RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM



Vergelijkbare documenten
RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

Aanzienlijke waardeverschillen in taxaties. Moeilijke vergelijkbaarheid taxaties. Late indiening klacht niet onverklaarbaar.

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

CR 10/2306 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 30 juni 2010

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Taxatie. Afgeven taxatierapport zonder inspectie/opname door taxateur zelf.

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

D. V., aangesloten NVM-Makelaar, gevestigd en kantoorhoudende te B, verweerder in hoger beroep/beklaagde.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Ontvankelijkheid. Civielrechtelijk geschil.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

B verbonden aan [makelaarskantoor Y] kantoorhoudende te G., beklaagde,

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

Ontvankelijkheid. Onjuiste taxatiewaarde. Invloed conjuncturele ontwikkeling op de prijs.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 13/2482 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Taxatie. Aanzienlijk verschil met andere waarderingen. Uitzonderlijk object. Wetenschap van uitgebracht bod.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

RAAD VAN TOEZICHT WEST VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS NVM

tegen De heer R. G., NVM makelaar, verbonden aan Makelaardij L B.V. te D, NVM-lid hierna te noemen: beklaagde

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2421 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Keuze vergelijkingsobjecten.

op de klacht van:mevrouw A. C., wonende te Huizen, hierna te noemen: klager

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Onjuiste taxatiewaarde. Boedeltaxatie. Belangenverstrengeling.

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

CR10/2337 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 23 augustus 2010

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Informatie aan niet opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. NEN 2580-norm.

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

B verbonden aan [makelaarskantoor Y] kantoorhoudende te G., beklaagde,

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Inspectie na verbouwing i.v.m. verhoging taxatiewaarde.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 10/2364 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

de heer L, makelaar in onroerende zaken, kantoorhoudende te B, hierna te noemen beklaagde Zitting: 11 december 2012

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

De Raad van Toezicht Breda geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer R., gemachtigde: mr. D., [adres], klager, tegen

13-15 RvT Amsterdam 04/12 DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Taxatie. Financieringstaxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Nationale Hypotheek Garantie.

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Collegialiteit. Oncollegiaal optreden bij (financierings)taxatie. (zie ook zaaknummer 15.03)

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beweerdelijke onvoldoende onderbouwing van taxatie, onjuiste uitgangspunten en beïnvloeding van betrokkene.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde.

Raad van Toezicht te Arnhem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM BESLISSING.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Beëindiging huurovereenkomst. Terugbetaling waarborgsom.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Mededelings- en onderzoeksplicht. Erfdienstbaarheid van weg t.b.v. het naburige perceel.

Informatie niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Perceelsoppervlakte.

18-50 RvT Amsterdam 203 ERECODE

G.W., aangesloten NVM-makelaar, gevestigd en kantoorhoudende te T, appellant/klager,

12-50 RvT Arnhem. Taxatie. Taxatie zonder bezichtiging.

Als makelaar-verkoper vergoeding van koper bedongen. Registratie van andere koopsom dan de werkelijke.

CR 10/2305 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 18 juni 2010

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Raad van Toezicht Oost van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM

CR 10/2329 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 23 maart 2010

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen.

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bouwkundige staat. Mededelings- en onderzoeksplicht. Asbest.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Transcriptie:

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Taxatie. Te hoge waardering. Taxatie verricht in totaal ander werkgebied. Recht om te klagen niet verwerkt. Een makelaar verricht in november 2002 een taxatie in een gebied meer dan 200 km van zijn plaats van vestiging. Hij komt op een onderhandse verkoopwaarde van 130.000 en een executiewaarde van 115.000; na verbouwing zijn die waardes 140.000 en 125.000. Klaagster verstrekt een hypothecaire geldlening van 151.900. In december 2004 bracht het pand in executie 90.000 op en in april 2005 op de vrije markt 111.000. Het recht om een klacht in te dienen is door de bank na 4 jaar niet verwerkt. De makelaar is niet voldoende bekend met de regio waarin hij taxeerde en is daardoor onzorgvuldig geweest. Zijn referentiepanden kunnen niet als zodanig dienen. Onvoldoende onderbouwing van zijn rapport. UITSPRAAK INZAKE EEN KLACHT VAN: De naamloze vennootschap BLG HYPOTHEEKBANK N.V., gevestigd te Geleen, hierna te noemen: klaagster, tegen: De heer A van B, makelaar o.g. te L, lid van de NVM, hierna te noemen: beklaagde. Verloop van de procedure 1.1 Klaagster heeft bij brief van d.d. 25 oktober 2006 een klacht ingediend tegen beklaagde bij de Raad van Toezicht. 1.2 Beklaagde heeft bij brief van 13 december 2006 verweer gevoerd tegen de klacht. 1.3 De Raad van Toezicht heeft kennis genomen van de gewisselde stukken. 1.4 Ter zitting van de Raad van Toezicht d.d. 29 januari 2007 zijn verschenen: - klaagster, vertegenwoordigt door de heer mr. E.Blom, bedrijfsjurist, mevrouw M. Hagen en mevrouw N.Koot, medewerksters van de afdeling bijzonder beheer, vergezeld door mr. B.F.Assink.; - beklaagde, vergezeld door mr. A.L. van Eyk-Lubach 1.5 Partijen zijn door de Raad van Toezicht gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht mede aan de hand van door beide partijen overhandigde pleitaantekeningen. 2. De feiten

2.1 Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde stukken, voor zover niet betwist, staat het navolgende vast. 2.2 Beklaagde is lid van de NVM en treedt blijkens diens inschrijving bij de NVM en diens briefpapier naar buiten als register makelaar-taxateur o.g. gevestigd te L. 2.3 Op 7 november 2002 heeft beklaagde van de heer S. opdracht gekregen om een taxatierapport op te stellen met betrekking tot het object gelegen aan de M.straat te W. ten behoeve van een beoordeling van een aanvraag voor een hypothecaire geldlening. Dit heeft geleid tot een taxatierapport van 11 november 2002. Daarbij is het pand getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik ad 130.000 en een executiewaarde vrij van huur en gebruik gebruik ad 115.000. Beklaagde heeft de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik na verbouwing/verbetering en de executiewaarde vrij van huur en gebruik na verbouwing/verbetering getaxeerd op 140.000 respectievelijk 125.000. 2.4 De heer S. voornoemd heeft klaagster verzocht om een hypothecaire geldlening en daarbij het pand als zekerheid aangeboden. In dat kader is het taxatierapport van 11 november 2002 aan klaagster overhandigd. Klaagster heeft een hypothecaire geldlening verstrekt aan de heer S. van ± 122 % van 125.000 (executiewaarde vrij van huur en gebruik) na verbouwing/ verbetering van het pand, zijnde een bedrag van 151.900. 2.5 Klaagster is op enig moment overgegaan tot uitwinning van haar zekerheidsrechten. In het kader van de executie heeft klaagster de heer V., beëdigd NVM makelaar en taxateur verbonden aan makelaardij o.g. V. te W. (hierna: V. ), opdracht gegeven het pand te taxeren. V. heeft het pand op 28 september 2004 getaxeerd op een onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik en een executiewaarde vrij van huur en gebruik ad 90.000 respectievelijk 75.000. 2.6 In december 2004 is het pand aan een derde verkocht in het kader van de executie voor een bedrag van 90.000. Voorts is het pand in april 2005 in de vrije verkoop verkocht voor een bedrag van 111.000. 3. De klacht 3.1 De klacht van klaagster houdt, samengevat, het navolgende in. 3.2 Klaagster verwijt beklaagde dat hij heeft gehandeld in strijd met de NVM Erecode door de onderhandse verkoopwaarde en de executiewaarde voor en na verbouwing/verbetering van het pand aanzienlijk te hoog te taxeren. Klaagster verwijt beklaagde voorts dat hij in strijd met de NVM Erecode heeft gehandeld door als makelaar gevestigd te L. een object te taxeren in een andere regio dan waar hij is gevestigd [De afstand tussen L en W is meer dan 200 km. Noot redactie]. Klaagster stelt daarbij dat beklaagde niet bekend is met de huizenmarkt in W. en omstreken en dat hij als redelijk handelend en redelijk bekwaam makelaar niet had moeten overgaan tot taxatie, maar dat hij zich tot een lokale makelaar had dienen te wenden, althans dat aan zijn opdrachtgever, de heer S., in overweging had moeten geven. 2

Klaagster stelt dat beklaagde zich jegens haar niet heeft gedragen als ware hij zich bewust van zijn positie in het maatschappelijk verkeer. Klaagster meent voorts dat beklaagde niet naar eer en geweten en betrouwbaar, deskundig en onafhankelijk van anderen heeft gehandeld en niet heeft gestreefd naar kwaliteit in zijn dienstverlening. Klaagster heeft daarbij aangevoerd dat zij in het kader van haar eigen dienstverlening moet kunnen rekenen op de juistheid van taxaties zoals afgegeven door beklaagde. 3.3 Beklaagde heeft in de visie van klaagster desgevraagd geen deugdelijke verklaring kunnen geven voor de hiervoor beschreven verschillen in taxaties. Klaagster stelt dat daaraan ook niet afdoet dat het pand in april 2005 voor een bedrag ad 111.000 vrij is doorverkocht. Klaagster wijst daarbij onder andere op het volgende. Het pand is door de heer S. in mei 2002 gekocht voor een bedrag van 67.000. Er zijn direct omliggende en vergelijkbare objecten in de periode 2002/ begin 2003 voor substantieel lagere bedragen dan 130.000, dan wel 140.000, verkocht. De gerealiseerde vrije verkoopopbrengst doet er niet aan af dat V. in zijn taxatierapport van 28 december 2004 de vrije en onderhandse verkoopwaarde heeft vastgesteld op 90.000 en de executiewaarde op 75.000. Ook vestigt klaagster er in dit kader de aandacht op dat de voorzieningenrechter op 23 december 2004 zijn goedkeuring heeft verbonden aan een koopprijs bij executie van 90.000. Klaagster heeft voorts gewezen op tal van omstandigheden inherent aan iedere verkoop van onroerend goed die meebrengen dat aan de gerealiseerde verkoopprijs ad 111.000 in april 2005 geen conclusies kunnen worden verbonden. 3.4 Met betrekking tot een van de zijde van beklaagde geproduceerde verklaring van de heer F, als makelaar verbonden aan K-Makelaardij te S [ Op 25 km van W. Noot redactie] van 7 oktober 2005 stelt klaagster dat daaraan geen waarde dient te worden gehecht. Die verklaring bevat geen onderbouwing. Bovendien beroept F zich op referentiepanden die niet als referentie kunnen dienen. 3.5 Ter zitting heeft klaagster haar stellingen mede in het licht van het inmiddels van de zijde van beklaagde ingediende verweerschrift nader geadstrueerd en is klaagster ingegaan op de haar inmiddels bekende weren van de zijde van beklaagde. Klaagster stelt kort en goed dat de feiten en omstandigheden rond het voor het eerst kenbaar maken van de klacht niet meebrengen dat ter zake enige rechtsverwerking heeft plaatsgevonden. Klaagster heeft er daarbij onder andere op gewezen dat er van haar zijde geen gedragingen zijn aan te wijzen, die erop zouden duiden dat klaagster geen klacht zou indienen. 3.6 Klaagster stelt dat de Raad van Toezicht bij de beoordeling van de klacht niet marginaal hoeft te toetsen, voor zover zijn oordeel ziet op de deskundigheid van de makelaar in kwestie in het gegeven geval en ziet op de informatie waarop de makelaar zich in het gegeven geval heeft gebaseerd. 3.7 Ter nadere onderbouwing van de stelling van klaagster dat beklaagde niet heeft gehandeld zoals van een makelaar mocht worden verwacht, wijst klaagster erop dat het (eens te meer) niet inzichtelijk is (geworden) op welke wijze beklaagde tot zijn taxatie is gekomen ondanks de herhaaldelijke verzoeken om met een onderbouwing te komen. 3

3.8 Tot slot heeft klaagster aan de hand van rekenvoorbeelden gesteld dat uitgaande van welke berekeningssystematiek dan ook het verschil in taxatie in negatieve zin meer dan 15 % bedraagt. 4. Het verweer 4.1 Beklaagde stelt dat het niet redelijk en billijk is dat klaagster alsnog een klacht tegen hem indient. Beklaagde wijst erop dat het op enig moment uitblijven van actie mee moet brengen dat de klaagster te lang niets heeft ondernomen en dat de schriftelijke klacht te laat is. De Raad van Toezicht dient als gevolg daarvan niet aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toe te komen. 4.2 Beklaagde stelt dat de Raad van Toezicht marginaal dient te toetsen. Aangezien beklaagde onderzoek heeft gedaan naar verkoopprijzen in de regio, referentiepanden heeft bekeken en een m2- en m3-berekening heeft uitgevoerd, geldt dat beklaagde zijn taxatie goed kan verantwoorden en dat mede gezien de marginale toetsing, er niet tot het oordeel kan worden gekomen dat die taxatie onjuist is. Beklaagde beroept zich daarbij op de eerder genoemde verklaring van 7 oktober 2005 van makelaar F. 4.3 Beklaagde wijst voorts op de vele subjectieve factoren die een rol spelen bij taxaties en dat in april 2005 voor het pand in de vrije verkoop een bedrag ad 111.000 is gegenereerd. 4.4 Beklaagde stelt dat zijn vermeende onbekendheid met de regio waarin is getaxeerd, niet aan hem kan worden tegengeworpen, omdat zulks klaagster kenbaar had kunnen zijn en zij de hypotheekgever had kunnen verzoeken een taxateur in de regio W in te schakelen. 4.5 Ter aanvulling op zijn verweer heeft beklaagde tevens ter zitting zijn stellingen nader geadstrueerd. Beklaagde stelt onder meer dat er geen sprake is van klachtwaardig handelen, omdat beklaagde niet opzettelijk foutief heeft getaxeerd, dan wel er geen sprake van is dat hij niet in redelijkheid tot zijn waardeoordeel heeft kunnen komen. 5. Beoordeling van het geschil 5.1 Met betrekking tot de klacht komt de Raad van Toezicht tot het navolgende oordeel. 5.2 Het verweer dat klaagster haar recht om een klacht in te dienen zou hebben verwerkt, faalt. Er zijn door beklaagde in zijn verweerschrift, noch ter zitting feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan erop mocht worden vertrouwd dat de klacht niet zou worden ingediend. 5.3 Op vragen van de Raad van Toezicht zijn de volgende relevante antwoorden gegeven. Klaagster heeft gesteld dat het onder de hypothecaire geldlening verstrekte bouwdepot door de heer S voornoemd is benut en dat daar tevens bewijsstukken van zijn. Beklaagde was niet bekend met de oorspronkelijke door de heer S betaalde koopprijs voor het object. Beklaagde heeft desgevraagd gesteld dat hij in het kader van de taxatie referentiepanden heeft bekeken en er aan vastgehouden dat de door hem genoemde referentiepanden niet als andersoortig hebben te gelden. 4

5.4 De Raad van Toezicht neemt aan dat beklaagde geacht moet worden niet voldoende bekend te zijn met de lokale marktomstandigheden in en rond W. Beklaagde heeft gesteld in de regio vaak opdrachten te hebben uitgevoerd, maar heeft zulks niet onderbouwd met schriftelijke stukken. De Raad van Toezicht acht het op die grond onzorgvuldig dat beklaagde, alvorens hij tot zijn taxatie kwam, niet eerst een lokale makelaar heeft geraadpleegd. 5.5 De Raad van Toezicht is op basis van al hetgeen ter zitting naar voren is gekomen van oordeel dat van de zijde van beklaagde geen deugdelijke verklaring is gegeven voor de door hem gehanteerde referentieobjecten. De Raad van Toezicht neemt aan dat er wel degelijk mogelijkheden bestonden om ten behoeve van de taxatie van het pand een vergelijking te maken met gelijksoortige objecten; dat wil zeggen gelegen in dezelfde straat en binnen redelijke grenzen en ook in min of meer dezelfde periode verkocht. De Raad van Toezicht vindt dat de objecten, die door beklaagde zijn aangedragen als referentiepanden, daartoe niet kunnen dienen. 5.6 Op basis van de aangedragen gegevens, de daarbij voorgehouden berekeningen en gezien de in de nabijheid gerealiseerde verkoopwaarden komt de Raad van Toezicht tot het oordeel dat het verschil in taxatiewaarden buiten de grenzen ligt van hetgeen aanvaardbaar is. Beklaagde heeft ook onvoldoende steekhoudende feiten en omstandigheden aangedragen, die kunnen dienen ter verantwoording van de door hem verrichte taxatie, noch is daar door hem een deugdelijke onderbouwing voor gegeven of zijn daarvoor enige bewijsstukken getoond. De Raad van Toezicht vindt dat beklaagde alles overziend niet heeft gehandeld zoals van hem mocht worden verwacht en acht de handelwijze van beklaagde klachtwaardig. 5.3 Gelet op de inhoud van de statuten en het Reglement Lidmaatschapszaken, de erecode van de NVM en het reglement Tuchtrechtspraak NVM komt de Raad van Toezicht tot de navolgende uitspraak. 6. Beslissing 6.1 Verklaart de klacht tegen beklaagde: - G E G R O N D - 6.2 Legt beklaagde de maatregel op van: - W A A R S C H U W I N G - 6.3 Veroordeelt beklaagde tot betaling aan de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM van de op de behandeling van de op de zaak betrekking hebbende kosten ad 2.200. Aldus gewezen te Utrecht op 15 maart tweeduizend zeven, door de Raad van Toezicht te Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen NVM, in de samenstelling mr. H.J. Schepen, voorzitter, de heer W. van Loon, makelaar-lid en de heer mr. H.A. Voortman, lid, met bijstand van mr. B.A. Bendel als plaatsvervangend secretaris. 5