~aam.e Regering ~ door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen.

Vergelijkbare documenten
Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale

Vlaamse Regel"ing.:~~. =

"J'" Vlaamse Regering.

Vlaamse Regering. --

.. J' Vlaamse Regering i

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR. INBURGERING. WONEN. GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRI J DING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,

.~": -- tot de verloning van de directeur. Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR. INBURGERING. WONEN. GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

~ - de doelstellingen van 2011 en de toekenning van een managementtoelage aan de algemeen directeur. Uitspraak nr. WB

Vlaamse Regering ~~~ = ~= n-

Vlaamse Regering ~~~ = }~ =,n-

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale

Vlaamse Regering. - Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Vlaamse Regering :~~< " '.~

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Woon code betreffende de beslissing van de sociale

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR. INBURGERING. WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Vlaamse Regering : - l -

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

Vlaamse Regering. Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE,

Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 29bis, 5, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale

Gemeente MEULEBEKE Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement

LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN STAD ROESELARE

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

Gemeente Dentergem Toewijzing zoals bepaald door het Sociaal Huurbesluit. Een eigen lokaal toewijzingsreglement

Inhoud. trst_. Lokaal toewijzingsreglement voor ouderen Goedgekeurd in de gemeenteraad van Zemst van 26 april 2018

Gemeentebestuur Lochristi Provincie Oost-Vlaanderen

INHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING. 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR. INBURGERING. WONEN. GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING

GEMEENTE WAASMUNSTER TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN

Omzendbrief W/2014/01

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 WETTELIJK KADER 1.2 GEMEENTELIJKE MAATREGEL

GR Wijziging lokaal toewijzingsreglement voor ouderen - Goedkeuring

Uitspraak nr. WB DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR. INBURGERING. WONEN. GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRI J DING

WoonAnker Mariadal Temse

BIJLAGE I VAN HET OVERDRACHTENBESLUIT VAN 29/9/2006 TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KOOPWONINGEN

R E G L E M E N T LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR OUDEREN. Gemeenteraad van INLEIDING

TOELICHTING BIJ DE INSCHRIJVING, TE LEZEN EN TE BEWAREN DOOR DE KANDIDAAT-HUURDER

Controle huurprijzen SHM s 2011

De wijzigingen aan het bestaande toewijzingsreglement werden in het geel aangeduid.

Lokaal Toewijzingsreglement

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING REGIONAAL WOONBELEID NOORD-WEST BRABANT

Het sociaal huurbeleid en raakvlakken met welzijn

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KOOPWONINGEN (28/11/2014)

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KOOPWONINGEN

TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN. Standaardregime en eigen gemeentelijk toewijzingsreglement Standaardregime

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Gemeente Hamme Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen Aanpassing van het reglement van 25/04/2012

Lokaal toewijzingsreglement voor de sociale huurwoningen op het grondgebied van de Stad Gent

TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE KAVELS

VR DOC.1537/1BIS

INTERN HUURREGLEMENT 2018 VERSIE 8.5

INTERN HUURREGLEMENT 2019 VERSIE 8.11

GEMEENTE KALMTHOUT. Toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen. Goedgekeurd door de minister op 14 november 2012

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Lokaal toewijzingsreglement sociale huurwoningen voor 65-plussers

Bestemming: Het lokaal toewijzingsreglement: welke procedure moet u als gemeente doorlopen? 25/06/2019 Dag van het Lokale Woonbeleid

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan. partijen; IX \6

VR DOC.0854/1BIS

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Omzendbrief RWO/WO/2014/03

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

INSCHRIJVINGFORMULIER HUURWONING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.0854/2BIS

GEMEENTE WAASMUNSTER. TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN Doelgroep - senioren. (wijziging november 2014)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Voorstel van decreet ( ) Nr maart 2017 ( ) ingediend op

Stad Sint-Niklaas. Gemeentelijk toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen. Stadsbestuur Sint-Niklaas Grote Markt Sint-Niklaas

Lokaal toewijzingsreglement voor de sociale huurwoningen op het grondgebied van de Stad Gent

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

401l10/N - Commissie van Beroep van 18 oktober 2010 (defmitieve beslissing)

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

INTERN HUURREGLEMENT 2017 VERSIE 6.1

Intern Huurreglement OCMW LENNIK Kroonstraat Lennik

INFORMATIE BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN SOCIALE HUURWONING

2 DECEMBER Ministerieel besluit tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid

TOELICHTINGSBROCHURE BIJ HET AANVRAGEN VAN EEN SOCIALE WONING

INTERGEMEENTELIJK TOEWIJZINGSREGLEMENT

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN. pagina 1 van 15

INSCHRIJVINGFORMULIER HUURWONING

ADVIES WIJZIGING ADL-BESLUIT

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Transcriptie:

~aam.e Regering ~ Ministeriële uitspraak in de beroepsprocedure met toepassing van artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode betreffende de beslissing van de sociale huisvestingsmaatschappij o'm de beoordeling van het verhaal van door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen. Uitspraak nr. WB 609-01-06-09 DE VLAAMSE MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE, In zake: de sociale huisvestingsmaatschappij met zetel gevestigd met ondernemingsnummer hierna de sociale huisvestingsmaatschappij genaamd; I. Voorwerp van het beroep Op 24 oktober 2011 neemt het dagelijks bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij de beslissing om de beoordeling van het verhaal van door de toezichthouder m.b.t. de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen. Op 3 november 2011 vernietigt hierna de toezichthouder genaamd, deze beslissing. Het beroep ingesteld op 2 december 2011 strekt tot hervorming van bovenvermelde vernietigingsbeslissing van de toezichthouder. 11. Ontvankelijkheid van het beroep De vernietigingsbeslissing van de toezichthouder dateert van 3 november 2011.

In overeenstemming met artikel 47, 1, van de Vlaamse Wooncode, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006, moet de sociale huisvestingsmaatschappij binnen de dertig dagen na de vernietiging beroep tekenen. De laatste nuttige dag is 3 december 2011. Het beroep dateert van 2 december 2011, waardoor het tijdig is ingesteld. Artikel 5, 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 houdende bepaling van de specifieke regels voor het toezicht op de sociale woonactoren bepaalt dat het beroep moet gericht worden de minister op het adres van de afdeling Woonbeleid. Artikel 2, 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2010, verleent mevrouw Freya Van den Bossche de bevoegdheid voor het beleidsveld woonbeleid. Het beroep is op het juiste adres en de bevoegde minister gericht. 111. Feiten De toezichthouder vernietigt de beslissing van 24 oktober 2011 van het dagelijks bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij waarin beslist wordt om de beoordeling van het verhaal van door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen naast zich neer te leggen. De woning is een invalidenwoning en werd bij beslissing van 23 mei 2011 toegewezen op grond van artikel 19, 1 0 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel, hierna het Kaderbesluit Sociale Huur genaamd. vond deze toewijzing onterecht en heeft op grond van artikel 30 van het Kaderbesluit Sociale Huur tegen deze beslissing verhaal ingediend bij de toezichthouder. Deze vond het verhaal gegrond en heeft de sociale huisvestingsmaatschappij gevraagd een nieuwe beslissing te nemen. De sociale huisvestingsmaatschappij heeft evenwel haar beslissing om de woning toe te wijzen gehandhaafd. IV. Onderzoek van de middelen. Standpunt van de toezichthouder. De toezichthouder meent dat de sociale huisvestingsmaatschappij zich voor de toewijzing van de woning, enkel baseert op een doktersbriefje, niet afkomstig van een geneesheer-specialist, zonder vermelding van een doening en daterend van 3 jaar voor de beslissing tot toewijzing. De wetgeving voorziet weliswaar geen sluitende lijst van attesten die de handicap kunnen bewijzen, maar op Woonnet werd het standpunt ingenomen dat er moet gemotiveerd worden dat de betrokkene omwille van een bewijsbare doening baat heeft bij de specifieke 2

passingen die de woning werden ged. Volgens de toezichthouder werd voor de toewijzing onvoldoeode 9,otiveerd dat het een bewijsbare doening betreft die e n ge~!f:tst~1~v;i(ö!l:i!19 ve eist. De toewijzing op grond van artikel 19, 1 0 van het Kaderbesluit Sociale Huur gebeurde dus onterecht. De toezichthouder verwijst naar de volgende bepaling uit het intern huurreglement van de sociale huisvestingsmaatschappij: "woningen, gelijkvloers gepast voor rolstoelen of ro/stoe/toeganke/ijk, zullen in deze volgorde met prioriteit toegewezen worden kandidaat-huurders die motorisch gehandicapt zijn en permanent of periodiek dienen gebruik te maken van een rolstoel en in tweede instantie kandidaat-huurders die moge/ijk op termijn ro/stoe/afhanke/ijk dreigen te worden.". Een dergelijke bepaling, waarbij er een cascadesysteem wordt ingevoerd binnen de voorrang van artikel 19, 1 0 van het Kaderbesluit Sociale Huur is niet in overeenstemming met dit Kaderbesluit. Toen er destijds opmerkingen werden gegeven op het intern huurreglement had Inspectie RWO reeds gegeven dat het instellen van een onderlinge hiërarchie binnen de voorrang van artikel 19, 1 0 van het Kaderbesluit Sociale Huur niet kon. Verder stelt de toezichthouder dat, gezien de wetgeving in de definitie van het begrip 'rationele bezetting' spreekt van passende bezetting in het enkelvoud, er maar één passende bezetting per pand kan zijn en dat dus binnen die passende bezetting iedereen die er voldoet gelijk moet behandeld worden. Het invoeren van een cascadesysteem impliceert het invoeren van een voorrang wat een afwijking is van het toewijzingssysteem, vastgelegd in de artikelen 18 t.e.m. 20 van het Kaderbesluit Sociale Huur. Het feit dat het volgens de sociale huisvestingsmaatschappij logisch is dat een woning eerst wordt toegewezen een persoon die reeds rolstoelafhankelijk is en pas daarna een persoon die op termijn rolstoelafhankelijk zal zijn, doet niet terzake. De wettelijke bepalingen voorzien deze optie immers niet. Standpunt van de sociale huisvestingsmaatschappij. De sociale huisvestingsmaatschappij stelt dat de argumenten van de toezichthouder de nodige rechtsgrond missen gezien deze zelf geeft dat de wetgeving geen sluitende lijst van attesten voorziet die nodig zijn om een bepaalde handicap te kunnen bewijzen. Een attest van de huisdokter zou dus een voldoende motivering moeten zijn. Bovendien kent de sociale huisvestingsmaatschappij de situatie van en weet zij dat betrokkene een rolstoel nodig heeft om zich te verplaatsen en dat er in de periode tussen de afgifte van het doktersattest (2008) en de toewijzing van de woning (2011) geen verbetering is opgetreden. had dus recht op de voorrang voorzien in artikel 19, 1 0 van het Kaderbesluit Sociale Huur. De sociale huisvestingsmaatschappij stelt nergens in de wetgeving is voorzien dat er binnen de voorrang van voormeld artikel 19, 1 0 van het Kaderbesluit Sociale Huur geen subvoorrang kan worden ingevoerd. Indien een persoon voldoet artikel 19,1 0 van het Kaderbesluit Sociale Huur moet deze persoon eerst voldoen artikel 18 van dit besluit, nl. de voorwaarde inzake rationele bezetting. In het Kaderbesluit Sociale Huur 3

wordt het begrip 'rationele bezetting' algemeen geformuleerd, nl. "de passende bezetting van een woning, waarbij rekening wordt gehouden met het tal personen en met de fysieke toestand van deze personen". Met betrekking tot de 'fysieke toestand van personen' werden geen beperkingen opgelegd door de wetgever. Er is volgens de sociale huisvestingsmaatschappij niet één passende bezetting per pand zoals de toezichthouder stelt. Indien 'rationele bezetting' inhoudt dat er maar één passende bezetting per pand kan zijn, heeft het immers geen zin in het intern huurreglement bepalingen op te nemen inzake rationele bezetting. En er zijn volgens de sociale huisvestingsmaatschappij wel degelijk verschillen inzake de fysieke toestand van personen. Het prioritair toewijzen van een invalidenwoning iemand die reeds rolstoelafhankelijk is, en in de tweede plaats een persoon die op termijn rolstoelafhankelijk zal worden, is bijgevolg niet strijdig met het Kaderbesluit Sociale Huur, maar gebaseerd op artikel 18, 1 en artikel 1, 23 van voormeld besluit. De sociale huisvestingsmaatschappij is van oordeel dat zij haar bijzondere investeringen zo goed mogelijk moet laten renderen door ze toe te wijzen personen die deze woning het meest nodig hebben en dient ervoor te zorgen dat de mensen die op termijn rolstoelafhankelijk zullen worden zo snel mogelijk worden geholpen. Beoordeling Artikel 19, 1, eerste lid, 1, van het Kaderbesluit Sociale Huur bepaalt: "In het eerste toewijzingssysteem is de verhuurder verplicht om achtereenvolgens de volgende kandidaat-huurders een voorrang toe te kennen: 1 de kandidaat-huurder voor zover een van de personen, vermeld in artikel 1, 1 r, b), minstens 55 jaar oud is of een bepaalde handicap heeft, uitsluitend als de beschikbare woning door de daarop gerichte investeringen specifiek is gepast de huisvesting van ouderen of de huisvesting van personen met die handicap.". Deze voorrangsregel werd ingevoerd in het Kaderbesluit Sociale Huur om er voor te zorgen dat woningen waarin een duidelijke meerkost werd ged om ze specifiek te passen de noden van personen met een fysieke beperking of ouderen, zouden worden toegewezen kandidaat-huurders die nood hebben deze specifiek gepaste woning. Op die manier wordt een rationele inzet van middelen gegarandeerd en worden de schaarse beschikbare gepaste woningen in het patrimonium toegewezen de kandidaat-huurders die er het meeste nood hebben. Op het ogenblik van de toewijzing van de woning had de sociale huisvestingsmaatschappij het bewijs dat reeds rolstoelafhankelijk was. Uit onderzoek van het dossier blijkt dat de sociale huisvestingsmaatschappij enerzijds beschikte over een attest van de huisarts (van 2008) en anderzijds ze met eigen ogen heeft vastgesteld dat een rolstoel nodig heeft om zich te verplaatsen. Op het ogenblik van de toewijzing van de woning kon zich nog verplaatsen zonder rolstoel en was er enkel een attest van de 4

dokter (van 2011) waarin vermeld stond dat het in de toekomst niet uitgesloten is dat betrokkene zich in een rolstoel zal moeten mobiliseren. In de regelgeving staat nergens vermeld welke attesten moeten ingediend worden om de handicap te bewijzen. De toezichthouder haalt dat een bewijs van een huisarts van 2008 minder gemotiveerd is dan het bewijs van een geneesheer-specialist van 2011. Een dokter wordt evenwel geacht geen valse verklaringen af te leggen en als de sociale huisvestingsmaatschappij ook zelf heeft vastgesteld dat zich grotendeels verplaatst met een rolstoel kan er toch gesteld worden dat zij zich op het moment van toewijzing van de woning in een ergere staat van immobiliteit bevond dan Bovendien is dit een 'bewijsbare doening die een gepaste woning vereist', zoals gesteld op het Woon net. De toezichthouder stelt dat, omdat het begrip 'passende bezetting' in het enkelvoud in het Kaderbesluit Sociale Huur staat, dit inhoudt dat er maar één passende bezetting per pand mogelijk is. Dit standpunt kan niet bijgetreden worden gezien het de sociale huisvestingsmaatschappijen toekomt om dit begrip verder in te vullen in hun intern huurreglement. Er zijn inderdaad verschillen wat betreft de fysieke toestand van personen. Gezien de wetgeving geen nadere regels uitgewerkt heeft met betrekking tot het begrip 'fysieke toestand van personen', een onderdeel van het begrip 'rationele bezetting', kan de sociale huisvestingsmaatschappij het begrip 'fysieke toestand van personen' eveneens verder invullen in haar intern huurreglement. Het invoeren van een cascadesysteem qua mobiliteit is bijgevolg niet strijdig met het Kaderbesluit Sociale Huur. Zoals reeds hiervoor gesteld is de voorrangsregeling uitgewerkt opdat de mensen die een invalidenwoning het meest nodig hebben er kunnen over beschikken. In casu is het zo dat op het ogenblik van toewijzing meer nood had een speciaal voor mindervaliden opgerichte woning dan De toewijzing beantwoordt dus volledig de geest van artikel 19, 1 van het Kaderbesluit Sociale Huur. Het feit dat Inspectie RWO, ondanks haar opmerking op het intern huurreglement met betrekking tot het cascadesysteem binnen artikel 19, 1 van het Kaderbesluit Sociale Huur, nooit heeft gemeld de sociale huisvestingsmaatschappij waarom een dergelijk systeem niet kon opgenomen worden in het intern huurreglement betekent ook dat Inspectie RWO geen regelgeving kan halen waarin dit expliciet verboden wordt. Bovendien heeft Inspectie RWO het besluit tot wijziging van het intern huurreglement noch geschorst noch vernietigd. Door het invoeren van een subvoorrang binnen de voorrang van artikel 19, 1 van het Kaderbesluit Sociale Huur worden effectief de mensen die het meest nood hebben een woning, specifiek gepast minder-validen, eerst geholpen en daarna de mensen die wellicht op termijn een rolstoel zullen nodig hebben. Op die manier renderen de specifiek voor invaliden gepaste woningen het beste, wat overeenstemt met de doelstelling van een sociale huisvestingsmaatschappij. 5

V. Beslissing Het beroep van 2 december 2011, ingesteld door de sociale huisvestingsmaatschappij inzake het naast zich neerleggen van de beoordeling van het verhaal van door de toezichthouder met betrekking tot de toewijzing van de woning gelegen wordt ingewilligd. Brussel, " n n, 2011.j u ut.~. De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, 6