Onze beschermer. 17 Waarom, HEER, liet u ons afdwalen van uw wegen? Waarom hebt u ons onbuigzaam gemaakt, zodat wij geen ontzag meer voor u hadden?
Keer toch terug, omwille van uw dienaren, van de stammen die u toebehoren. 18 Sinds kort hebben onze vijanden uw heilig volk in hun macht gekregen en uw heiligdom vertrapt. 19 Het is alsof u nooit over ons hebt geheerst, alsof uw naam nooit over ons is uitgeroepen. Filipp. 3: 1-11 1 Voor het overige, broeders en zusters, laat de Heer uw vreugde blijven. Ik heb er geen moeite mee te herhalen wat ik u al geschreven heb; het is voor uw eigen bestwil. 2 Pas op voor die honden met hun kwalijke praktijken, pas op voor die versnijdenis van ze! 3 Wij zijn het die besneden zijn, wij verrichten onze dienst door de Geest van God en laten ons voorstaan op Christus Jezus, niet op onszelf, 4 hoewel ik redenen genoeg zou hebben om op mezelf te vertrouwen. Als anderen menen dat te kunnen doen, dan kan ik dat zeker. 5 Ik werd besneden toen ik acht dagen oud was en behoor tot het volk van Israël, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren Hebreeër met de wetsopvatting van een farizeeër 6 en heb de gemeente fanatiek vervolgd. Aan wat er in de wet over gerechtigheid staat, voldeed ik volledig. 7 Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. 8 Sterker nog, alles beschouw ik als verlies. Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles. Omwille van hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen 9 en één met hem zijn niet door mijn eigen rechtvaardigheid omdat ik de wet naleef, maar door die van God, de rechtvaardigheid die er is door het geloof in Christus. 10 Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan hem gelijk worden in zijn dood, 11 in de hoop misschien ook zelf uit de dood op te staan. LB 619: 1, 5 en 6 (LvK 213) Lof zij God in de hoge troon 1 Lof zij God in de hoogste troon, lof zij zijn eengeboren Zoon, die voor ons droeg der zonde loon. Halleluja, halleluja, halleluja! 5 Nu bidden wij U, Zoon van God, omdat Gij opstond uit de dood, geef ons nu uw genade groot, halleluja, halleluja, halleluja! 6 opdat wij, vrolijk en bevrijd, lof zingen in der eeuwigheid uw lieve naam gebenedijd. Halleluja, halleluja, halleluja!
HC Zondag 17 Zondag 17 Vraag 45: Wat is voor ons de waarde van de opstanding van Christus? Antwoord: Ten eerste heeft Hij door zijn opstanding de dood overwonnen, om ons te doen delen in de gerechtigheid, die Hij door zijn dood voor ons had verworven. Ten tweede worden ook wij door zijn kracht nu al opgewekt tot een nieuw leven. Ten derde is de opstanding van Christus voor ons een onderpand van onze opstanding in heerlijkheid. Overnodig 23 (andere tekst op melodie Wees gegroet - LvK 221) Eerste dag, moeder van alle dagen, dag van de verrijzenis, Wees gegroet voorgoed de hel verslagen, nu de dood vernietigd is! Here Jezus, glorie zij uw luister, zon der wereld, lichtbron in ons duister, maak de warmte die ons kust voorproef van uw sabbatsrust! Op uw woord, o Leven van ons leven, leggen wij ons rouwkleed af: door de kracht van Pasen voortgedreven, staan ook wij op uit ons graf, om, hoever van hemels huis gezworven, in uw kruisdood met U mee gestorven, nieuwgeboren, opgestaan in uw vreugde in te gaan! In uw hoede veilig en geborgen, ook wanneer ons oog eens breekt -, open gaat het op de grote morgen na een lange lijdensweek. Wat een dag, úw rustdag zal dat wezen, als wij samen, uit de dood verrezen, knielen voor U, onze Heer! Amen! U zij alle eer! Collecte
12 art LB Psalm 138: 1 en 2 U loof ik Heer met hart en ziel! 1 U loof ik, Heer, met hart en ziel, in eerbied kniel ik voor U neder. Ja, in de tegenwoordigheid der goden wijd ik U mijn beden. Naar 't heiligdom waar Gij vertoeft hef ik het hoofd, ik zal U prijzen. Gij zult, o Here, wijd en zijd uw heerlijkheid en trouw bewijzen. 2 Ten dage dat ik riep hebt Gij gehoord naar mij en kracht gegeven. Als ik welhaast ten offer viel, hebt Gij mijn ziel weer doen herleven. Al wat op aarde macht bezit, eenmaal aanbidt het U, o Here! Als Gij hun 't woord van uw verbond met eigen mond hebt willen leren. Zegen, amen