Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar 1992 Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ONTWIKKELINGSSAMEN WERKING Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage 16 december 1991 Op grond van mijn toezegging in het begrotingsdebat op 26 en 27 november jl. informeer ik u over nog in 1991 te realiseren mutaties binnen de in het OS-plafond beschikbare middelen. Het betreft de wijzigingen ten opzichte van de situatie na de tweede wijzigingswet, welke bij de Kamer is ingediend op 22 november 1991 (Kamerstukken II, 1991-1992, 22414, nrs 1 en 2). De mutaties zijn het gevolg van overschrijdingen en onderschrijdingen op een aantal artikelen. Deze worden voornamelijk veroorzaakt door het zich sneller dan wel langzamer dan voorzien realiseren van uitgaven op afzonderlijke activiteiten. Daarnaast zal een verdere onderuitputting op de hulp aan de Nederlandse Antillen en Aruba ontstaan ten bedrage van f 21,0 mln. De aanwending van de door deze mutaties sedert de tweede wijzigingswet beschikbaar gekomen middelen leidt eveneens tot wijzi gingen van de bedragen voor enkele artikelen. Onderstaand zijn de hieruit voortvloeiende verlagingen en verhogingen op artikelniveau vermeld. 116121F ISSN0921-7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-gravenhage 1992
Verlagingen art. 03.05 Deskundigenprogramma's 8,0 mln. art. 03.13 Medefinanciering van projecten van particuliere organisaties 0,5 mln. art. 03.14 SNV-programtna 1,5 mln. art. 03.15 Opvang van vluchtelingen en asielgerechtigden alsmede asielzoekers in Nederland 3,1 mln. art. 03.20 Subsidies aan instituten 0,1 mln. art. 03 26 Milieubeleid in ontwikkelingslanden 13,5 mln. art. 03.27 Onderzoek en Technologie 6,9 mln. art. 03.28 Vrouwen en Ontwikkeling 2,6 mln. art. 03.29 Stedelijke armoedebestrijding 2,4 mln. art. 03.31 Internationaal onderwijs 20,5 mln. art. 03.34 Programma-ondersteuning en vernieuwing 4,8 mln. div. art. apparaatkosten 1,2 mln. Verhogingen Sub-totaal verlagingen hoofdstuk V KabNa (hoofdstuk IV) BuZa (hoofdstuk V) SoZaWe (hoofdstuk XV) Totaal verlagingen onder het plafond voor ontwikkelingssamenwerking 65,1 mln. 21,0 mln. 0,1 mln. 0,4 mln. 86,6 mln. art. 03.17 art. 03.30 art. 03.32 art. 03.33 art. 03.35 art. 03.36 Rentesubsidies en apparaatkosten NIO en FMO Bedrijfsleven en ontwikkeling Betalingsbalanssteun en schulden Noodhulp Landenprogramma Multilaterale fondsen en programma's Sub-totaal verhogingen hoofdstuk V onder het plafond voor ontwikkelingssamenwerking 2,8 mln. 13,9 mln. 49,3 mln. 6,5 tnln. 7,7 mln. 6,4 mln. 86,6 mln. Toelichting per artikel Artikel 03.05 Deskundigenprogramma's Als gevolg van een lagere dan geraamde veldsterkte zal naar verwachting een onderschrijding ontstaan op zowel de kosten van «voorbereiding, opleiding en begeleiding» art. 03.05.01) ad f 1,8 mln. als op de «uitzendingskosten» (art. 03.05.02) van f6,2 mln. Artikel 03.13 Medefinanciering van projecten van particuliere organi saties Op het onderdeel «Uitzending van artsen en vrijwilligers van particu liere organisaties» (art. 03.13.03) zal een geringe onderschrijding van f 0,5 mln. ontstaan door een lagere financieringsbehoefte van PSO. Artikel 03.14 SNV-programma Op het in 1991 ingestelde «KSP-programma» voor kleinschalige projecten art. 03.14.02) zal een onderschrijding ontstaan van f 1,5 mln. Dit wordt veroorzaakt door aanloopvertragingen. Met de realisatie van een portefeuille van voldoende omvang om het kasbedrag van 1991 te realiseren, blijkt meer tijd gemoeid dan werd voorzien. De effectieve kasuitgaven voor de betreffende activiteiten zullen met name in 1992 plaatsvinden. Artikel 03.15 Opvang van vluchtelingen en asielgerechtigden alsmede asielzoekers in Nederland
De kosten van «opvang in Nederland van toegelaten vluchtelingen» (art. 03.15.02) worden - blijkens een mededeling van WVC-f 3,1 mln. lager geraamd dan opgenomen in de ontwerpbegroting. Artikel 03.17 Rentesubsidies en apparaatskosten NIO en FMO Voor het onderdeel «Rentesubsidies en apparaatskosten NIO» art. 03.17.01 en 02) werd in de tweede wijzigingswet een verlaging opgenomen van f 10,0 mln. in verband met een geraamde onder schrijding. Inmiddels is het definitieve uitgavenniveau bekend waaruit blijkt dat de uiteindelijke onderschrijding f 7,2 mln. bedraagt. Het artikel dient derhalve thans met f 2,8 mln. te worden verhoogd. Artikel 03.20 Subsidies aan instituten Tengevolge van een lagere realisatie op de subsidie aan het RNTC zal een onderschrijding van f 0,1 mln. ontstaan. Artikel 03.26 Milieubeleid in ontwikkelingslanden Zoals ook in de memorie van toelichting op de tweede wijzigingswet is vermeld heeft het programma milieubeleid te kampen met aanloopvertra gingen. De in het eerste jaar verrichte committeringen zullen voor een deel slechts in de komende jaren tot uitgaven leiden. Dit resulteert in een verdere verlaging van dit artikel met f 13,5 mln. Dit bedrag is het saldo van een verlaging van de post «Bilaterale activiteiten» (art. 03.26.01) met f 13,8 mln. en een verhoging van de post «Multilaterale activiteiten» (art. 03.26.02) met f 0,3 mln. als gevolg van een snellere realisatie dan aanvankelijk was voorzien. Artikel 03.27 Onderzoek en technologie De verlaging met f 6,9 mln. betreft voor f 5,9 mln. een verlaging doordat een aantal onderzoeksprojecten een langer tijdsbestek vergt dan aanvankelijk was voorzien. Tussentijdse - dan wel slotdeclaraties voor deze activiteiten zullen derhalve niet rneer in 1991 worden afgewikkeld. Voor f 1,0 mln. betreft deze onderschrijding een overboeking naar het programma «Directe steun aan ontwikkelingslanden, onderdeel Nederland-lsraël-programma» (dit programma maakt deel uit van art. 03.31). De onderzoeksbijdrage t.b.v. het «Nederland-lsraël-programma» is overgeboekt ten einde zowel de beleidsmatige als de comptabel-technische beheersing van het totale programma bij één beleidsafdeling en één financieel-ondersteunend bureau neerte leggen. Artikel 03.28 Vrouwen en Ontwikkeling De verlaging van f 2,6 mln. is het gevolg van aanloopvertragingen welke een nieuw programma kan ondervinden. Met de identificatie en beoordeling van projectvoorstellen is meer tijd gemoeid dan aanvankelijk was voorzien. Daarnaast zal een aantal projecten niet in 1991 geheel tot uitgaven leiden, waardoor het vermoedelijk beloop lager uit zal vallen dan was begroot. Artikel 03.29 Stedelijke armoedebestrijding De verlaging van f 2,4 mln. wordt veroorzaakt doordat bepaalde projecten een langere afwikkelingsperiode vergen dan aanvankelijk was voorzien.
Artikel 03.30 Bedrijfsleven en ontwikkeling Naast het feit dat enkele activiteiten enige vertraging in uitvoering hebben opgelopen, zijn enige contracten in het kader van het programma «Ontwikkelingsrelevante exporttransacties» sneller dan aanvankelijk was voorzien getekend. Hierdoor wordt het vermoedelijke beloop geraamd op f40,0 mln. De overschrijding bedraagt in totaal derhalve f 13,9 mln. Artikel 03.31 Internationaal onderwijs De verlaging met f 20,5 mln. heeft voor f 16,1 mln. betrekking op de post «Samenwerkingsverbanden». De oorzaak hiervan is gelegen in de overgang van het PUO-programma naar het SV-programma, waarbij tarieven en richtlijnen zijn gewijzigd. Als gevolg daarvan was de liquidi teitspositie zodanig dat geen noodzaak tot tijdige rapportage aan de NUFFIC van de zijde van de instellingen ondervonden werd. Inmiddels zijn maatregelen getroffen welke tijdige rapportage via de NUFFIC aan het departement en een correcte bevoorschotting via de NUFFIC aan de instellingen ten doel hebben. Voor f4,4 mln. heeft de verlaging betrekking op de post «Directe steun aan opleidingsinstituten in ontwik kelingslanden». Deze post is het saldo van een overheveling van f 1,0 mln. van art. 03.27 (Onderzoek en technologie), een verlaging van het onderdeel Nederland-Joegoslavië met f 0,6 mln. en een verlaging van het onderdeel DSO met f 2,0 mln. Daarnaast is een onderschrijding opgetreden van f 2,8 mln. veroorzaakt door het langzamer dan voorzien realiseren van afzonderlijke activiteiten. Artikel 03.32 Betalingsbalanssteun en schulden Het na de overige mutaties resterende saldo aan beschikbare middelen ad f4,3 mln. is aan dit artikel toegevoegd ten behoeve van de finan ciering van schuldverlichtingsmaatregelen t.b.v. Zambia, Jamaica en Peru. Artikel 03.33 Noodhulp De verhoging met f 6,5 mln. betreft in hoofdzaak overschrijdingen op de projecten van de post «Humanitaire noodhulp». Artikel 03.34 Programma-ondersteuning en vernieuwing De vermoedelijke realisatie bedraagt voor alle onderdelen tezamen f30,2 mln., in casu een onderschrijding van f4,8 mln. Deze onder schrijding is het saldo van onderbestedingen op de posten «Project en programmavoorbereiding en begeleiding» met f 1,3 mln., het «KAP-programma» met f 1,5 mln., het «GI/KPA-programma» met f 0,1 mln. en op de post «Doelbijdragen en overige» met f 1,9 mln. Artikel 03.35 Landenprogramma De verhoging met f 7,7 mln. is het saldo van incidentele over en onderschrijdingen op de volgende kasplafonds: India verlaagd met f 1,0 mln., Indonesië verlaagd met f 1,5 mln., Pakistan verhoogd met f 3,3 mln., Overig Azië verlaagd met f4,3 mln., Mekong-regio verlaagd met f 6,6 mln., Regio Nijl en Rode Zee verlaagd met f 5,7 mln., regio Oost-Afrika verlaagd met f 9,6 mln., regio Overig Afrika verlaagd met f 1,5 mln., regio Midden Amerika verhoogd met f 2,5 mln., de Andes regio verhoogd met f 5,0 mln. alsmede een verhoging van de post «Wereldwijd» met f 0,5 mln. Naast deze incidentele onder of overschrij
dingen zijn de kasplafonds Bangladesh en regio Zuidelijk Afrika verhoogd met resp. f4,2 mln. en f24,0 mln. in verband met aan de landen Bangladesh en Mozambique verleende schuldkwijtscheldingen. Artikel 03.36 Multilaterale fondsen en programma's De verhoging met f 6,4 mln. is het saldo van additionele bijdragen aan het VN-bevolkingsfonds UNFPA) van f 3,0 mln., aan het Global Programme on Aids (WHO) van f 1,0 mln., aan het TB-controlepro gramma (WHO) van f 1,0 mln. en aan het UNICEF-project «Urban Basic Sources» van f 0,4 mln. Voor f 1,0 mln. wordt de overschrijding veroor zaakt door het saldo van incidentele over en onderschrijdingen op de uit dit artikel gefinancierde projecten. Diverse apparaatkosten De toerekening vanuit de M-sector inzake «Personele en materiële kosten binnenland» wordt verlaagd met f 0,3 mln. De toerekening inzake de «Kosten accountantscontrole OS-activiteiten» wordt verlaagd met f 0,9 mln. De lopende controle-opdrachten zullen niet meer dit jaar tot uitgaven leiden. Per saldo zullen de diverse apparaatkosten derhalve met f 1,2 mln. kunnen worden verlaagd. Nederlandse Antillen en Aruba De toerekening van uitgaven van het Kabinet voor Nederlands Aritilli aanse en Arubaanse Zaken wordt verlaagd met f21,0 mln. in verband met een geraamde onderschrijding. Sociale Zaken en Werkgelegenheid De toerekening van uitgaven van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt verlaagd met f 0,4 mln. in verband met een geraamde onderschrijding op de post «Remigratie naar Suriname». Buitenlandse Zaken De toerekening van uitgaven van het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt met f 0,1 mln. verlaagd. Deze verlaging betreft het saldo van incidentele onderschrijdingen/overschrijdingen op de subsidies aan insti tuten. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, J. P. Pronk.