m llllllllm tll llllllllllllllll lll _j

Vergelijkbare documenten
lllllllllllll lllll:l l lllllllllllll lll Il llhih _J

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Hof van beroep Antwerpen

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

Hof van beroep Antwerpen

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

Àfschrift van Pen m :i t ten. tende ter griffie. ,!1er rechtbdllh ;,an c. t.'.sh.: a1j11 cg te;: Lcu 1cn.

Hof van beroep Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

Hof van beroep Antwerpen -

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

Hof van beroep Antwerpen. CJJOO f-> e_. L lllm _J. d.o U-t. Arrest. r- COVER. kamer C4 correctionele zaken

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

r-- COVER Hof van beroep Antwerpen Arrest kamer C4 correctionele za ken b~ l-Ol-~ m C/ j_ I /b 2 januari 2019

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

H _J. Hof van beroep Antwerpen. . Arrest / / 10 oktober /C0/266

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

ARREST. In aanwezigheid van het Openbaar Ministerie de zaak van : geboren te op, wonende te

Hof van beroep Antwerpen

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

2017 /PGA/ /VJll/661. Het OPENBAAR MINISTERIE. eiser tot herstel. gekend onder het ondernemingsnummer 1

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Hof van beroep Antwerpen

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN AFDELING MECHELEN Not. nr. ME66.L Ooenbare terechtzittina van : 30 april 2015.

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis Kamer 21 Niet te registreren Admon.s1ran:1 #, H G Vonnlsnummer /Griffie nummer

L ll _J. t.rx.dcin?o. Hof van beroep Antwerpen. Arrest. \)ex.btd.û:.x.u. r-- COVER

c-, ~-16"? /2018 r-- COVER ~ ~ ~ Arrest tiende kamer correct ionele zaken 2018/ JJ'(;t 12 oktober 2018

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

(lste aanleg: nr.: LE66.RW ) ARREST

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

Hof van Cassatie van België

UIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIII U

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen 2 7 NOV KamerAC1 19 november M ME/M/66/RW/100400/2016

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg Brussel, strafzaken

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) /

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

j Griffienummer Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis ) 'i / kamer )v G 4 .. r.

Rechtbank van aanleg LIMBURG, Tongeren, Correctioneel.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

AFSCHRIFT p. 1. ll6- Vonnis. Rechtbank van eerste aan eg Lûmburrg, afdelêng Hasse t, sec ie correctioneel, ) kamer / /

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1382/2019 Repertoriumnummer / Europees

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Ht llllllll l l Il I I _J. Hof van beroep Antwerpen. Arrest ../' .2(; /2018. kamer C4 (voorheen kamer 12) correctionele zaken

Rechtbank van eerste aanleg Leuven strafzaken, VOOBIiS. Kamer 19. Vonnisnummer / Griffienummer 1956/2017. Repertoriumnummer / Europees 2017/2513

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

.,, 1) met als KBO-nummer met maatschappelijke zetel gevestigd te. 2) geboren te oo wonende te van Belgische. nationaliteit

Hof van feeroep. Arrest. twaalfde kamer correctionele zaken. COVER Dl-0DDDQflQ37MM-OOQl-DDll-Ol-Ol-l ^ 2015/CO/1000. C/ 26l / /

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaan deren,. afdeling Gent strafzaken

De burgerlijke partij wordt gehoord in baar middelen ontwikkeld door haar raadsman voornoemd.

rcover * n Hof van beroep Antwerpen Arrest twaalfde kamer correctionele zaken d / /^^ \jltoor»ifyv4»f>c.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1

(lste aanleg: nr.: /92) zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest :

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis I I. Kamer 19. Afschrfff von esn mlnuuf ben. dor rechtbonk van eerste aar.

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

Hof van Cassatie van België

Hof van beroep Antwerpen

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

Kopie Afgeleverd aan: WOONINSPEffiUR VAAMS GEWEST Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting- behoeften van inwendige aard Arrestnummer C/ 15 /2017 Repertoriumnummer 20111 50 Datum van uitspraak 1 maart 2017 Rolnummer 2016/C0/1024 ' Notienummer parlcet gener.,al 2016/PGA/4220 2016/VJ11/1054 Arrest twaalfde kamer correctionele zaken Aangeboden op Niet te registreren r-- COVER 01-00000790 11-0001-0013-01-01- m llllllllm tll llllllllllllllll lll _j

Hor van beroep Antwerpen 2016/C0/1024- p 2 2016/PGA/4220-2016/VJ 11/1054 Het OPENBAAR MINISTERIE tegen 3c2. geboren te wonende te op I Mol, beklaagde vertegenwoordigd door mr. ieve Van der Stighelen, advocaat bij de balie van Turnhout 1. Ten Jaste gelegde feiten Bij inbreuk op artikel 5, strafbaar gesteld door artikel 20 1 al. 1 van het decreet d.d. 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, als verhuurder, als eventuele onderverhuurder of als persoon die een woning ter beschikking, een woning die niet voldoet aan de vereisten en normen van artikel 5 rechtstreeks of via tussenpersoon verhuurd, te huur gesteld of ter beschikking gesteld te hebben met het oog op bewoning, namelijk A. Van 14 april 2014 tot 5 november 2014, kamer 1 ten nadele van. (" op l B. Van 5 november 2013 tot 5 nov mber 2014, kamer 2 ten nadele van. I op C. Van 19 maart 2014 tot 5 november 2014, 01 00000790 11-0002-0013-01-01- _j

Hol van beroep Antwerpen- 2016/C0/1024- p. 3 kamer 4 ten nadele van. (" rop.) 0. Van 1 augustus 2014 tot 5 november 2014, kamer 6 ten nadele van I i op E. Van 1 maart 2014 tot 5 november 2014, kamer 10 ten nadele van op F. Van 5 november 2013 tot 5 november 2014, kamer 11 ten nadele van' I op G. Van 3 november 2014 tot 5 november 2014, kamer 13 ten nadele van 1 (zonder verdere identiteitsgegevens) op. ) en H. Van 3 juli 2014 tot 5 november 2014,. kamer 14 ten nadele van (" I top I. Van 7 februari 2014 tot 5 november 2014, kamer 15 ten nadele van I!op.) J. Van 5 november 2013 tot 5 november 2014, kamer 16 ten nadele van. l op K. Van 1 juni 2014 tot 5 november 2014, kamer 17 ten nadele van 1) in: ') l. Van 17 januari 2014 tot 5 november 2014, kamer 18 ten nadele van i (" ' I op: 01-00000?90911-0003-0013-01-01- _J

Hof 11an beroep Antwerpen- 2016/C0/1024-p. 4 M. Van 1 april 2014 tot 5 november 2014, kamer 19 ten nadele van I ( I op N. Van 31 oktober 2014 tot 5 november 2014, kamer 21 ten nadele van. (0.. op i) 0. Van 2 april 2014 tot 5 november 2014, kamer 22 ten nadele van i(" I op ) De kadastra Ie omschrijving van het onroerend goed dat het voorwerp van het misdrijf is, zijnde: li ggin g:. aard en oppervlakte: building, 13 a en 81 ca wijk en nummer van het kadaster: afdeling en de eigenaar(s) ervan geïdentificeerd zijnde als:, geboren te 1, die de ei gendomstitel heeft verkregen krachtens een akte van openbare verkoop na hoger bod, toegewezen door geboren te ' op ' aan op, akte van :. door notaris I 1 te ' overgeschreven op het hypotheekkantoor van Turnhout 11 op 14 december 2015 ref.: 77-T-14/12/2015-12813 bedrag: 54,20 euro hypotheekbewaarder (get) R. Daem 2. Bestreden beslissing 2.1. l!ll'l!l l!j. 01-000007 0911-0004-0013-01-0t-.!...J

llof van beroep Antwerpen- 2016/C0/1024- p, 5 Bij het vonnis, op tegenspraak gewezen op 8 november 2016 door de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout, kamer TC3, werd als volgt beslist: Op strafgebied Verklaart de aan beklaagde ten laste gelegde feiten A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, l, M, N en 0. Veroordeelt beklaagde ' voor de vermengde feiten A, B, C, 0, E, F, G, H, I, J, K,, M, N en 0 tot een geldboete van DUIZEND EURO, verhoogd met 50 opdeciemen en gebracht op 6000,00 EUR. Boete vervangbaar bij gebreke van betaling binnen de wettelijke termijn door een gevangenisstraf van 90 dagen. Spreekt overeenkomstig artikel 42,3 en 43bis van het Strafwetboek de bijzondere verbeurdverklaring uit van het bedrag van 32.100 Euro. Kosten Verwijst beklaagde tot de kosten van het proces, belopende in het geheel en tot op heden: 28,01 EURO. Verwijst beklaagde tot betaling van een vergoeding van 51,20 EURO. Verwijst beklaagde bovendien, bij wijze van bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds tot Hulp aan de Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, tot betaling van een bedrag van VIJFENTWINTIG EURO verhoogd met 50 opdeciemen en gebracht op HONDERDVIJFTIG EURO. 2.2. Er werd hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis d.d. 8 november 2016: op 15 november 2016 door de beklaagde op strafgebied tegen al de beschikkingen 01-00000790911-0005-0013-01-01- l!l.

!lol v n beroep Antwerpen- 2016/C0/1024- p 6 op 6 december 2016 door het OPENBAAR MINISTERIE tegen al de beschikkingen op straf gebied. 2.3. Er werd een verzoekschrift in de zin van artikel 204 Wetboek van Strafvordering ingediend op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout: op 15 november 2016 door de beklaagde op 6 december 2016 door het OPENBAAR MINISTERIE. 3. Rechtspleging voor het hof De aak werd behandeld op de openbare zitting van 01.02. 2017. Het hof heeft hierbij gehoord : mevrouw de voor zitter in haar verslag, het Openbaar Ministerie in zijn uiteemetting van de zaak en in zijn vordering, de beklaagde in zijn middelen van verdediging, ontwikkeld door zijn raadsman, voornoemd. De neergelegde beroepsconclusie en stukken werden in het beraad betrokken. 4. Beoordeling van de ontvankelijkheid van de rechtsmiddelen en van de omvang van de hogere beroepen 4.1. Ontvankelijkheid van de hogere beroepen 1. De verklaringen van hoger beroep, zowel van de beklaagde als van het Openbaar Ministerie, werden tijdig en regelmatig gedaan op de griffie van de rechtbank die het bestreden vonnis heeft gewezen. r--page 01 00000790911-000b-0013-01-01- _j

Hof van beroep Anlwefpl'n-2016/C0/1024- p. 7 2. Het verzoekschrift van de beklaagde d.d. 15.11.2016 zoals bedoeld in artikel 204 Wetboek van Strafvordering werd tijdig ingediend ter griffie van de rechtbank die het bestreden vonnis heeft gewezen en de daarin bepaalde grieven zijn nauwkeurig. 3. Het veneekschrift van het Openbaar Ministerie d.d. 06.12.2016 zoals bedoeld in artikel 204 Wetboek van Strafvordering werd tijdig ingediend ter griffie van de rechtbank die het bestreden vonnis heeft gewezen en de daarin bepaalde grieven zijn nauwkeurig. 4. Gelet op het bovenstaande zijn de hogere beroepen van de beklaagde en van het Openbaar Ministerie regelmatig naar vorm en termijn en ontvankelijk. 4.2. Omvang van de hogere beroepen Het hof heeft ambtshalve geen grieven van openbare orde opgeworpen zoals bedoeld in artikel 210, tweede lid Wetboek van Strafvordering. Gelet op de overwegingen onder rubriek 4.1. van dit arrest is de rechtsmacht van het hof daarom beperkt tot de beoordeling van de beschikkingen op strafrechtelijk gebied van het bestreden vonnis die betrekking hebben op de schuldigverklaring van beklaagde aan de feiten sub A. t.e.m. 0., de strafmaat met inbegrip van de verbeurdverklaring van de wederrechtelijke vermogensvoordelen en de materiële vergissing op blz. 8 van het bestreden vonnis. 5. Beoordeling ten gronde op strafrechtelijk gebied 1. Na nieuw onderzoek ter terechtzitting door het hof, en door de stukken van het dossier, is de schuld van de beklaagde. aan de hem ten laste gelegde feiten sub A. t.e.m. 0. zoals hiervoor omschreven bewezen gebleven. De eerste rechter had evenwel in het beschikkend gedeelte van het bestreden vonnis op blz. 8 het woord "bewezen" vergeten te vermelden, zoals terecht werd opgemerkt door het Openbaar Ministerie in zijn grievenformulier. Hiervoor wordt verwezen naar de oordeelkundige redengeving van de eerste rechter op blz. 5 en 6 van het bestreden vonnis, welke door beklaagde in hoger beroep niet weerlegd wordt r-- PAGr 01-00000790911-0007-0013-01-01- _j

Hof van beroep Aniwerpen-:2016/C0/1024- p. 8 en door het hof wordt beaamd en overgenomen, en - mede in antwoord op de beroepsconclusie van beklaagde -aangevuld als volgt: 2. Het materieel element van het misdrijf met betrekking tot de diverse sub A. t.e.m. 0. weerhouden kamers wordt voldoende aangetoond door de ui:gebreide technische verslagen gevoegd als bijlagen 1, 13 t.e.m. 16 en 18 t.e.m. 39 aan het aanvankelijk proces-verbaal d.d. 12.01.2015 (stuk 240), het gevoegde fotodossier (bijlage 41 aan het aanvankelijk procesverbaal d.d. 12.01.2015 - stuk 33 t.e.m. 46 en 249-252). het omstilndig verslag met betrekking tot het kwaliteitsonderzoek (bijlage 40 aan het aanvankelijk proces-verbaal d.d. 12.01.2015 -stuk 49) en door de vaststellingen ter plaatse door de verbalisanten (stuk 228 t.e.m. 240 en 271-279). Uit deze elementen blijkt genoegzaam dat de door beklaagde verhuurde kamers in de weerhouden periodes niet voldeden aan de normen bedoeld in art. 5 van de Vlaamse Woon code. 3. In tegenstelling tot hetgeen beklaagde voorhoudt in zijn beroepsconclusie, is het niet vereist dat de betreffende kamerwoningen voorafgaandelijk ongeschikt of onbewoonbaar worden verklaard door de burgemeester. Het ongeschikt of onbewoonbaar verklaren van een woning behoort tot de administratiefrechtelijke handhaving van de woonkwaliteitsreglementering door de gemeenten en de gewestelijke ambtenaren. Deze administratiefrechtelijke handhaving is te onderscheiden van de strafrechtelijke handhaving, waarbij de wooninspecteurs een centr<jie rol spelen. De afwezigheid van e n ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring van een woning verhindert derhalve niet dat deze woning het voorwerp kan uitmaken van een strafrechtelijke handhaving en een gerechtelijke herstelvordering. 4. De argumenten die beklaagde op blz. 7 van zijn beroepsconclusie ontwikkelt in verband met de herstelvordering van het Agentschap Inspectie RWO d.d. 14.01.2015, zijn in het kader van de strafrechtelijke gehoudenheid van beklaagde aan de hem ten laste gelegde feiten niet relevant, temeer reeds door de eerste rechter werd vastgesteld dat de herstelvordering zonder voorwerp is. Evenmin zijn de beweringen van beklaagde (blz. 7 van zijn beroepsconclusie) in verband met een eventuele ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring van de woning in dit kader relevant. 01-00000?90911-0008-0013-01-D- _j

Hof van beroep Antwerpen 201 &/C0/1024 - p. 9 5. Op blz. 8 van zijn beroepsconclusie houdt beklaagde voor dat elk moreel element van het misdrijf zou ontbreken, en dat hij zich allerminst wetens en willens schuldig zou hebben gemaakt aan het verhuren van een gebrekkig pand. Voor deze feiten is geen bijzonder opzet vereist. Het volstaat, zoals in deze zaak, dat de beklaagde kennis had/moest hebben van de gebreken (minpunten) en hij desondanks wetens en willens verder bleef verhuren. Beklaagde wist of behoorde als verhuurder te weten dat de kamerwoningen niet voldeden aan de in dl' Vlaamse Wooncode gestelde normen. Een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid volstaat als moreel eleme nt van het misdrijf. Gelet op de aard van de vastgestelde gebreken kan beklaagde bezwaarlijk voorhouden dat hij niet op de hoogte was van het bestaan van deze gebreken. De huurovereenkomsten met betrekking tot de diverse kamers werden door beklaagde ondertekend. Beklaagde dient als verhuurder te controleren of de kamerwoningen wel aan de woningkwaliteitsnormen voldoen, en hij dient regelmatig de staat van de verhuurde kamers en gemeenschappelijke delen te controleren. Beklaagde voert geen rechtvaardigingsgronden aan, en evenmin kan hij zich beroepen op zijn gebrek aan kennis van de reglementering, die van verhuurders mag verwacht worden. Er kan geen sprake zijn van onoverwinnelijke rechtsdwaling. Het feit dat beklaagde in de loop van 2014 nog een aantal herstellingen aan het pand heeft uitgevoerd (op basis van de door hem voorgelegde facturen) verandert niets aan de vaststelling dat het vereiste moreel element van het misdrijf tijdens de voorziene incriminatieperiodes aanwezig was in hoofde van beklaagde. De gebreken die aan het pand werden vastgesteld zijn inherente gebreken waarvoor de eigenaar/verhuurder dient in te staan omdat hij er moet op toezien dat de panden in orde blijven. De bewering dat sommige huurders door hun gedrag zelf verantwoordelijk zouden zijn voor bepaalde gebreken en minpunten, is niet schuldontlastend. Ook h et feit dat de huurders zelf niet klaagden is geen criterium. Oerhalve is het moreel element wel degelijk aanwezig in hoofde van beklaagde. 01-00000790911-0009-0013-01-0l-.J

Hof van bero p A11tw rpen-2016/c0/1024- p. 10 6. Beklaagde stelt zich op blz. 9 van zijn beroepsconclusie de vraag of hij op 05.11.2014 nog wel verantwoordelijk was voor de woonkwaliteit van de kamerwoningen, verwijlend naar de openbare verkoop van het gebouw tijdens het jaar 2014. De openbare verkoop d.d. 14.01.2014 aan zijn ex-vriendin was niet definitief, aangezien dit een rouwkoop betrof. Het is slechts op 17.12.2014, zijnde bij de definitieve toewijzing aan het lok na rouwkoop, dat het eigendomsrecht overging. Beklaagde heeft overigens na de eerste openbare verkoop d.d. 14.01.2014 nog steeds het beheer van het pand als eigenaar/verhuurder waargenomen, en heeft naar eigen zeggen nog "tal van verbeteringswerken" (zie blz. 9 beroepsconclusie beklaagde) aan het pand verricht, zoals tevens blijkt uit de door hem voorgelegde facturen. Aangezien de laatst weerhouden dag van de incriminatieperiode 05.11.2014 betreft, was beklaagde met betrekking tot alle weerhouden kamerwoningen als eigenaar/verhuurder verantwoordelijk voor de naleving van de voorschriften van de Vlaamse Wooncode. 7. De eerste rechter heeft terecht vastgesteld da! de feiten voorzien onder de tenlasteleggingen A. t.e.m. 0. de opeenvolgende en voortgezette uitvoering zijn van een zelfde misdadig opzet, zodat er slechts één straf dient te worden uitgesproken, nl. de zwaarste. Bij de straftoemeting wordt rekening gehouden met: de persoon en de ingesteldheid van de beklaagde, zijn diverse strafrechtelijke voorgaanden, waardoor hij niet meer in aanmerking komt voor een straf met gewoon uitstel van tenuitvoerlegging, de omstandigheden en ernst van de feiten, die getuigen van een drang naar snel en gemakkelijk geldgewin met miskenning van het welzijn en de veiligheid van de huurders, het grote aantal verhuurde kamers. Daarom wordt de beklaagde. bestraft met een geldboete van 1.000 euro te vermeerderen met 50 opdeciemen of een vervangende gevangenisstraf van 90 dagen. Deze effectieve geldboete moet de beklaagde ervan weerhouden in de toekomst dergelijke laakbare han delingen te stellen en moet hem leren de voorschriften van de Vlaamse Wooncode te respecteren. 01-00000790911-00l0-0013-01 01- _J

liof an bero Antwerpen- 2016/C0/1024 - p. 11 De omvang van de opgelegde geldboete is aangepast aan het aantal verhuurde kamerwoningen en aan het door beklaagde beoogde onrechtmatig financieel geldgewin, en de duur van de vervangende gevangenisstraf is aangepast aan de omvang viln de geldboete. Gezien de schriftelijke vordering van het Openbaar Ministerie van 03.05.2016 (stuk 420) dient bij toepassing van art. 42,3" en art. 43bis Sw. de verbeurdverklaring van de vermogensvoordelen, verworven ingevolge het verhuren van deze kamerwoningen te worden opgelegd. Deze verbeurdverklaring beteugelt de immorele geldzucht van de beklaagde, die niet in het bezit gelaten mag worden van de wederrechtelijk verworven huurgelden. Rekening houdend met de ontvangen huurgelden tijdens de respectievelijke huurperiodes per kamer zoals correct berekend door het Openbaar Ministerie (stuk 420) en overigens cijfermatig niet betwist door beklaagde, verklaart het hof het bedrag Viln 32.100 euro verbeurd lastens beklaagde als wederrechtelijke vermogensvoordelen. 6. Wettelijke bepalingen Het hof houdt rekening met volgende wettelijke bepalingen, de artikelen: 11, 12, 14, 24, 31 tot 37 en 41 van de wet van 15 juni 1935 162, 185, 190, 190ter, 194, 195, 199, 200, 202, 203, 203bis, 204, 210, 211 van het Wetboek van Strafvordering 1, 2, 3, 7, 38, 40, 42, 43, 43bis, 65 van het Strafwetboek 1, 2, 5, 15, 20 1 en 20ter van het decreet van 15 juli 1997 1 van de wet van 5 maart 1952 2 en 3 van de wet van 28 december 2011 59 en 60 van de programmawet van 25 december 2016 58 van het KB van 18 december 1986 28 en 29 van de wet van 1 augustus 1985 91 van het KB van 28 december 1950 7. Beslissing.J

Hul van beroep Antwerpen-201fi/C0/1074-p. I' Het hof, Rechtdoende op tegenspraak; Beslist op grond van de hoger vermelde redenen, binnen de perken van de hogere beroepen zoals hiervoor bepaald, als volgt: Verklaart de hogere beroepen ontvankelijk; Op strafrechtelijk gebied Verklaart de beklaagde D., E., F., G., H., 1., J., K., l., M., N. en 0.; schuldig aan de hem ten laste gelegde feiten A., B., C., Veroordeelt de beklaagde wegens deze vermengde feiten tot een geldboete van DUIZEND EURO gebracht op ZESDUIZEND EURO door verhoging met 50 vervangende gevangenisstraf van NEGENTIG DAGEN; opdeciemen of een Verplicht de beklaagde om bij wijze van bijdrage tot de financiering van het bijzonder fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan occasionele redders een bedrag te betalen van VIJFENTWINTIG EURO, verhoogd met 70 opdeciemen en alzo gebracht op TWEEHONDERD EURO; egt aan de veroordeelde een vergoeding op van EENENVIJFTIG EURO en TWINTIG CENT; Verklaart verbeurd lastens beklaagde overeenkomstig art. 42,r en art. 43bis Sw., het bedrag van TWEEËNDERTIGDUIZEND HONDERD EURO als zijnde de uit de misdrijven wederrechtelijk verkregen vermogensvoordelen; De kosten laat de kosten van het hoger beroep van het Openbaar Ministerie ten laste van de Staat; Veroordeelt de beklaagde tot de overige kosten van de strafvordering in beide aanleggen, deze voorgeschoten door de openbare partij in totaal begroot op 187,13 euro. rpage: 01-00000790911-0012-0013-01-01-

Hor van bl!roep Antwerpen- 201&/C0/1024- p. 13 Dit arrest is gewezen te Antwerpen door het hof van beroep, twaalfde kamer, samengesteld uit:. Knapen raadsheer d.d. voorzitter J. Daenen raadsheer J. Decoker raadsheer en in openbare terechtzitting van 1 maart 2017 uitgesproken door. Knapen, raadsheer d.d. voorzitter in aanwezigheid van het lid van het Openbaar Ministerie vermeld in het proces-verbaal van de terechtzitting met bijstand van griffier J. Geysemans.. -- -- r-- PAG( 01-000007 0 11-0013-0013-0l-O- _)