Inspectierapport Van der Kest Wittensstraat (BSO) van der Kest Wittensstr 3 2691 XD 's-gravenzande Registratienummer 808167686 Toezichthouder: GGD Haaglanden In opdracht van gemeente: Westland Datum inspectie: 06-06-2018 Type onderzoek : Incidenteel onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 12-07-2018
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang. Het betreft een aangekondigd incidenteel onderzoek. Okidoki B.V. heeft op 23-05-2018 een verzoek tot uitbreiding van de registratie in het LRK ingediend bij de gemeente Westland. Momenteel staat de locatie met 20 kindplaatsen geregistreerd, de aangevraagde uitbreiding betreft 10 extra kindplaatsen. De uitbreiding zal plaatsvinden per 27-08-2018. Op 06-06-2018 heeft toezichthouder een incidenteel onderzoek uitgevoerd om deze uitbreiding te beoordelen. Beschouwing BSO Okidoki van der Kest Wittensstraat wordt incidenteel gebruikt als VSO (voorschoolse opvang), zo nodig op maandag t/m vrijdag van 7.30-8.30 uur. Door de uitbreiding van het aantal kindplaatsen zal hier nu ook tijdelijk BSO de Spoorzoekers gevestigd worden vanwege een verbouwing op de locatie aan de Bernhardstraat. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) toe te wijzen. 3 van 10
Observaties en bevindingen Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat een persoon geen strafbare feiten op zijn/haar naam heeft staan die een belemmering vormen bij het werken in de kinderopvang. Alle beroepskrachten werkzaam in de kinderopvang vallen bovendien onder de continue screening. Continue screening betekent dat dagelijks wordt gekeken in het Justitieel Documentatie Systeem of personen die werken in de kinderopvang geen nieuwe strafrechtelijke gegevens op hun naam hebben staan. Tijdens het inspectiebezoek d.d. 31-08-2017 zijn de VOG's van de beroepskrachten die werkzaam zijn op dit kindercentrum beoordeeld. Deze beoordeelde VOG's voldoen aan de wettelijk gestelde eisen. Per 1 maart 2018 is het Personenregister Kinderopvang (PRK) ingevoerd ter verbetering van het (huidige) systeem voor continue screening. Vanaf deze datum moet iedereen die woont of werkt op een locatie waar kinderen worden opgevangen zich met een geldige VOG inschrijven in het PRK en worden gekoppeld aan de organisatie waar hij/zij werkzaamheden verricht. Voor vaste beroepskrachten, in dienst van de werkgever voor 1 maart 2018, geldt een overgangstermijn om zich in te schrijven in het PRK tot 1 juli 2018. Voor alle overige personen (stagiaires, uitzendkrachten, vrijwilligers, structureel aanwezige personen en werknemers die in dienst zijn gekomen na 1 maart 2018 geldt deze overgangstermijn niet. Houder heeft tot 1 juli 2018 de tijd om alle vaste medewerkers, die in dienst zijn getreden voor 1 maart 2018, aan te melden in het PRK en te koppelen aan de kinderopvangorganisatie. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijk gestelde kwaliteitseisen. Opleidingseisen en eisen aan de inzet van leerlingen Om in de kinderopvang te mogen werken als beroepskracht moet men beschikken over een kwalificerend diploma. In de cao kinderopvang en cao-welzijn en maatschappelijke dienstverlening staat een overzicht van diploma s die volstaan. De beroepkwalificaties van het personeel dat meeverhuisd naar deze locatie is tijdens het inspectiebezoek d.d. 31-08-2017 beoordeeld. Deze medewerkers beschikken over een passende beroepskwalificatie. De beoordeelde beroepskwalificaties voldoen aan de wettelijk gestelde kwaliteitseisen. Stabiliteit van de opvang voor kinderen De uitbreiding in het aantal kindplaatsen is aangevraagd, omdat BSO groepen Speurneuzen en Ontdekkers tijdelijk naar deze locatie gaan verhuizen, vanwege de verbouwing van de school op hun eigen locatie. 4 van 10
De twee basisgroepen worden op de nieuwe locatie samen één basisgroep: Een groep voor maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 4-8 jaar Bovenstaande omvang en samenstelling voldoen aan de wettelijk gestelde kwaliteitseisen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevr. R. van Staalduinen en mw. S. de Winter) 5 van 10
Accommodatie Eisen aan ruimtes Binnenruimte Elke basisgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar. De nieuwe BSO-groep gaat gebruik maken van de lokalen van de peuterspeelzalen op deze locatie. Beide lokalen hebben een oppervlakte van 56 m 2. Er is in totaal 112 m 2 beschikbaar. In totaal is er voor 30 kindplaatsen 105 m 2 nodig. Dit voldoet. De binnenruimte van de bestaande groepen is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Eén van de groepsruimtes (voor de BSO-groepen Speurneuzen en Ontdekkers) is tot het eind van dit schooljaar nog in gebruik door de school. Deze ruimte zal daarna passend worden ingericht voor de BSO-groep. Buitenruimte Naast voldoende binnenspeelruimte dient ook per aanwezig kind tenminste 3 m² buitenspeelruimte vast beschikbaar te zijn. De buitenspeelruimte van deze locatie heeft een oppervlakte van 620 m². Dit is voldoende groot voor het aantal van 30 aangevraade kindplaatsen. Er wordt ook voldaan aan de gestelde kwaliteitseisen wat betreft de passende inrichting en veiligheid. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijk gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (mw. R. van Staalduinen en mw. S. de Winter) Plattegrond 6 van 10
Overzicht getoetste inspectie-items Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is eenieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang, bedoeld in artikel 1.48d van de Wet. De verklaring omtrent het gedrag is bij inschrijving in het personenregister kinderopvang niet ouder dan twee maanden. Voor personen die op 28 februari 2018 op basis van de artikelen 9a en 9b van het Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang (zoals dat geldt op 28 februari 2018) continu worden gescreend geldt een overgangsbepaling en verwerkt de minister de gegevens in het personenregister kinderopvang in de periode die loopt van 1 maart 2018 tot 1 juli 2018. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang; art 17d Regeling Wet kinderopvang; art 18a Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang) Opleidingseisen en eisen aan de inzet van leerlingen Beroepskrachten en beroepskrachten meertalige buitenschoolse opvang beschikken over een voor de werkzaamheden passende opleiding en bewijsstukken. De beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken die voor beroepskrachten worden genoemd in de meest recent aangevangen cao kinderopvang en de cao welzijn en maatschappelijke dienstverlening (cao sociaal werk), worden aangemerkt als beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken voor een passende opleiding. Een beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang beschikt daarbij over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij de Duitse, Engelse of Franse taal voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, lezen, luisteren en spreken beheerst op ten minste niveau B2 van het Europees Referentiekader (ERK) voor talen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; art 9a lid 1 en 2 Regeling Wet kinderopvang) 7 van 10
Stabiliteit van de opvang voor kinderen Bij buitenschoolse opvang vindt de opvang plaats in basisgroepen. Een kind wordt opgevangen in één basisgroep. De maximale grootte van de basisgroep wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1a, onderdeel b van het Besluit kwaliteit kinderopvang. Het vereiste van opvang in één basisgroep geldt niet: - indien kinderen bij activiteiten als beschreven in het pedagogisch beleidsplan de basisgroep verlaten; - indien met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders het kind gedurende een tussen houder en ouders overeengekomen periode worden opgevangen in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep. De eis ten aanzien van de maximale groepsgrootte geldt niet indien kinderen bij activiteiten als beschreven in het pedagogisch beleidsplan de groep verlaten. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 18 lid 1, 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Accommodatie Eisen aan ruimtes De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden opgevangen, zijn veilig, toegankelijk en passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5m² binnenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang) Een kindercentrum beschikt over ten minste 3m² vaste buitenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Van der Kest Wittensstraat Website : http://www.okidoki-kdv.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Okidoki B.V. Adres houder : Dresdenweg 1 Postcode en plaats : 2692 AA 's-gravenzande Website : www.okidoki-kdv.nl KvK nummer : 27308247 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Haaglanden Adres : Postbus 16130 Postcode en plaats : 2500 BC 's-gravenhage Telefoonnummer : 070-3537224 Onderzoek uitgevoerd door : E. Duindam Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Westland Adres : Postbus 150 Postcode en plaats : 2670 AD NAALDWIJK Planning Datum inspectie : 06-06-2018 Opstellen concept inspectierapport : 22-06-2018 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 12-07-2018 Verzenden inspectierapport naar houder : 13-07-2018 Verzenden inspectierapport naar : 13-07-2018 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 02-08-2018 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10