Inspectierapport Kinderdagverblijf De Vlieger (BSO) Langstraat 14A 5481VP Schijndel Registratienummer 168372496 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Meierijstad Datum inspectie: 27-11-2017 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 30-11-2017
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse opvang De Vlieger is samen met kinderdagverblijf De Vlieger gelegen in het buitengebied van Schijndel. De buitenschoolse opvang is gehuisvest in een woonunit en beschikt over een riante groepsruimte, een lego kamer en een ruime gang waar ook gespeeld kan worden door de kinderen. In het gebouw worden ook twee 3+ groepen van het kinderdagverblijf opgevangen. De rest van de kinderdagverblijfgroepen worden opgevangen in het naastgelegen gebouw. Het kindercentrum heeft een grote natuurlijk ingerichte buitenruimte. Kinderen hebben de mogelijkheid om met allerlei natuurlijke materialen zoals zand, blaadjes, water etc. te spelen. Daarnaast kan er een bezoekje worden gebracht aan de boerderijdieren die aanwezig zijn in een afgezet stuk van de buitenruimte. Inspectiegeschiedenis De afgelopen jaren zijn er geen overtredingen gekomen uit de jaarlijkse onderzoeken op beperkte voorwaarden. Inspectie 27 november 2017 Tijdens dit onaangekondigde, jaarlijkse inspectie bezoek op de kernzaken ligt de nadruk op de pedagogische praktijk aangevuld met het domein personeel en groepen. De houder heeft een wijzigingsverzoek bij de gemeente ingediend om het aantal kindplaatsen op te hogen van 37 naar 40. Op het moment van inspectie blijkt er echter niet voldoende speeloppervlak te zijn voor dit aantal op te vangen kinderen. De voorheen gebruikte 'oranje' groep is reeds in gebruik voor de peuteropvang en deze oppervlakte is hiermee weggevallen. De houder geeft aan dat twee kamers (welke nu niet functioneel voor spelen zijn ingericht) opnieuw in te gaan richten zodat deze wel functioneel gebruikt kunnen gaan worden. Deze herinrichting zal plaats vinden in de eerste week van januari. In overleg is daarom afgesproken om het bijbehorende incidentele onderzoek voor de wijziging plaats te laten vinden in de tweede week van januari. Bevindingen Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein is beoordeeld of het pedagogisch beleidsplan voldoet aan de gestelde voorwaarden en/of de beroepskrachten handelen conform dit opgestelde pedagogisch plan. Er is een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel is tot stand gekomen door middel van observatie in de praktijk en door gesprekken met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en/of het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van "het pedagogisch curriculum van het jonge kind" en de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid; 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties; 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties; 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleid Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleids- en werkplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie. Observatie praktijk Tijdens deze inspectie zitten de kinderen nog aan tafel en eten en drinken wat. Als de kinderen hun drinken op hebben, vraagt de beroepskracht of ze nog wat lusten. Ze loopt langs met een kan ranja. De andere beroepskracht zit aan de langste rij tafels van de twee rijen. Ze heeft ondertussen met enkele kinderen korte gesprekjes. De kinderen vertellen op hun beurt regelmatig dingen tegen de beroepskrachten. Als alle kinderen klaar zijn met eten en drinken, mogen ze van tafel. De kinderen zetten zelf hun beker op het aanrecht waar een van de beroepskrachten de afwas verzamelt. De kinderen mogen gaan spelen. Heel even is het wat hectisch: de kinderen lopen doelloos rond en gaan ook naar de andere kant van de groepsruimte. Hier is net bso groep 2 aangeschoven aan de tafels en hebben dan hun eet/drinkmoment. Als snel begeleiden de beroepskrachten de kinderen naar een activiteit of speelplek en dan is het weer rustig. Kinderen kunnen kiezen om te gaan spelen in met het speelgoed of ze mogen al dan niet aansluiten bij de georganiseerde activiteiten door de beroepskrachten. Deze middag staat er schminken op het programma evenals een proefspel. Een ouder kind schminkt zelf een van de kinderen. Als de kinderen van bso groep 2 ook klaar zijn, mengen zij zich onder de al spelende kinderen. De beroepskrachten zijn verdeeld over de activiteiten en speelplekken zodat er steeds toezicht en begeleiding mogelijk is. Normaal is buiten spelen een vast onderdeel van het programma, er is dan ook een uitdagend, natuurlijk ingerichte buitenruimte voor de kinderen met onder andere een kabelbaan. Omdat het deze middag erg regent en de grond nogal modderig is, blijven de kinderen deze middag binnen. Over het algemeen vermaken de kinderen zich prima met het aanbod en de aanwezige materialen. Conclusie Op basis van de observatie is te concluderen dat tijdens de inspectie de 4 basisdoelen voldoende gewaarborgd worden. 4 van 10
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. den Ouden) Interview (beroepskrachten) Observaties (maandag 27 november: 15:00 uur tot 17:00 uur) Pedagogisch beleidsplan 5 van 10
Personeel en groepen Binnen dit onderdeel is onderzocht of de beroepskrachten een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) en een passend diploma hebben. Ook is gecontroleerd of men voldoet aan de gestelde eisen wat betreft de opvang in groepen en de beroepskracht-kindratio. Conclusie Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag (VOG) welke voldoet aan de gestelde eisen. De VOG's zijn overlegd voor aanvang van de werkzaamheden. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Kinderen van bso de Vlieger worden opgevangen in 3 basisgroepen: basisgroepen max. aantal kinderen leeftijd kinderen 1 17 kinderen 4 t/m 12 jaar 2 12 kinderen 4 t/m 12 jaar 3 10 kinderen 4 t/m 12 jaar In de praktijk komt het voor dat basisgroepen samen gevoegd worden. Tijdens de inspectie zijn basisgroep 1 en 2 samengevoegd. Beroepskracht-kindratio Er zijn tijdens de inspectie 26 kinderen met 3 beroepskrachten. Dit is conform de gestelde eisen*. Daarnaast is een steekproef genomen uit het rooster van de beroepskrachten en de presentielijsten van de kinderen. Hieruit blijkt dat de gecontroleerde momenten voldoen aan de gestelde eisen*. * conform de wettelijke rekentool: http://1ratio.nl/bkr/#/ Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevr. E. den Ouden) Interview (beroepskrachten) Observaties (maandag 27 november: 15:00 uur tot 17:00 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Arbeidscontracten Presentielijsten (week 46 t/m 48) Personeelsrooster (week 46 t/m 48) 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het vastgestelde pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven vanaf 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in basisgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf De Vlieger Website : http://www.kdvdevlieger.nl Aantal kindplaatsen : 37 Gegevens houder Naam houder : Kinderdagverblijf De Vlieger BV Adres houder : Langstraat 14 Postcode en plaats : 5481VP Schijndel KvK nummer : 17154099 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : I Kanters Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Meierijstad Adres : Postbus 10001 Postcode en plaats : 5460DA Veghel Planning Datum inspectie : 27-11-2017 Opstellen concept inspectierapport : 28-11-2017 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 30-11-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 06-12-2017 Verzenden inspectierapport naar : 06-12-2017 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 27-12-2017 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10