Inspectierapport BSO 't Speelkwartier (BSO) Runmolen 104 5404KT Uden Registratienummer 106906690 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Uden Datum inspectie: 11-02-2015 Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 03-03-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Personeel en groepen... 4 Veiligheid en gezondheid... 5 Accommodatie en inrichting... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing In opdracht van de gemeente Uden is een incidenteel onderzoek uitgevoerd bij buitenschoolse (BSO) 't Speelkwartier. BSO 't Speelkwartier gaat met ingang van 23 februari 2015 verhuizen naar de locatie Runmolen 104 in Uden. Het incidenteel onderzoek houdt in dat er een beperkt aantal relevante onderdelen onderzocht zijn. Reden voor verhuizing is dat het complex waarin BSO 't Speelkwartier gehuisvest was, getroffen is door een brand. De locatie de Runmolen bevat semipermanente gebouwen en zal naar verwachting voor 2 jaar huisvesting bieden. Op deze locatie zullen een tweetal basisscholen, de BSO en de peuterspeelzaal de Vlinder gehuisvest worden. Tijdens dit incidenteel onderzoek zijn een beperkt aantal onderdelen onderzocht. Het onderzoek heeft plaatsgevonden op een moment dat de noodgebouwen nog ingericht moeten worden. Ook de buitenruimte moet nog nader ingevuld worden. Tijdens het jaarlijks onderzoek dat in 2015 plaatsvindt, zullen de voorwaarden die nu nog niet te beoordelen zijn meegenomen worden. Dit onderzoek heeft zich gericht op: - Personeel en groepen - Veiligheid en gezondheid - Accommodatie en inrichting Op het onderdeel personeel en groepen (verklaring omtrent het gedrag rechtspersoon) en de risico-inventarisatie gezondheid en een aantal mogelijk onveilige situaties geconstateerd tijdens de inspectie, is de mogelijkheid tot overleg en overreding geboden. Dit houdt in dat de houder in de gelegenheid is gesteld om aanpassingen te doen en documenten na te sturen. De houder heeft hier gebruik van gemaakt. Met betrekking tot de voorwaarde geldige verklaring omtrent het gedrag rechtspersoon is op moment van afronding van dit rapport niet voldaan aan de voorwaarden. De afgifte van de verklaring omtrent het gedrag van de houder duurde langer dan verwacht. In overleg met de houder en de gemeente Uden is het rapport afgerond, reden is dat anders de ouders van de kinderen die de BSO bezoeken geen kinderopvangtoeslag ontvangen. De oorzaak hiervan is dat op de oude locatie het centrum al uitgeschreven is en de nieuwe locatie nog niet ingeschreven staat. Inspectiegeschiedenis 18-11-2014: een overtreding betreffende de opvang in groepen (beperkte inspectie) 05-12-2013: geen overtredingen (volledige inspectie) Conclusie Er is een overtreding uit deze inspectie gekomen namelijk de verklaring omtrent het gedrag van de houder. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) af te wijzen. 3 van 10
Observaties en bevindingen Personeel en groepen Het centrum voldoet niet geheel aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en groepen. Binnen dit onderdeel is de verklaring omtrent het gedrag van de houder gecontroleerd. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten verhuizen van de oude locatie mee naar de nieuwe locatie. De verklaringen omtrent het gedrag van de beroepskrachten zijn in een eerder stadium in orde bevonden. In verband met de verhuizing is een geldige verklaring omtrent gedrag van de houder vereist. Aangezien de houder een BV betreft is een verklaring omtrent het gedrag rechtspersoon (RP) vereist. Dit was niet bekend bij de houder, zij had een verklaring natuurlijk persoon overlegd. Hierop is de mogelijkheid tot overleg en overreding geboden. De houder heeft een verklaring omtrent het gedrag RP aangevraagd. Deze is niet meer ingezien ter beoordeling. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten verhuizen van de oude locatie mee naar de nieuwe locatie, de beroepskwalificaties zijn in een eerder stadium gecontroleerd en in orde bevonden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties 4 van 10
Veiligheid en gezondheid Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte (beperkte) voorwaarden met betrekking tot veiligheid en gezondheid. Binnen dit onderdeel is de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid beoordeeld op inhoud en volledigheid. Er is voornamelijk gekeken naar de datum van de inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. Een volledige controle van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is vooralsnog niet mogelijk omdat het centrum nog niet operationeel is. Een uitgebreid onderzoek met bijbehorende steekproef zal tijdens de reguliere inspectie in 2015 plaatsvinden. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid dateert van 17-02-2015 en is van de actuele situatie. Opgemerkt dient te worden dat de inventarisatie plaatsgevonden heeft in een casco opgeleverd gebouw waar nog volop gewerkt wordt. Inrichting dient nog plaats te vinden. De houder heeft aangegeven dat zij de risico-inventarisatie herziet op het moment dat de inrichting van de ruimten plaatsgevonden heeft en de BSO in bedrijf is. Dit zal in maart plaatsvinden. Tijdens de rondgang in het centrum zijn een aantal mogelijk onveilige situaties geconstateerd namelijk; in de leefruimte bevindt zich een waterboiler, onduidelijk was of deze gecontroleerd was en of er een legionella beheersplan van kracht is. op het toilet bevindt zich een elektrische verwarming, kinderen kunnen zich hieraan branden. Beiden zaken zijn direct opgepakt door de houder in samenspraak met de basisscholen en de peuterspeelzaal de Vlinder. Een uitgebreide onderzoek ten aanzien van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zal bij de jaarlijkse inspectie plaatsvinden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Risico-inventarisatie veiligheid (dd. 17-02-2015) Risico-inventarisatie gezondheid (dd. 17-02-2015) Risico-inventarisatie brandveiligheid dd. 17-02-2015 5 van 10
Accommodatie en inrichting Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot de accommodatie. De inrichting is in dit stadium niet te beoordelen omdat het gebouw casco opgeleverd is. Binnen dit onderdeel zijn de vierkante meters beschikbaar per kind beoordeeld. Binnenruimte De BSO gaat gebruik maken van de aula van de school. Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van een speellokaal. Op basis van de toegestuurde tekening zijn de volgende afmetingen bekend; aula 243 m2 speellokaal 54m2 Totaal: 297 m2, dit is voldoende voor het aantal kinderen (40) dat hier opgevangen wordt. Op moment van inspectie moest de ruimte nog casco opgeleverd worden. Of de ruimte passend ingericht is kan derhalve niet beoordeeld worden. In een mail van 25-02-2015 heeft de houder foto's toegestuurd. Hierop is te zien dat de ruimte ingericht is door middel van tafels, stoelen en een hoek met een bank. Tijdens de jaarlijkse inspectie zal het definitieve aantal beschikbare vierkante meters bepaald worden en zal bekeken worden of de inrichting passend is. Buitenspeelruimte De BSO kan beschikken over de buitenruimte van de basisschool. Deze is gesitueerd op een soort van binnenplein en meet bij benadering 562,5 m2. Dit is ruim voldoende voor het aantal op te vangen kinderen. Op het moment van inspectie was de buitenruimte (nog) niet ingericht. Of de buitenruimte passend ingericht is derhalve niet te beoordelen. Deze voorwaarde zal bij de jaarlijkse inspectie meegenomen worden. Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond (via mail dd 17-02-2015) 6 van 10
Inspectie-items Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 onder f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO 't Speelkwartier Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf Humpie Dumpie BV Adres houder : Horgetouw 3 Postcode en plaats : 5404MA UDEN KvK nummer : 41084121 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA TILBURG Telefoonnummer : 073-6404515 Onderzoek uitgevoerd door : C. van Hulst Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Uden Adres : Postbus 83 Postcode en plaats : 5400AB UDEN Planning Datum inspectie : 11-02-2015 Opstellen concept inspectierapport : 26-02-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 03-03-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 03-03-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 03-03-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 24-03-2015 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. Zij stemt in met de inhoud van het rapport. 10 van 10