Toelichting op de beleidsregels briefadres

Vergelijkbare documenten
Toelichting op het beleid briefadres

Toelichting behorende bij de Regeling briefadres gemeente Heemstede 2013

Regeling briefadres van de gemeente Alphen-Chaam 2014

Regeling briefadres gemeente Simpelveld Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Simpelveld

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Venlo 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Goes

CVDR. Nr. CVDR382225_1

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort;

Beleid briefadres gemeente Deurne 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenwaard,

Regeling briefadres gemeente Waalwijk 2017

Wijziging Beleidsregels briefadres gemeente Noordoostpolder 2014

CVDR. Nr. CVDR613411_1. Regeling briefadres gemeente Haren 2018

Bijlage 16. Regeling briefadres Wijdemeren 2015

Besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 juli 2013, tot vaststelling van de Regeling briefadres gemeente Dinkelland 2013.

Nadere regels briefadres gemeente Heemskerk 2016

CVDR. Nr. CVDR604810_1. Regeling briefadres gemeente Assen

Regeling Briefadressen gemeente Hardinxveld-Giessendam

Regeling briefadres gemeente Heeze-Leende 2018

Beleidsregel briefadres gemeente Overbetuwe Onderwerp: Beleidsregel briefadres gemeente Overbetuwe 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Arnhem

de Regeling briefadres gemeente Oldenzaal 2013 vast te stellen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk,

CVDR. Nr. CVDR600686_1. Regeling briefadres gemeente Enkhuizen. 21 december Officiële uitgave van Enkhuizen.

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente WAALWIJK,

Regeling briefadres gemeente Hoogezand-Sappemeer. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer,

llilil! Illii liilllliilliillllilli lllllll iilliillliillilí

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nuth,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Korendijk,

Besluit van burgemeester en wethouders van Oudewater houdende een beleidsregel voor briefadres (Beleidsregel briefadres gemeente Oudewater 2019)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop,

Beleidsregels briefadres gemeente Wageningen 2016

[Regeling briefadres gemeente Wijk bij Duurstede 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goes,

CVDR. Nr. CVDR412889_1

Nadere regels briefadres gemeente Heemskerk 2017

CVDR. Nr. CVDR461243_1

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel,

04 Bestuurlijke besluitvorming

Gemeente Midden-Defland - Regeling briefadres gemeente Midden-Delfland. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland,

Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer,

Gemeente Cuijk - Regeling briefadres gemeente Cuijk 2015

Regeling briefadres gemeente Appingedam Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Appingedam,

Gemeente De Bilt - Regeling briefadres gemeente De Bilt Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt

Burgemeester en wethouders van de gemeente Albrandswaard;

REGELING BRIEFADRES GEMEENTE ZANDVOORT

Artikelsgewijze toelichting Artikelen die geen nadere toelichting behoeven zijn in dit onderdeel niet opgenomen.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxmeer,

CVDR. Nr. CVDR602989_1. Regeling briefadres gemeente Meierijstad 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland,

Regeling briefadres gemeente Lelystad 2017

GEMEENTEBLAD. Beleidsregels briefadres gemeente Houten

CVDR. Nr. CVDR380577_1. Regeling briefadres gemeente Rotterdam 2015

2. Briefadres: het adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen;

Regeling briefadres gemeente Heumen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heumen,

Regeling briefadres wet basisregistratie personen gemeente Almelo Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Regeling briefadres wet basisregistratie personen gemeente Almelo Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Almelo;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

de ingeschrevene in de basisadministratie die een briefadres houdt;

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling briefadres gemeente Tiel 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten;

besluit vast te stellen de navolgende Regeling briefadres Den Haag 2018:

REGELING BRIEFADRES DEN HAAG Toelichting

Regeling briefadres gemeente Capelle aan den IJssel 2018

Beleidsregels. Regeling briefadres

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk,

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleid briefadressen 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeenten Giessenlanden en Molenwaard (ieder binnen de eigen bevoegdheid);

Regeling briefadres gemeente Neder-Betuwe Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Neder-Betuwe,

- Vaststelling van de regeling bij besluit van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2014 (agendapunt nummer 3.11, registratienummer ).

Het college van burgemeester en wethouders van Teylingen,

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2014

Indien er in deze regeling teams of clusters genoemd worden dan is het bepaalde ook van toepassing op de rechtsopvolgers van het team en/of cluster.

1 Beleidsregels briefadressen Geertruidenberg Burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 15 april 2015 registratienummer: paraaf chef: kopie aan:

Beleidsregels voor briefadressen gemeente Kaag en Braassem december Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem,

Artikel 1 Begrippen Alle begrippen uit de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens zijn ook van toepassing op deze regeling.

( ) van de minister van Binnenlandse Zaken en Koningsrelaties van 6 december

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen

Regeling briefadres gemeente Horst aan de Maas Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

Regeling briefadres gemeente Horst aan de Maas Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

Regeling Briefadres gemeente Zoeterwoude 2017

gemeente roerdalen Beleidsregel briefadres gemeente Roerdalen 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen;

Regeling briefadressen en adresonderzoeken gemeente Vianen 2016

Nota van B&W. onderwerp Vaststellen beleidsregel briefadressen Haarlemmermeer 2015

Regeling briefadressen en adresonderzoeken gemeente

Elektronisch. Deze berichten staan op

Elektronisch. Deze berichten staan op

Beleidsregels voor het houden van een briefadres, gemeente Assen.

Regeling briefadres en inschrijving bij adresonderzoek gemeente Lelystad 2010

Naam Regeling ter uitvoering van de artikelen 2.48 en 2.49 van de Wet BRP (Beleidsregel)

De colleges van burgemeester en wethouders van gemeenten i.a.a.de hoofden burgerzaken. BRP en briefadres. Verzoek tot medewerking

Relaties met andere circulaires Ingangsdatum 1 juni 2012 Inwerkingtreding Wet basisregistratie personen (Wbrp)

Correcte registratie op een briefadres in de BRP. Artikelen 1.1, 2.23, 2.40, 2.41 en 2.45 van de Wet Basisregistratie personen

Transcriptie:

Toelichting op de beleidsregels briefadres Toelichting artikel 1, sub d, onder 3: Onder een alleenstaande ouder wordt verstaan: - een ongehuwd ouder, zonder geregistreerd partnerschap, - een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd, - een gehuwd ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote), of - een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner. Toelichting artikel 2, lid 1, sub a: Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang) kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij één van de opvanginstellingen. Personen die niet beschikken over een woonadres, maar geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang (mensen met een zwervend bestaan), zijn verplicht elders een briefadres te kiezen en dienen in principe het briefadres te voeren bij een door het College aan te wijzen rechtspersoon. Het briefadres wordt verleend voor de duur dat hij of zij dak- of thuisloos is. Toelichting artikel 2, lid 1, sub b: Hierbij valt te denken aan twee echtgenoten die gaan scheiden, maar op één adres wonen. Wanneer de één op het huidige adres blijft wonen, heeft de ander (tijdelijk) geen vast woonadres. Deze laatste persoon kan ingeschreven worden op een briefadres. Een ander voorbeeld is als een persoon een nieuwe woning heeft gekocht en de oude woning heeft verkocht. De nieuwe woning moet echter nog opgeleverd worden terwijl de oude woning al overgedragen is aan de nieuwe eigenaar. Het briefadres wordt verleend voor de duur van maximaal 4 maanden. Deze termijn kan eenmalig met maximaal 3 maanden worden verlengd. Toelichting artikel 2, lid 1, sub c: Personen die vallen onder de categorie ambulant beroep zoals binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, mits zij geen woonadres hebben. Het briefadres wordt verleend voor de duur dat hij of zij een ambulant beroep uitoefent. Toelichting artikel 2, lid 1, sub d: Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode iemand naar het buitenland gaat. Iemand kan een briefadres kiezen, wanneer hij/zij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres. Op grond van artikel 2.43 Wet BRP mag iemand die voor een periode van meer dan 8 maanden naar het buitenland vertrekt niet als ingezetene ingeschreven blijven in de BRP. In dat geval is de burger verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. Op grond van de aangifte van vertrek wordt de bijhouding van zijn persoonslijst een verantwoordelijkheid van de minister van BZK en verhuist de PL naar de RNI vanwege emigratie. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden. Het briefadres wordt verleend voor de duur van maximaal de periode dat de aangever buiten Nederland zal verblijven. Toelichting artikel 2, lid 1, sub e: Als een inwoner beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en er bij vertrek de redelijke verwachting is dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft hij geen aangifte van vertrek te doen (artikel 29 Besluit BRP). Een voorwaarde is wel dat hij/zij gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Veelal zal dit een briefadres zijn. Het is de burger wel toegestaan om aangifte van vertrek naar het buitenland te doen in deze situatie. Een verplichting daartoe bestaat niet. Als hij of zij aangifte doet van een briefadres zal dit worden verleend voor de duur van maximaal de periode dat de aangever buiten Nederland zal verblijven. 1

Toelichting artikel 2, lid 1, sub f: Deze kwetsbare groep kampt soms met de gevolgen van een verslaving, psychiatrische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Daardoor komen deze mensen hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zij nodig hebben. Dat vergroot de kans op bijvoorbeeld ernstige lichamelijke en/of psychiatrische aandoeningen. Zonder inschrijving in de BRP komen zij in de praktijk ook niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk. Dit briefadres dient in principe gevoerd te worden bij een door het College aangewezen rechtspersoon. Het briefadres wordt verleend voor de duur dat de toestand tot het behoren van een kwetsbare groep voortduurt. Toelichting artikel 2, lid 2: In de circulaire BRP en briefadres van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 oktober 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen adequaat beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden. Toelichting artikel 2, lid 3: Degene die zijn woonadres heeft in een instelling, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 Wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden. Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen. Toelichting artikel 3, lid 1: Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Toelichting artikel 3, lid 2 en 3: Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van toestemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. In de schriftelijke verklaring aangifte vestiging briefadres dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen. Wordt een aangifte van een briefadres gedaan op grond van artikel 2, lid 1, dan dient een volledig ingevulde en ondertekende aangifte en daarbij horende verklaring van een briefadres te worden bijgevoegd. Toelichting artikel 3, lid 4: Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij de afdeling Publieke Dienstverlening terecht komt via de interne kanalen van de gemeente. 2

Toelichting artikel 3, lid 7: Maximaal 2 briefadressen betekent maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden of één gezinshuishouden en één alleenstaande. Het blijft mogelijk en is toegestaan dat in zeer uitzonderlijke en individuele omstandigheden een briefadresgever meer dan twee briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. In dat geval kan mogelijk uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 8. Toelichting artikel 3, lid 8: Als een instelling voor maatschappelijke opvang als briefadresgever optreedt, is de beperking die lid 7 vermeldt, niet van toepassing. Het is mogelijk om een briefadres bij een rechtspersoon te houden. Hierbij geldt dan wel dat een natuurlijk persoon die namens de rechtspersoon optreedt, als briefadresgever de toestemming moet geven. Toelichting artikel 4: Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen. Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd met het besluit dat aan de aangifte briefadres geen gevolg wordt gegeven wegens het ontbreken van de gevraagde documenten, met inachtneming van artikel 2.60 Wet BRP. Hiertegen is bezwaar mogelijk. In de mededeling die wordt verzonden tot verstrekking van aanvullende gegevens (4:5 Awb) wordt, indien de burger in gebreke blijft, vermeld dat de aangifte buiten behandeling wordt gesteld indien de aanvullende stukken niet tijdig ontvangen zijn. Toelichting artikel 5: Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres. In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsreden vastgesteld door de burgemeester (art 2, lid 4) of omdat de briefadreshouder behoort tot een kwetsbare groep (art 2, lid 1 onder f), zal de gemeente zelf altijd de afweging maken tot al dan niet toekennen van een briefadres. Toelichting artikel 5 sub a: Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. Hieronder valt ook het adres, a. indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; of b. het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten. In de situatie dat geen woonadres vastgesteld kan worden, moet gekozen worden voor een briefadres. Uitzondering wordt gemaakt voor zogenaamde verwarde personen en voor personen waarbij naar het oordeel van de burgemeester het om veiligheidsredenen niet wenselijk om betrokkene op zijn woonadres in te schrijven. Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt ook aangemerkt als woonadres en is dus geen reden om een briefadres toe te kennen. Er wordt niet voldaan aan artikel 5 onder a van deze regel. Toelichting artikel 5 sub b en c: Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer buiten Nederland verblijft dan een periode van 2/3 e deel van een jaar. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon beroepshalve op een schip vaart. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub e. 3

Toelichting artikel 5 sub e: Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt dat een briefadres dat is verleend aan een gezinshuishouden, als de verlening van één briefadres moet worden gezien. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of één alleenstaande en één gezinshuishouden een briefadres kunnen hebben op één adres. Toelichting artikel 6, lid 1 en 5: Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten om een briefadres voor een periode van vier maanden te verlenen met de mogelijkheid tot verlenging met eenmalig drie maanden. Na het verloop van deze periode, moet de burger zich inschrijven op het woonadres waar hij feitelijk verblijft. Deze periode van vier maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na vier maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo te zorgen dat hij/zij snel een woonadres heeft (artikel 2, 1 e lid sub b). Hierop is een aantal uitzonderingen. - Als van te voren al bekend is dat iemand een bepaalde periode in het buitenland zal verblijven en geen woonadres heeft, dan kan een briefadres worden verleend voor maximaal deze termijn. - Een andere uitzondering heeft te maken met de feitelijke onmogelijkheid van de burger om een woonadres te hebben. Hierbij valt te denken aan binnenvaartschippers en kermisexploitanten. Zolang deze schippers varen kunnen zij kiezen voor een briefadres. Het recht op het briefadres wordt voor deze categorie om de vijf jaar getoetst. - Ook voor dak- en thuislozen, mensen die een ambulant beroep uitoefenen als ook voor mensen die behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen, ligt het voor de hand om een afwijkende termijn te kiezen. Zolang de briefadreshouder een zwervend bestaan leidt, de persoon zijn ambulant beroep uitoefent, dan wel de persoon tot een kwetsbare groep hoort, kan een briefadres gehouden worden. Toelichting artikel 6, lid 6 Als de briefadreshouder een verzoek doet om na de overeengekomen termijn ingeschreven te blijven op zijn briefadres, dan wordt opnieuw beoordeeld of hij aan de voorwaarden die zijn gesteld in deze beleidsregels voldoet. Toelichting artikel 6, lid 7 De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de maximale termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres, dan wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze beleidsregels. Toelichting artikel 7 Op grond van artikel 4.17 Wet BRP kan een bestuurlijke boete worden opgelegd als er geen of een onjuiste aangifte van een (brief)adres wordt gedaan. Dit geldt ook voor de verplichting voor zowel de briefadreshouder als ook voor de briefadresgever om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor een juiste bijhouding van de basisregistratie zoals bepaald in artikel 2.45 Wet BRP. Voor de op te leggen bestuurlijke boete geldt een maximaal bedrag van 325. Toelichting artikel 8 Conform artikel 4:84 Awb wordt gehandeld overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Er kunnen zich dus situaties voordoen waarbij een spanningsveld ontstaat tussen de uitoefening van de wettelijke regels en andere maatschappelijke belangen. In zeer uitzonderlijke en individuele gevallen kan het gerechtvaardigd zijn om daarom af te wijken van deze beleidsregels. Als voorbeeld geldt de situatie waarbij personen direct gevaar lopen voor lijf en goed zoals bij eerwraak. 4

Deze situaties verdienen een bijzonder zorgvuldige behandeling. Handhaving hiervan zal plaatsvinden in overleg met het hoofd van de Afdeling Publieke Dienstverlening dan wel de verantwoordelijk portefeuillehouder. Toelichting artikel 9 Het is raadzaam om in het beleid overgangsrecht op te nemen voor ten tijde van de inwerkingtreding van de beleidsregels al bestaande situaties. Adressen waarop bijvoorbeeld meerdere briefadressen staan geregistreerd worden dan aangeschreven. Doel hiervan is onder meer om vast te stellen of briefadresgevers tegen betaling briefadressen geven aan anderen. Omdat het verstrekken van briefadressen tegen betaling fraude in de hand kan werken, dienen deze briefadressen zoveel mogelijk te worden tegengegaan. Degenen die op briefadressen staan ingeschreven krijgen een brief waarbij het nieuwe beleid uiteen wordt gezet. Deze mensen krijgen de mogelijkheid om nog tot uiterlijk een half jaar na inwerkingtreding van deze beleidsregels op dat adres een briefadres aan te houden. Indien en voor zover betrokkenen na die periode nog het betreffende briefadres willen aanhouden, dan zullen ze zelf het initiatief moeten nemen en een verzoek om verlenging van inschrijving op het briefadres moeten doen. Betrokkene zal dan uiterlijk één maand vóór afloop van de halfjaartermijn een verzoek om verlenging moeten doen. Dit verzoek zal vervolgens door de medewerkers van de afdeling Publieke Dienstverlening dienen te worden beoordeeld, waarbij dan met name moet worden gekeken of de aanvrager inmiddels een woonadres heeft gekregen. Daarnaast zal bij de beoordeling rekening worden gehouden met het nieuwe beleid (met name aantal en tijdsduur van het briefadres). Mocht er worden besloten tot verlenging van de inschrijving op het briefadres dan is dat éénmalig voor de duur van drie maanden. Daarbij wordt tevens het uitgangspunt gehanteerd dat aanvragen op volgorde van binnenkomst zullen worden beoordeeld en afgedaan. Dit is relevant als er op één adres al door meer dan twee alleenstaanden of gezinshuishoudens of door een alleenstaande en een gezinshuishouden briefadressen worden gehouden. Op basis van deze nieuwe beleidsregels zal na het verstrekken van twee briefadressen op één adres immers geen derde briefadres worden toegestaan. Wanneer betrokkene om moverende redenen niet in aanmerking komt voor een briefadres dan wordt er door of namens burgemeester en wethouders een besluit genomen. Dit betekent dat aan de aanvrager schriftelijk mededeling wordt gedaan dat hij/zij niet wordt ingeschreven op het gevraagde briefadres. Een dergelijke mededeling is ingevolge artikel 2.60, aanhef en onder a, van de Wet BRP een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend. De beleidsregels gaan bij nieuwe aanvragen direct en onverkort gelden. Dit betekent dat voor nieuwe situaties geen overgangsperiode wordt opgenomen. 5