Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie betreffende het begrotingsjaar 2013

Vergelijkbare documenten
VERSLAG (2016/C 449/41)

VERSLAG (2016/C 449/19)

VERSLAG (2016/C 449/29)

VERSLAG (2016/C 449/02)

VERSLAG (2016/C 449/07)

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Dienst

VERSLAG (2016/C 449/35)

VERSLAG (2016/C 449/20)

VERSLAG (2016/C 449/11)

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting

VERSLAG (2016/C 449/23)

Verslag over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2011

Verslag over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2011

VERSLAG (2016/C 449/18)

VERSLAG (2016/C 449/25)

VERSLAG (2016/C 449/36)

Advies nr. 2/2014. (uitgebracht krachtens artikel 336 VWEU)

VERSLAG. over de jaarrekening van het pensioenfonds van Europol betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van het Fonds

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van het bureau en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2013

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie betreffende het begrotingsjaar 2011

Verslag over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2013

VERSLAG. over de jaarrekening van het Europees Spoorwegbureau betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van het Bureau

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 augustus 2007 (02.08) (OR. en) 12289/07 FIN 380

VERSLAG (2016/C 449/04)

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Academie

vergezeld van de antwoorden van het Bureau 12, rue Alcide De Gasperi - L Luxembourg T (+352) E eca.europa.

VERSLAG (2016/C 449/03)

VERSLAG (2016/C 449/14)

Verslag over de jaarrekening van het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2013

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van het centrum en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid betreffende het begrotingsjaar 2013

EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI

vergezeld van het antwoord van het Bureau

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Autoriteit

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van de Autoriteit en zal binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

Verslag over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid betreffende het begrotingsjaar 2014

VERSLAG (2016/C 449/30)

VERSLAG (2016/C 449/12)

Advies nr. 1/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325, lid 4, VWEU)

VERSLAG (2017/C 417/40)

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Dienst

Verslag over de jaarrekening van het Harmonisatiebureau voor de interne markt betreffende het begrotingsjaar 2013

Dit verslag gaat vergezeld van de antwoorden van Eurojust en wordt binnenkort in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.

vergezeld van het antwoord van het Bureau

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken betreffende het begrotingsjaar 2014

VERSLAG (2017/C 417/07)

Verslag over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming Eniac betreffende het begrotingsjaar 2013

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk betreffende het begrotingsjaar 2016

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderzoek betreffende het begrotingsjaar 2014

VERSLAG (2017/C 417/33)

VERSLAG (2017/C 417/20)

VERSLAG (2015/C 409/40)

Verslag over de jaarrekening van het Spoorwegbureau van de Europese Unie betreffende het begrotingsjaar 2016

vergezeld van het antwoord van het Centrum

VERSLAG (2017/C 417/35)

EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI. Advies nr. 3/2014

Verslag over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming Sesar betreffende het begrotingsjaar 2013

Verslag over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2014

Verslag over de jaarrekening van de Europese Autoriteit voor effecten en markten betreffende het begrotingsjaar 2016

VERSLAG (2017/C 417/32)

Publicatieblad van de Europese Unie C 366/145

VERSLAG (2017/C 417/28)

EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI. Advies nr. 3/2013

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2011

VERSLAG (2017/C 417/23)

vergezeld van het antwoord van het Agentschap

vergezeld van het antwoord van het Bureau

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging betreffende het begrotingsjaar 2011

VERSLAG (2016/C 449/42)

Verslag van de Rekenkamer over de doelmatigheidscontrole bij de Europese Centrale Bank betreffende het begrotingsjaar 2004

Verslag over de jaarrekening van de gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof betreffende het begrotingsjaar 2013

VERSLAG (2017/C 417/26)

12, rue Alcide De Gasperi - L-1615 Luxemburg T (+352) E eca.europa.eu

EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI

VERSLAG (2017/C 417/11)

Verslag over de jaarrekening van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving betreffende het begrotingsjaar 2013

Verslag over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor plantenrassen betreffende het begrotingsjaar 2016

VERSLAG (2017/C 417/18)

Verslag over de jaarrekening van het Europees Instituut voor innovatie en technologie betreffende het begrotingsjaar 2013

VERSLAG (2017/C 417/29)

Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2016

VERSLAG (2016/C 449/32)

Verslag over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor veiligheid en

VERSLAG (2017/C 417/34)

VERSLAG. over de jaarrekening van het Europese GNSS-Agentschap betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van het Agentschap

VERSLAG (2017/C 417/08)

vergezeld van de antwoorden van het Agentschap

Hierbij doe ik u in alle officiële talen van de Europese Gemeenschappen een exemplaar toekomen

vergezeld van het antwoord van het Agentschap

INHOUD INLEIDING BETROUWBAARHEIDSVERKLARING OPMERKINGEN OVER HET BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER

Publicatieblad van de Europese Unie C 366/15

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Bankautoriteit betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Autoriteit

Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2016

C 366/156 Publicatieblad van de Europese Unie

C 366/162 Publicatieblad van de Europese Unie

C 366/52 Publicatieblad van de Europese Unie

Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof betreffende het begrotingsjaar 2016

Verslag over de jaarrekening van de Europese Politieacademie betreffende het begrotingsjaar vergezeld van de antwoorden van de Academie

VERSLAG (2017/C 417/15)

Transcriptie:

ЕВРОПЕЙСКА СМЕТНА ПАЛАТА TRIBUNAL DE CUENTAS EUROPEO EVROPSKÝ ÚČETNÍ DVŮR DEN EUROPÆISKE REVISIONSRET EUROPÄISCHER RECHNUNGSHOF EUROOPA KONTROLLIKODA ΕΥΡΩΠΑΪΚΟ ΕΛΕΓΚΤΙΚΟ ΣΥΝΕΔΡΙO EUROPEAN COURT OF AUDITORS COUR DES COMPTES EUROPÉENNE CÚIRT INIÚCHÓIRÍ NA HEORPA EUROPSKI REVIZORSKI SUD CORTE DEI CONTI EUROPEA EIROPAS REVĪZIJAS PALĀTA EUROPOS AUDITO RŪMAI EURÓPAI SZÁMVEVŐSZÉK IL-QORTI EWROPEA TAL-AWDITURI EUROPESE REKENKAMER EUROPEJSKI TRYBUNAŁ OBRACHUNKOWY TRIBUNAL DE CONTAS EUROPEU CURTEA DE CONTURI EUROPEANĂ EURÓPSKY DVOR AUDÍTOROV EVROPSKO RAČUNSKO SODIŠČE EUROOPAN TILINTARKASTUSTUOMIOISTUIN EUROPEISKA REVISIONSRÄTTEN Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie betreffende het begrotingsjaar 2013 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap 12, RUE ALCIDE DE GASPERI TELEPHONE (+352) 43 98 1 E-MAIL: eca-info@eca.europa.eu L - 1615 LUXEMBOURG TELEFAX (+352) 43 93 42 INTERNET: http://eca.europa.eu

2 INLEIDING 1. Het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (hierna: Agentschap ofwel EACI ), gevestigd te Brussel, is het voormalige Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie (IEEA). Zijn mandaat en looptijd werden gewijzigd ingevolge Besluit 2007/372/EG van de Commissie 1 tot wijziging van Besluit 2004/20/EG 2. Het Agentschap werd opgericht voor een beperkte periode die inging op 1 januari 2004 en zal eindigen op 31 december 2015, om de maatregelen van de EU op het gebied van energie, ondernemerschap en innovatie, en duurzaam vrachtvervoer te beheren 3. TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING 2. De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de ''management representations''. BETROUWBAARHEIDSVERKLARING 3. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer: 1 2 3 PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52. PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85. Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Agentschap.

3 a) de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten 4 en de verslagen over de uitvoering van de begroting 5 betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar, b) de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen. De verantwoordelijkheid van de leiding 4. De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen 6 : a) De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Agentschap omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels 7 en het maken van boekhoudkundige schattingen die 4 5 6 7 Deze omvatten de balans en de economische resultatenrekening, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen. Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij. Zie de artikelen 62 en 68 in samenhang met de artikelen 53 en 58 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1). De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

4 onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Agentschap goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Agentschap. b) De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem, waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen. De verantwoordelijkheid van de controleur 5. De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad 8 een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. 8 Artikel 162 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012.

5 6. De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. 7. De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring. Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen 8. Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2013 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

6 9. Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2013 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. 10. De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER 11. Hoewel de begrotingsuitvoeringspercentages voor 2013 toereikend waren, wijst de mate waarin uit 2012 overgedragen kredieten in 2013 werden geannuleerd (215 000 euro, ofwel 19 % van de overdrachten) op gebreken in de begrotingsplanning van het Agentschap en is dit in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit. Deze annuleringen houden hoofdzakelijk verband met voorlopige vastleggingen die gedaan worden voor lopende uitgaven van administratieve aard. FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR 12. Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar. Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Pietro RUSSO, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 16 september 2014. Voor de Rekenkamer Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA President

1 BIJLAGE I Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar Jaar Opmerking van de Rekenkamer Stand van de corrigerende maatregel (Afgerond / Loopt nog / Nog af te handelen / N.v.t.) 2012 2012 De interne auditcapaciteit (IAC) van het Agentschap is ook verantwoordelijk voor de verificaties achteraf van het Agentschap, die deel uitmaken van het internebeheersingssysteem. Dit beperkt de middelen van de IAC voor internecontrolewerkzaamheden en houdt in dat de IAC op dit terrein geen onafhankelijke controles kan verrichten. Deze dubbelrol is in strijd met de internecontrolenormen en de internationale standaarden voor professionele interne audit. De wervingsprocedures kunnen worden verbeterd: de selectiecriteria stemden niet volledig overeen met die in de kennisgeving van vacature; aan bepaalde selectiecriteria werd onevenredig veel belang gehecht; de minimaal vereiste scores in de voorselectiefase en het maximale aantal kandidaten op de reservelijsten waren niet vooraf vastgesteld; de verantwoording voor de uitsluiting van kandidaten in de eindfase van de procedures was niet altijd voldoende gedocumenteerd en de verklaringen inzake vertrouwelijkheid en het ontbreken van belangenconflicten waren niet altijd ondertekend. Afgerond Afgerond

1 BIJLAGE II Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (Brussel) Bevoegdheden en activiteiten Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) Bevoegdheden van het Agentschap (zoals omschreven in Besluit 2004/20/EG van de Commissie, gewijzigd bij Besluit 2007/372/EG) 1. "Het beleid van de Unie op milieugebied draagt bij tot het nastreven van de volgende doelstellingen: behoud, bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu; bescherming van de gezondheid van de mens; behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen; bevordering op internationaal vlak van maatregelen om het hoofd te bieden aan regionale of mondiale milieuproblemen, en in het bijzonder de bestrijding van klimaatverandering." (Artikel 191 VWEU) 2. "De Unie en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie, aanwezig zijn [door] de aanpassing van de industrie aan structurele wijzigingen te bespoedigen; een gunstig klimaat voor het ontplooien van initiatieven en voor de ontwikkeling van ondernemingen in de gehele Unie [...] te bevorderen; [en]leen betere benutting van het industriële potentieel van het beleid inzake innovatie, onderzoek en technologische ontwikkeling te stimuleren. De lidstaten plegen, in verbinding met de Commissie, onderling overleg en coördineren, voor zover nodig, hun activiteiten. De Commissie kan initiatieven nemen om deze coördinatie te bevorderen. (Artikel 173 VWEU) 3. "Het Europees Parlement en de Raad [stellen...] gemeenschappelijke regels [vast] voor internationaal vervoer vanuit of naar het grondgebied van een lidstaat of over het grondgebied van één of meer lidstaten; [alsmede] de voorwaarden waaronder vervoerondernemers worden toegelaten tot nationaal vervoer in een lidstaat waarin zij niet woonachtig zijn, [en] de maatregelen die de veiligheid van het vervoer kunnen verbeteren." (Artikelen 91, lid 1, en 100, lid 2, VWEU) 4. Het beleid van de Unie op het gebied van energie [is] erop gericht de werking van de energiemarkt te waarborgen; de continuïteit van de energievoorziening in de Unie te waarborgen; energie-efficiëntie, energiebesparing en de ontwikkeling van nieuwe en duurzame energie te stimuleren; en de interconnectie van energienetwerken te bevorderen." (Artikel 194, lid 1, VWEU) Doelstellingen Binnen het kader van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid heeft de Europese Unie maatregelen genomen ter bevordering en ontwikkeling van het concurrentievermogen en de innovatie. Deze maatregelen omvatten de vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP) 2007-2013 (Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad), waaronder met name het Programma Intelligente energie Europa (IEE) en het Programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP) vallen. De hoofddoelstellingen betreffen het stimuleren van het concurrentievermogen van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, het bevorderen van alle vormen van innovatie alsmede van eco-innovatie, en het bevorderen van energie-efficiëntie en nieuwe en hernieuwbare energiebronnen. De in het kader van de Lissabonstrategie getroffen maatregelen omvatten tevens het tweede Marco Polo-programma (MP) (Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad). De hoofddoelstellingen betreffen het verminderen van de congestie op de wegen, het verbeteren van de milieuprestaties van het vervoersysteem en het versterken van het intermodale vervoer, teneinde aldus bij te dragen aan een efficiënt en duurzaam vervoersysteem en aan het concurrentievermogen en de innovatie, met name van het mkb. In het kader van deze EU-programma s is het Agentschap belast met alle uitvoeringstaken betreffende de EU-steun, met uitsluiting van de evaluatie van het programma, wettelijke voortgangscontrole en strategische studies of alle andere maatregelen die uitsluitend tot de bevoegdheid van de Europese Commissie mochten behoren. Taken Uitvoering van de EU-programma's overeenkomstig de delegatie van taken van de Commissie: alle fasen in de cyclus van specifieke projecten beheren;

2 alle handelingen verrichten die voor het beheer van de EU-programma s vereist zijn, met name de begrotingsuitvoering inclusief de gunning van overheidsopdrachten en subsidies; verzamelen, analyseren en aan de Commissie verstrekken van alle informatie die nodig is om de uitvoering van de programma s te sturen, alsmede bevorderen van coördinatie en synergie tussen de programma s; wat het EIP betreft, ook de verantwoordelijkheid dragen voor het projectbeheer en de aansturing van het Enterprise Europe Network, proef- en markttoepassingsprojecten voor eco-innovatie, en innovatieve activiteiten met een hoge mate van standaardisering (IP Base project). Organisatie In 2013 (2012) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen Directiecomité Bestaat uit vijf door de Europese Commissie benoemde leden. Het stelt, na goedkeuring door de Europese Commissie, het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast. Directeur Benoemd door de Europese Commissie. Externe controle Europese Rekenkamer. Kwijtingverlenende autoriteit Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. Begroting Operationele begroting Het in totaal begrote bedrag was 242,9 (241,3) miljoen euro (waarvan 100 % afkomstig was van de algemene begroting van de EU). Dit bedrag was vastgelegd, en 213,9 miljoen euro was betaald, zoals goedgekeurd door de begrotingsautoriteit. Het EACI voert de operationele begroting uit onder de verantwoordelijkheid van de Commissie: IEE: 91,9 (83,9) miljoen euro EIP eco-innovatie: 33,1 (35,0) miljoen euro EIP-netwerken: 51,2 (57,4) miljoen euro MP: 66,8 (65,1) miljoen euro Administratieve begroting Het Agentschap beschikte over een administratieve begroting van 16,4 (16,4) miljoen euro, waarover het EACI zelfstandig beschikt. De administratieve begroting van het Agentschap werd voor 100 % door de EU gesubsidieerd. Personeelsbestand per 31 december 2013 Totaalaantal personeelsleden: 163 (162) begrote ambten, waarvan 161 (156) bezet. Tijdelijk personeel: 37 (37) begrote ambten, waarvan 35 (37) bezet. Arbeidscontractanten: 126 (125) begrote ambten, waarvan 126 (119) bezet. Geleverde producten en diensten in 2013 Het EACI is verantwoordelijk voor het beheer van de acties van de Unie op het gebied van energie, ondernemerschap en innovatie (inclusief eco-innovatie) en duurzaam vrachtvervoer binnen de volgende programma s van de Unie: de volgende delen van het kaderprogramma concurrentievermogen en innovatie: Intelligente Energie Europa, programma II (2007-2013), projectbeheer en aansturing voor het Enterprise Europe Network, IPR-projecten en patent- en markttoepassingsprojecten voor eco-innovatie, de programma s Marco Polo I (2003-2006) en II (2007-2013), het programma Intelligente Energie Europa I (2003-2006). Intelligente Energie Europa (IEE) Kernactiviteiten Het Agentschap onderhield nauw contact met potentiële begunstigden: het beantwoordde ruim 1 400 vragen per e-mail en bezocht 18 voorlichtingsdagen. Het nam tevens deel aan ruim 120 projectvergaderingen en organiseerde 10 vergaderingen voor contractanten, waaronder een belangrijk evenement dat samen met DG REGIO werd georganiseerd en twee grote Build Up Skills-vergaderingen met vertegenwoordigers uit de bouw- en de

3 energiesector en van beroepsopleidingen uit 30 landen. Duizenden spelers uit de energiesector gaven ook gehoor aan de oproep tot het indienen van voorstellen in 2013: het Agentschap ontving meer voorstellen dan ooit tevoren. De oproep tot het indienen van voorstellen leidde tot de grootste beoordelingsexercitie die het Agentschap ooit verrichtte. Op de voornaamste uiterste termijn waren ruim 550 aanvragen ontvangen. Dankzij zijn nauwe contacten met projectbegunstigden en andere marktdeelnemers kon het Agentschap DG ENER geïnformeerde feedback geven over allerlei thema's. De belangrijkste bijdrage betrof het werkprogramma inzake energie van Horizon 2020 (2014-2015). Het Agentschap nam actief deel aan de door DG RTD opgerichte werkgroepen over horizontale thema's, evaluatie en indiening, en prestatie-indicatoren. Ook droeg het bij aan alle interdepartementale vergaderingen en alle vergaderingen van het "Shadow Programme Committee". Andere bijdragen betroffen de communicatie over energietechnologie en innovatie, alsmede beleidswerkzaamheden inzake het mobiliseren van financiering voor investeringen in duurzame energie, capaciteitsopbouw, het versterken van markttoezicht, het bevorderen van de opname van bijna-energieneutrale gebouwen, en het aanpakken van de duurzaamheid van biomassa. Ook heeft het Agentschap zijn inbreng gehad bij initiatieven van andere DG's, waaronder het Pakket Stedelijke Mobiliteit van DG MOVE, de mededeling over blauwe energie van DG MARE, het Permanent Comité voor de bosbouw van DG AGRI, en de interdepartementale werkgroep inzake verlichting. Door zijn nieuwe initiatief Build Up Skills (opbouw van vaardigheden) heeft het Agentschap actoren afkomstig uit de bouwen energiesector en van beroepsopleidingen gemobiliseerd en DG ENER, DG EMPL, DG EAC en DG ENTR nationale gegevens en routekaarten verschaft inzake de opleiding van de werknemers in de bouwsector. In 2013 leverde het Agentschap verdere inspanningen voor het kwantificeren van de impact van programma's. Het Agentschap zette haar werk voort wat betreft het opleiden van projectcoördinatoren in het gebruik van prestatie-indicatoren. Ook bracht het richtsnoeren uit voor het berekenen van deze indicatoren. Het Agentschap toonde aan dat sinds 2007 de door het Agentschap beheerde IEE-projecten 40 miljoen personen in de gehele EU bereikten via de media, dat ze zorgden voor hernieuwbare energie ter hoogte van het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 6,7 miljoen burgers, dat ze primaire energie ter hoogte van het jaarlijks elektriciteitsverbruik van 1,7 miljoen burgers bespaarden en dat ze de aanzet gaven tot bijna 3 miljard euro aan investeringen in duurzame energie. Tot slot was het Agentschap betrokken bij de Europese week voor duurzame energie 2013. Een beleidsconferentie op hoog niveau vond plaats in Brussel; deze trok meer dan 3 000 deelnemers. Daarnaast vonden 91 andere evenementen plaats in Brussel, en 589 energiedagen door heel Europa. De uitgebreide werkzaamheden van het Agentschap op mediagebied leverden 253 vermeldingen in de media op, met een potentieel publiek van bijna 25 miljoen mensen. Eco-innovatie Kernactiviteiten Eco-innovatie wordt via het CIP ondersteund door middel van verschillende soorten maatregelen (financiële instrumenten, netwerken van nationale en regionale actoren en patenten markttoepassingsprojecten). Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van de patent- en markttoepassingsprojecten voor eco-innovatie met een begroting van ongeveer 200 miljoen euro voor de periode 2008-2013. In 2013 waren de inspanningen geconcentreerd op de volgende gebieden: De afronding van de tenuitvoerlegging van de oproep tot het indienen van voorstellen 2012. De meerderheid van de onderhandelingen werd in juni en juli afgerond. Sommige individuele overeenkomsten werden later dat jaar ondertekend. In totaal werden 46 subsidieovereenkomsten ondertekend. Nieuwe oproepen tot het indienen van voorstellen: die van 2013, die in mei 2013 werd gestart, werd gevolgd door een geslaagde Europese voorlichtingsdag met 340 deelnemers en 420 webviewers. Tijdens het evenement werden 70 bilaterale bijeenkomsten gehouden. Tijdens deze bijeenkomsten konden de deelnemers voorgestelde ideeën bespreken met personeel dat vertrouwd was met eco-innovatie. Het Agentschap bezocht zes nationale voorlichtingsdagen. Deze oproep tot het indienen van voorstellen leverde een recordaantal inschrijvingen op (461). Ervaringen met marktgerichte projecten en de resultaten van het onderzoek naar resultaten en impact van eco-innovatieprojecten werden gedeeld met de Commissie (werkgroepen in het kader van Horizon 2020 en het LIFE-team). Zij werden gepresenteerd tijdens een persbijeenkomst met Commissaris Potočnikoor van milieu. Marco Polo-programma Kernactiviteiten De Europese voorlichtingsdag in april trok 173 deelnemers (plus 528 toeschouwers bij de live webstream). Bij die gelegenheid werden niet minder dan 42 bilaterale ontmoetingen met mogelijke Marco Polo-begunstigden georganiseerd; Om potentiële begunstigden aan te trekken, werd een reclamecampagne met als doelgroep 625 000 lezers gestart.

4 De oproep tot het indienen van voorstellen van 2013 werd op 26 maart gepubliceerd en op 23 augustus afgesloten. In totaal werden 61 voorstellen ontvangen. Tussen 9 en 20 september werden voorafgaande evaluaties verricht. Bij de oproep tot het indienen van voorstellen van 2012 werden 54 voorstellen ontvangen en werd met succes onderhandeld over 26 projecten. Het gunningsbesluit werd op 23 mei (na goedkeuring door DG MOVE) vastgesteld. Beheer van lopende projecten: er werden 16 inspectiebezoeken ter plaatse verricht. Bovendien werd de subsidietoekenningstermijn tussen 2012 en 2013 drastisch ingekort (met 118 dagen) dankzij de inspanningen van de Marco Polo-eenheid om de gunningsprocedure te versnellen. Het laatste kwartaal liepen de praktische regelingen voor de overdracht van het beheer van het Marco Polo-programma van het EACI naar het INEA (per 1 januari 2014) door in nauwe samenwerking tussen de twee agentschappen. Door middel van een bericht aan de belanghebbenden werd ervoor gezorgd dat allen op de hoogte waren van de op handen zijnde veranderingen in het beheer. EIP-programma - Enterprise Europe Network Kernactiviteiten Bron: Door het Agentschap verstrekte bijlage. Het programma omvat meer dan 600 partnerorganisaties in meer dan 50 landen, inclusief de 28 EU-lidstaten. Naast de projectbeheerstaken voor 92 contracten (specifieke subsidieovereenkomsten) en het IPeuropAware -project is het EACI ook verantwoordelijk voor de aansturing van het Enterprise Europe Network en voor het beheer van de IT-instrumenten en databases ten behoeve van de interactieve communicatie tussen de netwerkpartners. In juni 2013 werd het nieuwe IT-systeem voor het netwerk (het "Merlin"-project) gestart. Dit belangrijke, succesvolle evenement was een cruciale stap in de richting van de modernisering van de IT-instrumenten die door de netwerkpartners worden gebruikt, waardoor niet alleen de onderlinge samenwerking en communicatie wordt vergemakkelijkt, maar ook verdere verbeteringen op efficiënte wijze kunnen worden aangebracht. De jaarlijkse conferentie in Vilnius, die in samenwerking met het Litouwse voorzitterschap van de Raad van de EU werd georganiseerd om evenementen en beleid dat van rechtstreeks belang voor het mkb op EU-niveau, te promoten bij de netwerkpartners, trok 725 deelnemers. Een daaropvolgende tevredenheidsenquête gaf zeer positieve feedbackniveaus te zien (86 % van de respondenten gaf te kennen, "tevreden" of "zeer tevreden" te zijn). In 2013 bleef het Agentschap de netwerkpartners ondersteuning verlenen bij het mobiliseren van het mkb om deel te nemen aan "groeimissies", vicevoorzitter Tajani's initiatief om een nauwere samenwerking tussen de EU en de betrokken landen te stimuleren als middel om aan beide zijden groei en werkgelegenheid te creëren. Het Agentschap leverde een actieve bijdrage aan negen van deze missies. In april verstrekte het Agentschap DG ENTR een nota met concrete ideeën over de toekomst van het netwerk in het kader van Cosme. De nota was gericht op de algehele opzet van het netwerk en zijn regionale consortia, de versterking van het regionale draagvlak van het netwerk, de zichtbaarheid, competentie en uitstekende kwaliteit, differentiatie van diensten en zowel budgettaire als contractuele regelingen. Het document diende als inbreng om de Commissie te helpen, het meest geschikte beleid te formuleren, rekening houdend met de opgedane ervaring in het dagelijks beheer van het netwerk in de afgelopen jaren.

EACI Executive Agency for Competitiveness and Innovation ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP 11: Zoals ieder jaar beoordeelden we eind 2012 onze vastleggingen naar beste weten en droegen we ongeveer 1,125 miljoen euro (minder dan 8% van de begroting van 2012) over aan betalingskredieten om onze verplichtingen te dekken. Een deel van deze overgedragen kredieten (0,215 miljoen euro) werd uiteindelijk geannuleerd omdat de betalingen in feite lager bleken te zijn dan verwacht. De hoofdredenen hiervoor waren in de eerste plaats een onderaannemer die zijn werk niet helemaal vóór het einde van het jaar heeft kunnen leveren; in de tweede plaats, geringere bedragen die om externe redenen op bepaalde verplichtingen werden betaald (gedeelde kosten in verband met het gebouw en voor dienstverleningsovereenkomsten, deskundigen die in de laatste weken van 2012 hebben gewerkt); en in de derde plaats het aantal begrotingslijnen (meer dan 20) dat ertoe bijdroeg dat kleine bedragen van maximaal een paar duizend euro per lijn leidden tot het gecumuleerde bedrag van 0,215 miljoen euro dat de Rekenkamer heeft genoemd. Hier zij er echter op gewezen dat dit bedrag van 0,215 miljoen euro 30% lager was dan het voorgaande jaar (0,309 miljoen euro) en slechts 1,5% uitmaakte van de huishoudelijke begroting van het Agentschap in 2012. Door de nieuwe structuur van de huishoudelijke begroting, die per 2014 is goedgekeurd en minder begrotingslijnen telt, zou het in zekere mate gemakkelijker moeten zijn om het aantal overgedragen kredieten te beperken. EACI - NL