DE NIEUWE EU AUTEURSRECHTRICHTLIJN J. Deene

Vergelijkbare documenten
NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Axel Voss namens de PPE-Fractie

In 1. De aard van het auteursrecht wordt na artikel 2 een artikel toegevoegd, dat luidt:

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reda namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie

(Voor de EER relevante tekst)

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. over de modernisering van de EU-regels inzake auteursrecht.

De DSM-richtlijn inleiding en overzicht

AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT * op het voorstel van de Commissie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0280(COD) van de Commissie industrie, onderzoek en energie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. Auteursrechten in de digitale eengemaakte markt ***I

Cyberlaw en auteursrechten

Auteursrecht en exploitatie van het culturele patrimonium. Benoît Michaux UNamur

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0245/126. Amendement

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Auteursrecht: basisbegrippen. VVJ JAM 8 februari 2016

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Wie, wat en hoe: waarover gaat het auteursrecht? 15

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0280(COD) van de Commissie cultuur en onderwijs

Europa s worsteling met het digitale auteursrecht

7717/19 ceu/pro/pau/sv 1 GIP.2

Art. 14 t/m 16 van het voorstel voor een richtlijn van het EP en de Raad inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt

DOSSIER: LEENRECHT.

Commentaar op het Richtlijnvoorstel van de Europese Commissie van 14 september 2016 inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

7986/19 ADD 1 REV 2 van/rts/gra/sv 1 GIP.2

Datum van inontvangstneming : 05/09/2018

Verklaring Inzake Privacy

Gepubliceerd in IER 2016/59. Vizier. Jacqueline Seignette. The Copyright Package

Regelgevende ontwikkelingen binnen de audiovisuele sector.

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt

Verdelingsreglement Thuiskopie

Algemene Ticketvoorwaarden Eventix B.V. 1. Definities

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

10 VOLGRECHT VAN DE KUNSTENAAR

Overeenkomst Journalisten

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bureau M.F.J Bockstael Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

VOORBEELD. Algemene voorwaarden Bedrijf BV

PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE AUTEURSRECHTENVERGOEDING ZELFSTANDIGE JOURNALISTEN

(B.S., 14 november 1998)

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

VR DOC.0975/3

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00

OVERWEGENDE DAT: DEFINITIES:

VOORBEELD. Softwareresellingovereenkomst. De partijen, zijn het volgende overeengekomen:

2.1 In deze gebruiksvoorwaarden hebben de navolgende begrippen de volgende betekenis:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

JOURNALISTEN & AUTEURSRECHT

Centrale Regeling Organisaties met meerdere vestigingen

VOORBEELD. Softwareresellingovereenkomst. De partijen, overwegende, dat. zijn het volgende overeengekomen:

RICHTLIJN (EU) 2017/1564 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Licentieovereenkomst Habilis Media BV, KvK nummer , versie

Verweesde werken: naar een Europese Oplossing? Joris DEENE Advocaat Everest Gastdocent UGent Juridisch adviseur SA&S

VOORBEELD. Softwareresellingovereenkomst. De partijen, overwegende, dat. zijn het volgende overeengekomen:

d) EUR-lex

User-Generated Content na Deckmyn

Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014)

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Gebruikersvoorwaarden boeken.bereslim.nl

Auteursrecht Een introductie in het (NL) auteursrecht. Judith Blijden

GEBRUIKERSOVEREENKOMST Versie december 2011

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Ik heb de algemene gebruiksvoorwaarden en de wetten betreffende de bescherming van het privé-leven gelezen en aanvaard ze.

Licentieovereenkomst Construction Media

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BIJ HET UITSCHRIJVEN VAN EEN SCENARIO

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

5. Auteursrecht op internet: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Een pleidooi voor collectief beheer 1

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2114(INI) over heffingen voor kopiëren voor privégebruik (2013/2114(INI))

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie

Algemene inhoudsopgave

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Deze definities betreffen het gebruik ervan in de Licentieovereenkomst.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. over inhoud in de digitale interne markt

MEDEDELING AAN DE LEDEN

de Stichting tot Exploitatie van Kabeltelevisierechten op Audiovisueel Materiaal, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen "SEKAM",

LICENTIEOVEREENKOMST/VOORWAARDEN

Licentieovereenkomst Construction Media

Algemene Voorwaarden Van : Jellien Fotografie Versie : 20 november 2018

IPR regelingen binnen het STEVIN-programma

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 13 november 2006 (OR. fr) 2006/0071 (COD) PE-CONS 3643/06 CODIF 55 PI 51 CULT 73 CODEC 976 OC 678

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AVG Privacyverklaring

2. Definitie en algemene toegangsregels

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN DEEL. 1. Inleiding en achtergrond

ALGEMENE VOORWAARDEN EERSTE HULP DICHTBIJ!

PI 61 AUDIO 18 CULT 37 CODEC 926

Transcriptie:

DE NIEUWE EU AUTEURSRECHTRICHTLIJN J. Deene Op 17 mei 2019 verscheen de tekst van Richtlijn 2019/790 van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eenheidsmarkt (hierna: de DSM-Richtlijn) in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze Richtlijn treedt op 7 juni 2019 in werking en dient door de EU-lidstaten (zoals België) uiterlijk op 7 juni 2021 worden omgezet in nationale wetgeving. Waarover handelt de DSM Richtlijn? Een eerste overzicht. Tekst- en datamining (art. 3 en 4) * * * DE EU-lidstaten dienen een uitzondering in te voeren ten voordele van onderzoeksorganisaties (zoals universiteiten en onderzoeksinstellingen) en instellingen van cultureel erfgoed (zoals publiek toegankelijke bibliotheken en musea, archieven en instellingen voor cinematografisch erfgoed) om met het oog op wetenschappelijk onderzoek aan tekst- en datamining te doen op materiaal waartoe zij rechtmatige toegang hebben. Kopieën van materiaal die bij een dergelijk onderzoek worden gemaakt, dienen opgeslagen te worden met een passend beveiligingsniveau en mogen bewaard worden in verband met wetenschappelijk onderzoek, inclusief de verificatie van onderzoeksresultaten. Tevens dient een algemene uitzondering voor tekst- en datamining (dus los van wetenschappelijk onderzoek) ingevoerd te worden. Deze uitzondering kan wel niet afgedwongen worden indien het gebruik van materiaal uitdrukkelijk is voorbehouden door de rechthebbenden. Gebruik bij digitale en grensoverschrijdende onderwijsactiviteiten (art. 5) De EU-lidstaten dienen een uitzondering in te voeren om het digitaal gebruik van materiaal dat uitsluitend dient voor illustratie bij het onderwijs mogelijk te maken. Deze uitzondering geldt enkel indien een niet-commercieel doel wordt nagestreefd, en op voorwaarde dat het gebruik plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van een

onderwijsinstelling, in haar gebouwen of elders, of door middel van een beveiligde elektronische omgeving die enkel toegankelijk is voor leerlingen of studenten en het onderwijzend personeel. Ook moet steeds de bron en de naam van de auteur vermeld worden. Een dergelijke uitzondering bestaat in het Belgisch recht al. De EU-lidstaten kunnen er evenwel voor kiezen om deze uitzondering niet om te zetten in nationaal recht voor specifieke vormen van gebruik of soorten materiaal, zoals materialen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor de onderwijsmarkt of bladmuziek. Er moeten dan wel passende licenties vlot beschikbaar zijn op de markt om bovenstaande handelingen toe te staan én die afgestemd zijn op de behoeften en specifieke kenmerken van onderwijsinstellingen. De EU-lidstaten kunnen in het geval van een uitzondering voorzien in een billijke vergoeding voor rechthebbenden voor het gebruik van hun materiaal. Dit laatste is thans in België al het geval. Behoud van cultureel erfgoed (art. 6) De EU-lidstaten dienen een uitzondering in te voeren om instellingen voor cultureel erfgoed toe te laten kopieën te maken van materiaal dat permanent deel uitmaakt van hun collecties, met als doel het behoud van dit materiaal en voor zover dit noodzakelijk is voor dergelijk behoud. Een dergelijke uitzondering bestaat in het Belgisch recht al. Gebruik van materiaal dat niet of niet meer in de handel is door instellingen voor cultureel erfgoed (art. 8-10) De EU-lidstaten moeten voorzien dat een collectieve beheersvennootschap (bijv. Sabam, Sofam, enz.) met instellingen voor cultureel erfgoed een niet-exclusieve licentie voor nietcommerciële doeleinden kan sluiten voor het gebruik van materiaal dat niet of niet meer in de handel is of andere materialen die permanent deel uitmaken van de collectie van de instelling. Hiervoor is het niet noodzakelijk dat alle rechthebbenden waarvoor de licentie geldt aangesloten zijn bij deze collectieve beheersvennootschap. Voorwaarde is wel dat de collectieve beheersorganisaties voldoende representatief is in de lidstaat waar de instelling gevestigd is voor rechthebbenden in het soort materiaal en de rechten die het voorwerp uitmaken van de licentie. Wanneer een dergelijke representatieve collectieve beheersvennootschap niet bestaat, dan dienen de EU-lidstaten een uitzondering in te voeren om instellingen voor cultureel erfgoed toe te staan niet of niet meer in de handel zijnde materiaal of andere materialen die permanent deel uitmaken van hun collecties, beschikbaar te stellen voor niet-commerciële doeleinden. Voorwaarde is wel dat de naam van de auteur wordt vermeld en dit materiaal beschikbaar wordt gesteld op niet-commerciële websites.

De EU-lidstaten moeten ook voorzien dat de rechthebbenden te allen tijde hun materiaal kunnen uitsluiten van dit mechanisme van licentieverlening of van de toepassing van een dergelijke uitzondering. Wanneer is een werk niet of niet meer in de handel? Volgens de DSM-Richtlijn is dit het geval wanneer te goeder trouw kan worden aangenomen dat het materiaal niet beschikbaar is voor het publiek via de gebruikelijke handelskanalen en nadat een redelijke inspanning is geleverd om te controleren of het beschikbaar is voor het publiek. Gelet op de vaagheid van deze begrippen kunnen de lidstaten voorzien in specifieke voorschriften, bijvoorbeeld een einddatum. Dit regime is niet van toepassing op reeksen die niet of niet meer in de handel zijn als er bewijs is dat deze reeksen hoofdzakelijk bestaan uit (1) niet-cinematografische of nietaudiovisuele werken die voor het eerst zijn gepubliceerd of uitgezonden in een derde land; (2) cinematografische of audiovisuele werken waarvan de producent in een derde land is gevestigd; of (3) werken van onderdanen van derde landen wanneer het na een redelijke inspanning niet mogelijk was om op grond van de vorige twee punten een lidstaat of derde land te bepalen. Verder wordt voorzien dat de verleende licenties kunnen toestaan dat materiaal dat niet of niet meer in de handel is door instellingen worden gebruikt in alle lidstaten (grensoverschrijdend gebruik). Tot slot moeten er bepaalde publiciteitsmaatregelen genomen worden wanneer een instelling voor cultureel erfgoed gebruik wil maken van de licentie of de uitzondering voor materiaal dat niet of niet langer in de handel is. Deze informatie moet beschikbaar worden via een publieke portaalsite die beheerd zal worden door het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). Dit is vergelijkbaar met de verweesde werken regeling. Collectieve licentieverlening met een verruimd effect (art. 12) De EU-lidstaten kunnen voor het gebruik van (alle soorten van) materiaal op hun grondgebied een zogenaamde verruimde collectieve licentie invoeren. Via een dergelijke licentie kan een representatieve collectieve beheersvennootschap ook toestemming geven voor gebruik namens rechthebbenden die niet bij die collectieve beheersorganisaties zijn aangesloten. Een dergelijk systeem van verruimde collectieve licentie moet de belangen van de rechthebbenden wel voldoende blijven waarborgen (waarbij de rechthebbenden bvb. steeds voor een opt-out kunnen kiezen). Toegang tot en beschikbaarheid van audiovisuele werken op videoon-demand platformen (art. 13) Partijen die moeilijkheden ondervinden met betrekking tot de licentieverlening voor rechten, wanneer zij een overeenkomst wensen te sluiten voor de beschikbaarstelling van audiovisueel materiaal op video-on-demanddiensten, dienen steeds beroep te kunnen doen op de bijstand

van een onpartijdige instantie of van bemiddelaars. Dit dient door de EU-lidstaten mogelijk te worden gemaakt. Werken van beeldende kunst in het publieke domein (art. 14) Wanneer de beschermingstermijn van een werk van beeldende kunst is afgelopen, dan kan ook het materiaal dat voortvloeit uit een reproductiehandeling met betrekking tot dat werk geen auteursrechtelijke bescherming krijgen (tenzij het materiaal dat uit deze reproductiehandeling resulteert origineel zou zijn). Bescherming van perspublicaties met betrekking tot online gebruik (art. 15) Er dient een nieuw (naburig) recht worden toegekend aan uitgevers van perspublicaties voor het onlinegebruik van hun perspublicaties door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij. Wetenschappelijke of academische uitgaven vallen niet onder het begrip perspublicaties. Dit nieuw naburig recht geldt niet voor particulier of niet-commercieel gebruik van perspublicaties door individuele gebruikers. Deze bescherming geldt ook niet voor handelingen op het gebied van hyperlinking (van een link taks zoals sommige tegenstanders spreken is dus geen sprake). Tenslotte geldt deze bescherming ook niet voor het gebruik van losse woorden of zeer korte fragmenten van een perspublicatie. Dit nieuw naburig recht mag geen afbreuk doen aan de rechten van de auteurs (in de praktijk vooral journalisten). Bovendien is bepaald dat de auteurs van werken die verwerkt zijn in een perspublicatie een passend aandeel krijgen van de inkomsten die uitgevers van perspublicaties ontvangen voor het gebruik van hun perspublicaties door aanbieders van de informatiemaatschappij. Dit nieuw naburig recht vervalt twee jaar nadat de perspublicatie is verschenen. Deze termijn wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar volgend op de publicatie. Recht op billijke vergoeding (art. 16) De EU-lidstaten krijgen de mogelijkheid (maar niet de verplichting) om te bepalen dat, wanneer een auteur aan een uitgever een recht overdraagt of in licentie geeft, deze overdracht of licentie voor de uitgever als rechtsgrond gebruikt kan worden om een deel van de compensatievergoeding voor het gebruik van het werk te bekomen in het kader van uitzonderingen van het recht (waarbij gedacht kan worden aan de reprografie- of de leenvergoeding). Aangezien n.a.v. het Reprobel arrest van 12 november 2015 van het Hof van Justitie twijfel was ontstaan of uitgevers wel gerechtigd waren op een deel van de reprografievergoeding, had de Belgische wetgever uitgevers een nieuw (naburig) vergoedingsrecht toegekend in het

geval van de reproductie van hun uitgaven (zie art. XI.318/1 e.v. Wetboek Economisch Recht). Dit lijkt nu met de tekst van de DSM-Richtlijn niet meer nodig. Gebruik van beschermde content door aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content (art. 17) Het verspreiden van materiaal door online platformen valt voortaan onder een specifiek aansprakelijkheidsregime. Dit regime heeft betrekking op aanbieders van online diensten voor het delen van content. Dit zijn aanbieders die als belangrijkste doelstelling hebben om een grote hoeveelheid door de gebruikers van de dienst geüpload beschermd materiaal op te slaan en toegankelijk te maken voor het publiek, waarbij de aanbieder dit materiaal ordent en promoot met een winstoogmerk. Hierbij kan gedacht worden aan platformen zoals sociale media (Facebook, Instagram, enz.) en videodiensten (YouTube, enz.). Volgende aanbieders vallen uitdrukkelijk niet onder deze definitie: online encyclopedieën zonder winstoogmerk (bijv. Wikipedia), onderwijs- of wetenschappelijke gegevensbanken zonder winstoogmerk, platformen voor het ontwikkelen en delen van open source software, elektronische communicatiediensten, onlinemarktplaatsen, B2B clouddiensten en clouddiensten waarmee gebruikers content kunnen uploaden voor eigen gebruik. Dergelijke aanbieders van onlinediensten voor het delen van content vallen onder de definitie van mededeling aan het publiek of beschikbaarstelling aan het publiek, en hebben dus toestemming nodig om dit materiaal beschikbaar te stellen aan het publiek. Deze toestemming kan verleend worden via bijvoorbeeld een licentieovereenkomst en dient ook betrekking te hebben op handelingen die worden verricht door de gebruikers van de diensten van de aanbieder (voor zover zij niet op commerciële basis handelen of indien hun activiteit geen significante inkomsten genereert). De aanbieders kunnen voor deze activiteiten niet meer genieten van de beperking van aansprakelijkheid die voorzien wordt in artikel XII.19 Wetboek Economisch Recht. Als er geen toestemming wordt verleend, dan zijn de aanbieders van de platformen zelf aansprakelijk voor de niet-toegestane handelingen van mededeling aan het publiek, tenzij zij kunnen aantonen dat ze: (1) alles in het werk hebben gesteld om toestemming te krijgen en (2) alles in het werk hebben gesteld om ervoor te zorgen dat bepaald materiaal waarvoor de rechthebbenden hun de nodige informatie hebben verstrekt niet beschikbaar zijn en (3) in ieder geval na ontvangst van een melding van de rechthebbenden prompt zijn opgetreden om toegang tot het materiaal te deactiveren of deze van hun websites te verwijderen, en alles in het werk hebben gesteld om toekomstige uploads te voorkomen. Daarbij moet rekening worden gehouden met volgende elementen: (1) het type, het publiek en omvang van de diensten en het soort materiaal dat door de gebruikers worden geüpload; en (2) de beschikbaarheid van passende en doeltreffende middelen én de kosten voor de dienstverleners.

Voor nieuwe aanbieders van onlinediensten die minder dan drie jaar in de EU beschikbaar zijn en die een jaaromzet hebben van minder dan 10 miljoen euro, is de aansprakelijkheid beperkt tot (i) het alles in het werk stellen om toestemming te krijgen en (ii) prompt optreden na ontvangst van een melding. Wanneer het gemiddelde aantal maandelijkse bezoekers van deze aanbieders evenwel meer dan 5 miljoen bedragen, moeten zij ook aantonen dat ze alles in het werk hebben gesteld om verdere uploads van materiaal te voorkomen waarvoor de rechthebbenden informatie hebben verstrekt. Verder wordt bepaald dat gebruikers de mogelijkheid moeten blijven krijgen om gebruik te maken van de uitzonderingen op het auteursrecht (zoals citaat, kritiek, recensie, karikatuur, parodie of pastiche) wanneer zij materiaal van andere gebruikers van onlinediensten uploaden en beschikbaar maken. Dit nieuw regime mag in ieder geval niet leiden tot een algemene toezichtverplichting voor het internetplatform (hetgeen enigszins bevreemdend is gelet op de verregaande verplichtingen die aan platformen worden opgelegd). Aanbieders van onlinediensten moeten ook een snelle klachtenprocedure opstellen voor gebruikers van hun diensten in geval van geschillen over het deactiveren van de toegang tot of het verwijderen van door hen geüpload materiaal. Klachten en besluiten om geüploade content te verwijderen of ontoegankelijk te maken dienen onderworpen te worden aan menselijke toetsing. De EU-lidstaten moeten voorzien dat er mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting beschikbaar zijn (zoals arbitrage). Deze bepalingen mogen niet leiden tot identificatie van individuele gebruikers. Tot slot dient de Europese Commissie in samenwerking met de EU-lidstaten dialogen te organiseren met belanghebbenden om beste praktijken te bespreken voor de samenwerking tussen online aanbieders en rechthebbenden. De Europese Commissie zal met name richtsnoeren verstrekken om deze bepaling te kunnen toepassen. Beginsel van passende en evenredige vergoeding (art. 18) De EU-lidstaten moeten ervoor zorgen dat, wanneer auteurs en uitvoerende kunstenaars hun exploitatierechten in licentie geven of overdragen, zij gerechtigd zijn een passende en evenredige vergoeding te ontvangen. De EU-lidstaten zijn vrij om verschillende mechanismen te gebruiken om dit te bewerkstelligen, en dienen rekening houden met het beginsel van contractuele vrijheid en een billijk evenwicht tussen rechten en belangen. Transparantieverplichting (art. 19) De EU-lidstaten dienen een wettelijke verplichting in te voeren dat auteurs en uitvoerende kunstenaars op regelmatige basis en minstens eenmaal per jaar informatie dienen te

ontvangen van de partijen aan wie zijn hun rechten hebben overgedragen of in licentie gegeven, betreffende de exploitatie van hun werken en uitvoeringen. Deze informatie slaat op de wijzen van exploitatie, alle voortgebrachte inkomsten en de verschuldigde vergoeding. Mechanisme voor aanpassing van contracten (art. 20) De EU-lidstaten moeten voorzien in een mechanisme op grond waarvan auteurs en uitvoerende kunstenaars het recht hebben om van de partij met wie zij een contract voor de exploitatie van hun rechten gesloten hebben, een aanvullende, passende en billijke vergoeding te vorderen wanneer de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding onevenredig laag blijkt te zijn in vergelijking met alle relevante daaropvolgende inkomsten die voortvloeien uit de exploitatie van de werken of uitvoeringen. Als er toepasselijke collectieve overeenkomsten zijn die in een dergelijk mechanisme voorzien (bijv. collectief beheer van muziek voor online gebruik), dan moeten de EU-lidstaten geen apart systeem bij wet voorzien. Procedure voor alternatieve geschillenbeslechting (art. 21) Geschillen over de transparantieverplichting van artikel 19 en de aanpassing van contracten van artikel 20 dienen onderworpen te worden aan een vrijwillige procedure voor alternatieve geschillenbeslechting (arbitrage). Herroepingsrecht (art. 22) Wanneer een auteur of een uitvoerende kunstenaar zijn rechten op basis van exclusiviteit in licentie heeft gegeven of overgedragen, dan dient hij het recht te hebben dit te herroepen als het materiaal niet wordt geëxploiteerd. De auteur of uitvoerende kunstenaar dient dan wel een kennisgeving doen en een passende termijn voor te stellen waarbinnen exploitatie dient te gebeuren. Er moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van de diverse sectoren en de diverse soorten materiaal. Indien het materiaal bestaat uit bijdragen van meer dan één auteur of uitvoerende kunstenaar, dan dient rekening te worden gehouden met het relatieve belang van de individuele bijdragen en de rechtmatige belangen van alle auteurs of uitvoerende kunstenaars die worden getroffen door de toepassing van het herroepingsmechanisme. Materiaal dat gewoonlijk bestaan uit bijdragen van een groot aantal auteurs of uitvoerende kunstenaars (bijvoorbeeld films) kunnen door de EU-lidstaten worden uitgesloten van het herroepingsrecht.