Liturgie zondag 31 maart 2019 om 19:00 uur Andreaskerk Putten Voorganger ds. Reinoud Koning Piano Rik Nijs Lector Marianne Mulder Koster Evert van den Heuvel Techniek Dimri Bruggeman ORDE VAN DIENST Welkom door de ouderling Stil gebed Intochtslied Wat hou ik van Uw huis (NL 84a / Opw. 715)
Wat hou ik van Uw huis Heer van de hemelse legers. Ik kan zo sterk verlangen naar de binnenpleinen van de Heer. Diep in mijn lijf is zo n heimwee, zo'n blijvende schreeuw om de Levende God. Een vogel is er thuis, Heer van de hemelse legers. Een zwaluw voedt haar jongen op bij U onder de pannen, God. Wonen bij U is een zegen, zo n blijvende kans om te zingen voor U. Gelukkig wie naar U vol van verlangen op weg zijn, zelfs in het dorre bomendal zien zij een bron en regenval, gaan zij van zegen tot zegen, naar God die verschijnt in Zijn heilige stad. Ach hoor en kijk naar mij, Heer van de hemelse legers. Ja liever één dag dicht bij U dan duizend dagen zonder U. Liever bij U aan de drempel dan binnen te zijn in een duistere tent. De Heer beveiligt ons, eer en geluk zal Hij geven Hij heeft Zijn liefde nooit ontzegd aan mensen, eerlijk onderweg. Heer van de Hemelse legers, gelukkig zijn zij die vertrouwen op U. Wat hou ik van Uw huis! Bemoediging en groet Zingen 'Wees stil, voor het aangezicht van God' (Opw 464) 1) Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Aanbid Hem met eerbied en ontzag en kniel nu voor Hem neer; die zelf geen zonde kent en ons genade schenkt.
Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. 2) Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur. Wij staan nu op heilige grond, waar Hij verschijnt met vuur; een eeuwigdurend licht straalt van zijn aangezicht. Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur. 3) Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment. De kracht van de God die vergeeft en ons genezing brengt; niets is onmogelijk voor wie gelooft in Hem. Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment. Lezing Psalm 39:5 9 (NBV) 5 Geef mij weet van mijn einde, HEER, van de maat van mijn levensdagen, laat mij weten hoe vergankelijk ik ben. 6 U maakte mijn dagen een handbreed lang, mijn levensduur is niets in uw ogen, niet meer dan lucht is het bestaan van een mens, sela 7 niet meer dan een schaduw zijn levenspad, niet meer dan lucht wat hij rusteloos najaagt, hij vergaart en weet niet wie het toevalt. 8 Wat heb ik dan te verwachten, Heer? Mijn hoop is alleen op u gevestigd. 9 Bevrijd mij van al mijn zonden, bespaar mij de hoon van dwazen. Korte gedachte Wat is de mens? Gebed van toenadering Collecte tijdens voorspel volgende lied Zingen gezang 470 1) Wat vlied' of bezwijk', getrouw is mijn God, Hij blijft aan mijn zij in 't wisselend lot; moog 't hart soms ook beven in 't heetst van de strijd, zijn liefd' en ontferming vertroosten altijd.
2) Verleid door het kwaad dat steeds mij belaagt, gevallen in schuld, door wroeging geplaagd, vertrouw ik slechts Hem, die mij leidt door zijn Geest, mijn zonden vergeeft en mijn smarten geneest. 3) Als God mij vertroost, is 't kruis niet te zwaar, dan ken ik geen vrees in 't bangste gevaar, dan win ik al strijdend vertrouwen en kracht en zing ik mijn psalmen in duistere nacht. Lezing O.T. - Jesaja 53 (NBV) 1 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? 2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon ons niet bekoren. 3 Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht. 4 Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. 5 Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing. 6 Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen. 7 Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open. Korte gedachte: Alle pijn gedragen.
Zingen Lied 130c (psalmen voor nu) Uit de diepten roep ik u HEER, mijn God. Ik heb u nodig, Here luister nu ik schor gebeden fluister, luister toch, HEER, luister toch. Als u niets dan zonden zag, HEER, mijn God, wie bleef in leven? Maar u wilt nu juist vergeven. Dus verdient u diep ontzag, ons diep ontzag. Ik blijf wachten tot u komt, HEER, mijn God, Ik blijf nog sterker op u wachten dan een mens in lange nachten wacht op licht, het morgenlicht. Israël, hoop op de HEER, hoop op God, want hij heeft zich aan jou verbonden. Hij verlost je van je zonden. Hij maakt vrij. Hij maakt jou vrij! Lezing N.T. - Marcus 1:39 41 (NBV) 39 In heel Galilea bracht hij het nieuws in de synagogen en dreef hij demonen uit. 40 Er kwam iemand naar hem toe die aan huidvraat leed; hij smeekte hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: Als u wilt, kunt u mij rein maken.
41 Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil het, word rein. Korte gedachte: Hij omarmt ons met zijn liefde. Moment van stilte Gebeden afgewisseld met de volgende 3 liederen Zingen "Jezus vol liefde." (EL 312) 2x Jezus vol liefde, U wilt ons leiden. Wij prijzen U als onze Heer. Kom met uw kracht o Heer, en vul ons tot uw eer, kom tot uw doel met een ieder van ons, maak ons een volk Heer, heilig en rein, dat U Heer volkomen, steeds toegewijd zal zijn. Zingen lied 103e / EL 331 3x Prijs de Heer, mijn ziel, en prijs zijn heil'ge Naam. Prijs de Heer, mijn ziel; die mij het leven geeft Zingen 'Jezus, ik wil heel dicht bij U komen.' (Opw. 502) 2x Jezus, ik wil heel dicht bij U komen, in uw nabijheid wil 'k zijn. Zo dicht bij U voel 'k uw liefde stromen, U maakt mij heilig en rein. In de schuilplaats van de Allerhoogste blijf ik onder uw vleugels, o Heer. Uw schaduw beschermt mij, uw troon is mijn toevlucht. U bent mjn leven, mijn eer. Bidden van het Onze Vader Slotlied 'Wees Gij mijn toevlucht' (Lied 263) 1) Wees Gij mijn toevlucht de komende nacht, de morgen die ik ondanks alles verwacht. Hoe kan ik gaan slapen, als Gij er niet zijt, die mij van het donker en wanhoop bevrijdt.
2) Wees Gij mijn wijsheid, de rust van mijn hart, bevrijding van wat mij ontstelt en verwart, de hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt, het duister me aangrijpt, de zon niet meer schijnt. 3) Gij zelf moet meegaan, uw lichtend gelaat, een gids die mij voorgaat en nimmer verlaat. De dag loopt ten einde, de nacht is nabij, wees Gij nu mijn toekomst, het duister voorbij. Heenzending en Zegen