Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen.

Vergelijkbare documenten
In de commissie RF van 4 juni 2015 zijn met betrekking tot de OZB de volgende uitgangspunten vastgesteld :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 november 2018 b e s l u i t :

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders van 4 en 24 september en van 13 november 2012;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Houten. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

VERORDENING ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN GOOISE MEREN 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014

Verordening onroerendezaakbelastingen

Raadsbesluit. Onderwerp: Verordening onroerende-zaakbelasting Vergadering: 24 november 2015 Agendapunt: 12E Registratienummer:

Nijverdal, 12 december gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2017;

Normal 0 false false false MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.msonormaltable

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2018

I. in te trekken de verordening d.d. 13 december 2007, nr. 60a; II. vast te stellen de: Artikel 1

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende. zaakbelastingen 2012 Citeertitel Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012

Wetstechnische informatie

Onroerende zaakbelastingen

Raadsvergadering : 3 december 2013 Agendapunt : Commissie : - Onderwerp : Verordening onroerende-zaakbelastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017;

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

*ZEA74E5ECFB* Raadsvergadering d.d. 20 december 2016

BESLUIT. VERORDENING op de heffing en invordering van onroerende- zaakbelastingen 2017

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE- ZAAKBELASTINGEN 2016.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2010 tot het aanpassen tarieven belastingen en heffingen 2011, nr.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Verordening op de heffing en invordering van onroerendezaakbelastingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2015, nr ; VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015 nummer 55;

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2014.

Gezien het voorstel inzake onroerende-zaakbelastingen Stein 2006 (Gem. blad Afd. A 2005, no. 152 );

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 20 december 2005;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen 2018 (Verordening onroerendezaakbelastingen Delft 2018).

Raadsmededeling - Openbaar

De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 6 januari 2009, Nr.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT. Verordening onroerende-zaakbelastingen Deurne 2018

gelet op de tekst van de tussen de gemeente Zoeterwoude en BIZ-vereniging Grote Polder te sluiten Uitvoeringsovereenkomst;

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016

RAADSVOORSTEL. Vaststellen Herziene verordening onroerende zaakbelasting Opsterland 2015 Portefeuillehouder : Rob Jonkman

Verordening BI-zone Groote Lindt Zwijndrecht 2016

Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen. emeente Druten. emeenteraad lastinnen: onroerende-zaakbelastinçien

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015, met kenmerk AP020, raadsstuk 15bb8495;

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2016;

Verordening bedrijveninvesteringszone Bedrijventerrein Vianen

VERORDENING op de heffing en de invordering van onroerendezaakbelastingen

Verordening bedrijveninvesteringszone Centrum Bergambacht 2016

NIEUWE Verordening onroerende-zaakbelastingen 2014

Verordening BI-zone De Vergulde Hand Vlaardingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, R.nr. 46.

Verordening Bedrijveninvesteringszone Nieuweweg. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 september 2017;

gelet op de tussen de gemeente Breda en Ondernemersvereniging BiZ Steenakker gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 18 oktober 2016; B E S L U I T:

Verordening op de heffing en invordering Bedrijveninvesteringszone Smakterheide Venray 2017

Verordening bedrijveninvesteringszone De Krogten 2017 gemeente Breda

Raadsmededeling - Openbaar

*ZEA18E71503* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

Onderwerp Verordening onroerende zaakbelastingen Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van?? september 2016;

Verordening BI-zone winkelcentrum Willem de Zwijger

Argumentatie In de programmabegroting 2016 hebben wij u al meegedeeld dat de tarieven met 2% verhoogd moeten worden.

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

het van het college van burgemeester in wethouders vin 1 oktober 2013;

Onderwerp Intrekken verordening onroerende-zaakbelastingen 2013 en vaststellen verordening onroerendezaakbelastingen

Verordening op de heffing en de invordering van. en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Oosterhout 2012

Verordening bedrijveninvesteringszone winkelgebied Naaldwijk gemeente Westland 2016

Verordening bedrijveninvesteringszone Haarbrug-Noord gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum en nummer);

Verordening BI-zone Steenakker Breda 2012

Verordening BI-zone Twentekanaal 2010.

Verordening Bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein Dalfsen 2018

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Centrum Losser

Verordening op de heffing en de invordering van een bedrijveninvesteringszone bedrijventerrein De Trompet Heemskerk

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone eigenaren centrumgebied Alphen aan den Rijn 2016

Verordening Bedrijveninvesteringszone Centrum Groesbeek 2017

Gemeente Zwolle, bekendmaking verordening Bedrijveninvesteringszone Binnenstad 2017

GRIFFIE LEIDEN INGEKOMEN

Verordening Bedrijven Investering Zone Binnenstad

Onderwerp Intrekken verordening Onroerende-zaakbelastingen 2011 en vaststellen verordening Onroerende-zaakbelastingen 2012.

Verordening bedrijveninvesteringszone De Aam

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : Datum :

Verordening bedrijveninvesteringszone eigenaren en gebruikers Centrum Papendrecht

Gemeenteraad: 14 december 2017

raadsvergadering: 12 november 2014 onderwerp: Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2015

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 18 december 2012;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;

Verordening BedrijvenInvesteringsZone gebruikers Binnenstad Hengelo

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT

Sector : II Nr. : 66b. De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2010, nummer

Verordening Bedrijveninvesteringszone de Briellaerd

RAADSVOORSTEL. Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 16 december 2014 B en W-besluit nr.:

Verordening Bedrijven Investering Zone Amsterdamstraat

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE BESLUIT

Verordening bedrijveninvesteringszone Kernwinkelgebied Tilburg

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 6 Datum :

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten

Transcriptie:

Raadsvoorstel Nummer: 178446 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 23 oktober 2018 Agendapunt: 11 Onderwerp: Verordening Onroerende zaakbelasting 2019 Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2019 vast te stellen. In het raadsvoorstel behorend bij de aanbieding van de concept-begroting 2019, de concept-begroting 2019 van het Woningbedrijf en de meerjarenramingen 2020 t/m 2022, hebben wij u voorgesteld de OZB opbrengsten te verhogen met het inflatiepercentage van 1,4 %. De OZB opbrengst die nu in de begroting 2019 is geraamd, is de OZB opbrengst op basis van de kohieren die in 2018 zijn opgelegd vermeerderd met 1,4 %. In de commissie RF van 4 juni 2015 zijn met betrekking tot de OZB de volgende uitgangspunten vastgesteld : - bij de vaststelling van de nieuwe OZB tarieven voor een bepaald jaar, zullen we de te verwachten volumeontwikkeling voor dat jaar buiten beschouwing laten. Een eventuele waardeverandering als gevolg van volumeontwikkeling wordt het jaar daarop automatisch meegenomen, omdat we ons dan baseren op de werkelijke opbrengst van het lopende jaar. - de factoren die een rol spelen bij de vaststelling van de nieuwe tarieven zijn de waardestijging of daling van het onroerend goed en de gewenste OZB opbrengst. In de begroting 2019 is een OZB opbrengst geraamd van totaal 927.810,00. Doordat de waardestijging van zowel de woningen als de niet woningen in de periode tussen 1-1-2017 en 1-1-2018 hoger is dan het inflatiepercentage, kunnen de tarieven worden verlaagd. In de periode gelegen tussen 1-1-2017 en 1-1-2018 is de waarde van woningen, gemiddeld gestegen met 4,29 %. In dezelfde periode is de waarde van niet-woningen gestegen met 2,48 %. 1

Bij de voorgestelde aanpassing van de tarieven heeft het college ook rekening gehouden met de onderstaande uitgangspunten, die eveneens in de commissie RF van 4 juni 2015 zijn vastgesteld ; - de komende 5 jaar zullen de verschillen tussen hetgeen eigenaren en gebruikers van nietwoningen aan OZB betalen ten opzichte van hetgeen eigenaren van woningen aan OZB betalen, kleiner gemaakt worden. - om het verschil tussen hetgeen eigenaren-en gebruikers van niet-woningen en hetgeen eigenaren van woningen betalen, kleiner te maken zullen eigenaren van woningen de komende jaren in verhouding meer OZB gaan betalen. - de stijging van de OZB die eigenaren van woningen de komende jaren gaan betalen om het verschil ten opzichte van hetgeen eigenaren-en gebruikers van niet-woningen betalen, kleiner te maken, mag echter niet meer dan 1 % hoger zijn dan de stijging die aan eigenaren - en gebruikers van niet-woningen wordt door berekend.. Op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten, die in de commissie RF van 4 juni 2015 zijn vastgesteld, komen we dan tot de volgende OZB tarieven. Geraamde Waarde per 1-1-2017 Werkelijke Waarde per 1-1-2017 Waarde stijging in 2017 Waarde per 1-1-2018 Te realiseren opbrengst Tarief Eig. won 527.117.647 558.112.773 4,29 % 582.055.810 491.790 0,0849 Eig.niet 144.260.675 154.798.761 2,48% 158.637.770 253.500 0,1590 woning Gebruiker niet woning 116.617.021 124.052.377 2,48% 127.128.875 182.520 0,1429 Aan de hand van een rekenvoorbeeld kan worden duidelijk gemaakt dat met deze tarieven aan de uitgangpunten, die in de commissie RF van 4 juni 2015 zijn vastgesteld, wordt voldaan. Rekenvoorbeeld : Eigenaar woning met een waarde per 1-1-2017 van 250.000,00. Het OZB tarief eigenaren woning was in 2018 0,0869%. Te betalen OZB in 2018 0,0869 % van 250.000,-- = 217,25 Door de waardestijging van 4,29 % is deze woning per 1-1-2018 260.725,00 waard. Het OZB. tarief eigenaren woning is in 2019 0,0849%. Te betalen OZB 2019 0,0849% van 260.725,00 = 221,35 In procenten betaalt deze eigenaar van een woning in 2019 1,89 % meer OZB dan in 2018. In euro s betaalt de eigenaar van deze woning in 2019 4,11 per jaar meer dan in 2018, dat is dan 0,34 per maand. Eigenaar niet-woning met een waarde per 1-1-2017 van 250.000,00. Het OZB tarief eigenaren niet- woningen was in 2018 0,1615 %. 2

Te betalen OZB 2018 0,1615% van 250.000,00 = 403,75. Door de waardestijging met 2,48 % is dit pand per 1-1-2018 256.200,-- waard. Het OZB tarief eigenaren-niet woningen is in 2019 0,1590 %. Te betalen OZB in 2019 0,1590 % van 256.200,-- = 407,35 In procenten betaalt deze eigenaar van dit pand 0,89 % meer OZB dan in 2018. In euro s betaalt de eigenaar van dit pand in 2019 3,61 meer OZB dan in 2018. Voor ondernemers behoort de te betalen OZB tot de bedrijfslasten, waardoor een deel van de hogere OZB lasten terugontvangen kan worden van de belastingdienst. Gebruiker niet-woning met een waarde per 1-1-2017 van 250.000,00. Het OZB tarief gebruikers niet-woningen was in 2018 0,1451%. Te betalen OZB in 2018 0,1451% x 250.000,-- = 362,75 Door de waardestijging met 2,48 % is dit pand per 1-1-2018 256.200,00 waard. Het OZB tarief gebruikers niet-woningen is in 2019 0,1429%. Te betalen OZB in 2019 0,1429% van 256.200,00 = 366,10 In procenten betaalt deze gebruiker van dit pand 0,92 % meer OZB dan in 2018. In euro s betaalt de gebruiker van dit pand in 2019 3,36 meer OZB dan in 2018. Ook gebruikers van niet-woningen zijn over het algemeen ondernemers, ook voor hen is het mogelijk dit te verrekenen met de belastingdienst. Resumerend : een eigenaar van een woning gaat in 2019 1,89% meer OZB betalen dan in 2018 en een eigenaar van een niet-woning gaat in 2019 0,89% meer OZB betalen dan in 2018 en een gebruiker van een niet woning gaat in 2019 0,92 % meer OZB betalen dan in 2018. Hiermee wordt aangetoond dat voldaan wordt aan de wens van de raad om de verschillen van OZB tarieven tussen eigenaren van woningen en eigenaren en gebruikers van niet-woningen, kleiner te maken. Ook blijkt uit deze berekening dat hetgeen een eigenaar van een woning in 2019 meer aan OZB gaat betalen niet meer dan 1 % hoger is dan hetgeen eigenaren en gebruikers van niet-woningen meer gaan betalen. Wij stellen u voor de OZB tarieven voor 2019 vast te stellen, zoals hierboven is aangegeven. De commissie E.F. is op 14 november 2018 gehoord. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Renswoude, de secretaris, de burgemeester, J. van Dijk P. Doornenbal-van der Vlist 3

Raadsbesluit Nr. 178446 De raad van de gemeente Renswoude; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 oktober 2018; Gelet op de artikelen 220 tot en met 220 h van de gemeentewet : Besluit : vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van onroerende -zaakbelastingen 2019 Artikel 1 Belastingplicht 1. Onder de naam onroerende zaakbelastingen worden voor binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen geheven; a. een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak, die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersbelasting; b. een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit, of beperkt recht, verder te noemen : eigenarenbelasting. 2. Bij de gebruikersbelasting wordt: a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven ( verder: de gebruiker), aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven (verder: de gebruik gever); de gebruik gever is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op de gebruiker b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdelijk gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld. 3. Voor de eigenarenbelasting wordt als genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genot hebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. 4

Artikel 2 Belastingobject 1. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet Waardering onroerende zaken. 2. Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. Artikel 3 Maatstaf van heffing 1. De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet Waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar bedoeld in artikel 1. 2. Als voor een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet Waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 20, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel 4 Belastingtarieven 1. Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor: a. de gebruikersbelasting; - voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1429% b. de eigenarenbelasting; - voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0,0849% - voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0,1590% 2. Indien de waarde in het economische verkeer van een onroerende zaak minder beloopt dan 6.800,00 worden ter zake van die onroerende zaak de belastingen niet geheven. 3. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele euro s. 5

Artikel 5 Vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: a. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; b. één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen; c. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden; d. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer, per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken; e. waterverdedigings - en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning; f. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning. g. werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken. h. onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van zodanige roerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs: i. voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond,alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; j. glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond; k. straatmeubilair, waaronder worden begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen niet zijnde gebouwen welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri s, hekken en palen; 6

l. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht; m. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning; 2. De vrijstelling voor de in onderdeel h van het eerste lid bedoelde onroerende zaken voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het recht heeft krachtens zakelijk eigendom., bezit of beperkt recht. 3. In afwijking in zoverre van artikel 3wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van de gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienende dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn tot woondoeleinden. Artikel 6 Wijze van belastingheffing. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag. Artikel 7 Termijnen van betaling In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien de belastingplichtige de keuze maakt om via automatische incasso te betalen, worden de aanslagen in 8 gelijke termijnen geïnd, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende zaakbelastingen. Artikel 9 Overgangsrecht De Verordening onroerende zaakbelastingen 2018, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Artikel 10 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is op 1 januari 2019. 7

Artikel 11 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening onroerende zaakbelastingen 2019 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Renswoude, gehouden op 11 december 2018. de griffier, de voorzitter, 8