moeilijke dingen in je leven tegenkomen. Situaties waar je echt niks van begrijpt. Waarom de



Vergelijkbare documenten
Gelijkenissen zijn voor de meeste kerkmensen vaak bekende verhalen. (1) En ik kan me daar

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

Jezus vertelt in Lucas 12 de gelijkenis van de rijke dwaas. Zo wordt dat verhaal meestal

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Johannes 6, We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Knabbel en Babbeltijd.

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

De bruiloft van Simson

Kindvriendelijke liturgie 20 september Begin schooljaar Boekentassenwijding

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

De Bijbel open (29-06)

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

(1) Toen ik bezig was met dit verhaal, over die 10 melaatsen, moest ik denken aan een

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Deze handreiking is van:

Marcus 10, Kleine en grote kinderen: iedereen is welkom bij Jezus

Apostolische rondzendbrief

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Bijbel voor Kinderen. presenteert VEERTIG JAREN LANG

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

De gelijkenis van de verloren zoon.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Johannes 5, Ken jij Jezus? Hoe zie je Hem?

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Tekst: Job 16: 20 Thema: Doge jo wol? Bijzonderheden: Tweede zondag in de 40-dagentijd. Beste mensen,

Jezus maakt mensen gelukkig

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Deze handreiking is van:

Bij het gekozen thema: Het verlangen van God heb ik mij in de afgelopen dagen afgevraagd wat is mijn verlangen naar God?

Lieve mensen van de Hofkerk, gasten, gemeente van Jezus Christus

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Les 29: Hemelvaart en Pinksteren.

Het verhaal hoe Paulus een ander mens wordt. (1) Ik vind het één van de meest

Luisteren naar de Heilige Geest

Gelezen: Deuteronomium 6: 1-9 en Johannes 13:31-35

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).


Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

Preek over de opdracht: Laat de Geest u vervullen (Efeziërs 5:18b) Van drs Ton de Ruiter. Lees vooraf eerst: Efeziërs 5:1,2 en 5:15-33 en 6:1-10

Werkboek Het is mijn leven

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

H E T V E R L O R E N G E L D

Jouw avontuur met de Bijbel

Er vaart een boot op het grote meer

Soms ben je onbedoeld en ongewild een luistervink bij gesprekken die niet voor jou bedoeld

LET OP WAT JE HOORT! LET OP WAT JE VAN DE HERE HOORT! 1. dan vind je Hem. 2. dan wordt je rijk met Hem. Markus 4:24.25 / Gehouden op / p.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

In het kerkblad worden regelmatig mensen genoemd, die iets meegemaakt hebben. (1) Die

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

VIEREN MET KINDEREN GEBED OM VERGEVING

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

DE DUIVELSKERK IN 3. Luister, hoe je ketel zing! Hij neuriet de oude wijs van. Maar stop, hier is iets! Er zijn ook zware dromen...

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Voortaan haal ik, zodra ik wilde wingerd zie, de plant gelijk uit de heg. Wat opvalt is, dat hij steeds weer terugkomt: op blijven letten dus!

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

ADHD: je kunt t niet zien

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Heer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga

DE WIJZE KONING SALOMO

Pastoraat wat is dat?

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Heilig Jaar van Barmhartigheid

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12)

De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart die aan de kinderen is uitgedeeld. Als de kinderen Bingo hebben, roepen ze Amen

Thema: Aanvaard elkaar Tekst: Romeinen 15: 7. Liturgie: Paulus, wat doe je nou? Ik kan je nu even niet meer volgen. Je spreekt jezelf gewoon tegen.

Zondag 21 mei zondag Rogate bidt. Lezingen: Exodus 32 : 1 14 Johannes 16 : 23 27

Onze Vader. Amen.

ze er iets gewichtigs mee wil aangeven, al is het nooit duidelijk haar schouders reikte, is nagenoeg gehalveerd. Een simpele

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

De Bijbel open (30-11)

De Bijbel open (22-06)

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1

SAMUËL, DIENAAR VAN GOD

Transcriptie:

Tekst Mat. 17,24-27 Lezen: Job 9,1-19 Zingen: Ps. 121,1.4 Ps. 26,1.2 ( s morgens na de wet) Ps. 73,1.9 Ld.432 Gz.179a (middagdienst) PVN 84 Soms zou je willen dat je met je vragen rechtstreeks naar de HEER toe kunt. Je kunt van die moeilijke dingen in je leven tegenkomen. Situaties waar je echt niks van begrijpt. Waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Waarom wordt iemand ziek? Waarom wordt een kind geboren met een handicap? Waarom gebeurt er zo n verschrikkelijke ramp als op Haïti? (1) Het zijn vragen die aan je kunnen vreten. Vragen waar je niet uit komt. Soms zou je willen dat je met dat soort vragen gewoon naar de HEER toe zou kunnen. Ja toch? Ik heb dat wel, in elk geval. Dat gevoel, dat ik het weten wil. Dat ik er een vinger achter wil krijgen. Om te ontdekken hoe het in elkaar zit. En waarom het gaat zoals het gaat. Alleen, dat zit er dus niet in. Ja, ik kan het natuurlijk wel bij de HEER brengen. Als ik bid. En dat doe ik ook wel. Omdat ik ervan overtuigd ben dat ik het op die manier een goede plek geef. Omdat ik ervan overtuigd ben dat ik het bij de HEER neer moet leggen. Net zoals ik alle andere dingen in mijn leven bij hem neerleg. Maar daarmee krijg ik natuurlijk nog niet een antwoord op mijn vragen. Het antwoord blijft open staan (2) Als ik dan kijk hoe dat vroeger ging met de leerlingen van Jezus, dan kan ik wel eens jaloers zijn. Want die hadden dat dus wel, hè? Die hadden dat wel: als ze ergens mee zaten, 1

konden ze ermee naar Jezus toe. Ze konden hem voorleggen wat hun dwars zat of wat ze van hem wilden weten. Ze konden zomaar naar hem toe stappen en met hem in gesprek gaan. En dat doen ze dan ook regelmatig. Met allerlei vragen. Eén zo n verhaal vertelt Matteüs hier. Petrus zit met een vraag. En op dat moment is dat voor hem een brandende vraag. En terwijl hij nog na zit te denken, hoe hij die vraag aan de orde moet stellen, komt Jezus al met het antwoord. En wat voor een antwoord. Duidelijk. Overtuigend. Een antwoord, waar je vrede mee kunt hebben. Kijk, dat zou ik nou ook wel willen: dat het bij mij ook zo ging. Goed, nou kun je zeggen: Zo gaat het dus niet bij ons. Jammer dan. Laten we maar verder lezen. Volgende verhaal. Toch denk ik dat het de moeite waard is om even wat langer stil te staan bij deze geschiedenis. Laten we gewoon eens even kijken, wat er nou gebeurt, en wat we daarvan kunnen leren. Want ik ben ervan overtuigd, dat we hier iets kunnen leren. Over onze vragen en hoe de HEER daarmee omgaat. En dan gaat het om twee dingen. (3) Over allebei wil ik iets zeggen. Een brandende vraag; dat is het eerste. En: een overtuigend antwoord; dat is het tweede. Eerst dus over die vragen. Van ons en van Petrus. En ik begin bij Petrus. Petrus heeft een vraag. (4) Maar eigenlijk is het natuurlijk niet eerlijk, zoals het gegaan is. Ga maar na: Jezus heeft zijn belasting niet betaald. Maar wat gebeurt er? De belastingontvangers stappen niet naar Jezus toe, maar ze gaan ermee naar Petrus! Dan merk je dus al: dat zit scheef. Blijkbaar gaat het ze helemaal niet om dat geld, maar om iets anders. Als het hun om dat geld ging, dan zouden ze naar Jezus toegegaan zijn: U bent achter met betalen. Maar dat doen ze niet. Even over die belasting. (5) De meeste uitleggers denken dat het hier gaat over de tempelbelasting. In de nieuwe vertaling is het ook op die manier terecht gekomen. Het gaat 2

dus niet over belasting die aan de Romeinen betaald moet worden, maar het gaat over een bijdrage voor de tempel. Dat was een vast bedrag, dat elke Israëliet vanaf z n twintigste moest betalen. Dat was al een heel oude regel: uit de tijd dat de Israëlieten door de woestijn onderweg waren; van Egypte naar het beloofde land. In die tijd moest de tabernakel gebouwd worden: een tent speciaal voor de HEER. En in die tabernakel moesten de priesters aan het werk. Dat kost allemaal geld. Vandaar die regel. Je kunt het vinden in Exodus 30 en 38 (Ex. 30,13; Ex. 38,26). Iedere Israëliet van 20 jaar en ouder betaalde dus een vast bedrag voor het werk in de tempel. In de tijd van het NT was dat twee drachmen per persoon. Vergelijk het maar met de VVB bij ons. Een vast bedrag per maand of per jaar. Want het werk in de kerk moet door kunnen gaan. Omdat het werk is in dienst van de HEER. Nou heeft Jezus dus blijkbaar die twee drachmen niet betaalt. Hoewel, je kunt ook overdrijven. Want dat doen de mensen die naar Petrus toe komen. (6) Zoals ze met hun vraag naar voren komen, lijkt het alsof Jezus nooit zijn belasting betaalt. Maar dat is niet waar. Aan het eind van het verhaal blijkt één munt van 4 drachmen genoeg te zijn voor Jezus en Petrus samen. Dan merk je dus dat Jezus maar één jaar achter loopt. Jarenlang heeft Jezus dus trouw zijn VVB betaald. Nooit een keer overgeslagen. Alleen het laatste jaar heeft hij niet betaald. Of nog niet, in elk geval. Dan is het wel heel fors (en ook heel suggestief) om daar dan meteen van te maken dat hij de tempelbelasting niet betaalt. Nou heb ik dus al twee dingen, die niet lekker zitten: de belastingontvangers gaan met hun verwijten naar Petrus toe en het verwijt wordt veel te zwaar aangezet. En dan voel je wel: hier zit iets anders achter. Blijkbaar zijn deze mensen erop uit om een wig te drijven tussen Jezus en zijn leerlingen. Ga maar na: tegenover de leerlingen van Jezus proberen ze hem voor te stellen als iemand die het niet zo nauw neemt met de wet; iemand die slordig is in het dienen van God. En de bedoeling is duidelijk: Moet zó iemand nou je Meester zijn? Moet zó 3

iemand je nou vertellen hoe je God moet dienen? Iemand die er zelf met de pet naar gooit? Op dit moment zie je in de verte al het kruis opdoemen. (7) De tegenstanders van Jezus zijn erop uit om hem onschadelijk te maken. Nou zie je dat vaker dat ze daarmee bezig. Dat ze proberen Jezus op fouten te betrappen. Dat ze proberen Jezus vast te praten. Want hij moet uit de weg geruimd worden. Maar hier gebeurt het wel heel subtiel. En heel gemeen. En als je goed kijkt, zie je op de achtergrond de duivel. Want deze aanpak dat is typisch de aanpak van de duivel. Mensen onzeker maken over God. Mensen onzeker maken over Jezus. Mensen aan het twijfelen brengen. Is God eigenlijk wel zo goed en eerlijk en rechtvaardig? (8) Met diezelfde aanpak heeft de duivel het in paradijs voor elkaar gekregen. Toen wist hij Eva aan het twijfelen te brengen: Is het wel waar wat God gezegd heeft? Dat is de gedachte die door het hoofd van Eva is gegaan. Kan ik God eigenlijk wel vertrouwen? Als je een keer op dat spoor zit, dan is er niet veel meer nodig om je geloof over de rand van de afgrond te helpen. En vragen over God worden dan heel gemakkelijk beschuldigingen en verwijten. Hoe kan dat nou? Hoe kan hij nou zulke verschrikkelijke dingen in de wereld laten gebeuren? Of hoe kan hij dat toelaten? Is dat nou een God van liefde? (9) Het klinkt vragend. Maar voor een heleboel mensen zijn het allang geen vragen meer. Die hebben hun keus al gemaakt: met zo n God wil ik niks te maken hebben: zo n God die niet te vertrouwen is. Dat is het kruispunt waar Petrus nu staat. Zijn vertrouwen op Jezus, zijn geloof in Jezus, zijn overtuiging dat Jezus de beloofde Messias is: door die ene vraag wordt het allemaal op de proef gesteld. Hoe kan dit? En vergis je niet: dat kan ongelooflijk hard binnenkomen. Denk maar aan iemand als Job. Hoe die daarmee geworsteld heeft. De ene ramp na de andere in zijn leven. En waarom? Job weet het niet. Hij weet het eerlijk niet! Het zijn alleen maar grote vraagtekens. Vragen zonder antwoord Als je dat meemaakt, in je eigen leven of in je directe omgeving: dat is ongelooflijk 4

heftig. En dan wordt er getrokken aan je geloof. Wat heb ik aan God? Kan ik nog wel op hem rekenen? Zolang er niks aan de hand is, is het niet zo moeilijk om vertrouwen te hebben in God. Zolang er niet aan je getrokken wordt, is het gemakkelijk genoeg om mooie woorden te zeggen over zekerheid en steun en vertrouwen. Maar er zijn van die momenten dan kan het ineens bij je binnenkomen. En dan gaat alles overhoop. Dan gaat het van binnen stormen. Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Je merkt dat ook bij Petrus. Die twijfel. De onzekerheid. Hij reageert heel kort: Zeker wel. Hij neemt het dus wel voor Jezus op. Dat is het positieve ervan. Hij blijft achter Jezus staan. Maar hij heeft er wel moeilijk mee. Een uitgebreid antwoord of een echte verdediging van Jezus, dat zit er niet in. En verder ook. Petrus loopt ermee rond. Hij is van plan om er met Jezus over te beginnen. Dat wel. Maar: Jezus was hem vóór, zegt Matteüs. Petrus wil er dus over beginnen. Maar je voelt zijn aarzeling. Waarschijnlijk weet hij toch niet goed hoe hij dat aan moet pakken. En wat hij dan moet zeggen. Want ja, die belastingontvangers zullen toch ook niet zomaar iets zeggen Ze zullen toch wel weten waar ze over praten Het zaad van de twijfel is gezaaid. En het is al begonnen met zijn werk. Even voor de volledigheid: (10) had Petrus nou ook anders kunnen reageren? Had hij iets anders kunnen zeggen? Ja, dat had gekund. Kijk maar naar het geweldige antwoord van Jezus, over kinderen die vrijgesteld zijn van belasting. Zoiets had Petrus ook kunnen bedenken. In theorie, tenminste. Want er is altijd een antwoord op die gemene vragen van de duivel, als hij God en ons uit elkaar probeert te drijven. Kijk maar hoe Jezus zelf dat aanpakt. Als de satan naar hem toekomt. Jezus is dan in de woestijn. En de satan komt naar hem toe om hem op de proef te stellen. Geweldig als je dan ziet hoe Jezus het Woord van God gebruikt als een wapen: een zwaard om tegen de duivel te vechten. Om hem weg te jagen. Want die vragen van de satan, die zijn altijd leugens. Leugens over God. Leugens over zijn liefde. Leugens over zijn betrouwbaarheid. 5

Dat maakt het verhaal over Petrus des te spannender. Hoe zal Jezus reageren? Wat zal hij zeggen? Dat is het tweede in deze geschiedenis: een overtuigend antwoord. (11) Wat zal Jezus te zeggen hebben? Die vraag moet Petrus door zijn hoofd hebben gespeeld, terwijl hij onderweg was naar huis. Ik heb dat ook. Als ik denk aan later, aan de jongste dag. Of als ik denk aan de tijd daarna. Want ik stel me zo voor dat er een heleboel tijd zal zijn om te praten. Alle tijd van de wereld. Om te praten met onze Heer. Over allerlei dingen. En misschien krijg ik dan ook wel de gelegenheid om te praten over al die moeilijke dingen van nu. Over vragen die me dwars zitten. Over dingen die ik niet begrijp. Wat zal hij dan te zeggen hebben? Voor dit moment moet ik het doen met de bijbel en met de voorbeelden in de bijbel. (12) Zoals deze geschiedenis, en het antwoord dat Jezus aan Petrus geeft. Maar als ik dan zie, wat Jezus zegt, vind ik het wel bemoedigend. En hoopgevend. Want hoe je het ook wendt of keert, het antwoord van Jezus is in elk geval een overtuigend antwoord. En dan eigenlijk vooral, omdat Jezus zijn positie duidelijk maakt. Jezus is de Zoon van God. Dat is het eerste wat eruit springt: Jezus is de Zoon van God. Jezus maakt dat duidelijk met een voorbeeld. Over koningen die belasting heffen. Als er geld in de schatkist moet komen, dan vraagt een koning dat niet van zijn kinderen, maar van zijn onderdanen. Die moeten de belasting opbrengen. De kinderen van de koning staan aan de kant van degene die het geld int. Met dit voorbeeld zegt Jezus dus twee dingen: (1) De belastingontvangers hadden gelijk! Jezus heeft de tempelbelasting voor dat jaar niet (of nog niet) betaald! Maar (2) hij hoeft dat ook niet te betalen. De wet op de tempelbelasting heeft geen betrekking op hem. Want hij is niet zomaar een onderdaan van de hemelse Koning. Hij is de Zoon van God. De tempel is het huis van zijn eigen Vader. Het huis waar hij in en uit kan lopen. Omdat hij er 6

thuis is. In feite zou hij zelfs bij die belastingontvangers de hand op kunnen houden: geef maar (13) Alleen al met dit voorbeeld maakt Jezus duidelijk dat die belastingontvangers er helemaal naast zaten met hun gemene vraag. En dat Petrus er helemaal naast zat met zijn twijfel. Zie je wel: er is wel een antwoord. En ik ben ervan overtuigd dat er op dezelfde manier ook een antwoord is op onze vragen. Alleen, ik kan er zelf niet op komen. Ik kan het zelf niet bedenken. Net zoals Petrus het ook niet zelf kon bedenken. En ergens is dat ook logisch. Want wij zijn maar mensen. We zijn maar heel beperkt in de dingen die we kunnen overzien en in de dingen die we kunnen begrijpen. God is veel groter en veel machtiger. (14) In de tijd van Jesaja zegt de HEER: Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen zijn niet mijn wegen ( ). Want zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven, en mijn plannen jullie plannen. (Jes. 55,8.9). Of denk maar aan de dingen die Job tegen zijn vrienden zegt: de HEER is de God die alles gemaakt heeft en die alles regeert. Hij is zo groot en zo machtig: wie kan hem ter verantwoording roepen? Ik weet wel: daarmee zijn alle vragen niet in één keer verdwenen. Echt niet. Zo zitten we nou een keer niet in elkaar. Maar het legt wel een basis onder je bestaan. (15) En een basis onder alle gebeurtenissen. Er is een God in de hemel die alles overziet. Een God die groter en machtiger is dan ik. En laat ik dus alsjeblieft niet eigenwijs zijn. Om die God na te willen rekenen. Of om rekenschap van hem te vragen. Of om boos op hem te worden. Want met zo n reactie zeg ik niks over God. Helemaal niks. Met zo n reactie zeg ik alleen maar iets over mezelf: hoe klein ik ben, en hoe kwetsbaar ik ben; hoe onzeker ik me voel en hoe zwak mijn geloof is. Gelukkig is er een God, aan wie ik me op kan trekken. En ook daarvan laat Jezus een paar dingen zien aan Petrus. Een paar dingen, die echt bemoedigend zijn in deze geschiedenis. 7

Om te beginnen: (1) Jezus is Petrus vóór. (16) Ook daarmee laat hij merken wie hij is: de Zoon van God. Terwijl Petrus nog niks gezegd heeft, weet Jezus wat er gebeurd is; hij weet het gewoon. En dan is er nog iets: hij weet ook van de vragen en van de twijfel, die bij Petrus van binnen zitten. Hij weet het. Allemaal. Dat is een bemoedigend idee: God kent onze vragen. Hij weet waar we mee bezig zijn. Als je het moeilijk hebt: God weet het en hij heeft er aandacht voor en hij wil je helpen. Natuurlijk heb je daarmee nog geen antwoord. Dat weet ik. Maar het geeft wel veiligheid en zekerheid: hij kent me; hij weet waar ik mee zit; ik sta er niet alleen voor. Er is iemand die naar me omziet en die met me meeleeft. Er is iemand die een arm om mijn schouder legt en die me wil helpen om verder te komen. En wat voor iemand! Iemand die alles in de wereld regeert. (2) Dat is het volgende. (17) Ook dat laat Jezus aan Petrus merken. Met die wonderlijke opdracht. Om te gaan vissen. En die belofte erbij: dat Petrus op die manier geld zal vinden. Oké, het kan. Het kan dat je gaat vissen en dat je dan een vis vangt die toevallig een geldstuk in zijn bek heeft. Want net daarvóór heeft iemand geld in het water laten vallen, toen die vis daar zwom, en hap! En even later vang jij die vis. Het kan. Wat hier staat is dus niet een bijbelse variatie op het sprookje van de gans met de gouden eieren. Het kan wel. Maar het zou wel heel toevallig zijn Ja, en juist daarmee laat Jezus merken, hoe de wereld in elkaar zit: de dingen gebeuren niet toevallig. Er is een God in de hemel die de leiding heeft. Een God die alles stuurt. Hij stuurt een geldstuk in de bek van een vis (op wat voor manier dan ook) en hij stuurt de vis naar de plek waar Petrus aan het vissen is. Kijk, als de wereld zo in elkaar zit, dan weet ik dat ik goed zit! Dan ben ik bij God altijd aan het goede adres. Hoe het dan misschien ook stormt in mijn leven; of van binnen; ik weet dat ik goed zit. Veilig in Gods hand. En dan is er nog iets (3). God kent mijn vragen. God regeert de wereld. En bovendien: 8

God is liefde. (18) Jezus betaalt uiteindelijk zijn belasting. En zelfs die van Petrus. Niet omdat hij dat moet, maar om de belastinginner niet voor het hoofd te stoten. Dat zijn de woorden die hij gebruikt. Ik kan daar nou niet meer zoveel over zeggen. Maar wat Jezus bedoelt, heeft niet alleen maar te maken irritatie, het gaat veel dieper. Het gaat om zonde. Je zou het ook op deze manier kunnen vertalen: Laten we hen niets in de weg leggen. Geen struikelblok opwerpen. Want daar gaat het om. Jezus wil niet dat mensen in hun geloof struikelen. Hij wil niet dat ze onderuit gaan in hun vertrouwen op God. Hij wil juist dat de mensen in Israël in hem gaan geloven! Dat wil hij. Dat wil hij dus zelfs voor die belastingontvangers! Moet je nagaan: mensen die er doelbewust op uit zijn om Jezus een hak te zetten. Mensen die op dat moment een wig willen drijven tussen Jezus en zijn leerlingen. En wat doet Jezus? Hij doet er alles aan om ze over de streep te krijgen. Om die mensen naar zich toe te halen. Kijk, dat is nou onze Heer: hij wil niet dat mensen vastlopen in hun negatieve houding. Hij wil niet dat mensen blijven steken in hun afwijzen van God. Hij wil niet dat mensen verloren gaan. Hij wil dat mensen tot geloof komen. Hij wil dat mensen gered worden! Daar is hij op uit! En als ik dat nou allemaal bij elkaar optel: God kent mijn vragen. God regeert de wereld. En Hij is erop uit om mensen te redden van de ondergang. Als ik dat allemaal bij elkaar optel, dan raken mijn vragen op de achtergrond. Niet dat ze verdwijnen. En ook niet dat ik een antwoord heb. Maar dat andere schuift ervóór: de overtuiging dat mijn leven veilig is in Gods hand. De overtuiging dat de HEER weet waar hij mee bezig is. De overtuiging dat God liefde is en dat hij daarom ervoor zorgt dat alle dingen bijdragen aan het goede (Rom. 8,28). Nee, dat zie ik niet. En vaak voel ik het ook niet zo. Maar ik geloof het. En ik ken de woorden van Jezus: Zalig zijn de mensen die niet zien en toch geloven! Amen. 9