dyslexieprotocol Inhoud 1. Uitgangspunten en doel 2. Wat is dyslexie?



Vergelijkbare documenten
dyslexieprotocol Inhoud 1. Uitgangspunten en doel 2. Wat is dyslexie?

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Dyslexiebeleid Zaanlands Lyceum augustus 2014

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Auteur: Martin Jager

Dyslexieprotocol Cambium College

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

Dyslexieprotocol. Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is dyslexie? 3. Screening 4. Onderzoek 5. Dyslexieverklaring Dyslexieprotocol V1.

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

C. DYSLEXIE Dyslexie kan worden geconstateerd door een externe ter zake deskundige; er is dan een rapport of dyslexieverklaring aanwezig.

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol. Beekdal Lyceum

Protocol vrijstelling/aanpassing van onderwijs Frans/Duits op het Strabrecht College

OSB PROTOCOL DYSLEXIE

Ernstige rekenwiskundeproblemen en dyscalculie

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexie op het Augustinianum

S L O E T S W E G H M H E N G E L O

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Michaël college

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Datum: Auteur: Martin Jager

Dyslexieprotocol. Mollerlyceum. (Laatste bijstelling: 11 december 2014)

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum

Zorgbeleid RML

Ontheffingsregeling Moderne Vreemde Talen (MVT) CSG Reggesteyn. Inleiding

Dyslexiebeleid. Scholengemeenschap Sint Ursula. Locatie Heythuysen Tienderweg EN Heythuysen. Schooljaar

Protocol vrijstelling van onderwijs in één der drie moderne vreemde talen Frans, Duits of Spaans

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch

Wat is dyslexie en wat zijn de gevolgen hiervan voor het volgen van onderwijs?

Hoe begeleiden wij op de Stichtse Vrije School dyslectische leerlingen?

Dyslexieprotocol compenserende en dispenserende maatregelen. Bonhoeffer College, Enschede

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol Veurs Lyceum

Protocol dyslexie en dyscalculie

PROTOCOL. DYSLEXIE en DYSCALCULIE

B06 Dyslexiebeleid Commanderij College

Dyslexieprotocol Zwin College Oostburg

Dyslexiebeleid

Dyslexieprotocol Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW) januari 2016

Protocol dyslexie Chr. College Groevenbeek. 1a. Doel en uitgangspunten van het dyslexiebeleid op Groevenbeek

In de brugklas ziet het signaleringstraject er als volgt uit:

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Poort

S L O E T S W E G H M H E N G E L O

Protocol dyslexie. op het Zwin College

Dyslexieprotocol. Cals College IJsselstein

DYSLEXIEPROTOCOL (wordt op dit moment geupdate!)

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

2 Wettelijke kaders m.b.t. het verlenen van ontheffing voor één der twee moderne vreemde talen Frans of Duits in het tweede leerjaar

UITTREKSEL DYSLEXIEPROTOCOL , VESTIGING KAGERSTRAAT.

S L O E T S W E G H M H E N G E L O

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

DYSLEXIE-protocol mei 2014

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Dyslexieprotocol

Kader dyslexie Clusius College

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Dyslexieprotocol. Inhoudsopgave. Paginanummer. 1 Wat zijn uitgangspunten en doel van het protocol? 2. 2 Wat is dyslexie? 2-3

Ouders van brugklasleerlingen met dyslexie worden in het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een informatieavond Dyslexie op het UC H/V.

Dyslexieprotocol. Taken van de dyslexiecoach

Protocol Dyslexie Pieter Nieuwland College

Dyslexieprotocol Stanislascollege Pijnacker

Dyslexieprotocol Saenstroom opdc

Dyslexiebeleid Oranje Nassau College (locatie Parkdreef)

Gedurende de gehele schoolperiode wordt door de docenten zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de volgende punten:

Dyslexieprotocol Koning Willem ll College

Hoe begeleiden wij op de Stichtse Vrije School dyslectische leerlingen?

Probleem bij: Komt tot uiting bij: Consequentie: Fonetische uitspraak (= een woord uitspreken zoals het klinkt)

Protocol dyslexie Vechtstede College A. Verhulst Remedial Teacher

Protocol dyslexie. De Rietlanden

Kader dyslexie Clusius College vmbo en mbo

PROTOCOL DYSLEXIE OP HET KAJ MUNK COLLEGE. Wat is dyslexie?

Handboek Dyslexie

Informatie over DYSLEXIE EN DYSCALCULIE IJsselcollege, locatie Alkenlaan

Dyslexieprotocol. 1 Wie in het BIG-register staat ingeschreven, valt onder het in de wet BIG geregelde tuchtrecht. De Wet op de

Protocol dyslexie. Dyslexieprotocol Sint-Jan ( )

samenvatting november 2012 Strabrecht College, Geldrop

Dyslexieprotocol Cambium College

minimaal een half jaar lang een aangepast programma is gevolgd.

Protocol dyslexie Chr. College Groevenbeek 1a. Doel en uitgangspunten van het dyslexiebeleid op Groevenbeek 1b. Aansluiting bij de basisschool

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

Dyslexie boekje. W. de Vries Robbéweg AK Gorinchem Dyslexie

Protocol Dyslexie Gerrit Rietveld College. oktober 2012

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

DYSLEXIE PROTOCOL

Titus Brandsmalyceum Oss Molenstraat GD Oss tel Dyslexieprotocol Dyslexieprotocol september 2017 pagina 1 van 12

DYSLEXIEBELEID OP BEUKENRODE ONDERWIJS

Dyslexieprotocol JenaXL

@ DYSLEXIEBELEID KALSBEEK COLLEGE LOCATIE SCHILDERSPARK. Februari 2014

Dyslexieprotocol

Protocol Dyslexie Scala College AA P N OO T M I S. Dyslexieprotocol MR ingestemd op

Het dyslexiebeleid van het Wolfert Lyceum is vastgesteld door het MT in overleg met de dyslexiecoach.

Dyslexie. op het. : Isendoorn College

ALGEMEEN. Dyslexieprotocol

Hoe begeleiden wij op de Stichtse Vrije School dyslectische leerlingen?

De verschillende routes worden hieronder nader omschreven en in een schema uiteengezet.

Dyslexieprotocol. Het dyslexiebeleid van het Wolfert Lyceum is vastgesteld door het MT in overleg met de dyslexiecoach.

Het dyslexiebeleid van de Stichting Markland College

Dyslexiebeleid Rijnlands Lyceum Sassenheim. 1. Visie 2. Signalering 3. Begeleiding 4. Organisatie 5. Evaluatie 6. Sterkte-Zwakte analyse 7.

Dyslexiebeleid

1. Wat is dyslexie? Hoe wordt dyslexie vastgesteld? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de leerling Wat kan de school doen?

Transcriptie:

dyslexieprotocol Inhoud 1. Uitgangspunten en doel 1 2. Wat is dyslexie? 1 3. Screening en individueel lees- en spellingsonderzoek 2 4. De diagnose 3 5. Geldigheid van het onderzoeksverslag en de dyslexieverklaring 4 6. Dyslexie in de praktijk 4 7. Compenserende en dispenserende faciliteiten 5 8. Regelgeving met betrekking tot het examen 6 9. Gebruik laptop en voorleessoftware 7 10. Dyslexie en mogelijkheden tot ontheffing op de Pierson 8 11.Een tweede boekenpakket 10 1. Uitgangspunten en doel Het ds Pierson College werkt aan zorg en begeleiding vanuit een in het verleden ingezette lijn, in het besef dat de ontwikkeling en groei van onderwijszorg een continu proces is. Het ds. Pierson College heeft een pedagogisch klimaat waarin verschillen tussen leerlingen op het gebied van tempo, leerstijl, talenten beperkingen gerespecteerd en geaccepteerd worden. Iedere leerling mag hier tot zijn recht komen. Bovenstaande geldt dus ook voor de leerlingen met dyslexie voor wie dit protocol is opgesteld om hen in de gelegenheid te stellen op hun eigen niveau met hun beperking zo goed mogelijk te kunnen presteren. Ook zij moeten kunnen werken op het niveau dat het beste bij hun cognitieve capaciteiten past. Dyslexiebeleid maakt deel uit van de totale leerlingenzorg zoals die omschreven is in het zorgplan. Het beleid is bedoeld voor die leerlingen bij wie na onderzoek officieel dyslexie is vastgesteld en die een onderzoeksverslag en een daarop gebaseerde geldige dyslexieverklaring kunnen overleggen. Deze verklaring blijft de gehele schoolperiode geldig, dus t/m het eindexamen. Voor het eindexamen gelden de wettelijke regels. 2. Wat is dyslexie? Dyslexie betekent letterlijk: niet kunnen lezen. Bij dyslexie gaat lezen, spellen en soms ook schrijven, gezien de leeftijd, het onderwijsniveau en de intelligentie, veel te moeizaam. Er is alleen sprake van dyslexie als er geen andere oorzaken zijn die de lees- en/of spellingsproblemen kunnen verklaren. Bij dyslexie kunnen zowel lees- als spellingsproblemen voorkomen, maar deze komen ook los van elkaar voor. Officieel wordt dyslexie in Nederland aangeduid als: "Een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau." Hardnekkigheid is een belangrijk kenmerk van dyslexie, niet alleen bij het leren lezen en spellen, maar ook bij het snel en vlot kunnen lezen. Hardnekkigheid betekent dat het probleem ondanks een periode van intensieve hulp blijft bestaan De precieze oorzaak van dyslexie is niet duidelijk; wel is bekend dat het een stoornis in de hersenen is. 1

Problemen bij het lezen De (technische) leesproblemen van kinderen met dyslexie vallen vooral op bij hardop lezen en hebben consequenties voor alle vakken waarbij een beroep wordt gedaan op functioneel lezen en schrijven. Sommige kinderen hebben een traag leestempo en/of lezen de woorden spellend. Andere kinderen hebben een hoog leestempo, maar maken daarbij veel fouten door te raden. Er kan ook sprake zijn van een combinatie van beide. Dyslexie kan het begrijpend lezen belemmeren. Dit is het geval als het technisch lezen onevenredig veel aandacht en energie vraagt. Problemen bij de spelling Kinderen met dyslexie maken gedurende lange tijd veel spellingsfouten en hebben, om dat te voorkomen, veel steun nodig van spellingsregels. Omdat dyslexie zich ook kenmerkt door informatieverwerkingsproblemen kunnen er ook gevolgen zijn voor bijvoorbeeld het aanleren van woorden in een vreemde taal, het onthouden van telefoonnummers en het inprenten van woorden. Een leerling met dyslexie heeft veel moeite om bovenstaande te automatiseren (de informatie zal hierdoor heel vaak herhaald moeten worden voordat het opgenomen is in het geheugen). Problemen bij het schrijven Kinderen met dyslexie schrijven vaak onleesbaar en maken veel doorhalingen. Dit bemoeilijkt hun soms toch al zwakke informatieverwerking. Bij leerlingen die wel leesbaar schrijven, valt het trage schrijftempo op. 3. Screening en individueel lees- en spellingsonderzoek Dyslexie wordt meestal vastgesteld in het basisonderwijs, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Door veel compensatiemogelijkheden (o.a. intelligentie, verbaal leervermogen, doorzettingsvermogen) kunnen kinderen met dyslexie het basisonderwijs doorkomen zonder op te vallen. Bij 25% van de leerlingen met dyslexie komt de leerstoornis pas in het voortgezet onderwijs aan het licht. Op het ds. Pierson college hebben we verschillende manieren om te signaleren of er sprake kan zijn van dyslexie. In deze paragraaf worden deze omschreven. Signalering en begeleiding in de brugklas Dossieranalyse start schooljaar en observatie vakdocenten Aan de start van het schooljaar worden de toetsresultaten en de informatie vanuit de overdracht met de basisschool van alle brugklassers bekeken. Wanneer een leerling beneden het te verwachte niveau voor het geplaatste onderwijsniveau scoort en/of wanneer de basisschool in de overdracht zorgen aangeeft op het gebied van taal, krijgt de leerling een aandachtspunt technisch lezen of spelling mee in een informatieoverzicht van de klas. De vakdocenten zullen deze leerlingen extra observeren in de les. Tevens krijgen deze leerlingen rond de herfstvakantie een brief mee naar huis met daarin een aanbod voor studiebegeleiding. Leerlingen kunnen zich dan zelf inschrijven voor de eerste periode studiebegeleiding. Studiebegeleiding Voor de TH- en HA-leerlingen die meer begeleiding nodig hebben dan in de les geboden kan worden, is er studiebegeleiding op school. Leerlingen uit de TH- of HA-klassen die bij de start van het schooljaar al in het bezit zijn van een dyslexieverklaring worden gedurende een aantal weken begeleid tijdens de lessen studiebegeleiding dyslexie (verplicht). Tijdens deze lessen leren de leerlingen onder begeleiding van een vakdocent Nederlands met hun dyslexie omgaan en worden zij vertrouwd gemaakt met de faciliteitenkaart (rechten en plichten). Leerlingen uit de A-klassen krijgen deze begeleiding van een pedagogisch medewerker van het opvanglokaal op een ander moment in het jaar. Verder is er op gebied van taal o.a. studiebegeleiding spelling. Tijdens de studiebegeleiding is een vakdocent Nederlands aanwezig. De begeleiding duurt in beide gevallen ongeveer 6 à 7 weken (en kan soms twee periodes van 6-7 weken in beslag nemen). 2

Individueel lees- en spellingsonderzoek Als blijkt dat de spelling onvoldoende verbetert door de studiebegeleiding kan besloten worden verder individueel lees- en spellingsonderzoek door school uit te voeren om te kijken of er aanwijzingen zijn voor dyslexie. Het individuele screeningsonderzoek kan eveneens worden gestart op basis van zorgen van de vakdocenten en/of de mentor, of op basis van zorgen vanuit het dossier van de basisschool. Op basis van de uitslag hiervan kan advies gegeven worden voor verder onderzoek extern. Belangrijk om te weten: alleen via een extern psychodiagnostisch onderzoek kan worden vastgesteld of een kind dyslexie heeft. De school neemt dit onderzoek niet zelf af. Wel kan ze ouders behulpzaam zijn bij het vinden van een psycholoog of een bureau dat het onderzoek af kan nemen. Wanneer er dyslexie wordt vastgesteld krijgt de leerling begeleiding vanuit het opvanglokaal (studiebegeleiding dyslexie). Tijdens een individueel gesprek en een aantal groepsbijeenkomsten leren de leerlingen onder begeleiding van een pedagogisch medewerker met hun dyslexie omgaan en worden zij vertrouwd gemaakt met de faciliteitenkaart (rechten en plichten). Signalering en begeleiding in leerjaar 2 en hoger In uitzonderlijke gevallen wordt dyslexie pas later zichtbaar. De leerling heeft dan al die tijd zijn lees- en spellingproblemen weten te compenseren. Procedure bij vermoedens van dyslexie Wanneer een vakdocent een leerling opvallende spellingsfouten ziet maken en/of merkt dat de leerling veel extra tijd nodig heeft bij lezen en/of bij het maken van toetsen dan is de werkwijze als volgt: De vakdocent neemt contact op met de mentor De mentor bespreekt de leerling met afdelingsleider en de leerling wordt vervolgens besproken in een CLB (Consultatieve Leerling Bespreking) waarin schoolpsycholoog, mentor en zorgcoördinator op basis van gegevens advies uitbrengen. De mentor verzamelt informatie van diverse vakdocenten Indien er voldoende aanwijzingen zijn voor individueel lees- en spellingsonderzoek zal de schoolpsycholoog dit samen met de pedagogisch medewerker van de Lift uitvoeren. Op basis van de uitslag hiervan kan advies gegeven worden voor verder onderzoek extern. Belangrijk om te weten: alleen via een extern psychodiagnostisch onderzoek kan worden vastgesteld of een kind dyslexie heeft. De school neemt dit onderzoek niet zelf af. Wel kan ze ouders behulpzaam zijn bij het vinden van een psycholoog of een bureau dat het onderzoek af kan nemen. Begeleiding Leerlingen waarbij gedurende de schoolloopbaan een diagnose dyslexie wordt gesteld, krijgen begeleiding vanuit het opvanglokaal (studiebegeleiding dyslexie). Tijdens een individueel gesprek en een aantal groepsbijeenkomsten leren de leerlingen onder begeleiding van een pedagogisch medewerker met hun dyslexie omgaan en worden zij vertrouwd gemaakt met de faciliteitenkaart (rechten en plichten). 4. De diagnose Wie stelt de diagnose? De diagnose wordt gesteld door een deskundige, een klinisch (kinder- of jeugd)psycholoog of orthopedagoog met een erkende bekwaamheidsregistratie in de psychodiagnostiek, minimaal op het niveau van de BIG-registratie gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog) of vergelijkbaar. In alle gevallen hoort bij de diagnose een plan van aanpak om de negatieve gevolgen die de leerling van zijn dyslexie ondervindt zo veel mogelijk te beperken. Er is vaak een lange en intensieve, individuele behandeling op maat nodig. Als de diagnose dyslexie is gesteld, kan een dyslexieverklaring worden afgegeven. Wanneer wordt een diagnose gesteld? 3

Voordat een diagnose dyslexie gesteld kan worden, moet duidelijk zijn dat er sprake is van een achterstand in vergelijking met leerlingen die even oud zijn en evenveel onderwijs hebben gevolgd (criterium van achterstand). Daarnaast moet de achterstand hardnekkig zijn (criterium van didactische resistentie). Dat wil zeggen dat de leesen/of spellingsproblemen niet verminderen ondanks planmatige, systematische en taakgerichte hulp door de leerkracht of een deskundige, zoals een remedial teacher, de intern begeleider of een gespecialiseerde logopedist. Voor leerlingen in het VO hoeft het niet noodzakelijk te zijn om remedial teaching in te zetten voordat een diagnose gesteld kan worden. De psycholoog of orthopedagoog die het onderzoek uitvoert, moet per geval bepalen (op basis van alle onderzoeksgegevens) of er wel of niet nog behandeld moet worden alvorens de diagnose gesteld kan worden. In gevallen waar twijfel is met betrekking tot de diagnose (bijvoorbeeld bij voornamelijk spellingproblemen en niet of nauwelijks leesproblemen) kan een periode van intensieve hulp - en dan hebben we het over een aantal malen per week gedurende 15 tot 20 weken - die twijfel wegnemen. 5. Geldigheid van het onderzoeksverslag en de dyslexieverklaring Een onderzoeksverslag is maximaal twee jaar geldig. De dyslexieverklaring heeft een onbeperkte geldigheidsduur. Wel moet de dyslexieverklaring worden opgesteld binnen twee jaar na het psychodiagnostisch onderzoek waarop de verklaring zich baseert. De verklaring beschrijft expliciet welke belemmeringen de leerling ondervindt bij het volgen van onderwijs of bij het functioneren in de samenleving. De dyslexieverklaring geeft zo concreet mogelijk aan welke maatregelen, faciliteiten, materialen, begeleidings- en behandelvormen voor de leerling met dyslexie noodzakelijk zijn. In het voortgezet onderwijs is een dyslexieverklaring een voorwaarde voor het verstrekken van extra faciliteiten. Een kopie van het onderzoeksverslag en van de dyslexieverklaring moeten worden ingeleverd bij de schoolpsycholoog die vervolgens een faciliteitenkaart voor de leerling zal maken waarop de aan hem toegestane faciliteiten aangevinkt zullen zijn. De leerling moet de faciliteitenkaart gedurende zijn hele schoolloopbaan bewaren. Het verslag en de verklaring worden bewaard in het vertrouwelijke leerlingdossier bij de schoolpsycholoog. 6. Dyslexie in de praktijk Als een kind te horen krijgt dat het dyslexie heeft, kan dat een grote impact hebben. Tegelijkertijd kan het een opluchting zijn te horen waarom hij/zij altijd zoveel fouten in de spelling gemaakt heeft en/of moeite heeft met lezen. Deze leerlingen zullen in het Voortgezet Onderwijs zeker hinder ondervinden van hun handicap bij de verschillende vakken. In de eerste plaats natuurlijk bij de talen, maar, afhankelijk van de aard van de dyslexie, vaak ook bij de zaakvakken. Leerlingen kunnen door de problemen die ze ondervinden onzeker worden, twijfelen aan hun capaciteiten en/of gedemotiveerd raken. In de studiebegeleidingslessen en bij de talen zal hier zeker aandacht aan worden besteed. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen met dyslexie vaak een negatief zelfbeeld hebben of een lage zelfwaardering en dit heeft vaak weer invloed op de leerresultaten. Vertrouwen hebben in de mogelijkheden van een leerling en begrip hebben voor zijn handicap zijn daarbij van groot belang. Faciliteiten en ondersteuning op school kunnen daarentegen een positieve invloed hebben op de psychosociale ontwikkeling. Naast het recht op faciliteiten heeft een leerling met dyslexie ook plichten: dyslexie hebben betekent meestal dat de leerling harder moet werken om goede resultaten te behalen, en vooral: vaker herhalen, lesstof in kleine stukjes hakken en heel veel oefenen. Extra inzet is van groot belang, ongeacht het niveau van de leerling. Ouders kunnen hun kind hierin extra stimuleren en motiveren. Problemen op school vertalen zich vaak naar gedragsproblemen thuis.het is dan ook van belang dat ouders hun kind ondersteunen en leren omgaan met de consequenties van de dyslexie en hem helpen het probleem te aanvaarden. Verder is het kind vaak enorm geholpen met het voorlezen van lange stukken tekst, of het overhoren van woordjes. Er zijn diverse goede ICThulpmiddelen ter ondersteuning van het leren te verkrijgen. Ook zijn er verschillende websites die het leren van woordjes kunnen vergemakkelijken. 4

7. Compenserende en dispenserende faciliteiten Voor een leerling met dyslexie zijn verschillende compenserende en dispenserende faciliteiten mogelijk. Deze kunnen betrekking hebben op het gebied van lezen, schrijven, toetsen en beoordeling. Op basis van het dossier van een leerling en waar nodig aanvullende informatie (mentor / leerling / ouders) zal de schoolpsycholoog faciliteiten toekennen. Voor een aantal faciliteiten is specifieke toestemming van de directie noodzakelijk. Voor alle vakken geldt: Lettergrootte proefwerken en overhoringen worden getypt aangeleverd. Uit onderzoek blijkt dat bij lettergrootte 12 en lettertype Arial een vergroting niet noodzakelijk is. Vergrotingen zijn alleen relevant bij kleiner lettertype en wanneer er teksten (of tabellen) uit boeken zijn overgenomen (met kleiner lettertype. In een enkel geval heeft een leerling recht op digitale aanlevering (via een USB stick, nooit via de mail) van een proefwerk: dit staat dan op de faciliteitenkaart aangegeven. N.B. Alle examens worden vanaf 2013 standaard in dit lettertype aangeleverd en vergrotingen zijn vanaf dan niet meer toegestaan. Vermindering van opdrachten tijdens een toets Leerlingen met dyslexie hebben recht op extra tijd, maar in de praktijk is dit in reguliere lessen moeilijk haalbaar. Dit kan alleen als de toets niet langer duurt dan 30-35 minuten. De dyslectische leerling kan dan nog 10 minuten langer doorwerken. Vermindering van het aantal opdrachten is een betere optie. In een proefwerk worden vragen/opdrachten weggelaten tot een maximum van 25% van de toetstijd. Zijn beide opties niet mogelijk dan krijgt een leerling met dyslexie tijdsverlening tot een maximum van 25% van de toetstijd. Extra tijd bij toetsen in de schakelweek In de schakelweek maken leerlingen met dyslexie de volledige toets en krijgen hierbij maximaal 25 % verlenging van de tijd (met een maximum van 30 minuten). Spelfouten bij toetsen die niet gericht zijn op spelling kunnen fouten in de spelling wel gemarkeerd worden, maar ze mogen niet gerekend worden. Markeren in proefwerken de leerling mag gebruik maken van een markeerstift in proefwerken en s.o. s. Mondelinge overhoring in de les geef een leerling voldoende bedenktijd bij een mondelinge overhoring. Huiswerk de leerling mag altijd huiswerk getypt inleveren. Daisyspeler tijdens de lessen mag de leerling gebruik maken van een Daisy-speler. Op een Daisyspeler worden boeken door een echte stem voorgelezen. Met (gratis) te downloaden AMIS software kunnen Daisy bestanden gelezen worden. Ouders zijn verantwoordelijk voor de aanschaf en het onderhoud van de Daisy-speler. Toetsen mee naar huis op verzoek van ouders of remedial teachers worden gemaakte toetsen (zowel opdrachten als antwoordbladen) in een gesloten enveloppe mee naar huis gegeven. Het materiaal moet nadien weer in een gesloten enveloppe terug worden bezorgd bij de docent. Voor alle talen geldt: Aangepaste normering m.b.t. de spelling. Hiervoor geldt het volgende: Niet meegerekend worden: o spelfouten bij luisterwoorden (het woord wordt fonetisch geschreven) o spelfouten bij inprentwoorden (woorden waar geen spellingregel voor bestaat) o herhalingsfouten (een fout wordt slechts eenmaal fout gerekend) o letters verwisselen/omkeren Wel meegerekend worden: o fouten tegen de betekenis o fouten tegen grammaticale regels 5

o fouten bij werkwoordspelling Regelkaarten In uitzonderingsgevallen (bij leerlingen met ernstige geheugenproblemen) mag gewerkt worden met een regelkaart (een kaart met spellingsregels). Deze kaart mag dan gebruikt worden bij het maakwerk en bij toetsen. De schoolpsycholoog beoordeelt of het inzetten van een regelkaart noodzakelijk is. Zowel de vakdocent als de pedagogisch medewerker van de Lift hebben een rol bij het opstellen en gebruiken van de regelkaart. Luistertoetsen mogen in eigen tempo gemaakt worden (langere pauzes tussen de vragen). Dit gebeurt veelal in overleg en op momenten buiten de les. Extra mondelinge overhoringen (bij de vreemde talen) Onder bepaalde voorwaarden kun je aanspraak maken op een mondelinge herkansing van een eerder schriftelijk gemaakt werk Je moet dan bv wel actief meegedaan hebben in de les, naar de steunles zijn geweest, samen met je docent een foutenanalyse hebben gemaakt en op basis daarvan extra hebben geoefend Een onvoldoende moet ook te wijten zijn aan dyslexie en niet aan het niet goed bestudeerd hebben van de lesstof. De docent neemt hierin de beslissing. Het gemiddelde cijfer van de mondelinge en de schriftelijke toets telt mee. Boekenlijst: in overleg met de docent wordt de te lezen boekenlijst samengesteld. Deze kan afwijken van de officiële boekenlijst. 8. Regelgeving met betrekking tot het examen Op grond van artikel 55 mag de directeur bepalen óf een leerling aangepast examen mag doen en op welke wijze. Aanpassingen gelden zowel voor de schoolexamens als het centraal examen en moeten door de school gemeld worden aan de inspectie. Leerlingen met dyslexie hebben standaard recht op verlenging van de examentijd met 30 minuten. Vergrotingen van teksten zijn niet meer toegestaan vanaf 2013: de examens worden standaard aangeleverd in Arial.12. Spelfouten voor Nederlands tellen ook mee bij leerlingen met dyslexie en zij mogen geen gebruik maken van een digitaal woordenboek. Andere aanpassingen en hulpmiddelen zijn alleen mogelijk, als deze vermeld staan in het deskundigenrapport dat bij de dyslexieverklaring hoort. Ook moet de leerling op school al geruime tijd met de hulpmiddelen hebben gewerkt. Concreet betekent dit dat een leerling in het jaar voorafgaand van het eindexamen al met de hulpmiddelen gewerkt moet hebben. Referentiekader Nederlands Vanaf het schooljaar 2014/2015 worden de examens afgestemd op de referentieniveaus Nederlandse taal. (2F voor vmbo, 3F voor havo en 4F voor vwo) Met de referentieniveaus wil de minister bereiken dat leerlingen in een doorlopende leerlijn beter gaan presteren op het gebied van taal en rekenen. De referentieniveaus taal worden verwerkt in de huidige centrale examens Nederlands. Vanaf schooljaar 2013-2014 moet voor Nederlands ten minste een 5 worden gehaald. Voor de papieren examens, waaronder de examens Nederlands, gold en blijft gelden wat voor alle centrale examens in het VO van toepassing is: voor dyslectische kandidaten zijn auditieve voorzieningen beschikbaar in de vorm van ingesproken tekst (Daisy-cd) en spraaksynthese. (AMIS in het eerste tijdvak en Claroread voor andere vakken dan Nederlands en Engels in het tweede tijdvak. Nederlands en Engels worden in het tweede tijdvak wel op Daisy aangeleverd, andere vakken niet). De examens worden vanaf 2013 geleverd in een lettergrootte die voor dyslectische kandidaten voldoende is (punt 12). 6

9. Gebruik laptop en voorleessoftware Een leerling die met een laptop wil werken moet hiervoor toestemming hebben van het zorgteam in overleg met afdelingsleider (ouders dienen een met redenen omklede aanvraag in bij het zorgteam). Redenen voor het aanvragen kunnen zijn: Schrijfmotorische problematiek. Dyslexie, in het bijzonder spellingsproblemen of indien voorleessoftware noodzakelijk is. Problemen in de informatieverwerking en/of tempoproblemen. De laptop kan gebruikt worden voor: maken van huiswerk en opdrachten. maken van toetsen. het bijhouden van een agenda. Bij een positieve beslissing ondertekenen ouders, leerling en de zorgcoördinator een laptopcontract met de regels en afspraken m.b.t. gebruik. Zodra dit ondertekende contract bij de zorgcoördinator wordt ingeleverd krijgt de leerling van zijn of haar mentor een faciliteitenkaart (de schoolpsycholoog maakt deze aan). Bij misbruik wordt de faciliteit ingetrokken. Misbruik kan alleen geconstateerd worden als docenten controleren. De docent zal dus tijdens een toets zicht moeten hebben op het beeldscherm van de leerling. Bovendien is het verstandig om te kijken of de toets, behalve op de USB, niet ook op de harde schijf is opgeslagen. Dit geldt met name als de docent zelf de opgaven op een USB aanlevert. Het versturen van een toets via de mail is niet toegestaan! Regels en afspraken laptopgebruik algemeen 1. De leerling moet toestemming hebben om gebruik te mogen maken van een laptop. Als er toestemming is, heeft de leerling een faciliteitenkaart waarin laptopgebruik is opgenomen. 2. De leerling is verantwoordelijk voor aankoop, onderhoud, verlies of vermissing van de laptop alsmede voor het gebruik van legale software. 3. De laptop is een stand-alone systeem. 4. De laptop wordt alleen tijdens de les in een lokaal gebruikt. 5. De laptop mag in de les uitsluitend gebruikt worden voor studie. De leerling mag niet van Internet gebruik maken. 6. Een docent (of ander personeelslid van de school) heeft altijd het recht op inzage in de bestanden van de laptop en kan de toetsomgeving hierop inspecteren. 7. Indien er twijfel is over het gebruik, beslist de docent in eerste instantie. Het besluit is herroepbaar door een afdelingsleider. 8. Bij misbruik wordt de faciliteit onmiddellijk ingetrokken. De docent die misbruik constateert meldt dit bij de afdelingsleider. 9. Voor leerlingen met dyslexie geldt: bij gebruik van de laptop bij toetsen van talen mag de spellingscorrector gebruikt worden, tenzij dit door de docent bij bepaalde toetsen nadrukkelijk verboden wordt. Er gelden aanvullende regels en afspraken voor het laptopgebruik bij toetsen. Deze regels zijn voor de onderbouw anders dan voor de bovenbouw. Vandaar de volgende onderverdeling: 7

Aanvullende regels en afspraken voor laptopgebruik bij toetsen voor leerlingen in de onderbouw 10. De leerling is verantwoordelijk voor de aanschaf van een aantal USB-sticks om hier de proefwerken en s.o. s op in te leveren. 11. Bij toetsen dient de docent er op te letten dat er géén inkijk op het scherm door andere leerlingen plaats kan vinden. Aanbevolen wordt een plaats in de klas waarbij de kans hierop minimaal is. 12. De docent levert proefwerken en s.o. s op papier of op USB aan (niet via de mail!) 13. De leerling slaat de toetsopdrachten op een lege USB stick op en levert deze bij de docent in. 14. De docent print de antwoorden uit, maakt de USB stick leeg en geeft deze weer terug aan de leerling. 15. Tijdens de toets (s.o., proefwerk e.d.) mag de leerling geen toegang hebben tot andere bestanden op de laptop of tot internet. Aanvullende regels en afspraken voor laptopgebruik bij toetsen voor leerlingen in de bovenbouw (vmbo 3 & 4, havo 4 & 5, vwo 4-5-6) 10. Bij toetsen dient de docent er op te letten dat er géén inkijk op het scherm door andere leerlingen plaats kan vinden. Aanbevolen wordt een plaats in de klas waarbij de kans hierop minimaal is. 11. De leerling maakt PTA's zo mogelijk op een door de school ter beschikking gestelde laptop en USBstick. Andere toetsen worden op de eigen laptop en op een eigen USB-stick gemaakt. 12. De leerling levert de PTA's op een door de school ter beschikking gestelde USB- stick in. Andere toetsen worden op de eigen laptop en op een eigen USB-stick gemaakt. 13. De docent print de antwoorden van de toets/pta uit en maakt de USB stick leeg. 14. Tijdens een toets/pta mag de leerling geen toegang hebben tot andere bestanden op de laptop of tot Internet. Regels en afspraken voor gebruik van voorleessoftware Naast bovenstaande afspraken gelden voor het gebruik van voorleessoftware een aantal andere of aangepaste regels. Voor het gebruik van voorleessoftware zoals Claroread, Sprint Plus of Kurzweil wordt door ouders een gemotiveerd verzoek ingediend bij de directie. Bij een positieve beslissing gelden de volgende afspraken: De ouders kopen en betalen zelf de licentie van de software. Bij het gebruik van voorleessoftware verdient het de voorkeur dat de docent zelf een USB aanlevert met de toets er op, zodat de leerling meteen aan het werk kan. Na afloop van de toets wordt de USB-stick meteen aan de docent geretourneerd. Het is streng verboden bestanden (i.c. de toets) op te slaan op de laptop. 10. Dyslexie en mogelijkheden tot ontheffing op de Pierson Vmbo klas 2 De ouders van een vmbo-leerling met dyslexie kunnen ontheffing aanvragen (artikel 11d sub 1 W.V.O.) voor de vakken Frans of Duits bij de commissie van advies*. De commissie zal de directie positief adviseren als de leerling een dyslexieverklaring heeft én de schoolpsycholoog op basis van de onderzoeksgegevens concludeert dat Fa en/of Du een belemmering vormt/vormen voor het behalen van een vmbo-diploma én de leerling minstens een half schooljaar serieus met de taal is bezig geweest én/of een half jaar RT heeft gehad én de taaldocent geen perspectief ziet in het succesvol volgen van de taal. Als er sprake is van ontheffing zal de leerling een vervangend talig programma moeten oppakken, zodanig dat de leerling voldoet aan de voorgeschreven hoeveelheid onderwijsuren per week. De leerling kan na vmbo-t in principe ** doorstromen naar de havo, met dien verstande dat het profiel CM is uitgesloten. Doorstroming naar de profielen EM, NT en NG is wel mogelijk. 8

Vmbo klas 3 De ouders van een vmbo-leerling met dylexie kunnen ontheffing aanvragen (artikel 11d sub 1 W.V.O.) voor de vakken Frans en/of Duits bij de commissie van advies*. De commissie zal de directie positief adviseren als de leerling een dyslexieverklaring heeft én de orthopedagoog op basis van de onderzoeksgegevens concludeert dat Fa en/of Du een belemmering vormt/vormen voor het behalen van een vmbo-diploma én de leerling minstens een half schooljaar serieus met de taal is bezig geweest én/of een half jaar RT heeft gehad én de taaldocent geen perspectief ziet in het succesvol volgen van de taal Als er sprake is van ontheffing zal de leerling een vervangend talig programma moeten oppakken, zodanig dat de leerling voldoet aan de voorgeschreven hoeveelheid onderwijsuren per week. De leerling kan na vmbo-t in principe ** doorstromen naar de havo, met dien verstande dat het profiel CM is uitgesloten. Doorstroming naar de profielen EM, NT en NG is wel mogelijk. Havo en vwo (klas 1, 2 en 3) Leerlingen met dyslexie hebben in klas 1, 2 en 3 van de havo of het vwo officieel geen enkel wettelijk recht om ontheffing voor Frans of Duits aan te vragen. Desondanks is er de mogelijkheid voor de school om bij zeer ernstige vormen van dyslexie de leerling enige verlichting te geven voor Frans óf Duits. De commissie van advies* zal de directie positief adviseren als de leerling een dyslexieverklaring heeft én de orthopedagoog op basis van de onderzoeksgegevens concludeert dat Fa of Du een belemmering vormt voor het behalen van een havo- of vwo-diploma én de leerling minstens een half schooljaar serieus met de taal is bezig geweest én/of een half jaar RT heeft gehad én de taaldocent geen perspectief ziet in het succesvol volgen van de taal Bij een positief advies wordt er in beginsel voor gekozen de leerling wel te laten participeren in de lessen van het vak Frans of Duits. De leerling zal hierin ook zijn/haar inzet moeten tonen. Wel is mogelijk om de leerling op maat alternatieve opdrachten te verstrekken en/of andere normen toe te passen. E.e.a. wordt besproken met docent, leerling en ouders en zodanig vastgelegd, dat ook in een vervolgjaar hierop doorgegaan kan worden. Havo-Tweede Fase (klas 4 en 5) Voor de havo bovenbouw zijn er geen mogelijkheden voor ontheffing omdat leerlingen kunnen kiezen voor profielen met één moderne vreemde taal. In de profielen EM, NG en NT kan volstaan worden met alleen het (verplichte) vak Engels. Vwo-Tweede Fase (klas 4, 5 en 6) In principe volgt elke vwo-leerling een 2e MVT. Bij hoge uitzondering kan de school besluiten gebruik te maken van onderstaande regeling, gebaseerd op de ontheffingsregeling in artikel 26e van het inrichtingsbesluit WVO. In de volgende gevallen kan vrijstelling worden verleend: 1. De leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op het leren van een taal (o.a. dyslexie) of een zintuiglijke stoornis met een effect op het leren van de taal (o.a. slechtziend). Hierbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Er is op school hierover een verklaring van een orthopedagoog/psycholoog met BIG-registratie aanwezig. de problemen zijn dusdanig groot dat de leerling niet het diploma zal kunnen halen dat bij zijn verstandelijke vermogens past. er is (in het verleden) hulp geweest van de RT-er en/of de vakdocenten. de leerling heeft zich op school en thuis optimaal ingezet door compenserend te werken. 9

2. De leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse of de Friese taal en heeft voorheen onderwijs buiten Nederland in een andere taal gevolgd. 3. De leerling volgt onderwijs in het profiel Natuur en Techniek of het profiel Natuur en Gezondheid en het onderwijs in de tweede moderne taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. Hierbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: er is (in het verleden) hulp geweest van de RT-er en/of de vakdocenten. Uit rapportages van voorgaande jaren blijkt dat talen een belemmering vormen. de leerling heeft zich op school en thuis optimaal ingezet voor de talen. Als er sprake is van ontheffing zal de leerling een vervangend vak moeten kiezen, zodanig dat de leerling voldoet aan de voorgeschreven hoeveelheid onderwijsuren per week De aanvraag voor ontheffing wordt schriftelijk ingediend bij het bevoegd gezag, i.c. de rector mw. A. van Bommel. Deze aanvraag dient binnen te zijn vóór 1 maart van het jaar dat de leerling naar de 2e fase gaat. Na de rapportvergadering van maart kan de commissie* haar advies geven en zal het besluit van het bevoegd gezag schriftelijk aan de ouders worden teruggegeven. * de commissie van advies wordt gevormd door de zorgcoördinator, de afdelingsleider, de schoolpsycholoog, de decaan en de talendocenten. ** de toelatingscommissie beslist over toelating tot de HAVO. 11. Een tweede boekenpakket Alle leerlingen krijgen het standaard boekenpakket. Ouders kunnen alleen in overleg met de zorgcoördinator digitale boeken aanvragen. In principe alleen de tekstboeken, in uitzonderlijke gevallen ( bv bij een fijn motorische beperking) ook de werkboeken. De school vraagt geen boeken aan namens ouders of leerlingen, dat doen de ouders zelf bij Dedicon. Er kan maximaal voor 100,= aan digitale boeken besteld worden. Als ouders de school aansprakelijk stellen voor de kosten, wordt de factuur alleen aan hen overgemaakt na inlevering van de papieren versie van de betreffende boeken. Ouders kunnen ervoor kiezen om de digitale boeken zelf te betalen en daarnaast gebruik te maken van het boekenpakket van de school. Bestellingen en crediteren dient te geschieden vóór 1 oktober. Facturen worden gestuurd t.a.v. Annet Wille. In een enkel geval heeft een leerling een dubbel boekenpakket nodig, bv op medische gronden, of voor ASSleerlingen die extern huiswerkbegeleiding hebben. In dat geval vraagt de school per extra boek 5,= huur. Aanvragen hiervoor verlopen via de zorgcoördinator. 10