Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM058 Naam monument : Ruïne St. Elisabethmolen Adres : Roggelseweg bij 56 Postcode en plaats : 6081 NP Haelen Kadastrale aanduiding : NHM00 sectie A nr(s) 782 Coördinaten : x: 193335 y: 362248 Bouwstijl : Traditionele bouwstijl Kerndatering : 1840, met oudere kern uit 1278 Oorspronkelijke functie : watermolen Huidige functie : ruïne, landmark Architect : onbekend Typering van het monument: Ruïne van de St. Elisabethmolen, vroeger behorend bij St.Elisabeth klooster. Historie: De St. Elisabethmolen was eeuwenlang in bezit van het klooster St. Elisabethsdal, waarvan de oorsprong zou teruggaan tot 1240. Het klooster werk gesticht door Dirk II, Heer van Altena. In 1278 gaf Willem van Horne, een achterneef van Dirk van Altena, aan de prior van het klooster toestemming om een watermolen bij de de Wiere op de Zelsterbeek te verplaatsen naar een plek tegenover het klooster op de lagere Tungelroyse Beek. De verplaatste molen, die tevens banmolen was, werd in erfpacht uitgegeven. Van 1778 tot kort voor de daarop volgende eeuwwisseling werden de St. Elisabethmolen gepacht door de familie Clephas, (in de achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw een bekend molenaarsgeslacht in Midden-Limburg). In 1796 werd het klooster St. Elisabethsdal met de goederen, waaronder de St. Elisabethsmolen door de Fransen in beslag genomen. Van de bezittingen werd een inventarisatie en een schatting van waarde opgemaakt. Daaruit blijkt dat de molen zich in slechte staat bevond. In 1801 werd de St. Elisabethsmolen openbaar verkocht De bezittingen kwamen in handen van Guillaume Claes, prefect van het Departement van de Nedermaas en gewezen vrederechter in Hasselt. Daarna kwam de St. Elisabethmolen in bezit van Andreas van Mulbracht, vrederechter in Nederkruchten in Pruisen. Uit correspondentie uit 1840 blijkt dat C. Waegemans, mede-eigenaar van beide molens was. De houten molen werd in deze periode vernieuwd en opgetrokken in steen. De nieuwe graan-, olie- en houtzaagmolen had een kort bestaan, want op 12 juni 1844 brandde hij af. Kort daarna werd hij herbouwd. Na de dood van Van Mulbracht in 1854 werd de watermolen en het landgoed toegewezen aan zijn dochter Sophie of Jeanette Francisca Sophia echtgenote van Louis Beerenbroek, die de goederen op zijn naam kreeg. In 1875 werd het gebouw bij de molen uitgebreid. Het langgevel gebouw bestond uit een watermolen, een woonhuis en een boerderij. Na het overlijden van Louis Beerenbroek in 1884 werd zijn zoon mr. Peter Marie Oscar Hubert erfgenaam. Hij was rechter in Roermond en later president van de Arrondissementsrechtbank in die plaats. Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 1 van 8
Op het einde van de negentiende eeuw werd de watermolen aangedreven door een middenslagrad, dat aan de voet was voorzien van een krop om het water beter op de schoepen te brengen. Het rad had een middellijn van 6,60 m. en een breedte van 0,70m. De Leubeek splitste zich voor de molen, die op de linkeroever lag, in twee takken. In de doorgaande- of afslagtak bevond zich een lossluis, in de molentak bevonden zich naast de maalsluis vier lossluizen in het gebint. Achter de molen verenigden beide takken zich weer. In de jaren 1908 en 1909 werd het complex met landbouwschuren verder uitgebreid en kreeg de molen het latere aanzien van een boerderijmolen. In 1908 werden het houten waterrad en de houten as vervangen door ijzeren constructies. Het nieuwe middenslagrad kreeg een middellijn van 6,68 m. en een breedte van 0,90 m. De houten schoepen hadden een hoogte van 0,56 m. De genoemde P.M.O.H. Beerenbroek stierf ongehuwd in 1916 op het landgoed St. Elisabeth, waar hij sinds 1910 woonde. De molen werd openbaar verkocht. Mathias Geenen was de hoogste bieder en kreeg de watermolen in zijn bezit. Kort voor de bevrijding werd de molen het slachtoffer van oorlogshandelingen. In de avond van 15 november 1944 werd de brug over de beek in de Roggelseweg door de Duitsers met een te zware lading op het landhoofd aan de zijde van de molen opgeblazen. Het gevolg daarvan was, dat ook de watermolen werd vernield. De molen werd niet meer hersteld. In 1951 kwamen de boerderij en de ruïne van de watermolen in bezit van Maria Antonia Idalia Houtappel, gehuwd met de industrieel Joannes Franciscus Alphonsus Maria Wegwissen uit Echt. In 1961 werd de Nederlandse Staat eigenaar, die het landgoed aan Staatsbosbeheer overdroeg. Het stuwrecht werd door het Waterschap Midden-Limburg in 1958 afgekocht. Ruimtelijke context: De ruïne van de St. Elisabethmolen is gelegen in het Leudal, vlak bij het Elisabethklooster waarmee een historische relatie bestaat. De ruïne staat langs de doorgaande weg tussen Haelen en Roggel. Naast de molen is thans een café-restaurant en het Leudalmuseum gevestigd in delen van de voormalige boerderij die tot de molen behoorden. Objectbeschrijving: De ruïne van de St. Elisabethmolen bestaat uit twee bakstenen muren, gemetseld in kruisverband. In de muur die zich aan de zuidzijde bevindt, is nog een segmentboogvormige en een rondboogvormige gevelopening zichtbaar. De gevelmuren waren voorzien van een decoratieve daklijst met platte en overhoekse muizentanden. Verder zijn er nog enkele smeedijzeren muurankers zichtbaar. Aan de linkerzijde van de ruïne bevindt zich de voormalige molenboerderij, die nu in is gebruik als restaurant. Omgeving: Aan de zuidzijde van de ruïne van de St. Elisabethmolen stroomt de Leubeek. De Leubeek, vroeger ook wel Heythuyserbeek genoemd, maakt deel uit van de Tungelroyse Beek. De beek is grotendeels gekanaliseerd en alleen in het Leudal tussen de voormalige St. Elisabethmolen en de Leumolen heeft zij haar oorspronkelijke loop behouden. Bijzondere onderdelen: Het gehele object. Waardestelling: Het object is van belang wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap, cultuurhistorische waarde en meer in het bijzonder vanwege: de historische betekenis in relatie tot de kwaliteit van het ontwerp. het object is markant voor de omgeving. Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 2 van 8
de historisch-ruimtelijke relatie met de directe omgeving waarbij het object deel uit maakt van een gebied waarvan de wegen, verkaveling, bodem- en groenstructuren een oorspronkelijke indruk wekken of veranderingen hebben ondergaan waarbij het oorspronkelijke beeld herkenbaar is gebleven. de betekenis van het object als onderdeel van het historische landgoed St. Elisabeth, waarop zich naast de molen een klooster, molenboerderij en kapel bevonden. de typologische zeldzaamheid in relatie tot de gaafheid van het object. de betekenis voor de plaatselijke geschiedenis als uitdrukking van een sociaaleconomische en geestelijke ontwikkeling. Bescherming: De gehele ruïne en de behouden gebleven constructiedelen van de watermolen en het sluiswerk. Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 3 van 8
Foto s Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 4 van 8
Bron: www.waterradmolens.nl Bron: www.waterradmolens.nl Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 5 van 8
Tekening door Provinciale Waterstaat uit 1858, bron: www.waterradmolens.nl Foto uit 1964 met aan de linkerzijde de voormalige molenboerderij en aan de rechterzijde (achter de brug) het restant van de molen. Het gedeelte tussen de molen en de boerderij werd in 1944 weggeslagen, bron: www.waterradmolens.nl Ansichtkaart uit 1964, bron: www.waterradmolens.nl Ansichtkaart uit 1980, bron: www.waterradmolens.nl Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 6 van 8
Kaart met bescherming luchtfoto Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 7 van 8
Kaart met bescherming Gemeentelijke Monumentenlijst Leudal monumentnr. GM058 Pagina 8 van 8