Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Meulewiek (PSZ) Meulewiek 2 8391 LB NOORDWOLDE FR Toezichthouder: GGD Fryslân In opdracht van gemeente: Weststellingwerf Datum inspectie: 08-01-2015 Type onderzoek: Onderzoek voor registratie Status: Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Veiligheid en gezondheid... 6 Ruimte en inrichting... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Naar aanleiding van de aanvraag voor opname in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen is er op verzoek van de gemeente Weststellingwerf door GGD Fryslân op 8 januari 2015 een aangekondigd onderzoek voor registratie uitgevoerd bij Peuterspeelzaal de Meulenwiek te Noordwolde (Fr). Stichting Doomijn heeft voor Peuterspeelzaal de Meulenwiek een onderzoek voor registratie aangevraagd vanwege een verhuizing van Peuterspeelzaal Mandehof naar de huidige locatie Meulenwiek, waar eveneens dagopvang en buitenschoolse opvang worden aangeboden door Doomijn. Er zijn twee eigen groepsruimten. Eén met een (afgeschermde) sanitaire voorziening in de ruimte. De andere groep maakt gebruik van twee lage toiletten naast de centrale hal. De locatie beschikt over een ruimte buitenspeelruimte. Deze heeft een groen karakter en bestaat uit verschillende, van elkaar af te sluiten gedeelten, welke rondom het pand zijn gelegen. De houder heeft een aanvraag gedaan voor opname in het landelijk register van maximaal 32 kinderen, voor kinderen in de leeftijd van 2,5-4 jaar. De binnenruimten bieden echter respectievelijk ruimte aan maximaal 14 en maximaal 16 kinderen; een totaal van 30 kinderen. Houder treft, in samenspraak met de gemeente Weststellingwerf, op dit moment maatregelen om wel tot de vereiste oppervlakte te komen voor de opvang van 32 kinderen. Toezichthouder kan dit, op verzoek van gemeente en houder, bij een volgende inspectie beoordelen. Er zijn, tijdens het bezoek en bij het beoordelen van de benodigde documenten geen redenen geconstateerd om exploitatie tegen te gaan. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Houder heeft een aanvraag gedaan voor een registratie met 32 kindplaatsen. In de huidige situatie voldoet de locatie voor wat betreft beschikbare oppervlakte echter voor 30 kindplaatsen. Het advies is dan ook opname in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen met 30 kindplaatsen. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De houder van een kindercentrum draagt zorg voor een zodanig pedagogisch beleid dat leidt tot verantwoorde kinderopvang. De inhoud van het pedagogisch beleid wordt bij een volgende inspectie aan de pedagogische praktijk getoetst. Pedagogisch beleid In het pedagogisch beleidsplan is de visie op de omgang met kinderen beschreven en staat in duidelijke en observeerbare termen de wijze vermeld waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. De voorwaarden, gesteld aan het pedagogisch beleid, die een locatie specifieke invulling hebben worden getoetst bij het praktijk onderzoek, dat drie maanden na aanvang van de opvang zal plaatsvinden. Gebruikte bronnen: Pedagogisch beleidsplan (Algemeen) 4 van 11
Personeel en groepen Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden. Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder is tot een oordeel gekomen op basis van de aangeboden verklaring omtrent het gedrag van de houder. Conclusie: De verklaring omtrent het gedrag voldoet aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag (Houder) 5 van 11
Veiligheid en gezondheid De houder van een kindercentrum voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerd kindercentrum zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder van het kindercentrum legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen met zich brengt. Tijdens de inspectie wordt de risicoinventarisatie veiligheid en gezondheid steekproefsgewijs getoetst aan de verschillende ruimtes. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid is uitgevoerd op 11 november 2014 met behulp van het model van de Stichting Consument en Veiligheid. De risico-inventarisatie gezondheid is op dezelfde datum uitgevoerd met behulp van het model van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid. Alle binnenruimtes en de buitenspeelruimte zijn in de inventarisatie meegenomen. Houder heeft een plan van aanpak opgesteld van te nemen maatregelen; deze zijn gekoppeld aan een verantwoordelijke en een realisatietermijn. Binnen drie maanden na het in gebruik nemen van de nieuwe ruimtes, zal de risico-inventarisatie nog een keer doorgelopen dienen te worden om de risico's van de praktijk te beoordelen bij de aanwezigheid van meubels, spelmateriaal en kinderen. Bij een volgende inspectie kan de toezichthouder het beleid aan de praktijk toetsen. Gebruikte bronnen: Risico-inventarisatie veiligheid (november 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (november 2014) Actieplan veiligheid (november 2014) Actieplan gezondheid (november 2014) 6 van 11
Ruimte en inrichting Binnenruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een binnenruimte van een kindercentrum, onder andere dat er ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind is. Er zijn twee ruimtes beschikbaar. Volgens de plattegrond, die van houder is ontvangen bij de aanvraag, ieder met een oppervlakte van 56 m². In de eerste ruimte (meteen links naast de ingang) is een sanitaire voorziening. Deze neemt 7m² in beslag. Deze ruimte is daarmee niet geschikt voor de opvang van 16 kinderen, maar voor maximaal 14 kinderen. De tweede ruimte kan met 56 m² opvang bieden aan 16 kinderen. De overige ruimten van de locatie zijn niet permanent beschikbaar, of fungeren als verkeersruimte en mogen daarmee niet bij het totale aantal m² worden opgeteld. Conclusie: De peuterspeelzaal kan gelijktijdige opvang bieden aan (in totaal) 30 kinderen. Buitenspeelruimte Er zijn eisen gesteld aan de accommodatie en inrichting van een buitenspeelruimte van een kindercentrum, onder andere dat er is ten minste 3 m² buitenspeelruimte per aanwezig kind is. Er is buitenspeelruimte rondom het gehele pand, welke zich kenmerkt door een groen karakter. Er zijn afspraken gemaakt met de dagopvang en buitenschoolse opvang die eveneens op de locatie gevestigd zijn. Er zijn geen exacte afmetingen ontvangen van houder. De ruimte heeft zichtbaar echter meer dan 400 m² oppervlakte. Conclusie: Er is ruim voldoende m² buitenspeelruimte beschikbaar. Gebruikte bronnen: Observaties Plattegrond 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 11 lid 1 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 15 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 2.6 lid 2 en 2.9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ruimte en inrichting Binnenruimte Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind. Buitenspeelruimte Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind. 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen : 32 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja : Doomijn peuterspeelzaal Meulewiek : http://www.doomijn.nl Gegevens houder Naam houder : Stichting Doomijn Peuterspeelzalen Adres houder : Koestraat 6 Postcode en plaats : 8011 NK ZWOLLE Website : www.doomijn.nl KvK nummer : 59356782 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Fryslân Adres : Postbus 612 Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN Telefoonnummer : 088-2299222 Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw S. Oomkens Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Weststellingwerf Adres : Postbus 60 Postcode en plaats : 8470 AB WOLVEGA Planning Datum inspectie : 08-01-2015 Opstellen concept inspectierapport : 16-01-2015 Vaststelling inspectierapport : 20-01-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 21-01-2015 Verzenden inspectierapport naar : 21-01-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 11-02-2015 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11