Inspectierapport De Duinkabouter (KDV) Buitenklingen 5 2554 BT 'S-GRAVENHAGE Registratienummer: 406168969



Vergelijkbare documenten
Inspectierapport 2Rakkers (KDV) Da Costastraat RP 'S-GRAVENHAGE Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf Twinnie (KDV) Veeweg AW EINIGHAUSEN Registratienummer:

Inspectierapport KDV The Nanny's (KDV) Enschotsestraat DD TILBURG Registratienummer:

Inspectierapport De Morgenster (KDV) Tengnagelshoek NE ZUTPHEN Registratienummer:

Inspectierapport Autismehuis (BSO) Voorsterweg 38 a 8042AD ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport Halvedagopvang Okidoki (KDV) Brandsma-akker AA BARENDRECHT Registratienummer:

Inspectierapport Beerengoed I en II (KDV) Ovidiusstraat VV HEERLEN Registratienummer:

Inspectierapport Jeckio (KDV) Gansstraat EB UTRECHT Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Rakkertje (KDV) Kroostweg 33a 3704EA ZEIST Registratienummer:

Inspectierapport Oki-Doki (KDV) David Tenierslaan ZA VEENENDAAL Registratienummer:

Inspectierapport Christelijk Buitenschoolse Opvang Joy (BSO) Geert Grootestraat CG ZWOLLE

Inspectierapport KDV De Harlekijn (KDV) Hoflaan ED LEERSUM Registratienummer:

Inspectierapport Kindercentrum Le Garage KDV (KDV) Ravelstraat XD BERGEN OP ZOOM Registratienummer:

Inspectierapport Dante's Vriendjes (KDV) Televisiebaan 106a 3402VH IJSSELSTEIN UT Registratienummer:

Inspectierapport Kinderopvang Poppejans (KDV) Gerststraat AN GRONINGEN Registratienummer:

Inspectierapport Op Stoom (KDV) Cypressenstraat AN DORST

Inspectierapport BSO De Bron, locatie Spaubeek (BSO) Schoolstraat BZ SPAUBEEK Registratienummer:

Inspectierapport 't Klavertje (KDV) Bolstweg 10a 5464TC VEGHEL Registratienummer:

Inspectierapport Calluna (KDV) Arena NW HILVERSUM Registratienummer: Dit is een publicatie van:

Inspectierapport 't Molentje (KDV) Heulweg BZ WATERINGEN Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf Hazeltje Nicolaas Beetslaan CE VLISSINGEN Registratienummer:

Inspectierapport KDV Villa Cardan (KDV) Schiphollaan 28a 5042TR TILBURG Registratienummer:

Inspectierapport Locatie Veenhof 1712 (BSO) Veenhof AZ WIJCHEN Registratienummer:

Inspectierapport De Dikkedeur (KDV) Heemraadssingel CB ROTTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport B.s.o. Bloesem (BSO) Losplaatsweg CV NOORDWIJK ZH Registratienummer:

Inspectierapport nader onderzoek Poppejans (PSZ) De Bagijnenkamp AW HASSELT

Inspectierapport Fleks Frambozengaard (BSO) Frambozengaard AE SPIJKENISSE Registratienummer:

Inspectierapport Ieniemienie (KDV) Smederij AX VLAGTWEDDE Registratienummer:

Inspectierapport KDV Pluk de Dag (KDV) Dillehof BG OOSTERHOUT NB

Inspectierapport De Boerderij (KDV) Wolput CE VLIJMEN Registratienummer:

Inspectierapport Hummeltjeshonk (KDV) Purperreigerlaan DC ZWARTSLUIS Registratienummer:

Inspectierapport KDV Weemeweide (KDV) Koningshof GE VRIEZENVEEN Registratienummer:

Inspectierapport incidenteel onderzoek Timboektoe v.o.f. (KDV) Boxbergerweg BE DEVENTER

Inspectierapport BSO Carolus (BSO) Kerkweg BN COTHEN

Inspectierapport Pippeloentje (KDV) Burgemeester Nawijnlaan PZ ZANDVOORT Registratienummer:

Inspectierapport BSO Looschool (BSO) Bettinkdijk RA BATHMEN Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf de Blokkendoos (BSO) Albardastraat BD AADORP Registratienummer:

Inspectierapport Ratjetoe (BSO) Kapelweg GA TER APEL Registratienummer:

Inspectierapport BSO De Bruine Beer (BSO) De Wetstraat ZV ERMELO Registratienummer:

Inspectierapport BSO Opvang Bassischool De Vlieger (BSO) Ingelandhof EC ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport nader onderzoek Autismehuis (BSO) Voorsterweg 38 a 8042AD ZWOLLE Registratienummer:

Inspectierapport Kinderopvang Madelief (KDV) Hoornblad MH BODEGRAVEN Registratienummer:

Definitief Inspectierapport Brood & Spelen (BSO) Middenhof EV ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Het Anker (BSO) Zuiderzeestraatweg Oost LD ELBURG Registratienummer:

Inspectierapport Peutergroep 't Oude Weeshuis (KDV) Papengas WT NIJMEGEN Registratienummer:

Inspectierapport KiKidsz kinderopvang (KDV) Sint Liduinastraat 94c 3117CW SCHIEDAM Registratienummer:

Inspectierapport Kombino (KDV) Schuitwater BL ZOETERMEER Registratienummer:

Inspectierapport Peuterspeelzaal 't Visnet (PSZ) De Spijlen EK ELST UT

Inspectierapport Kinderopvang Blije Gezichtjes (BSO) Kebajastraat NA ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport De Kameleon (KDV) Verlengde Spoorlaan MB VEENENDAAL Registratienummer:

Inspectierapport De Speelhoeve (KDV) Ivige Leane WB LOENGA

Inspectierapport Het Kleine Volkje (KDV) Maresingel HA LEIDEN Registratienummer:

Inspectierapport KDV Siemburg (KDV) Graaf Engelbrechtstraat AR KRUISLAND

Inspectierapport 't Olefantje BSO Groen (BSO) Nieuwegracht LS UTRECHT Registratienummer:

Inspectierapport De Avonturiers (KDV) Frankische Driehoek BL GOIRLE Registratienummer:

Inspectierapport SNO Leusden (BSO) Bavoortseweg BM LEUSDEN Registratienummer:

Inspectierapport De Parel (BSO) Zuiderkruis VA AMERSFOORT

Inspectierapport KwestKids BSO Speelleerhorst (BSO) Schubertstraat TB NAALDWIJK Registratienummer:

Inspectierapport Panta Rhei (KDV) Daam Fockemalaan KG AMERSFOORT Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf De Wonderboot (KDV) Oldenzaalsestraat PX HENGELO OV Registratienummer:

Inspectierapport Onderzoek voor registratie Pinky (PSZ) Nijkerklaan BA 'S-GRAVENHAGE

Definitief Inspectierapport BeekidzzZ Speelparadijs (BSO) Duitslandstraat BG ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Het Heldenrijk (KDV) Catootjepad JG ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport BeeKidzzZ Speelparadijs (KDV) Duitslandstraat BG ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Rania's Kinderopvang (KDV) Peilstraat RE 'S-GRAVENHAGE Registratienummer:

Inspectierapport Tante Kaat (KDV) Hovenierstraat CC DEVENTER Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf De Toverfluit (KDV) Roskamweide XB NIEUWEGEIN Registratienummer:

Inspectierapport Kindercentrum Camelot (BSO) Akkerstraat 11 a 4265HZ GENDEREN Registratienummer:

Inspectierapport Startgroep Horizon (KDV) Brahmslaan BW DELFT Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Huys (KDV) Hoofdstraat DJ KAATSHEUVEL Registratienummer:

Inspectierapport Waterlelie (KDV) Vreewijkstraat 12c 2311XH LEIDEN

Inspectierapport *Sterre (KDV) Verbindingsweg 3A 3742WK BAARN Registratienummer:

Inspectierapport Prins Heerlijk (BSO) Prinsen Bolwerk MA HAARLEM Registratienummer:

Inspectierapport K'Nijntje (PSZ) Breemarsweg KA HENGELO OV

Inspectierapport Op Stoom (BSO) Cypressenstraat AN DORST

Inspectierapport Tante Kaat (KDV) Hovenierstraat CC DEVENTER Registratienummer:

Inspectierapport SDK Driehoek (KDV) Driehoek KG DORDRECHT

Inspectierapport Kleurenboog (BSO) Planetenstraat HB LICHTENVOORDE Registratienummer:

Inspectierapport Trikkert (BSO) Koers GP HUIZEN. Dit is een publicatie van:

Inspectierapport Het Steigertje B.V. (BSO) Nieuwstraat GM ROTTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport Mijn Kinderopvang (BSO) Salsastraat PC ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf Uk en Puk (KDV) Runde ZZ HR EMMER-COMPASCUUM

Inspectierapport Kinderdagverblijf KIJK (KDV) Scharnerweg 12A 6224JG MAASTRICHT

Inspectierapport Het Reigernest (KDV) Oorgat CR EDAM

Inspectierapport Abeltje Nutsschool (BSO) Lankforst GN NIJMEGEN Registratienummer:

Inspectierapport BSO De Waterspiegel (BSO) Haagbeukweg CR ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Het Hanzehonk (BSO) Prinsenstraat 22b 8061ZC HASSELT Registratienummer:

Inspectierapport Bso Dragons Den (BSO) Eisingastraat DJ NOORDWIJK ZH

Inspectierapport Jabadoe Kinderopvang (KDV) De Vesting GL STEENWIJK Registratienummer:

Inspectierapport KDV Bubbels (KDV) Bellendonkplein ZS DEVENTER Registratienummer:

Inspectierapport Dagopvang & BSO De Dag Door (KDV & BSO) de Raetsingel KC BOXMEER Registratienummer:

Inspectierapport Violientje (KDV) Vliepad EL HARDERWIJK Registratienummer:

Inspectierapport KDV Eigenwijsjerijk (KDV) Schoolstraat GB WINTERSWIJK Registratienummer:

Inspectierapport Smartkids Groningen (GOB) Bartholomeus van der Helststraat CC HOOGEZAND

Definitief Inspectierapport De Paddestoel (BSO) Ambachtsmark EE ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport nader onderzoek Kinderdagverblijf Petteflet (KDV) Nijenhuislaan WB ZWOLLE

Inspectierapport Eva Dak (BSO) Elzendreef EB VOORBURG Registratienummer:

Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Poppeke Hulsterweg 1F 4587 EA KLOOSTERZANDE

Inspectierapport Kinderopvang Op de Boerderij (KDV) De Beers CZ HERPEN Registratienummer:

Inspectierapport Kindercentrum De Klim-Inn (BSO) De Meent BR LELYSTAD Registratienummer:

Transcriptie:

Inspectierapport De Duinkabouter (KDV) Buitenklingen 5 2554 BT 'S-GRAVENHAGE Registratienummer: 406168969 Toezichthouder: GGD Den Haag, Dienst OCW In opdracht van gemeente: S GRAVENHAGE Datum inspectiebezoek: 17-06-2013 Type onderzoek : Regulier onderzoek (Onaangekondigd) Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 16-07-2013

Inhoudsopgave Inleiding...3 Beschouwing toezichthouder...4 Advies aan gemeente...4 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein...5 Het inspectieonderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item...8 Gegevens voorziening...23 Gegevens toezicht...23 2 van 25

Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan kindercentra, gastouderbureaus, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen kwaliteitseisen op onder andere het gebied van: personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, ouderinspraak, klachten, voorschoolse educatie en aan de zorgplicht en taken van het gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum, de peuterspeelzaal of de gastouder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatige zaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen. Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde instrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat minder toezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Ieder gastouderbureau wordt jaarlijks geïnspecteerd; jaarlijks vindt bij een selectie van de gastouders toezicht plaats. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra, het gastouderbureau en de peuterspeelzaal om in het landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra, gastouderbureaus, voorzieningen voor gastouderopvang en peuterspeelzalen gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het Overzicht bevindingen staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in Het inspectieonderzoek staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan ( ja ), of dit niet het geval is ( nee ), of dat hij niet tot een oordeel kon komen ( niet beoordeeld ). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het inspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang of de peuterspeelzaal, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze van de houder van het kindercentrum, het gastouderbureau, de voorziening voor gastouderopvang of de peuterspeelzaal. 3 van 25

Beschouwing toezichthouder Risicogestuurd toezicht Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risicogestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD'en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risicogestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risicogestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Het risicogestuurd toezicht houdt derhalve in dat er een onderzoek plaatsvindt naar kernzaken. Dit onderzoek zal echter worden uitgebreid indien er tijdens de vorige inspectie sprake was van overtredingen, of indien hier een andere aanleiding toe is, bijvoorbeeld bij een klacht. Overleg en Overreding Toezichthouder heeft overleg en overreding toegepast op de volgende items in het rapport: - 1.3 (t.a.v. informatie aan ouders) - 6.1.1.3 (t.a.v. inhoud pedagogisch beleidsplan) - 6.1.1.8 (t.a.v. inhoud pedagogisch beleidsplan) Zie de toelichting bij de items voor meer informatie. Advies aan gemeente Advies: niet handhaven handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekening houdend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden eventuele opmerkingen toezichthouder: NB: Er zijn geen overtredingen geconstateerd. 4 van 25

Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindercentrum dat bedrijfsmatig of anders dan om niet gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 1. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. Beoordeling toezichthouder Van de 20 voorwaarden van dit domein: -is aan 1 voorwaarden voldaan De overige 19 voorwaarden zijn geen onderdeel van deze inspectie. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: 2. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit domein: -is aan 5 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 3 voorwaarden niet beoordeeld: 2.3 voorwaarden 1, 2 en 3 5 van 25

3. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico s de opvang van kinderen met zich meebrengt. Verder gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risico-inventarisatie. Beoordeling toezichthouder Van de 23 voorwaarden van dit domein: -is aan 2 voorwaarden voldaan De overige 21 voorwaarden zijn geen onderdeel van deze inspectie. 4. Accommodatie en inrichting Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de accommodatie en inrichting van de binnenruimte en de buitenspeelruimte. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 5. Groepsgrootte en beroepskracht-kindratio Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kindratio). Beoordeling toezichthouder Van de 13 voorwaarden van dit domein: -is aan 12 voorwaarden voldaan -is de volgende voorwaarde niet beoordeeld: 5.3 voorwaarde 2 6 van 25

6. Pedagogisch beleid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke- en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Beoordeling toezichthouder Van de 28 voorwaarden van dit domein: -is aan 26 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 2 voorwaarden niet beoordeeld: 6.1.1 voorwaarden 5 en 6 7. Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentrum. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 8. Voorschoolse educatie Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van voorschoolse educatie, indien dit wordt gesubsidieerd door de gemeente. Deze normen betreffen de minimale omvang van de voorschoolse educatie, het aantal beroepskrachten, de groepsgrootte, de kwaliteit van beroepskrachten en het voorschoolse educatieprogramma dat gebruikt wordt. Dit domein maakt geen deel uit van deze inspectie. 7 van 25

Het inspectieonderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item 1. Ouders 1.3 Informatie 3 De houder plaatst het inspectierapport op de eigen website. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) NB: Ten tijde van de inspectie is er geen inspectierapport geplaatst op de eigen website. Toezichthouder heeft aan houder Overleg&Overreding voorgesteld. Binnen de gestelde termijn is het inspectierapport alsnog op de website geplaatst. Hiermee is de overtreding beëindigd en is dit item als voldoende beoordeeld. 8 van 25

2. Personeel 2.1 Verklaring omtrent het gedrag 1 Personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag. 1 (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. 2 (art 1.50 lid 3, 4 en 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 3, 4 en 6 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Toezichthouder heeft alle vog's ingezien van de beroepskrachten die werkzaam zijn op dit kindercentrum en hiernaast ook van de medewerkers die in dienst zijn van de onderneming van de houder en regelmatig of af en toe een bezoek brengen aan dit kindercentrum. 1 Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurders, werknemers met een arbeidsovereenkomst (waaronder kantoorpersoneel), beroepskrachten in opleiding, stagiair(e)s, uitzendkrachten en vrijwilligers (zoals in de Wet kinderopvang gedefinieerd). Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. Voor de bestuurder die deel uitmaakt van een rechtspersoon volstaat overlegging van de VOG voor rechtspersonen of van een VOG voor natuurlijke personen. Bij wisseling van bestuurders maar instandhouding van de rechtspersoon, dient de nieuwe bestuurder een VOG voor natuurlijke personen te overleggen. 2 Conform artikel 1.50 lid 6 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dienen uitzendkrachten en stagiair(e)s een verklaring omtrent het gedrag te overleggen de eerste keer dat zij de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan twee maanden. Voor uitzendkrachten is het uitzendbureau de instantie die de VOG verlangt. Voor stagiair(e)s kan dit zowel de onderwijsinstelling als de stageverlenende instantie zijn. 9 van 25

2.2 Passende beroepskwalificatie Voorwaarde 1 Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. 3 (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling 2.3 en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO) 1a Alle PMIO ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau; OF 1b Een HAVO of VWO diploma; OF 1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling 2 Voor alle PMIO ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling 3 Alle PMIO ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling Ad.1 t/m 3: Niet beoordeeld, er worden momenteel geen pedagogisch medewerkers in opleiding (anders dan via de BBL of BOL leerweg) ingezet. 3 Voor personen die vanaf een moment vóór mei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling. 10 van 25

2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal 4 Voorwaarde 1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. 5 (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 4 De Nederlandse taal is de voertaal. Daar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal mede als voertaal worden gebruikt. De in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en het Limburgs. 5 Het gaat hier bijvoorbeeld om een kindercentrum voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is. 11 van 25

3. Veiligheid en gezondheid 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid 1 De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. 6 (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) NB: De inventarisatie veilgheid is uitgevoerd in februari 2013. 3.2 Risico-inventarisatie gezondheid 1 De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. 12 (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) NB: De inventarisatie gezondheid is uitgevoerd in februari 2013. 6 Conform art 5 lid 3 sub f van het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk dient de risicoinventarisatie gereed te zijn voordat de aanvraag tot registratie wordt ingediend. 12 van 25

5. Groepsgrootte en beroepskracht-kindratio 5.1 Opvang in groepen 1 De opvang vindt plaats in stamgroepen. 7 peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling 2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling 3 Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) NB 1: Er zijn 2 stamgroepen aanwezig: - Verticale groep Sneezy: maximaal 13 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar - Verticale groep Doc: maximaal 13 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar Beide groepen zijn 44,75 m2 groot. In deze groepen kunnen elk 13 kinderen worden geplaatst, omdat de centrale hal ook als speelruimte kan worden toebedeeld. Sinds 1 juni 2013 is babygroep Dopey gesloten wegens het teruglopend kindaantal. Deze ruimte is 40,27 m2 groot en wordt nog gebruikt voor activiteiten. 7 Indien het kindercentrum daarvoor kiest, mogen de kinderen bij (spel)activiteiten de stamgroepruimte verlaten. 13 van 25

5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes 1 Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten. 8 peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling 2 Dagelijks is minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind. peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling 3 Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. 9 peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4 en 6 Regeling 8 Indien in de groep met drie beroepskrachten tegelijk wordt gewerkt, worden er maximaal vier vaste beroepskrachten toegewezen aan ieder kind. Indien een kind in twee stamgroepen wordt opgevangen (conform artikel 5 lid 13 van de Regeling kwaliteit Kinderopvang en peuterspeelzalen), geldt de voorwaarde van maximaal drie vaste beroepskrachten niet. 9 Een stamgroepruimte is de ruimte waar de kinderen van de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig zijn. Indien een kind in twee stamgroepen wordt opgevangen (conform artikel 5 lid 13 van de Regeling kwaliteit Kinderopvang en peuterspeelzalen), geldt de voorwaarde van maximaal twee stamgroepruimtes niet. 14 van 25

5.3 Beroepskracht-kindratio 1 De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl 10 peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling 2 Indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 12 Regeling Ad 2: Er is nooit slechts één beroepskracht aanwezig in het kindercentrum. 10 Als bij (spel)activiteiten de kinderen de stamgroep verlaten, kan de beroepskracht-kindratio op kindercentrumniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. De op de locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig met taken die direct met de kinderen te maken hebben. 15 van 25

5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kindratio bij openingstijden van 10 uur of langer 1 Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskrachtkindratio vereist is. peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling 2 De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling 3 De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling 4 Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling 5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling 16 van 25

6. Pedagogisch beleid 6.1 Pedagogisch beleidsplan 11 Voorwaarde 1 De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) Bron: Pedagogisch beleidsplan Kinderdagcentrum de Duinkabouter (versie mei 2013) 11 Conform art 5 lid 3 sub e van de het Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk dient het pedagogisch beleidsplan gereed te zijn voordat de aanvraag tot registratie wordt ingediend. 17 van 25

6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan 1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit 2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling 3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling 4 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. 12 (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling 5 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling 6 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskrachtkindratio. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling 12 Het betreft volwassenen zoals vrijwilligers, stagiair(e)s, groepshulpen of huishoudelijke hulpen. 18 van 25

7 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling 8 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling Ad 5 en 6: Niet beoordeeld, er is nooit slechts één beroepskracht aanwezig op het kindercentrum. NB 7: Mocht houder in de toekomst horizontale groepen gaan instellen, dan zal houder het wennen aan een nieuwe stamgroep moeten hebben beschreven. NB 3 en 8: Toezichthouder heeft bij het beoordelen van deze voorwaarden geconstateerd dat deze niet (duidelijk) beschreven zijn in het pedagogisch beleidsplan. Naar aanleiding hiervan is aan houder Overleg& Overreding voorgesteld. Binnen de gestelde termijn heeft houder de ontbrekende informatie aangevuld en aan toezichthouder doen toe komen. Hiermee is de overtreding beëindigd en is dit item als voldoende beoordeeld. 6.1.2 Pedagogische praktijk 1 De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 2 De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Let op: het oordeel van de toezichthouder over de onderdelen 6.2 t/m 6.5 komt tot stand door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Ter illustratie van het oordeel wordt een aantal van de voorwaarden toegelicht. Het oordeel is dus niet alleen gebaseerd op hetgeen omschreven is. Tijdens de inspectie is geobserveerd: - op groep Doc tijdens het buitenspelen - op groep Sneezy tijdens het eten en drinken 19 van 25

6.2 Emotionele veiligheid 1 De beroepskracht communiceert met de kinderen. 2 De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. 3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 Regeling 4 De kinderen worden uitgenodigd tot participatie. 5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. peuterspeelzalen; art 5 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 Regeling NB 1: De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen en naar elkaar. Zij verwoorden in veel situaties hun gedrag. NB 2: De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen; ze zijn aardig voor alle kinderen in de groep en sluiten met hun gedrag aan op individuele kinderen. NB 3: Kinderen reageren op elkaars emoties. Soms door van een afstandje toe te kijken; soms door nabijheid te zoeken en de emotie te delen. 20 van 25

6.3 Persoonlijke competentie 1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. 2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. 3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. 4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. NB 1: Beroepskrachten sluiten bij het aanbieden van een activiteit aan op het ontwikkelingstempo en niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn, zonder het kind te overvragen of te onderschatten. NB 2: De beroepskrachten hebben oog voor het individuele kind binnen de groep. Zij reageren passend op signalen van kinderen. Het kind voelt zich gezien en begrepen. 21 van 25

6.4 Sociale competentie 1 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. 2 De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten. 3 De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. NB 1: De beroepskrachten begeleiden doorgaans de positieve interacties tussen kinderen. 6.5 Overdracht van normen en waarden 1 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. 2 Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk. 3 Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd. 4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. NB 4: Beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten, helpen en werken samen. 22 van 25

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Duinkabouter Aantal kindplaatsen : 34 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Ja Gegevens houder Naam houder : Daniella Annette Baak-Lammertink Adres : Dr. J. Presserstraat 77 Postcode en plaats : 2552LR 'S-GRAVENHAGE KvK nummer : 27297011 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Den Haag, Dienst OCW Adres : Postbus 12652 Postcode en plaats : 2500DP 'S-GRAVENHAGE Telefoonnummer : 070-3537224 Onderzoek uitgevoerd door : E. van den Berg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : S GRAVENHAGE Adres : Postbus 12652 Postcode en plaats : 2500DP 'S-GRAVENHAGE Planning Datum inspectiebezoek : 17-06-2013 Opstellen concept inspectierapport : 09-07-2013 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 16-07-2013 23 van 25

Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente : 16-07-2013 : 16-07-2013 Openbaar maken inspectierapport : Week 32 Overzicht gebruikte bronnen Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen : gesproken met mevrouw D. Lammertink, houder. : met beide beroepskrachten van groep Sneezy. Observaties : Op beide groepen. Andere bronnen: Website Verklaringen omtrent het gedrag Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Huisregels/groepsregels Presentielijsten Personeelsrooster Pedagogisch beleidsplan 24 van 25

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 25 van 25