1 Expertgroep Gasaansluiting Derde inhoudelijke vergadering, 14 juli 2009 Aanwezig: Dhr. Nieuwenhuyse Netbeheer Nederland Dhr. Jobse DNWB Dhr. Franzen DNWB Dhr. Pawiroredjo Stedin Dhr. Sangha Stedin Dhr. Roovers Intergas Dhr. de Kuiper Liander Dhr. Luijten Enexis (mede namens Zebra) Dhr. Schepens Obragas (mede namens NRE en Haarlemmermeer) Dhr. van Vliet Westland Dhr. Odijk (voorzitter) (hierna: EK) Dhr. Gerritsen EK Mw. Kruijtzer EK Dhr. Spee - EK Afgemeld: Dhr. Pittau Rendo Dhr. Egberts Cogas Afwezig: GTS
Agenda 2 Vaststellen notulen vergadering 16 juni Acties uit vergadering 16 juni Stelling: Gasaansluiting grosso modo reguleren als E Voortzetting vergadering 16 juni Planning update (proces na vandaag) Rondvraag Afsluiting Geen opmerkingen.
Notulen 16 juni 3 De EK geeft aan van DNWB, NRE, Obragas en Netbeheer Haarlemmermeer per email opmerkingen te hebben ontvangen over de concept notulen van de vergadering van 16 juni jl. Deze worden verwerkt in de definitieve notulen. Aanvullend merkt Stedin op dat de verwijderingsbijdrage bij Stedin alleen geldt voor tijdelijke aansluitingen (sheet 8).
Acties 16 juni 4 Netbeheer Nederland: Terugkoppelen vergadering netbeheerders 8 juli EK: Aangeven waar aansluitplicht (BoB-2) te vinden is Randnummers 101/163 M.b.t. het eerste actiepunt geeft Netbeheer Nederland aan dat de medewerking aan deze expertgroep geschiedt op grond van de voorbereiding op nieuwe wetgeving en niet op grond van BoB-2. In dit verband vraagt Netbeheer Nederland om in de discussie onderscheid te maken tussen klein- en grootverbruik. M.b.t. het tweede actiepunt geeft de EK aan dat in BoB-2 de grond voor de aansluitplicht te vinden is in randnummers 101 en 163.
5 Opbouw Eenmalige Aansluitvergoeding (EAV) 2.3.2.A Het eenmalige aansluittarief bestaat uit een bedrag dat is opgebouwd uit - een vast bedrag voor de verbreking van het net (...) om een fysieke verbinding van de installatie van een afnemer met dat net tot stand te brengen (de knip), - een vast bedrag voor het installeren van voorzieningen om het net (...) te beveiligen en beveiligd te houden (de beveiliging) en - een vast bedrag voor het tot stand brengen van een verbinding met een maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (de verbinding), - aangevuld met een bedrag per meter voor elke meter meer dan die 25 meter. De Netbeheerders geven aan dat de terminologie aangepast zal moeten worden aan gas. De EK beaamt dit. Stedin doet de suggestie om technici te betrekken bij het vaststellen van de definitie van het begrip aansluiting. De EK geeft aan dat voor zover dit nodig is zij hiervoor ondersteunende expertise hebben ingehuurd, mede in verband met het vaststellen van bepaling in technische codes inzake BoB-2. DNWB merkt op dat het logisch zou zijn om eerst de technische definities af te ronden en pas daarna de tarievencode op te stellen. De EK antwoordt dat beide processen parallel oplopen en afstemmen om besluiten tijdig en zorgvuldig te kunnen nemen. Wanneer zinvol zal een technisch expert van de EK aanschuiven bij de expertgroep. EK vraagt waarom de kosten voor saneren (vervangen) altijd hoger zijn dan voor het aanleggen van een aansluiting. Denkbaar is immers dat een deel van de bestaande aansluiting of de inbedding daarvan in de grond en/of het onroerend goed herbruikbaar is. De netbeheerders geven een aantal redenen waarom saneren altijd duurder is: Bij saneringen is er vaak sprake van bestrating, bij de eerste aanleg vaak niet. Bij sanering moet de bestaande aansluiting worden verwijderd. De eerste aanleg gebeurt meestal in combinatie met elektriciteit, sanering is meestal solo. De netbeheerders geven aan dat de kosten voor saneringen gemiddeld anderhalf keer zo hoog zijn als voor de eerste aanleg. Dit gemiddelde kent een behoorlijke spreiding, zo is in stedelijk gebied deze factor veel hoger. De EK vraagt naar de noodzaak tot het vestigen van een zakelijk recht bij aansluiten. De netbeheerders geven aan dat het vestigen van een zakelijk recht doorgaans in het geheel niet van toepassing is. Het is hooguit van toepassing bij lange aansluitingen die door percelen van derden lopen. De EK vraagt naar de kostendekkingsgraad van de EAV. Een netbeheerder geeft aan dat de EAV bedoeld is om de kosten van het aanleggen te dekken. Een netbeheerder merkt op dat de definitie van kosten niet eenduidig is. Zo worden bijvoorbeeld organisatiekosten niet door alle netbeheerders in de EAV verwerkt.
6 Opbouw Periodieke Aansluitvergoeding (PAV) 2.3.2.B De periodieke vergoeding voor aansluitingen (...) bestaat uit - een bedrag ter dekking van de kosten van het instandhouden van de aansluiting en - voor elke meter meer dan de maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (...) De EK vraagt of de PAV een voorziening bevat voor toekomstige saneringen ( spaarpotje ). Liander en Intergas geven aan een omslagstelsel te hanteren (dwz per jaar worden de tarieven gebaseerd op de in dat jaar voorziene kosten aan de aansluitingen). Stedin geeft aan een spaarpot te hebben opgebouwd. Intergas geeft verder aan dat de hoogte van hun tarieven wel zo stabiel mogelijk wordt gehouden (afvlakking) door het ene jaar iets meer te rekenen dan nodig dat jaar en het andere jaar juist weer iets te weinig. De economische afschrijvingstermijn is volgens Liander gemiddeld over de verschillende componenten van een aansluiting zo n 40, 45 jaar, reeds vanaf het begin van het ontstaan van de eerste aansluitingen. Andere netbeheerders geven aan eenzelfde afschrijvingstermijn te hanteren. Intergas verwacht een saneringsgolf over ongeveer tien jaar, die een hoogtepunt kent over ongeveer vijftien jaar. Op navraag van de EK geven de netbeheerders aan dat slechts een klein percentage (enkele procenten) van de aansluitingen reeds gesaneerd is. Het gros van de aansluitingen moeten dus nog worden gesaneerd in de toekomst. Een netbeheerder geeft aan in het verleden wel eens wat aansluitingen te hebben gesaneerd omdat de materialen niet bleken te deugen.
7 Grotere en tijdelijke aansluitingen 2.3.3.A Voor de volgende aansluitingen: a. aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 10 MVA; b. aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 1 MVA en waarbij de afnemer de netbeheerder heeft verzocht om van de standaardaansluiting af te wijken; c. tijdelijke aansluitingen (...), geldt een aansluittarief dat is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten (...). Voor het berekenen van de tarieven (...) wordt de onderstaande standaardfactuur toegepast. Indien de netbeheerder de aanleg van de aansluiting aanbesteed, dan biedt de netbeheerder de afnemer inzicht in de criteria, de procedure en het resultaat van aanbesteding. De netbeheerders geven aan dat tijdelijke aansluitingen, in tegenstelling tot bij elektriciteit, niet of nauwelijks voorkomen. Intergas geeft aan dat zij het begrip tijdelijke aansluiting niet eens kennen, zij behandelen dat separaat als een aanleg en verwijdering.
8 DNWB brengt Tabel 2.3.3.C van de Tarievencode Elekrticiteit (tabel niet in deze presentatie) ter sprake en stelt voor om een dergelijke tabel ook toe te passen voor gas. De EK geeft aan dat het weglaten van deze tabel uit de presentatie niet per se betekent dat de tabel niet zal worden toegepast bij gas. Enkele netbeheerders geven aan dat de netvlakken (drukniveaus) bij gas complex zijn. De combinaties LD en grootverbruik, en HD en kleinverbruik zijn uitzonderingen. DNWB geeft aan dat bij aansluitingen de keuze wordt gemaakt tussen het aansluiten op LD of HD. De keuze is daarbij afhankelijk van de gevraagde capaciteit en de gewenste leveringsdruk. Tevens geeft DNWB aan dat de kosten van de knip worden bepaald door de diameter van de leiding en het drukniveau van het gastransportnet. Liander stelt voor dat de netbeheerder de vrijheid heeft om zelf te bepalen op welk drukniveau een aansluiting wordt gemaakt.
9 Aansluiting op het net van een andere RNB 2.3.3.B Het aansluittarief voor een aansluiting van een netbeheerder op het net van een andere netbeheerder is gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten met betrekking tot een dergelijke aansluiting. Er ontstaat wat verwarring over de interpretatie van wat het aansluiten op het net van een andere netbeheerder inhoudt: Interpretatie 1: het net van netbeheerder 1 sluit aan op het net van netbeheerder 2 Interpretatie 2: netbeheerder 1 sluit een afnemer aan op het net van netbeheerder 2. T.a.v. interpretatie 1 geeft Intergas aan dat zij niet zijn aangesloten op een net van een andere netbeheerder. Liander geeft aan dat zij ongeveer 10 van dergelijke aansluitingen hebben, die vooral worden gebruikt om het gastransport zeker te stellen in geval van storingen. Enexis geeft aan ook enkele aansluitingen met andere netbeheerders te hebben. T.a.v. interpretatie 2 geven de netbeheerders aan dat op de grensvlakken van de verzorgingsgebieden dit wel eens gebeurt.
10 Uitgebruikname en wijziging aansluiting 2.4.1. Bij het verbreken of aflopen van het aansluitcontract worden de kosten voor het uitgebruik nemen van de aansluiting via een éénmalige bijdrage in rekening gebracht bij de aangeslotene. 2.4.3. Bij wijziging van een aansluiting op verzoek van aangeslotenen geldt een tarief gebaseerd op de voorcalculatorische projectkosten (...) tot een maximum van het aansluittarief dat geldt voor de nieuwe aansluiting (...) plus eventueel de éénmalige bijdrage (...) voor het verwijderen van de oude aansluiting. 2.4.4. Voor het berekenen van de éénmalige bijdrage voor het uitgebruik nemen van de aansluiting (...) en voor het berekenen van de voorcalculatorische projectkosten voor het wijzigen van een aansluiting (...) wordt de wijze, zoals bepaald in artikel 2.3.3.A, toegepast. Liander merkt op dat punt 2.4.3 niet zo dwingend opgeschreven hoeft te worden: deze kostenpost kan namelijk ook in de PAV verwerkt worden of in de EAV als een vooruitbetaalde eenmalige verwijderingsbijdrage. Enexis voegt hieraan toe dat deze kosten soms moeilijk te verhalen zijn (bijvoorbeeld bij sloop van een pand is de eigenaar soms niet meer te benaderen).
11 Restitutieregeling 2.4.5. In het geval dat op een bestaande aansluiting een nieuwe aansluiting wordt gemaakt, zodat een deel van de aansluitkabel in een net verandert, zal de netbeheerder (...) overgaan tot restitutie van een deel van het door de eerstaangeslotene betaalde éénmalige aansluittarief. 2.4.6. De restitutie genoemd in artikel 2.4.5 wordt als volgt berekend. De hoogte van de restitutie wordt bepaald door de lengte van het gemeenschappelijke deel van de voormalige aansluitkabel van de eerstaangeslotene te vermenigvuldigen met het tarief voor de meerlengte van de aansluitkabel dat de eerstaangeslotene destijds betaald heeft. Deze restitutie wordt toegepast bij elke nieuwe aansluiting waarbij weer een deel van de aansluitkabel van de eerstaangeslotene verandert in net. (...) De netbeheerders geven aan dat er geen restitutieregeling bestaat zoals bij elektriciteit.
12 Restitutieregeling 2.4.5. (...) voorwaarden (...): a. de restitutie heeft slechts betrekking op het tarief dat is betaald voor de meerlengte van de verbinding boven de 25 meter; b. de restitutie is van toepassing wanneer de afstand van de nieuwkomer hemelsbreed gemeten naar de aansluitkabel van de eerstaangeslotene korter is dan de afstand gemeten naar het voormalige net. (...); c. De restitutieregeling is niet van toepassing op aansluitingen boven de 10 MVA, tijdelijke aansluitingen, aansluitingen ouder dan 25 jaar en aansluitingen waarvan de aansluitwerkzaamheden zijn uitbesteed aan derden; (...) Zie sheet 11.
13 Standaard elementen per aansluitcapaciteit A.1 Gewenste aansluitcapaciteit tot en met 1*6A op geschakeld net (figuur 1a,b,c) De knip bestaat uit (...). De verbinding bestaat uit (...). De beveiliging (...) De aansluitkast wordt nog toegerekend tot de aansluitdienst van de netbeheerder. De lengte van de verbinding die wordt gehanteerd bij het berekenen van het aansluittarief is de afstand gemeten over het hart van de openbare weg van het overdrachtspunt tot de dichtstbijzijnde laagspanningskabel, die deel uitmaakt van het net van de netbeheerder. Net zo andere aansluitcapaciteiten t/m 10MVA (A.2-6) Inhoudelijk is bijlage A (A1 t.m. A6) niet besproken. De EK merkt op dat het logisch lijkt om soortgelijke definities in de TarievenCode gas op te nemen.
14 A.7 Gewenste aansluitcapaciteit > 10 MVA - Boven 10 MVA bepalen netbeheerders het aansluittarief op basis van de voorcalculatorische projectkosten. - Voor de bepaling van het aansluittarief wordt als uitgangspunt voor de offerte genomen het dichtstbijzijnde punt in het net van de netbeheerder waar voldoende capaciteit beschikbaar is. - De netbeheerder dient mee te werken aan onderzoek dat door de afnemer of in opdracht van de afnemer wordt uitgevoerd ter controle van de plaats in het net waar voldoende capaciteit beschikbaar is. (...) - De netbeheerder dient de standaardelementen van de aansluiting de knip, de verbinding en de beveiliging nader in te vullen in componenten. (...) De EK vraagt op grond van welk punt in het transportnet de EAV bepaald wordt: op grond van waar het fysieke aansluitpunt is aangebracht of op grond van een virtueel aansluitpunt (bijvoorbeeld het dichtstbijzijnde punt van het transportnet)? De netbeheerders geven aan dat het eerste van toepassing is.
15 Straatwerk (...) De definitieve straatwerkkosten op de openbare weg en onroerende zaken van derden (...), dienen gedekt te worden door middel van het standaardtarief. Daarbij dient de netbeheerder in het standaard aansluittarief een gemiddelde op te nemen van de straatwerkkosten. Binnen de onroerende zaak van de aangeslotene valt alleen het openen en dichtvleien van open verharding onder het standaardtarief. Derhalve dient in de aansluittarieven een standaardopslag te worden opgenomen voor (...): - het opnemen, het dichtvleien en definitief terugleggen van alle soorten bestrating op de openbare weg en onroerende zaken van derden die doorkruist worden; - het opnemen en het dichtvleien van open verharding op de onroerende zaak van de aangeslotene. De netbeheerders geven aan dat straatwerk bij gas niet wezenlijk anders wordt behandeld dan bij elektriciteit.
Planning update 16 Proces wijziging TC Gas (plus aanpassing andere codes indien nodig): September (was augustus): ontwerptekst September: bespreking in Klankbordgroep/Klantencontactgroep Oktober: ontwerpbesluit aanpassing TC Gas (start UOV) Januari: ontvangen formele zienswijzen Februari: besluit aanpassing TC Gas Proces GAW-bepaling: September/Oktober: behandeling methode GAW-bepaling in Expertgroep Gasaansluiting Datauitvraag (CODATA): Oktober (was september): CODATA-uitvraag November: ontvangen respons op CODATA-uitvraag Genoemde periodes zijn indicatief Geen opmerkingen.
Rondvraag 17 Geen opmerkingen.
Afsluiting 18 Antwoorden informatieverzoek worden in beginsel niet vertrouwelijk behandeld Mailbox: EK-Gasaansluiting@nmanet.nl Hartelijk dank voor uw bijdrage zover! Geen opmerkingen.