29 juli 2018 10.00 uur Wim Vreugdenhil orgel: Harry Kroeske; piano: Jannes Munneke schriftlezing: Frouke IJsselstijn Votum, Zegengroet, Amen Zingen: GK 8:1,2 Wet Zingen: GK 8: 3,4,5,6 Gebed voor de eredienst Schriftlezing: Hebreen 2 Zingen: GK 216 (GK06 gez67) Jezus heeft het hemelleven Tekstlezing: Hebreeën 2: 6-10 Preek over Hebreeën 2: 6-10 Zingen: GK06 gez149 - zie ik sterren aan de hemel staan Dienst van de gebeden Collecte Zingen LB 769;1, 2, 4, 6 (LvK 300) - Eens als de bazuinen klinken Zegen, Amen.
29 juli 2018 10.00 uur Wim Vreugdenhil orgel: Harry Kroeske; piano: Jannes Munneke schriftlezing: Frouke IJsselstijn Votum, Zegengroet, Amen Zingen: GK 8:1, 2 1 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven - machtige God, Gij die uw majesteit ten hemel over ons hebt uitgebreid. 2 Wel doet de hemel hoog uw glorie blinken, maar in de mond van kinderen doet Gij klinken uw machtig heil, zo maakt Ge uw vijand stil en doet uw haters buigen voor uw wil. Wet Zingen: GK 8: 3, 4, 5, 6 3 Aanschouw ik 's nachts het kunstwerk van uw handen, de maan, de duizend sterren die daar branden, wat is de mens, dat Gij aan hem gedenkt, het mensenkind, dat Gij hem aandacht schenkt? 4 Gij hebt hem bijna goddelijk verheven, een kroon van eer en heerlijkheid gegeven, Gij doet hem heersen over zee en land, ja, al uw werken gaf Gij in zijn hand. 5 Al wat er land of water heeft tot woning, het moet de mens erkennen als zijn koning: vogels en wild en al 't geduldig vee en wat er wemelt in de wijde zee. 6 Heer, onze Heer, hoe heerlijk en verheven hebt Gij uw naam op aarde uitgeschreven. Heer, onze God, hoe vol van majesteit hebt Gij uw naam op aarde uitgebreid. Gebed voor de eredienst Schriftlezing: Hebreeën 2 1 Daarom moeten wij al onze aandacht richten op wat we gehoord hebben, dan zullen we niet uit de koers raken. 2 Want als het door engelen gesproken woord al zo veel rechtskracht bezat dat op elke overtreding en ongehoorzaamheid een rechtmatige straf volgde, 3 hoe zullen wij dan aan die straf ontkomen wanneer we geen acht slaan op de zoveel meer omvattende redding die begonnen is met de woorden van de Heer, en die voor ons bevestigd werd door hen die deze woorden hebben
gehoord? 4 Ook God zelf getuigde daarvan, door tekenen en wonderen en allerlei grote daden te verrichten, en door de gaven van de heilige Geest overeenkomstig zijn wil te verdelen. 5 Welnu, de komende wereld, waarover wij hier spreken, heeft hij niet onder het gezag van engelen gesteld. 6 Veeleer geldt dit getuigenis, ooit door iemand afgelegd: Wat is de mens dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet? 7 U hebt hem voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst; u hebt hem met eer en luister gekroond, - 8 alles hebt u aan hem onderworpen. Doordat hij alles aan hem onderworpen heeft, rest er niets dat niet onder zijn gezag is gesteld. Dat alles aan hem onderworpen is, zien wij echter nu nog niet; 9 wel zien we dat Jezus die voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst was opdat zijn dood door Gods genade iedereen ten goede zou komen vanwege zijn lijden en dood nu met eer en luister gekroond is. 10 Want om vele kinderen in zijn luister te laten delen achtte God, voor wie en door wie alles bestaat, het passend de bereider van hun redding door het lijden naar de uiteindelijke volmaaktheid te voeren. 11 Hij die heiligt en zij die geheiligd worden hebben een en dezelfde oorsprong, en daarom schaamt hij zich er niet voor hen zijn broeders en zusters te noemen 12 wanneer hij zegt: Ik zal uw naam bekendmaken aan mijn broeders en zusters, u loven in de kring van mijn volk. 13 Zo zegt hij ook: Ik zal steeds op hem vertrouwen, en verder: Hier sta ik met de kinderen die God mij gegeven heeft. 14 Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, 15 en zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood. 16 Het moge duidelijk zijn: hij is niet begaan met het lot van engelen, hij is begaan met het lot van de nakomelingen van Abraham. 17 Daarom moest hij in alles gelijk worden aan zijn broeders en zusters; alleen dan zou hij in aangelegenheden tussen God en zijn volk een barmhartige en betrouwbare hogepriester zijn, die verzoening bewerkt voor hun zonden. 18 Juist omdat hij zelf op de proef werd gesteld en het lijden volbracht heeft, kan hij ieder die beproefd wordt bijstaan.
Zingen: GK 216 (GK06 gez67) Jezus heeft het hemelleven 1 Jezus heeft het hemelleven opgegeven, Hij vernederde zich diep. Zie, Hij heeft zich diep gezonken weggeschonken toen de aarde riep. 2 Nu zal Hij in aanzien stijgen, loon verkrijgen, God geeft Hem de hoogste eer. Hoor, hoe Hem de hoogste kringen lof toezingen: glorie onze Heer. 3 Heer, ik wil mijn knieën buigen, U toejuichen, hulde aan uw majesteit. U vervulde al Gods wensen, Zoon van mensen, in gehoorzaamheid. Tekstlezing: Hebreeën 2: 6-10 6 Veeleer geldt dit getuigenis, ooit door iemand afgelegd: Wat is de mens dat u aan hem denkt, het mensenkind dat u naar hem omziet? 7 U hebt hem voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst; u hebt hem met eer en luister gekroond, - 8 alles hebt u aan hem onderworpen. Doordat hij alles aan hem onderworpen heeft, rest er niets dat niet onder zijn gezag is gesteld. Dat alles aan hem onderworpen is, zien wij echter nu nog niet; 9 wel zien we dat Jezus die voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst was opdat zijn dood door Gods genade iedereen ten goede zou komen vanwege zijn lijden en dood nu met eer en luister gekroond is. 10 Want om vele kinderen in zijn luister te laten delen achtte God, voor wie en door wie alles bestaat, het passend de bereider van hun redding door het lijden naar de uiteindelijke volmaaktheid te voeren. Preek over Hebreeën 2: 6-10 Zingen: GK06 gez149 - zie ik sterren aan de hemel staan Zie ik sterren aan de hemel staan, aan de donker blauwe lucht de maan, is het of de nacht mij noemt de naam van een machtig God.
Zie ik 's morgens weer de zon op gaan, in het veld de bloemen open gaan, is het of de dag mij noemt de naam van een machtig God. Deze God die aard' en hemel schiep, is dezelfde God die mij eens riep uit het duister tot zijn heerlijk 1icht, zodat ik elke dag Hem Vader noemen mag en die zijn liefde voor mij openbaart, mij rechtvaardig in zijn Zoon verklaart, elke dag mij in zijn hand bewaart: hoe groot is God voor mij. Dienst van de gebeden Collecte Zingen LB 769:1, 2, 4, 6 (LvK 300) - Eens als de bazuinen klinken 1 Eens, als de bazuinen klinken uit de hoogte, links en rechts, duizend stemmen ons omringen, ja en amen wordt gezegd, rest er niets meer dan te zingen, Heer, dan is uw pleit beslecht. 2 Scheurt het voorhang van de wolken, wordt uw aangezicht onthuld, vaart de tijding door de volken dat Gij alles richten zult: Heer, dan is de dood verzwolgen, want de schriften zijn vervuld. 4 Als de graven openbreken en de mensenstroom vangt aan om de loftrompet te steken en uw hofstad in te gaan: Heer, laat ons dan niet ontbreken, want de traagheid grijpt ons aan. 6 Van die dag kan niemand weten, maar het woord drijft aan tot spoed, zouden wij niet haastig eten, gaandeweg Hem tegemoet, Jezus Christus, gistren, heden, komt voor eens en komt voor goed! Zegen, Amen.