Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I) Deel 2 Gevarenbeoordeling PBT-beoordeling 9 maart 2010 George Fotakis, ECHA
Raamwerk CSA Informatie: beschikbaar verplicht/nodig Gevarenbeoordeling (HA) Blootstellingsbeoordeling (EA) Document in registratiedossier en SDS stop n Gevaarlijk? PBT? EBW? j Risicokarakterisering (RC) Documenteren in registratiedossier, inclusief CSR ES doorgeven via uitgebreide SDS j Risico beheerst? n Herhaling van gevaren- en/of blootstellingsbeoordeling
Overzicht Beoordeling gevaar menselijke gezondheid Evaluatie van informatie I&E Dosis/effect-karakterisering Hoe gevarenbeoordeling informatie levert voor risicobeoordeling Beoordeling milieugevaar & PBT PNEC-afleiding Hoe gevarenbeoordeling informatie levert voor risicobeoordeling Hoofdpunten
Beoordeling gevaar menselijke gezondheid
STAPPEN 1. Evaluatie van niet-menselijke en menselijke informatie 2. Indeling en etikettering 3. Dosis/effect-karakterisering afleiding van DNEL s => kwantitatieve beoordeling afleiding van DMEL s => semikwantitatieve beoordeling geen dosisdescriptor beschikbaar => kwalitatieve beoordeling
1. Evaluatie van niet-menselijke en menselijke informatie ALLE beschikbare informatie moet worden onderzocht met op bewijskracht gebaseerde aanpak en werkingsconcept Het resultaat moet een conclusie mogelijk maken over alle gevaren van verschillende blootstellingsroutes en typen effecten De informatie moet voldoende zijn voor I&E en/of risicobeoordeling Als er geen conclusie kan worden getrokken, moet dat worden gemotiveerd en moet in het CSR worden beschreven hoe zal worden omgegaan met de gevolgen van onzekerheden in de gevaren- en/of risicobeoordeling
STAPPEN 1. Evaluatie van niet-menselijke en menselijke informatie 2. Indeling en etikettering 3. Dosis/effect-karakterisering afleiding van DNEL s => kwantitatieve beoordeling afleiding van DMEL s => semikwantitatieve beoordeling geen dosisdescriptor beschikbaar => kwalitatieve beoordeling
2. Indeling en etikettering Gevarenbeoordeling moet uitsluitsel geven over de indeling en etikettering van alle stoffen I&E moet correct worden ingevuld in IUCLID en worden gerapporteerd in het CSR I&E is een van de essentiële factoren voor risicokarakterisering en -beheer
STAPPEN 1. Evaluatie van niet-menselijke en menselijke informatie 2. Indeling en etikettering 3. Dosis/effect-karakterisering afleiding van DNEL s => kwantitatieve beoordeling afleiding van DMEL s => semikwantitatieve beoordeling geen dosisdescriptor beschikbaar => kwalitatieve beoordeling
Dosisdescriptoren uit ALLE beschikbare informatie 3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Werkingsmechanisme Biologische & menselijke relevantie Drempel Geen drempel of geen dosiseffect beschikbaar Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Eindpuntspecifieke DNEL (kwantitatief) Eindpuntspecifieke DMEL Semikwantitatief Kwalitatief
3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Identificatie van werkingsmechanisme helpt bij identificeren van drempel en effecten zonder drempel en bij het bepalen of kwantitatieve of kwalitatieve beoordeling nodig is Gedetailleerder werkingsmechanisme (zo mogelijk te definiëren) maakt het mogelijk vast te stellen of sommige effecten biologisch relevant zijn voor beoordeling menselijk risico Aanpassing van de relevante dosisdescriptor kan nodig zijn (bijv: onderzoeken orale effecten beschikbaar, maar DNEL s inademing en huid moeten worden afgeleid)
Dosisdescriptoren uit ALLE beschikbare informatie 3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Werkingsmechanisme Biologische & menselijke relevantie Drempel Geen drempel of geen dosiseffect beschikbaar Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Eindpuntspecifieke DNEL (kwantitatief) Eindpuntspecifieke DMEL Semikwantitatief Kwalitatief
3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Eindpuntspecifieke DN(M)EL s Kritieke DN(M)EL s voor het voornaamste gezondheidseffect
Eindpuntspecifieke DNEL s 1. Leid voor elk gezondheidsdrempeleindpunt eindpuntspecifieke DNEL af De gegevensverzameling levert mogelijk meer dan één dosisdescriptor 2. Aanpassing van dosisdescriptor (indien nodig) 3. Toepassing van beoordelingsfactoren
2. Aanpassing dosisdescriptor DNEL= gecorrigeerde dosisdescriptor/beoordelingsfactoren (AF s) Gecorrigeerde dosisdescriptor = Aanpassing van dosisdescriptor indien nodig: 1. Verschil in biobeschikbaarheid tussen proefdieren en mensen 2. Noodzaak extrapolatie per route 3. Verschil tussen menselijke en experimentele blootstellingsomstandigheden 4. Verschil in ademvolumes tussen proefdieren (in rust) en mensen (lichte activiteit) Gedetailleerde begeleiding en voorbeelden in R.8
3. Beoordelingsfactoren Verschillen tussen soorten (allometrische analyse) Verschillen binnen soorten Verschil in blootstellingsduur Dosis/effect-relatie Kwaliteit van de database
Dosisdescriptoren uit ALLE beschikbare informatie 3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Werkingsmechanisme Biologische & menselijke relevantie Drempel Geen drempel of geen dosiseffect beschikbaar Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Eindpuntspecifieke DNEL (kwantitatief) Eindpuntspecifieke DMEL Semikwantitatief Kwalitatief
Effecten zonder drempel & DMEL (1) Carcinogenen zonder drempel: Als er voldoende dierlijke (menselijke) gegevens over kanker beschikbaar zijn Semikwantitatieve beoordeling (gelinealiseerde aanpak of EFSA-aanpak ) Stappen als in DNEL (selectie van relevante dosisdescriptor, aanpassing van dosisdescriptor indien nodig, toepassing van AF s) Bij semikwantitatieve beoordeling is, zelfs als DMEL beschikbaar is, minimalisering van blootstelling nodig
Effecten zonder drempel & DMEL (2) DMEL is niet gelijk aan een DNEL Toepassing van DMEL s kan niet leiden tot adequate risicobeheersing en wordt gezien als een semikwantitatief hulpmiddel voor risicokarakterisering op grond van bijlage I, paragraaf 6.5 De DMEL-aanpak is nuttig bij het voorbereiden van een chemische veiligheidsbeoordeling voor het beoordelen van de resterende waarschijnlijkheid van risico s Voor carcinogenen en mutagenen vereist de Carcinogenen- en mutagenenrichtlijn (2004/37/EG) dat blootstelling op de werkplek voor zover technisch haalbaar voorkomen/geminimaliseerd wordt
Dosisdescriptoren uit ALLE beschikbare informatie 3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Werkingsmechanisme Biologische & menselijke relevantie Drempel Geen drempel of geen dosiseffect beschikbaar Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Eindpuntspecifieke DNEL (kwantitatief) Eindpuntspecifieke DMEL Semikwantitatief Kwalitatief
Geen dosisdescriptor: kwalitatieve aanpak Geldt meestal voor: Zeer acuut giftige stoffen Eindpunt irritatie/corrosie Eindpunt huidsensibilisering Eindpunt overgevoeligheid van de luchtwegen
Dosisdescriptoren uit ALLE beschikbare informatie 3. Dosis (concentratie)/effectkarakterisering Werkingsmechanisme Biologische & menselijke relevantie Drempel Geen drempel of geen dosiseffect beschikbaar Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Selecteren/ aanpassen relevante dosisdescriptor Eindpuntspecifieke DNEL (kwantitatief) Eindpuntspecifieke DMEL Semikwantitatief Kwalitatief
Kritieke DN(M)EL s voor het voornaamste gezondheidseffect Eindpuntspecifieke DN(M)EL s Kritieke DN(M)EL s voor het voornaamste gezondheidseffect Bepaal het voornaamste gezondheidseffect en kies uit de eindpuntspecifieke DN(M)EL s de relevante DN(M)EL voor het betreffende blootstellingspatroon (duur, type effect, blootstellingsroute) Rapporteer alle afgeleide eindpuntspecifieke DN(M)EL s voor zover de gegevens dat toelaten in de relevante CSR-modellen, zelfs als ze niet worden gebruikt bij de risicokarakterisering
Kritieke DN(M)EL voor het voornaamste gezondheidseffect Typen kritieke DN(M)EL s Aantal kritieke DN(M)EL s Selectie van kritieke DN(M)EL
Typen kritieke DN(M)EL s Bevolkingsgroepen Werknemers en algemene bevolking Duur van de blootstelling Acuut en/of lange termijn Type effect Lokaal en/of systemisch
Kritieke DN(M)EL voor het voornaamste gezondheidseffect Typen kritieke DN(M)EL s Aantal kritieke DN(M)EL s Selectie van kritieke DN(M)EL
Aantal kritieke DN(M)EL s voor blootstellingspatronen voor werknemers Lange termijn systemisch Inademing Lange termijn systemisch Huid Alleen voor acuut giftige stoffen Aanvullende DNEL s die NODIG KUNNEN ZIJN Acuut Acuut systemisch Inademing Lange termijn lokaal Inademing Lokale effecten Acuut systemisch Huid Lange termijn lokaal Huid Alleen als stof is ingedeeld voor lokale effecten en er dosiseffectgegevens zijn Acuut lokaal Inademing Acuut lokaal Huid
Aantal kritieke DN(M)EL s voor blootstellingspatronen voor de algemene bevolking Lange termijn systemisch Inademing Alleen voor acuut giftige stoffen Acuut systemisch Inademing Lange termijn systemisch Huid Aanvullende DNEL s die NODIG KUNNEN ZIJN Acuut Acuut systemisch Huid Lokale effecten 4 DNEL s Lange termijn en acuut Huid & inademing Lange termijn systemisch Oraal Acuut systemisch Oraal Alleen als stof is ingedeeld voor lokale effecten en er dosiseffectgegevens zijn
Kritieke DN(M)EL s Typen DNEL s Aantal DNEL s Selectie van kritieke DN(M)EL
Selectie van kritieke DN(M)EL s Maximaal 8 DN(M)EL s voor werknemers en 10 voor algemene bevolking Niet ALLEMAAL altijd vereist voor risicokarakterisering Houd ook rekening met de toepassingen en daaruit voortvloeiende blootstellingspatronen Houd rekening met typen effecten die al dan niet binnen één beoordeling vallen (bijv.: lokaal valt onder systemisch als RMM al is uitgevoerd) Houd rekening met de noodzaak om aanvullende DNEL s af te leiden voor specifieke bevolkingsgroepen
Hoe gevarenbeoordeling informatie levert voor risicobeoordeling Typen blootstellingsbeoordelingen naar aanleiding van beoordeling gevaren voor menselijke gezondheid
Essentiële onderzoeken & kritieke effecten (bewijskracht, werkingsmechanisme) en eindpuntspecifieke DN(M)EL s Is de stof ingedeeld voor irritatie corrosie, sensibilisering? Ja Ja Is de stof ingedeeld voor acute giftigheid? Nee Er hoeft geen rekening te worden gehouden met blootstellingsbeoordeling voor lokale effecten huid- & inademingsroute Leid kritieke DN(M)EL s voor (niet-)drempeleffecten af voor elke blootstellingsroute, elke duur & elk type effect waarvoor gegevens beschikbaar zijn Voer kwantitatieve en/of kwalitatieve beoordeling uit voor de relevante blootstellingsroute(s), duur & type(n) effecten Nee *Er hoeft geen rekening te worden gehouden met beoordeling acute effecten *In sommige gevallen moet rekening worden gehouden met kortetermijngebeurtenissen bij de langetermijnbeoordeling d.m.v. de DN(M)EL voor de lange termijn
Beoordeling milieugevaar & PBT-beoordeling
STAPPEN 1. Evaluatie van informatie 2. Indeling en etikettering 3. Afleiding van de PNEC 4. PBT-beoordeling
Evaluatie van informatie Voorspelde concentraties zonder effect (PNEC s) moeten worden afgeleid voor alle milieubeschermingsdoelen Watercompartiment: zoet water en zeewater: pelagisch en sediment; waterzuiveringsinstallatie, Aardecompartiment: bodem Secundaire vergiftiging: roofdieren, roofdieren boven aan de voedselketen (voedselketen in het water en op het land) Doel van PBT- en vpvb-beoordeling De registrant moet aantonen dat de stof niet voldoet aan de criteria voor PBT of vpvb, anders moet hij deze stof behandelen als PBT/vPvB (minimalisering van afgifte vereist)
PNEC afleiden PNEC s kunnen worden afgeleid uit testgegevens door het toepassen van de relevante beoordelingsfactoren of op grond van gevoeligheidsverdeling Voor bodem en sediment kan de evenwichtpartitiemethode worden toegepast, tenzij de stof bijvoorbeeld zeer absorptief of persistent is Als de stof een zeer lage oplosbaarheid heeft, kan de blootstellingsconcentratie worden vergeleken met 1/100 van de oplosbaarheid. Als hiermee geen risicobeheersing kan worden aangetoond, zijn langetermijngegevens nodig Als er geen PNEC kan worden afgeleid, moet dit volledig worden gemotiveerd in het CSR Begeleiding voor het afleiden van PNEC is beschikbaar in hoofdstuk R.10: Characterisation of dose [concentration]- response for environment
PBT- & vpvb-beoordeling Vergelijking met screeningscriteria Als de stof aan de volgende criteria voldoet, wordt hij gezien als niet PBT/vPvB gemakkelijk biologisch afbreekbaar of inherent biologisch afbreekbaar (in bepaalde omstandigheden) Log Kow 4,5 Als de screeningscriteria aangeven dat de stof mogelijk PBT/vPvB is, is vergelijking met ALLE criteria van bijlage XIII noodzakelijk Halfwaardetijd in ander compartiment BCF-waarden Toxiciteitscriteria: langetermijntoxiciteit voor zee- of zoetwaterorganismen CMR of ander bewijs van chronische toxiciteit Begeleiding voor PBT-beoordeling beschikbaar in hoofdstuk R.11
Hoe gevarenbeoordeling informatie levert voor risicobeoordeling Typen blootstellingsbeoordelingen naar aanleiding van beoordeling milieugevaar
Motiveer waarom er geen gevaar is geïdentificeerd voor ENV in deel 7 van het CSR (zie ontwerprichtsnoer Scope of exposure assessment ). Blootstellingsbeoordeling voor de mens via het milieu moet nog steeds worden uitgevoerd Nee Gevaar geïdentificeerd voor milieu PBT? Ja Nee Ja -beschrijf de gebruiksomstandigheden die leiden tot minimalisering van uitstoot/blootstelling -meld verwachte resterende afgifte -beschrijf waarschijnlijke routes waarlangs mensen en het milieu worden blootgesteld Ja PNEC beschikbaar? Nee Kwantitatieve risicobeoordeling (RCR<1) Blootstellingsbeoordeling moet vermelden: Gebruiksomstandigheden (operationele omstandigheden (OC) en risicobeheersmaatregelen (RMM)) Afgifte Blootstelling Kwalitatieve risicokarakterisering (Kwantitatieve) blootstellingsbeoordeling moet vermelden: Gebruiksomstandigheden (operationele omstandigheden (OC) en risicobeheersmaatregelen (RMM)) Afgifte Blootstelling
Hoofdpunten Bij het selecteren van het belangrijkste onderzoek moet rekening worden gehouden met mogelijke variabelen (bijv. gedrag, nauwkeurigheid, relevantie van testsoorten, kwaliteit van de resultaten enz.). Normaliter moeten onderzoeken die de meeste zorg wekken en relevant zijn voor de beoordeling worden gebruikt voor het vaststellen van de DN(M)EL s of PNEC s. Als het onderzoek dat de meeste bezorgdheid wekt niet wordt gebruikt, moet dit volledig worden gemotiveerd (bijv. niet relevant voor mensen als gevolg van verschillen tussen soorten als het gaat om werkingsmechanisme)
Hoofdpunten De registrant moet de beoordelingsfactoren die zijn beschreven in het richtsnoer voor het afleiden van DN(M)EL s en PNEC s toepassen; afwijkingen van het richtsnoer moeten volledig worden gemotiveerd Als er geen DN(M)EL/PNEC beschikbaar is en een kwantitatieve risicokarakterisering dus niet mogelijk is, moeten de gebruiksomstandigheden worden beschreven en moet zo nodig de bijbehorende blootstelling worden geschat Als read-across of categorie wordt gebruikt voor CSA/CSR moeten de hypothese en motivering van de toepasselijkheid duidelijk worden aangetoond aan de hand van de regels voor vergelijkbaarheid die zijn beschreven in bijlage XI van REACH.
Dank u voor uw aandacht