ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Vergelijkbare documenten
ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

4 Archeologisch onderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heesch - Beellandstraat

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Afb. 1. Locatie plangebied ter hoogte van de kassen (de te handhaven stolpboerderij ligt in de rode cirkel)

Archeologische Quickscan

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

MEMO. Projectgegevens

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Archeologische Quickscan

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Libau, 10 augustus Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

.txl. Advies: - Noordelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos) - Zuidelijk deel Monitoring werkzaamheden (kosteloos)

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard

Buro de Brug Rapporten Quickscan Archeologie Kabeltracé Waarderpolder - Vijfhuizen B09-38

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RISICO-INVENTARISATIE DE WEID TE CASTRICUM

Amsterdamseweg te Amstelveen

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Inleiding. Vigerend beleid en bevoegd gezag. Quick scan archeologie: Trajectstudie Bochtverbetering Alphen a/d Rijn. Utrecht, 25 november 2012

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Rotterdamseweg 202 in Delft

Archeologisch bureauonderzoek Vledderhuizen 28 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR)

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek aan de Broekermeerdijk 30 te Watergang, gemeente Waterland (NH) ARC-Rapporten

Pagina 1 van 7. Archeologie West-Friesland Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn Postbus 603, 1620 AR Hoorn

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Toelichting archeologie BP Maasdijk Tuindersweg 38. Aardwetenschappelijke, historische en archeologische gegevens

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Archeologische Quickscan

Kruising van de van Heuven-Goedhartlaan met de Weg om de Noord/Kruisweg te Hoofddorp (gemeente Haarlemmermeer)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bijlage 7: Archeologisch onderzoek

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Transcriptie:

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Pijnacker, Keulseweg nabij nr. 32 (Gemeente Pijnacker- Nootdorp) Een Bureauonderzoek ArGeoBoor rapport 1330 auteur: D.L. de Ruiter (prospector) autorisatie: L.C. Nijdam (senior prospector) paraaf voor vrijgave datum: 11 december 2014 Plangebied op de kadastrale overzichtskaart. Bron: watwaswaar 2014 Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf ISSN: 2351-9975 www.argeoboor.nl E info@argeoboor.nl T 06-28559693

Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Kader... 4 1.2 Doel en Vraagstelling... 4 1.3 Administratieve data... 4 2 Gegevens plangebied... 5 2.1 Beschrijving plangebied... 5 2.2 Voorziene ontwikkeling... 5 3 Bureauonderzoek... 7 3.1 Methode... 7 3.2 Aardkundige gegevens... 7 3.3 Historische situatie... 9 3.4 Archeologische gegevens... 13 4 Archeologische verwachting en conclusies... 16 5 Aanbeveling... 17 Literatuur... 18 Bronnen geraadpleegde kaarten en databestanden... 18 Bijlage 1. Bouwtekeningen woning Keulseweg nabij nr. 32 Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 2

Samenvatting In opdracht van Dhr. D. de Graaf heeft ArGeoBoor een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een locatie aan de Keulseweg nabij nr. 32 te Pijnacker (Gemeente Pijnacker- Nootdorp). Het voornemen is om een nieuwe woning met bijkeuken en berging te bouwen. Hierbij worden de vrijstellingsgrenzen, zoals geformuleerd in het archeologisch beleid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp overschreden. De hoge archeologische verwachting hangt samen met de aanwezigheid van een veendijk direct ten noorden van het plangebied. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het veen ter plaatse van het plangebied (minuutplan) is afgegraven of verslagen. Hiermee zijn ook alle archeologische resten die zich op de top van het veen bevonden verloren gegaan. Niet uitgesloten wordt dat diepere sporen, die zijn ingegraven tot in de onderliggende kleilaag, nog binnen het plangebied aanwezig zijn. Deze liggen dan onder de huidige bouwvoor. De voorziene werkzaamheden bestaande uit het aanbrengen van 14 heipalen en het graven van een vorstrand van 40 cm diep vormen geen bedreiging voor eventuele aanwezige diepere grondsporen. Het wordt aanbevolen om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in het plangebied. Dit selectieadvies dient te worden voorgelegd aan de bevoegde overheid, in dit geval de gemeentearcheoloog van de gemeente Delft namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Op basis van de aangeleverde gegevens wordt vervolgens een selectiebesluit genomen over deze aanbeveling. ArGeoBoor wijst erop dat men bij bodemverstorende activiteiten verplicht is om eventuele vondsten en grondsporen t e melden bij de Minister van OCW conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 3

1 Inleiding 1.1 Kader In opdracht van Dhr. D. de Graaf heeft ArGeoBoor een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een locatie aan de Keulseweg nabij nr. 32 te Pijnacker (Gemeente Pijnacker- Nootdorp). Het voornemen is om een nieuwe woning met bijkeuken en berging te bouwen met een totaal oppervlak van circa 265 m 2. Hierbij wordt de vrijstellingsgrens, zoals geformuleerd in het archeologisch beleid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp overschreden. Het gebied heeft een hoge verwachting, waarbij archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij ingrepen groter dan 50 m 2 en dieper dan 30 cm mv. Het archeologiebeleid van de gemeente wordt beheerd door de stadsarcheoloog van Delft. 1.2 Doel en Vraagstelling De doelstelling van het bureauonderzoek is het formuleren van een archeologische verwachting op basis van bekende aardkundige-, historische- en archeologische gegevens. De volgende vragen staan bij het onderzoek centraal: Wat zijn de aardkundige kenmerken van het (historische) landschap waarin het plangebied ligt? Zijn er archeologische waarden te verwachten in het plangebied? Zo ja, wat is de aard en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten? Kan een uitspraak worden gedaan over de eventuele verstoringsdiepte van de bodem? In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden? Is een archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk? Zo ja, welk type? Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.3 (Centraal College van Deskundigen Archeologie, 2013). 1.3 Administratieve data Adres: Keulseweg nabij nr. 32 Pijnacker Toponiem: Keulseweg nabij nr. 32 Provincie: Zuid-Holland Gemeente: Pijnacker - Nootdorp Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf Brucknerstraat 30 2901 GB Capelle a/d IJssel T 06-53818675 E dde.graaf@planet.nl Bevoegd gezag: Gemeente Pijnacker-Nootdorp Centrum Coördinaat: 91605 / 450211 Oppervlakte: Perceel: 800 m 2 Nieuwbouw: 265 m 2 Kaartblad: 30H Onderzoekmeldingsnummer: 64335 Onderzoeksnummer 52080 Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 4

2 Gegevens plangebied 2.1 Beschrijving plangebied Het plangebied is gelegen aan de Keulseweg ten noorden van huisnummer 32 en ligt in een landelijk gebied tussen Pijnacker en Zoetermeer (afbeelding 2.1). Het gebied ligt aan de oostelijke rand van een perceel dat momenteel bebouwd is met een tuinbouwkassen. Volgens de opdrachtgever zijn de kassen gefundeerd door middel van betonnen poeren tot circa 45 cm beneden maaiveld (cm -mv) en bestaat de bodemopbouw uit losse laag, zwarte aarde op een laag klei. Op het aanliggende perceel aan de oostzijde is grasland aanwezig (afbeelding 2.2). Afbeelding 2.1. Ligging van het plangebied op een topografische kaart (rode pijl en kader). 2.2 Voorziene ontwikkeling Binnen het plangebied is de nieuwbouw van een woning zonder kelder voorzien. Het voornemen is om een nieuwe woning met bijkeuken en berging te bouwen met een totaal oppervlak van circa 265 m 2. De woning zal gefundeerd worden op 14 heipalen van 22 bij 22 cm. De betonnen funderingsbalken komen op de palen te liggen. Deze balken zullen 40 bij 40 cm worden. Om de balken aan te brengen zal tot 40 cm mv worden gegraven met een breedte van circa 60 cm (20 cm werkruimte). De bouwplannen en tekeningen zijn opgenomen in bijlage 1. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 5

Afbeelding 2.2. Ligging van het plangebied op de luchtfoto (rood kader). Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 6

3 Bureauonderzoek 3.1 Methode Bij het bureauonderzoek zijn bekende gegevens bestudeerd om te komen tot een archeologische verwachting. De geraadpleegde bronnen zijn opgenomen in de literatuurlijst. 3.2 Aardkundige gegevens Het plangebied ligt in het westelijke klei- en veengebied en de ondergrond bestaat uit mariene afzettingen en veen. Vanaf circa 0 v. Chr. kwam dit gebied onder invloed van de zee te liggen. Er was sprake van een uitgestrekt getijdengebied en er werden dikke pakketten klei afgezet (Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk). Rond 3200 v. Chr. had zich een permanente kustbarrière gevormd en nam de invloed van de zee af. Achter de strandwallen stagneerde de afwatering en er ontstond een groot veengebied (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop). Vanaf circa 500 v. Chr. vonden nieuwe zee-inbraken plaats en werd in sommige gebieden klei en zand afgezet door getijdengeulen. Rond 900 na Chr. raakte het gebied weer bedekt met veen. Door reliëfinversie zijn door de eeuwen heen de zandige en kleiige getijdenafzettingen ter plaatse van de geulen hoger in het landschap komen te liggen. De geomorfologische kaart 1 (afbeelding 3.1) geeft aan dat circa 700 m ten zuiden van het plangebied een dergelijke getij-inversierug voorkomt. Het betreft de Gantel, een belangrijke geul. Uit de geologische kaart 2 blijkt dat de afzettingen hiervan het plangebied niet hebben bereikt. Een andere getij-inversierug ligt circa 900 m ten noorden van het plangebied. Dergelijke ruggen zijn als gevolg van egalisering en bebouwing op veel plaatsen niet meer herkenbaar. Afbeelding 3.1. Ligging van het plangebied op de geomorfologische kaart 3 (rode pijl en kader). 1 Archis 2014. 2 NITG-TNO 1993, RGD 1990; TNO 2010. 3 Archis 2014. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 7

Volgens de geomorfologische kaart (afbeelding 3.1) ligt het plangebied ter plaatse van een lage veenrestdijk (code 4K35). Ten noorden en ten zuiden van deze dijk ligt een vlakte van getijdenafzettingen (code 2M35). Ter plaatse van deze vlakte kwam oorspronkelijk veenmosveen voor. 4 Dit veendek is in de late middeleeuwen en nieuwe tijd afgegraven, waarna het gebied is drooggelegd. De getijdenafzettingen van het Laagpakket van Wormer liggen daarom aan de oppervlakte. Ter plaatse van de dijk is geen veen afgegraven en is mogelijk grond opgebracht. Hieronder komen de getijdenafzettingen voor met inschakelingen van veen. Op de hoogtekaart (AHN) 5 ligt het plangebied ten zuiden van een langwerpige hoogte langs een wetering (afbeelding 3.3). De paarse gebieden hebben een hoogte van circa -1,7 m NAP. De oranje gebieden liggen op circa -2,2 m NAP). In het plangebied bedraagt de hoogte van het maaiveld circa -4,4 m NAP (geel). Ter plaatse van polder meer naar het zuiden, waar de getijdenafzettingen voorkomen, ligt het maaiveld op gemiddeld -4,8 m NAP. Op grond van het hoogtebeeld ligt het plangebied op de voet of net ten zuiden van de veenrestdijk. Afbeelding 3.2. Ligging van het plangebied op de hoogtekaart 6 (rood kader). Paars = circa -1,7 m NAP. Oranje = circa -2,2 m NAP. Geel = circa - 4,4 m NAP. Op de bodemkaart 7 (afbeelding 3.2) is het plangebied gelegen ter plaatse van zogenaamd bovenland (code BOVLAND). Bovenland zijn smalle stroken onverveend land, meestal tussen twee droogmakerijen gelegen. Ze bestaan voornamelijk uit veengrond of klei- op-veengrond. Sommige stukken zijn opgehoogd en maken deel uit van het dijklichaam. 8 Aan weerszijden van de strook bovenland liggen plaseerdgronden (Wo). Dit zijn moerige eerdgronden met een moerige bovengrond of moerige tussenlaag op niet-gerijpte zavel of klei. Er kan sprake zijn van 4 Pannekoek 1956. 5 AHN 2014. 6 AHN 2014. 7 Archis 2014, Stiboka 1982. 8 Markus & Wallenburg 1982. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 8

een toemaakdek bestaande uit stalmest en slootbagger. De A-horizont bestaat vaak uit venige klei met hieronder dunne kalkloze klei en zavel met dunne venige tussenlagen. Voor de stroken bovenland is op bodemkaart geen grondwatertrap bepaald. Mogelijk kan een grondwatertrap I of II worden verwacht, aangezien de iets lagergelegen moerige eerdgronden in de omgeving grondwatertrap II en III hebben. Afbeelding 3.3. Ligging van het plangebied op de bodemkaart 9 (rode pijl en kader). 3.3 Historische situatie In het onderzoeksgebied is de bewoning altijd sterk afhankelijk geweest van het water. De kreekruggen (zoals de Gantel) die op enige afstand liggen van het plangebied, waren favoriete locaties voor de bewoners van het gebied. Op sommige plaatsen zijn terpen opgeworpen. Tijdens de Vroege Prehistorie was er sprake van een wad- en kweldergebied en werden heel lokaal (seizoens)kampen aangelegd op de hogere delen langs de getijdengeulen. Tegen het einde van de Steentijd (rond 3500 v. Chr.) ging men ook permanente nederzettingen bewonen. Vindplaatsen uit het Neolithicum zijn zeldzaam in deze regio, maar een vindplaats in Bergschenhoek ten oosten van Pijnacker-Nootdorp toont aan dat tijdens het Neolithicum plaatselijk seizoenskampen van vissers zijn geweest in getijvlaktes. 10 In de periode tussen 3200 v. Chr. tot circa 500 v. Chr. (tot en met de IJzertijd) was er sprake van een uitgestrekt veengebied, dat over het algemeen te nat was voor bewoning. Zeer plaatselijk kan er bewoning zijn geweest op hooggelegen veenkussens en op geulafzettingen. In de periode Late IJzertijd-Middeleeuwen waren de hoger gelegen geulafzettingen ten noorden en ten zuiden van het plangebied het meest aantrekkelijk om te vestigen. Echter op basis van informatie van andere vindplaatsen wordt er vanuit gegaan dat voor een groot deel van het huidige Pijnacker-Nootdorp ook deze hogere delen van het landschap te nat waren 9 AHN 2014 10 Kerkhof 2009. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 9

voor bewoning. Dit in tegenstelling tot Midden-Delfland (ten westen van Pijnacker-Nootdorp), waar wel diverse vindplaatsen uit de periode IJzertijd-Middeleeuwen bekend zijn. 11 Het Hollands veengebied waar het onderzoeksgebied deel vanuit maakt is vanaf de Late Middeleeuwen ontgonnen. Halverwege de 13 e eeuw ontstond het cope-stelsel. Kolonisten kochten een stuk grond om te ontginnen en de gronden werden van elkaar gescheiden door afwateringskanalen. Vermoedelijk stamt ook de veenrestdijk, een ontginningsas, waarop het plangebied ligt uit deze tijd. Vanaf circa 1650 heeft in de omgeving van Pijnacker uitgebreide veenwinning (vervening) plaatsgevonden. Dit ging door tot circa 1850. De door vervening ontstane plassen zijn later drooggemalen. Door een nauwkeurige projectie van de kadastrale overzichtskaart ook de locatie op de minuutplan (1811-1832)nauwkeurig bepaald. Het plangebied bestaat uit water en is waarschijnlijk verveend (afbeelding 3.4). Op een historische kaart uit 1897 is de polder drooggemaakt en de oorspronkelijk verkaveling rechtgetrokken. Het bewoningslint langs de Katwijkerlaan is duidelijk te zien (afbeelding 3.5). De huizen en boerderijen liggen aan de noordzijde van de wetering en de Katwijkerlaan. Aan de zuidzijde van de wetering, waar het plangebied is gelegen, is geen bebouwing aanwezig. De situatie is vrijwel ongewijzigd in 1914 (afbeelding 3.6). Vanaf ongeveer 1950 liggen er kassen voor de tuinbouw in het onderzoeksgebied (afbeelding 3.7). Het bewoningslint langs de Katwijkerlaan is in de jaren erna verdicht waarbij ook nietagrarische functies een plaats hebben gekregen. In het plangebied zelf lijkt vanaf 1964 een kas te liggen (afbeelding 3.8). Volgens de Basisregistraties Adressen en Gebouwen 12 stamt de huidige kas uit 1974. De situatie is sinds die tijd ongewijzigd gebleven. Er zijn geen milieukundige onderzoeken of saneringen bekend die de bodem in het plangebied (verder) zouden kunnen hebben verstoord. 13 Afbeelding 3.4. Uitsnede van de oudste kadastrale overzichtskaart (links) en minuutplan (rechts)uit (1811-1832). 14 De ligging van het plangebied is aangegeven met een rood kader. 11 Kerkhof 2009. 12 BAG 2014. 13 Bodemloket 2014. 14 WatWasWaar 2014 Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 10

Afbeelding 3.5. Uitsnede van de Bonnekaart (1897). 15 De ligging van het plangebied is aangegeven met een rood kader. Afbeelding 3.6. Uitsnede van de Bonnekaart (1914). 16 De ligging van het plangebied is aangegeven met een rood kader. 15 WatWasWaar 2014 16 WatWasWaar 2014 Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 11

Afbeelding 3.7. Uitsnede van de topografische kaart (1950). 17 De ligging van het plangebied is aangegeven met een rood kader. Afbeelding 3.8. Uitsnede van de topografische kaart (1964). 18 De ligging van het plangebied is aangegeven met een rood kader. 17 WatWasWaar 2014 18 WatWasWaar 2014 Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 12

3.4 Archeologische gegevens Volgens de gemeentelijke verwachtingskaart 19 (afbeelding 3.9) heeft het plangebied een hoge verwachting. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging op of langs een veenrestdijk, een ontginningsas uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Archeologisch onderzoek is noodzakelijk bij ingrepen groter dan 50 m 2 en dieper dan 30 cm mv. Afbeelding 3.2. Uitsnede uit de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart. 20 De locatie van het plangebied is bij benadering aangegeven met een rood kader. Mogelijk kunnen in het veen dat is behouden in een dergelijke dijk archeologische resten worden aangetroffen uit de periode voor de ontginningen (IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen). Daarnaast kunnen archeologische resten worden verwacht uit de periode vanaf de ontginningen (Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd). Hoewel een hoge verwachting is gegeven, zijn in de gemeente Pijnacker-Nootdorp erg weinig vindplaatsen bekend uit de periode IJzertijd-Vroege Middeleeuwen. Ook uit de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd zijn het noordelijk deel van de gemeente slechts enkele vindplaatsen bekend. In tegenstelling tot de gemeentelijke verwachtingskaart is op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) 21 de veenrestdijk ter plaatse van het plangebied aangegeven met een lage verwachting. De vlakte van getijafzettingen ten noorden en ten zuiden ervan heeft een zeer lage trefkans. Ook op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland 22 heeft het plangebied een kleine kans op archeologische sporen. Het gebied ten zuiden en ten noorden van de veenrestdijk heeft een onbekende verwachting. Om de archeologische verwachting te bepalen zijn gegevens over monumenten, onderzoeken en waarnemingen in de omgeving van het plangebied geraadpleegd (afbeelding 3.10). Hierbij is een straal van 1000 meter aangehouden. 19 Kerkhof 2009. 20 Kerkhof 2009. 21 Archis 2014. 22 Provincie Zuid-Holland 2014. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 13

Afbeelding 3.3. Waarnemingen en onderzoeken in het onderzoeksgebied. 23 Binnen het plangebied zijn geen archeologische waarnemingen of onderzoeken bekend. Over het algemeen zijn in de gemeente Pijnacker-Nootdorp nauwelijks archeologische vondsten bekend op veenrestdijken. Wel is een veenrestdijk circa 3 km ten zuiden van het plangebied (gemeente Lansingerland) aangemerkt als terrein van hoge archeologische waarde. Ook hier zijn echter geen archeologische waarnemingen bekend. Op circa 120 m ten westen van het plangebied is in 2014 ter plaatse van dezelfde veenrestdijk als het plangebied een booronderzoek uitgevoerd (onderzoekmelding 62.466). 24 De bodemopbouw bestaat uit donkerbruin, sterk venige en zwak zandige klei (circa 50 cm) op slappe ongerijpte, sterk siltige klei. Het klei bevat een spoor rietresten en schelpgruis en is kalkarm tot kalkrijk. In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. De aangetroffen moerige bovengrond is ontstaan door bemesting en gebruik als tuinbouwgrond. Het oorspronkelijk aanwezige restveen, waarop bewoning kan hebben plaatsgevonden, is niet meer intact aanwezig. Wel komen in de bouwvoor resten veen voor. De onderliggende kleilagen bestaan uit getijafzettingen. In de getijafzettingen zijn geen oude bodemniveaus aanwezig. De afzettingen zijn gevormd in een dynamisch en nat milieu (wad- en kwelderlandschap). Er is geadviseerd het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Op circa 600 m afstand ten zuiden van het plangebied zijn in 1996 een booronderzoek en een oppervlaktekartering uitgevoerd in het kader van de randstadrailverbinding Zoetermeer- Rotterdam (onderzoeksmelding 10.140). 25 Deze verbinding voert door de vlakte van getijafzettingen en over geulafzettingen ten zuiden van het plangebied. In het kleidek en op de geulafzettingen zijn geen goed zichtbare bodemniveaus gevonden die duiden op een oud 23 Archis 2014. 24 Bouter 2014. 25 Oude Rengerink 1996. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 14

oppervlak waarop bewoning kan worden aangetroffen. Onder de klei is plaatselijk een veraarde veenlaag aangetroffen. De boringen hebben geen aanwijzingen voor vindplaatsen opgeleverd. De oppervlaktekartering heeft twee waarnemingen opgeleverd. Eén ligt op circa 500 m afstand ten zuiden van het plangebied (waarneming 44.684). De andere bevindt zich op circa 4 km afstand. In beide gevallen betreft het losse vondsten van laat-middeleeuws aardewerk. In het onderzoek is een voorkeurstracé voor de railverbinding bepaald waar de kans op aantreffen van archeologische waarden het kleinst is. Voorts zijn een aantal bureauonderzoeken uitgevoerd voor gebieden op meer dan 500 m afstand ten oosten van het plangebied en op meer dan 1 km afstand van het plangebied (onderzoeksmeldingen 9.447, 57.752 en 37.427). Deze geven verder geen relevante informatie voor onderhavig plangebied. Er zijn geen monumenten bekend in een straal van 1000 m rond het plangebied. Samenvattend bestaat op grond van onderzoeken en waarnemingen in de omgeving van het plangebied een lage kans op archeologie. Het onderzoeksgebied was van oudsher tamelijk nat en daarom ongunstig voor bewoning. Ook zijn door veenafgravingen mogelijk oorspronkelijk aanwezige archeologische niveaus verdwenen. Vrijwel alle waarnemingen uit de gemeente Pijnacker-Nootdorp zijn aangetroffen ter plaatse van geulafzettingen. In de ontgonnen veenvlakte en op de veenrestdijken rond het plangebied zijn nauwelijks archeologische waarnemingen gedaan. Ter plaatse van een onderzoek op dezelfde veenrestdijk als in het plangebied is de top van het veen niet meer intact aangetroffen. Hierbij moet opgemerkt worden dat het lage aantal waarnemingen ook kan samenhangen met het lage aantal uitgevoerde aantal onderzoeken. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 15

4 Archeologische verwachting en conclusies Wat zijn de aardkundige kenmerken van het (historische) landschap waarin het plangebied ligt? Het plangebied ligt waarschijnlijk op of langs een veenrestdijk. Uit de kadastrale minuutplan blijkt dat het veen in het plangebied is afgegraven of is verslagen en dat het plangebied dan bestaat uit water. Onder het veen komen getijdenafzettingen voor. Zijn er archeologische waarden te verwachten in het plangebied? De oorspronkelijk top van het veen is niet meer aanwezig. Dit betekent dat een groot deel van eventuele archeologische sporen verspoeld zullen zijn en in geroerde context op de onderliggende kleilaag kunnen liggen of vermengd zijn in de huidige bouwvoor. Niet uitgesloten is dat diepere paalsporen ooit hebben doorgelopen tot in deze kleilaag. Zo ja, wat is de aard en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische resten? Eventuele archeologische resten kunnen bestaan uit diepere paalsporen en andere diepe sporen. Kan een uitspraak worden gedaan over de eventuele huidige verstoringsdiepte van de bodem? De bestaande bouwvoor in de kassen is circa 45 cm dik. Hieronder ligt een vette kleilaag (informatie aangeleverd door dhr. De Graaf, die een kuiltje heeft gegraven in de kas). De waarneming komt overeen met het booronderzoek op 120 ten westen van onderhavig plangebied. In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden? De verstoring van de bodem door het aanbrengen van 12 heipalen is dermate gering dat eventuele archeologische resten hierdoor niet bedreigd worden. De te graven funderingssleuf rond om de woning en mogelijk er plaatse van dragende muren met een diepte van 40 cm komt niet tot in de sporenniveau: de onderliggende kleilaag. Is een archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk? Zo ja welk type? Een archeologisch vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 16

5 Aanbeveling Het wordt aanbevolen om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in het plangebied. Dit selectieadvies dient te worden voorgelegd aan de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente archeoloog van de gemeente Delft namens de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Op basis van de aangeleverde gegevens wordt vervolgens een selectiebesluit genomen over deze aanbeveling. ArGeoBoor wijst erop dat men bij bodemverstorende activiteiten verplicht is om eventuele vondsten en grondsporen t e melden bij de Minister van OCW conform artikel 53 van de Monumentenwet uit 1988. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 17

Literatuur Bouter, H.E., 2014: Katwijkerlaan naast 58a, Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp). Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek. ADC Rapport 3695. Amersfoort. Kerkhof, M., 2009: Pijnacker-Nootdorp. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. Delftse Archeologische Rapporten 96. Delft. Markus, W.C. & C. van Wallenburg, 1982: Bodemkaart van Nederland 1:50.000, Toelichting bij de kaartbladen 30 West 's-gravenhage en 30 Oost 's-gravenhage. Wageningen. Oude Rengerink, J.A.M., 1996: Randstadrailverbinding Zoetermeer-Rotterdam (ZoRo). Archeologisch onderzoek in het kader van de M.E.R. RAAP rapport 158. Pannekoek, A.J., 1956: Geologische geschiedenis van Nederland. Den Haag. Bronnen geraadpleegde kaarten en databestanden AHN, 2014: Actueel Hoogtebestand Nederland. Geraadpleegd via: http://ahn.geodan.nl/ahn/. Archis, 2014: Archeologisch Informatie Systeem II (Archis2), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE), Amersfoort. Geraadpleegd via: http://archis2.archis.nl/archis II/html/index.html. BAG, 2014: Online database Basisregistraties Adressen en Gebouwen. Geraadpleegd via: http://bagviewer.geodan.nl. Bodemloket, 2014: Online database van bodemsaneringen en onderzoek. Geraadpleegd via: www.bodemloket.nl. Kerkhof, M. 2009: Pijnacker-Nootdorp. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. Kaartbijlage 1: archeologische verwachtingskaart; Kaartbijlage 2: archeologische beleidsadvieskaart. Delftse Archeologische Rapporten 96. Delft. Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen NITG-TNO, 1993: Geologische Kaart van Nederland 1:50.000, blad 37 Oost Rotterdam. Haarlem. Stichting voor Bodemkartering, 1982: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 30 s Gravenhage. Wageningen. Provincie Zuid-Holland, 2014: Provinciale Cultuurhistorische Atlas. Geraadpleegd via: http://geo.zuidholland.nl. Rijks Geologische Dienst, 1990: Vereenvoudigde geologische kaart van Rotterdam en omgeving. Haarlem. TNO Bouw en Ondergrond, 2010: Geologische overzichtskaart van Nederland, 1: 600.000. Geraadpleegd via: www.dinoloket.nl. WatWasWaar, 2014: Database historische kaarten. Geraadpleegd via www.watwaswaar.nl. Opdrachtgever: Dhr. D. de Graaf 18

Bijlage 1. Bouwtekeningen woning Keulseweg nabij nr. 32 ArGeoBoor rapport 1330: bijlage 1

+8490 50 1995 +8145 2600 1989 +5520 2650 +2920 ±0 ±0 ** De kleurstelling van deze Artist Impressions kan afwijken van de werkelijke kleurstelling ** 100 A Katwijkerlaan 800 2139 3617 mv-wtw cv Keulseweg inrit 2930 3013 800 vide 2600+ mr 800 4900 4050 1200+ voorgevellijn 9000 4022 vloeroppervlak 70 1120 6700 slaapkamer 3 slaapkamer 1 2139 hal A 12300 4475 100 4475 100 70 2 3440 13100 970 1850 350 6100 100 70 4215 4475 100 70 4215 4475 100 2467 4475 100 2467 2000 6 800 800 1500+ vloerhek 1000+ zolder 70 70 3270 toilet 1310 3250 7070 1 100 100 overloop slaapkamer 2 3305 2510 2510 70 woonkamer 7500 210 350 4160 4150 4150 badkamer keuken 5300 bouwvlak bijkeuken 2600+ 8300 70 800 1500+ 2300 3000 wa 70 800 800 6 6090 350 3000 3000 berging veranda 70 3725 800 3930 860 70 3530 70 3530 1660 12300 Kadastraal bekend Plaatselijk bekend gemeente : Pijnacker :B sectie nummer : 1496 gemeente bouwplaats bouwstraat kavel bestemmingsplan Peil woning : bepalen iom de gemeente schaal 1 : 1000 opdrachtgever Wanden & Kozijnen Bruto hoeveelheden conform NEN 2580 Materiaalstaat oppervlakte hoofdbouw oppervlakte bijgebouw oppervlakte totaal = = = inhoud hoofdbouw inhoud bijgebouw inhoud totaal = 693 m³ = 153 m³ = 846 m³ Onderdeel gevel rol- / speklaag raamdorpelsteen dakbedekking kozijnen ramen deuren garagedeuren luiken boeidelen werk s Lichte scheidingswanden (Gipsblokken) kozijn kozijn met een naar buiten bewegend deel (uitzet) kozijn met een vast deel kozijn met een naar binnen bewegend deel (draai) Dragende scheidingswanden (Kalkzandsteen) Buitenblad metselwerk (Baksteen) Scheidingswanden (Houtskeletbouw) Geïsoleerde spouwmuurconsructie (Baksteen en Kalkzandsteen) Geïsoleerde spouwmuurconsructie (Baksteen en Houtskeletbouw) Geïsoleerde Houtskeletbouwconstructie (Gevelbekleding en Houtskeletbouw) s kozijn met een naar buiten bewegend deel (draai) s kozijn met een naar binnen bewegend deel (draai/kiep) s s s kozijn met een naar binnenen buiten bewegend deel (tuimel) kozijn met een naar binnen draaiend deel (kiep) s s Kozijnen vanaf buitenkant bekeken s = scharnier zijde "deel" kan gezien worden als raam of deur 218 m² 47 m² 265 m² bebouwings oppervlakte = 156 m² oppervlakte perceel = 7180 m² Materiaal baksteen baksteen hardsteen keramisch hardhout hardhout hardhout hardhout hardhout hardhout Kleur bruin genuanceerd gesinterd bruin genuanceerd gesinterd donker verzoet antraciet of rood engobe crèmewit / RAL 9001 crèmewit / RAL 9001 antraciet antraciet antraciet crèmewit/ral 9001 Dhr en mevr. de Graaf Brucknerstraat 30 2901 GB Capelle a/d IJssel tel : 06-53818675 e-mail : dde.graaf@planet.nl onderdeel Nieuwbouw woonhuis Schetsontwerp schaal 1 : 100 Afdeling Ontwerp SelektHuis Ontwikkeling BV Hoofdkantoor po st bus 180 7460 AD R i j s s e n tel : (0548) 537500 : Pijnacker-Nootdorp : Pijnacker : Keulseweg :: katwijkerbuurt getekend adviseur blad no. Vestiging Moordrecht A m b a c h t w e g 14 2841 LZ Moordrecht tel : (0182) 376570 fax : (0182) 373804 : VB 09-10-2014 : PvA VB 14-10-2014 SO werk no. 283926 "EIGENDOM EN AUTEURSRECHT" : Alle schetsen, tekeningen en verdere gegevens blijven eigendom van SelektHuis Ontwikkeling BV, ongeacht in wiens handen zij zijn gesteld of zich bevinden.