Richtsnoeren voor het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen



Vergelijkbare documenten
Circulaire betreffende de richtsnoeren voor het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen

Richtsnoeren voor de omgang met markt- en tegenpartijrisico s in de standaardformule

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage

Richtsnoeren voor de ondermodule rampenrisico in de ziektekostenverzekeringsbranche

Richtsnoeren inzake de tenuitvoerlegging van de langetermijngarantiemaatregelen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren inzake doorkijkbenadering

Richtsnoeren inzake ondernemingsspecifieke parameters

Richtsnoeren inzake de opname en waardering van andere activa en passiva dan technische voorzieningen

Richtsnoeren inzake aanvullend vermogen

Richtsnoeren inzake de verlenging van de herstelperiode in uitzonderlijke ongunstige omstandigheden

Richtsnoeren voor afgezonderde fondsen

2/6. 1 PB L 158 van , blz PB L 335 van , blz PB L 331 van , blz

Richtsnoeren voor de beoordeling van het eigen risico en de solvabiliteit

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht. Verzekerings- en herverzekeringsholdings naar Belgisch recht.

Richtsnoeren voor het gebruik van de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI)

Richtsnoeren over de groepssolvabiliteit

c) overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of gemengde financiële holding die

berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

Toepassingsveld Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen naar Belgisch recht

ziektekostenverzekeringsbedrijf bij de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met behulp van de standaardformule

Circulaire. Brussel, 25 april Circulaire over de groepssolvabiliteit NBB_2016_13. Kenmerk:

Definitieve richtsnoeren

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren EBA/GL/2018/01 16/01/2018. Bijlage Circulaire NBB_2018_07

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Richtsnoeren inzake het gebruik van interne modellen

Richtsnoeren voor rapportage ten behoeve van financiële stabiliteit

Richtsnoeren. betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa. 27 juni 2014 EBA/GL/2014/03

Richtsnoeren Samenwerking tussen autoriteiten die zijn onderworpen aan de artikelen 17 en 23 van Verordening (EU) nr. 909/2014

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Definitieve richtsnoeren

Circulaire betreffende de behandeling van verbonden ondernemingen, met inbegrip van de deelnemingen

Circulaire. Structuur I. Doelstellingen II. Definities III. Aanvullende informatie IV. Inwerkingtreding V. Richtsnoeren inzake afgezonderde fondsen

RICHTSNOEREN BETREFFENDE BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING UIT HOOFDE VAN PSD2 EBA/GL/2017/08 12/09/2015. Richtsnoeren

RICHTSNOEREN VOOR TESTS, DOORLICHTINGEN OF EXERCITIES DIE KUNNEN LEIDEN TOT STEUNMAATREGELEN EBA/GL/2014/ september 2014

Circulaire. Brussel, dd mm 2015

Richtsnoeren betreffende de marginmaatregelen ter beperking van procyclische effecten voor centrale tegenpartijen van EMIR

Aanbevelingen voor de verzekeringssector in het licht van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie

RJ-Uiting : Ontwerp-alinea s toelichtingsbepalingen van RJ 272 Belastingen naar de winst

Samenvatting/Doelstelling Deze circulaire verschaft informatie over de richtsnoeren van de Bank inzake contractgrenzen.

Richtsnoeren. ter specificatie van de voorwaarden voor de financiële steun binnen de groep uit hoofde van artikel 23 van Richtlijn 2014/59/EU

EIOPACP 13/09 NL. Richtsnoeren voor de prospectieve beoordeling van de eigen risico's (op basis van de ORSAprincipes)

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD ESMA/2013/611

Richtsnoeren. inzake klachtenprocedures met betrekking tot vermeende inbreuken op de Richtlijn Betalingsdiensten 2 EBA/GL/2017/13 05/12/2017

Mijndomein.nl Services BV

Richtsnoeren inzake de indeling van het eigen vermogen

Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten en beheerders van icbe s

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Definitieve richtsnoeren

EBA-RICHTSNOEREN VOOR DE REEKS SCENARIO'S DIE MOETEN WORDEN GEBRUIKT IN HERSTELPLANNEN

PUBLIC RAADVAN DEEUROPESEUNIE. Brusel,30april2013(03.05) (OR.en) 9068/13 LIMITE PESC475 RELEX347 CONUN53 COARM76 FIN229

inzake kredietwaardigheidsbeoordeling

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren voor de toepassing van uitgaande herverzekeringsovereenkomsten op de ondermodule schadeverzekeringstechnisch risico

Richtsnoeren voor het toezichtsproces

Richtsnoeren betreffende het operationeel functioneren van colleges

inzake paspoortmeldingen voor kredietbemiddelaars uit hoofde van de richtlijn inzake woningkredietovereenkomsten

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

goedkeuringsprocessen van Solvabiliteit II (art. 308bis Phasing-in) V. Vereisten inzake het indienen van informatie bij de Bank in het kader van de

ECB-OPENBAAR. Aan: de leiding van belangrijke banken. Frankfurt am Main, 28 juli 2017

Publicatieblad van de Europese Unie L 95/9

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Bijlage bij opgave 3 N.V. Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap jaarrekening 2013

RICHTSNOEREN INZAKE DE MINIMUMLIJST VAN DIENSTEN EN FACILITEITEN EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Circulaire. Brussel, 25 april Circulaire betreffende het aanvullend eigen vermogen NBB_2016_09. Kenmerk:

RICHTSNOER (EU) 2016/1993 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

EBA/GL/2013/ Richtsnoeren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EU) nr.../2011 VAN DE COMMISSIE

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

BIJLAGE G: Icbe-beleggingsrestricties

(Voor de EER relevante tekst)

Richtsnoeren Regels en procedures bij wanbetaling van deelnemers van CSD

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota bij

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Feedback Statement Concept Beleidsregel aangaande de definitie en de berekening van een shortpositie in de zin van de Wft

Richtsnoeren en Aanbevelingen

EBA/GL/2015/ Richtsnoeren

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4

Richtsnoeren en aanbevelingen

Circulaire. Brussel, 25 april Circulaire betreffende afgezonderde fondsen NBB_2016_07. Kenmerk:

EUROPESE CENTRALE BANK

FSMA_2018_01-2 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/12 - Interpretatie van code in de toelichting 5.14 van de geconsolideerde jaarrekening

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van over agressieve fiscale planning

(Voor de EER relevante tekst)

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Richtsnoeren voor de waardering van technische voorzieningen

10/01/2012 ESMA/2011/188

Circulaire betreffende de procedure voor de overdracht van een portefeuille verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten

GEGEVENSVERWERKINGSOVEREENKOMST

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2005 VAN DE COMMISSIE

Transcriptie:

EIOPA-BoS-14/177 NL Richtsnoeren voor het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. + 49 69-951119-19; email: info@eiopa.europa.eu site: https://eiopa.europa.eu/

Inleiding 1.1. In overeenstemming met artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot vaststelling van een Europese toezichthoudende autoriteit (hierna de "Eiopa-verordening" genoemd) 1 heeft Eiopa richtsnoeren opgesteld voor het vermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen om verliezen te compenseren. 1.2. De richtsnoeren hebben betrekking op de artikelen 103, onder c), en 108 van Richtlijn 2009/138/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) 2 alsmede op artikel 83 en de artikelen 205 tot en met 207 van de uitvoeringsmaatregelen 3. 1.3. Deze richtsnoeren zijn gericht tot de toezichthoudende autoriteiten in het kader van Solvabiliteit II. 1.4. Onderstaande richtsnoeren zijn bedoeld om consistente, efficiënte en effectieve toezichtpraktijken vast te stellen en om te zorgen voor een gemeenschappelijke, uniforme en consistente toepassing van het Unierecht bij de berekening van aanpassingen van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen aan het solvabiliteitskapitaalvereiste. 1.5. Richtsnoeren 1 tot en met 14 zijn, op niet-geconsolideerde basis, van toepassing op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die de standaardformule hanteren en in voorkomend geval ook bij groepen die gebruikmaken van de standaardformule. 1.6. Richtsnoeren 15 tot en met 22 zijn van toepassing op groepen die de standaardformule hanteren en wanneer gebruik wordt gemaakt van uitsluitend methode 1 of methode 1 in combinatie met methode 2. Bij uitsluitend gebruik van methode 2 zijn richtsnoeren 15 tot en met 22 niet van toepassing, aangezien de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen niet bijkomend wordt gedaan op groepsniveau. Wanneer sprake is van een combinatie van methoden, zijn de richtsnoeren enkel van toepassing op het geconsolideerde gedeelte van de groep. 1.7. De richtsnoeren dekken niet de waardering van technische voorzieningen of uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen in de balans van Solvabiliteit II, aangezien dit geschiedt in artikel 15 van de uitvoeringsmaatregelen. 1 PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48-83. 2 PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1-155. 3 PB L 12 van 17.01.2015, blz. 1-797. 2/12

1.8. De term "uitgestelde belastingen" wordt bij Solvabiliteit II in twee contexten gebruikt: in de eerste plaats voor de omschrijving van de posten op de Solvabiliteit II-balans en in de tweede plaats in verband met de berekening van fiscale aanpassingen van het solvabiliteitskapitaalvereiste. Om verwarring te voorkomen, voeren de volgende richtsnoeren de term fictief uitgestelde belastingen in voor posten die bij de berekening van de aanpassing worden gebruikt. 1.9. Voor deze richtsnoeren is de volgende definitie ontwikkeld: - Fictieve uitgestelde belastingen heeft betrekking op de som van de producten van alle relevante en materiële belastingtarieven en alle relevante en materiële veranderingen in de tijdelijke verschillen tussen de waardering van Solvabiliteit II en de waardering voor belastingdoeleinden die voortvloeien uit het onmiddellijke verlies zoals bedoeld in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen. In het eenvoudigste geval, waarbij sprake is van slechts één belastingtarief en alle verliezen tezamen bijdragen tot een wijziging van tijdelijke verschillen, zouden de fictieve uitgestelde belastingen worden vertegenwoordigd door het product van een uniform belastingtarief en de verliezen bedoeld in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen. "Fictieve uitgestelde belastingen" vertegenwoordigen niet het verschil tussen voor en na stresssituaties uitgestelde belastingen 4. Een onderneming dient te beoordelen welk bedrag van de fictieve uitgestelde belastingen kan worden opgenomen in de Solvabiliteit II-balans na het lijden van verlies in de stresssituatie. 1.10. Indien begrippen niet in deze richtsnoeren nader worden gedefinieerd, hebben zij de betekenis zoals bepaald in de in de inleiding genoemde rechtshandelingen. 1.11. De richtsnoeren zijn van toepassing vanaf 1 januari 2016. Afdeling I: Aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen Richtsnoer 1 Berekening van het kernsolvabiliteitskapitaalvereiste 1.12. Bij het berekenen van de gevolgen van een scenario voor het kernvermogen als bedoeld in artikel 83 van de uitvoeringsmaatregelen dienen ondernemingen: (a) de kasstromen met betrekking tot toekomstige discretionaire uitkeringen ongewijzigd te laten en niet te herdisconteren; en (b) wanneer het scenario invloed heeft op de risicovrije rentetermijnstructuur, met name de stress op de rentevoet, enkel de kasstromen met betrekking tot gegarandeerde uitkeringen te herdisconteren. 4 Een voorbeeld van het concept van fictieve uitgestelde belastingen is te vinden in het aanhangsel bij de toelichting. 3/12

1.13. Ondernemingen houden rekening met de eisen als bepaald in punt 1.12 bij het opstellen van nieuwe beheeractiviteiten als bedoeld in artikel 83, lid 2, onder a), van de uitvoeringsmaatregelen. Richtsnoer 2 Methode voor het bepalen van het kapitaalvereiste van ondermodules bij de berekening van het kernsolvabiliteitskapitaalvereiste 1.14. Onverminderd richtsnoer 1, waarbij de berekening van een module of ondermodule van het kernsolvabiliteitskapitaalvereiste is gebaseerd op de gevolgen van een scenario, staan toezichthoudende autoriteiten ondernemingen toe hun kapitaalvereiste te bepalen op basis van het desbetreffende kapitaalvereiste dat voor de berekening van het nettokernsolvabiliteitskapitaalvereiste als volgt wordt afgeleid: (a) (b) (c) bereken de waarde van de toekomstige discretionaire uitkeringen en houd daarbij rekening met de gevolgen van het scenario; bereken het verschil tussen de waarde van toekomstige discretionaire uitkeringen in de huidige Solvabiliteit II-balans en de waarde waarnaar wordt verwezen onder a); voeg het verschil in b) toe aan de kapitaalvereiste voor de module of afgeleide ondermodule voor de berekening van het nettokernsolvabiliteitskapitaalvereiste. Richtsnoer 3 Gevolgen van stress voor toekomstige discretionaire uitkeringen in de nettoberekening 1.15. Bij het bepalen van de gevolgen van een scenario op de toekomstige discretionaire uitkeringen die zijn opgenomen in de technische voorzieningen als bedoeld in artikel 206, lid 2, onder b), van de uitvoeringsmaatregelen, dienen ondernemingen rekening te houden met: (a) het effect van het scenario op toekomstige winsten; en (b) de beheeractiviteiten met betrekking tot de verdeling van de toekomstige discretionaire uitkeringen in het kader van het scenario. 1.16. Bij de berekening van het netto-kernsolvabiliteitskapitaalvereiste, staan ondernemingen elke stress op de rentevoet toe, met inbegrip van eventuele wijzigingen van de relevante risicovrije rentetermijnstructuur gebruikt voor het disconteren van de kasstromen met betrekking tot toekomstige discretionaire uitkeringen. Richtsnoer 4 Toekomstige bonustarieven 1.17. Wanneer in de hypothesen over beheeractiviteiten volgens een scenario als bedoeld in artikel 206, lid 2, onder b), van de uitvoeringsmaatregelen een variatie van toekomstige bonustarieven is opgenomen, staan ondernemingen in de mate van de variatie de aard en omvang van de onderliggende stress toe. 4/12

Richtsnoer 5 Beheersmaatregelen 1.18. Ondernemingen dienen aannames te maken over de beheeractiviteiten betreffende de verdeling van de toekomstige discretionaire uitkeringen die in overeenstemming zijn met hun huidige zakelijke praktijk. 1.19. Bij de berekening van de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen dienen ondernemingen aannames te maken over beheeractiviteiten op een dusdanig gedetailleerd niveau dat representatief is voor alle materiële en relevante wettelijke, regelgevende of contractuele beperkingen voor de uitkering van toekomstige discretionaire uitkeringen. Afdeling II: Aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen - berekening Richtsnoer 6 Berekeningsniveau 1.20. Ondernemingen voeren de berekening van de aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen uit op een dusdanig gedetailleerd niveau dat representatief is voor alle materiële en relevante verordeningen bij alle geldende belastingstelsels. Richtsnoer 7 Waarderingsbeginselen en -benaderingen 1.21. Ondernemingen berekenen de aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen door de Solvabiliteit II-balans aan een stresstest te onderwerpen en de gevolgen daarvan voor de belastingcijfers van de onderneming te bepalen. De aanpassing dient vervolgens te worden berekend op basis van tijdelijke verschillen tussen de Solvabiliteit II-waarden en de overeenkomstige cijfers voor belastingdoeleinden. 1.22. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen, houden ondernemingen rekening met alle activa en passiva die zijn opgenomen voor solvabiliteits- of belastingdoeleinden bij de berekening van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen. 1.23. Niettegenstaande punt 1.22 staan toezichthoudende autoriteiten ondernemingen bij het bepalen van de fiscale gevolgen van de verliezen als bedoeld in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen toe een benadering te gebruiken op basis van gemiddelde belastingtarieven, voor zover zij kunnen aantonen dat deze gemiddelde tarieven worden vastgelegd op een passend niveau, en dat een dergelijke aanpak een materiële onjuiste voorstelling van de aanpassing vermijdt. Richtsnoer 8 Verliestoerekening 1.24. Wanneer ondernemingen een benadering gebruiken op basis van gemiddelde belastingtarieven, schrijven zij het verlies als bedoeld in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen, toe aan de oorzaken daarvan overeenkomstig artikel 207, lid 5, van de uitvoeringsmaatregelen als de berekening van de 5/12

aanpassing van uitgestelde belastingen op geaggregeerd niveau niet alle materiële en relevante verordeningen van de geldende belastingstelsels weerspiegelt. 1.25. Wanneer de in punt 1.24 vastgestelde toeschrijving niet alle materiële en relevante voorschriften van de geldende belastingstelsels weerspiegelt, schrijven ondernemingen het verlies toe aan balansposten met een voldoende mate van gedetailleerdheid om aan deze vereiste te voldoen. Richtsnoer 9 Regelingen voor de overdracht van winsten of verliezen 1.26. Wanneer een onderneming contractuele overeenkomsten heeft afgesloten met betrekking tot de winst- of verliesoverdracht aan een andere onderneming of gebonden is door andere regelingen onder de bestaande belastingwetgeving in de lidstaat (fiscale groepen) of een overeenkomst waarbij een dergelijke overdracht plaatsvindt of wordt geacht te ontstaan door een verrekening van dergelijke verliezen met de winst van een andere onderneming onder de geldende fiscale consolidatieregels in de lidstaat (fiscale eenheid), dan houdt de onderneming rekening met deze overeenkomsten of regelingen bij de berekening van de aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen. 1.27. Bij een contractuele overeenkomst waarbij waarschijnlijk een verlies zal worden overgedragen aan een andere onderneming, of waar een dergelijke verliesoverdracht plaatsvindt of wordt geacht plaats te vinden door middel van een verrekening van dergelijke verliezen met de winsten van een andere onderneming ( ontvangende onderneming ) nadat de onderneming ( overdragende onderneming ) het ogenblikkelijke verlies lijdt als bedoeld in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen, neemt de overdragende onderneming enkel de betrokken uitgestelde belastingcorrectie op in de mate dat de betaling of andere uitkering zal worden ontvangen in ruil voor de overdracht van fictieve belastingverliezen. 1.28. De overdragende onderneming erkent enkel de betaling of uitkering voor zover een uitgestelde belastingcorrectie in het kader van richtsnoer 10 kan worden erkend indien het verlies niet werd overgedragen. 1.29. De overdragende onderneming erkent enkel de betaling of uitkering indien de regeling of contractuele overeenkomst rechtsgeldig en afdwingbaar is door de overdragende onderneming met betrekking tot de overdracht van deze posten. 1.30. Indien de waarde van de betaling of uitkering afhankelijk is van de solvabiliteit of de fiscale positie van de ontvangende onderneming of de bestaande fiscale consolidatie (fiscale eenheid) als geheel, baseert de overdragende onderneming de waardering van de betaling of uitkering op een betrouwbare schatting van de verwachte te ontvangen waarde in ruil voor het overgedragen verlies. 1.31. De overdragende onderneming controleert of de ontvangende onderneming in staat is haar verplichtingen onder stressomstandigheden na te komen, namelijk na de gevolgen van de stress van het solvabiliteitskapitaalvereiste te hebben geleden als de ontvangende onderneming onderworpen is aan Solvabiliteit II. 6/12

1.32. De overdragende onderneming geeft alle verschuldigde belastingen op de betaling of ontvangen uitkering weer in het erkende bedrag van de fictieve uitgestelde belastingen. 1.33. Wanneer de ontvangende individuele onderneming is onderworpen aan Solvabiliteit II, neemt zij het overgedragen verlies niet op in de berekening van de aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen. Afdeling III: Aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen erkenning Richtsnoer 10 Tijdelijke aard 1.34. Ondernemingen erkennen dat fictieve uitgestelde belastingen afhankelijk zijn van het tijdelijke karakter ervan. Deze erkenning dient gebaseerd te zijn op de mate waarin verrekening is toegestaan volgens de desbetreffende belastingstelsels. Dit kan de verrekening van historische belastingverplichtingen of lopende of waarschijnlijk toekomstige belastingverplichtingen omvatten. Richtsnoer 11 Voorkomen van dubbeltellingen 1.35. Ondernemingen zorgen ervoor dat uitgestelde belastingvorderingen die voortvloeien uit ogenblikkelijk verlies gedefinieerd in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen, niet worden ondersteund door dezelfde uitgestelde belastingverplichtingen of door toekomstige fiscale winst die reeds de opneming ondersteunt van uitgestelde belastingvorderingen voor waarderingsdoeleinden in de Solvabiliteit II-balans overeenkomstig artikel 75 van Solvabiliteit II. 1.36. Ondernemingen volgen bij de opneming van fictieve uitgestelde belastingvorderingen in de stresstest van de Solvabiliteit II-balans, de beginselen van artikel 15 van de uitvoeringsmaatregelen. Richtsnoer 12 Erkenning op basis van toekomstige winsten 1.37. Indien de erkenning van fictieve uitgestelde belastingvorderingen wordt gesteund door een beoordeling van toekomstige fiscale winst, erkennen ondernemingen fictieve uitgestelde belastingvorderingen voor zover het waarschijnlijk is dat zij voldoende toekomstige fiscale winsten beschikbaar zullen hebben na het onmiddellijke verlies te hebben geleden. 1.38. Ondernemingen maken gebruik van gepaste methoden ter beoordeling van de tijdelijke aard van de fictieve uitgestelde belastingvorderingen en de tijdstippen van toekomstige belastbare winsten die aan de volgende voorschriften voldoen: (a) de beoordeling is overeenkomstig artikel 15, lid 3, van de uitvoeringsmaatregelen; (b) de beoordeling houdt rekening met de vooruitzichten van de onderneming na het ogenblikkelijke verlies te hebben geleden. 7/12

Richtsnoer 13 Vrijstelling wanneer het aantonen van geschiktheid te omslachtig is 1.39. Toezichthoudende autoriteiten staan ondernemingen toe fictieve uitgestelde belastingvorderingen bij de berekening van de aanpassing van het verliescompensatievermogen te negeren indien het te omslachtig zou zijn voor de onderneming om hun geschiktheid daarvoor aan te tonen. Richtsnoer 14 Fictieve uitgestelde belastingverplichtingen 1.40. Onverminderd artikel 207, lid 4, van de uitvoeringsmaatregelen nemen ondernemingen fictieve uitgestelde belastingverplichtingen op die voortvloeien uit het ogenblikkelijke verlies als bedoeld in artikel 207, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen, bij de berekening van de aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen. Afdeling IV: Aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen op groepsniveau Algemene bepalingen Richtsnoer 15 Toepassingsgebied 1.41. De deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming, verzekeringsholding of gemengde financiële holding passen uitsluitend de aanpassing voor het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen toe bij gebruik van methode 1 of een combinatie van methoden voor het gedeelte van de geconsolideerde gegevens als bedoeld overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c) van de uitvoeringsmaatregelen. Afdeling V: Aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen op groepsniveau Richtsnoer 16 Scenario s 1.42. Wanneer de standaardformule noopt tot de keuze tussen alternatieve scenario's, dient de selectie plaats te vinden op groepsniveau. Om het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen af te leiden in de ondermodules van de berekening van de groep, wordt het voor de groep relevante scenario aan de hand van de formule in richtsnoer 17 berekend voor elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming die overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c) van de uitvoeringsmaatregelen. Richtsnoer 17 Berekening van het netto-kernsolvabiliteitskapitaalvereiste 1.43. Bij het bepalen van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen op het niveau van de ondermodule, leidt de deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming, verzekeringsholding of gemengde financiële holding de nettowaarde van het 8/12

solvabiliteitskapitaalvereiste op het niveau van de ondermodule af met behulp van de volgende formule, rekening houdend met het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen van elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming die overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c) van de uitvoeringsmaatregelen wordt geconsolideerd, en herberekend op basis van het relevante scenario, indien van toepassing: netscr group submod ule grossscr group submod ule grossscr Waarbij: submod ule netscr submod ule FDB min(1; grossscr netscr - staat voor het percentage dat is gebruikt voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening; - FDB staat voor de totale hoeveelheid FDB op individueel niveau, aangepast voor intragroepstransacties, indien nodig, overeenkomstig artikel 339, lid 2, van de uitvoeringsmaatregelen; ) - netscr sub mod ule richtsnoer 16; en grossscr sub mod ule worden bepaald overeenkomstig - grossscr en grossscr sub mod ule netscr staan voor de geaggregeerde netscr sub mod ule en voor elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming, met behulp van de desbetreffende correlatiematrices van de standaardformule of van het goedgekeurde interne model. 1.44. De waarde van nbscr in artikel 206, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen wordt afgeleid met de aggregatiematrices van de standaardformule of met het goedgekeurde interne model. De waarde van toekomstige discretionaire uitkeringen in artikel 206, lid 1, van de uitvoeringsmaatregelen moet overeenkomen met het deel van de toekomstige discretionaire uitkeringen dat betrekking heeft op het deel van de geconsolideerde gegevens die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van de uitvoeringsmaatregelen. Richtsnoer 18 Transacties binnen de groep 1.45. Bij de voorbereiding van de geconsolideerde gegevens, als het deel van de beste schatting voor technische voorzieningen met betrekking tot de toekomstige discretionaire uitkeringen van de individuele verzekerings- en herverzekeringsondernemingen wordt aangepast voor transacties binnen de groep, in overeenstemming met artikel 339, lid 2, van de uitvoeringsmaatregelen, wordt het totale bedrag van toekomstige discretionaire uitkeringen op groepsniveau dienovereenkomstig aangepast. 9/12

Richtsnoer 19 Bovengrens 1.46. De aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen op groepsniveau mag de som van de aanpassingen voor het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen van de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die zijn geconsolideerd overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van de uitvoeringsmaatregelen, niet overschrijden. Richtsnoer 20 Alternatieve berekening 1.47. Als alternatief voor de berekening in richtsnoer 17, wanneer er een redelijke mate van homogeniteit bestaat tussen de toekomstige discretionaire uitkeringen van de deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming en de verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c) van de uitvoeringsmaatregelen worden geconsolideerd binnen de groep, berekent de deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming, de verzekeringsholding of gemengde financiële holding het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen op groepsniveau overeenkomstig richtsnoer 21. 1.48. De deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming of verzekeringsholding dient de groepstoezichthouder te kunnen aantonen dat, volgens de groepsactiviteiten en het risicoprofiel, een redelijke mate van homogeniteit tussen de toekomstige discretionaire uitkeringen binnen de groep wordt gewaarborgd. Richtsnoer 21 Alternatieve berekening 1.49. Overeenkomstig richtsnoer 20 berekent de deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming, de verzekeringsholding of gemengde financiële holding de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen met behulp van de volgende formule: - is de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen van elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming die is geconsolideerd overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van de uitvoeringsmaatregelen; - staat voor het percentage dat is gebruikt voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening; - de ratio staat voor de proportionele aanpassing als gevolg van de diversificatie-effecten op groepsniveau, en met name op de teller 10/12

5 is het solvabiliteitskapitaalvereiste, berekend op basis van de geconsolideerde gegevens in overeenstemming met artikel 336, onder a), van de uitvoeringsmaatregelen, maar vóór de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen; en de noemer is het solvabiliteitskapitaalvereiste vóór de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en uitgestelde belastingen van elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming die is geconsolideerd overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van de uitvoeringsmaatregelen. Afdeling VI: Aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen op groepsniveau Richtsnoer 22 Berekening 1.50. De deelnemende verzekerings- en herverzekeringsonderneming, de verzekeringsholding of gemengde financiële holding berekent de aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen met behulp van de volgende formule: - staat voor het percentage dat is gebruikt voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening; - is de individuele aanpassing van het verliescompensatievermogen van uitgestelde belastingen van elke (her-)verzekeringsonderneming die is geconsolideerd overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van de uitvoeringsmaatregelen; - is de solvabiliteitskapitaalvereiste na de aanpassing van het verliescompensatievermogen van technische voorzieningen en vóór de aanpassing van het verliescompensatievermogen voor uitgestelde belastingen van elke verzekerings- en herverzekeringsonderneming die is geconsolideerd overeenkomstig artikel 335, lid 1, onder a), b) en c), van de uitvoeringsmaatregelen; en - 6 is het solvabiliteitskapitaalvereiste berekend op basis van de geconsolideerde gegevens overeenkomstig artikel 336, onder a), van de uitvoeringsmaatregelen na aanpassing van het verliescompensatievermogen voor technische voorzieningen en vóór de aanpassing van het verliescompensatievermogen voor uitgestelde belastingen. 5 is gelijk aan het volgende bedrag, in het geval van toepassing van de standaardformule: 6 is gelijk aan het volgende bedrag, in het geval van toepassing van de standaardformule: 11/12

Nalevings- en rapportageregels 1.51. Dit document bevat richtsnoeren die zijn uitgebracht uit hoofde van artikel 16 van de Eiopa-verordening. Ingevolge artikel 16, lid 3, van de Eiopa-verordening moeten bevoegde autoriteiten en financiële instellingen zich tot het uiterste inspannen om de richtsnoeren en aanbevelingen na te leven. 1.52. Bevoegde autoriteiten die voldoen of van plan zijn te voldoen aan deze richtsnoeren, dienen deze op een passende manier op te nemen in hun wetgevende of toezichthoudende kader. 1.53. Bevoegde autoriteiten bevestigen Eiopa binnen twee maanden na publicatie van de vertaalde versies of zij aan deze richtsnoeren voldoen of voornemens zijn hieraan te voldoen, of geven anders redenen voor niet-naleving op. 1.54. Indien op deze uiterste datum geen antwoord is ontvangen, zullen de bevoegde autoriteiten worden beschouwd als autoriteiten die niet voldoen aan de rapportageverplichtingen, en als zodanig worden geregistreerd. Slotbepaling inzake herziening 1.55. Deze richtsnoeren kunnen door Eiopa worden herzien. 12/12