Inspectierapport BSO de Regenboog (locatie Elst) (BSO) De Spijlen 3 3921EK ELST UT Registratienummer 202233716 Toezichthouder: GGD regio Utrecht In opdracht van gemeente: Rhenen Datum inspectie: 25-01-2016 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 18-02-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht...9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risico gestuurd onderzoek. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Kinderdagverblijf De Regenboog, locatie Elst is samen met buitenschoolse opvang 'De regenboog, locatie Elst' gevestigd in multifunctioneel gebouw 'Het Bestegoed'. In dit gebouw zijn onder andere twee basisscholen, een sportzaal, een bibliotheek, een peuterspeelzaal, een muziekruimte en een gezondheidscentrum zijn te vinden. De houder van het kinderdagverblijf en de buitenschoolse opvang in Elst is tevens houder van nog een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang in de gemeente Rhenen. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal 40 kindplaatsen per dag en is geopend vanaf 2012. De buitenschoolse opvang bestaat uit twee groepen. Op de vrijdag wordt de buitenschoolse opvang een combinatiegroep dagopvang/buitenschoolse opvang op het kinderdagverblijf 'De Regenboog, locatie Elst'. Recente inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie in 2014 en 2015 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht: Pedagogisch klimaat ; Personeel en groepen. De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie kindercentrum. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd: emotionele veiligheid ; persoonlijke competentie ; sociale competentie ; overdracht van normen en waarden. Per competentie staat in het veldinstrument observatie kindercentrum een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje pedagogische praktijk zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk Inleiding Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden: spelactiviteiten; buitenspelen. Op het moment van de inspectie zijn tien kinderen aanwezig met één beroepskracht. Op de maandag worden alle kinderen opgevangen op de groep de 'Zeehond'. Op de drukkere dagen (dinsdag en donderdag) worden de 8+ers opgevangen in de groep 'de 'Orka'. Emotionele veiligheid Observatie-criterium uit het veldinstrument: Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. De omgang tussen de jongeren kinderen en de 8+ers, en tussen de 8+ers onderling is accepterend en positief. Er zijn voldoende gendergenoten voor de 8+ers aanwezig voor het aangaan van gezamenlijke activiteiten. Er zijn voldoende gendergenoten aanwezig voor het aangaan van gezamenlijke activiteiten.' Observatie De 8+ers spelen op het naastgelegen gedeelte van het buitenspeelterrein van de basisschool. De jongere kinderen spelen in de zandbak voor de buitenschoolse opvang. De kinderen maken een ontspannen indruk. Er heerste een prettige sfeer op de buitenschoolse opvang. Persoonlijke competentie Observatie-criterium uit het veldinstrument: Kinderen hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Er is (binnen en buiten) voldoende spelmateriaal voor de verschillende ontwikkelingsgebieden en leeftijdsgroepen. Er is gesloten en open spelmateriaal waar kinderen mee kunnen ontdekken en fantaseren. Er zijn (enkele) specifieke speelhoeken/-gebieden. (bv computerhok, bouwmateriaalhoek, werkplaats met gereedschap) De meeste kinderen zijn het grootste deel van de tijd bezig met een bepaalde activiteit. Momenten van betrokkenheid (aandacht en concentratie) wisselen af met rondlopen of oppervlakkig spel. Kinderen zijn trots op wat zij hebben gedaan of gemaakt. 4 van 10
Observatie De speelruimtes zijn ingericht met activiteitenplekken zoals een bouwhoek, een huishoek, een leeshoek en zandtafel voor de jongere kinderen. Voor de oudere kinderen is er een PlayStation, een loungehoek, een voetbaltafel en een aparte ruimte met constructiemateriaal. Tijdens de inspectie in de middag spelen de kinderen buiten. De jongste kinderen zijn in de zandbak bezig, ze graven kuilen voor 'de dierentuin'. De kinderen zijn verdiept in hun spel. De oudere kinderen spelen op het naastgelegen speelterrein. Er is voldoende spelmateriaal aanwezig passend bij de verschillende leeftijden van de kinderen. De spelbetrokkenheid is goed. Uit de observaties en de interviews met de beroepskrachten komt naar voren dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogische beleidsplan wordt herhaaldelijk besproken met de beroepskrachten tijdens de teamvergaderingen. De uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Interview beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 5 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie is de verklaring omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskracht gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie is het diploma van de aanwezige beroepskracht gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Buitenschoolse opvang De Regenboog, locatie Elst bestaat uit twee basisgroepen: de groep 'Zeehond' met maximaal twintig kinderen met twee beroepskrachten voor kinderen van vier tot zeven jaar; de groep 'Orka' met maximaal twintig kinderen met twee beroepskrachten voor kinderen van zeven tot dertien jaar. Ieder kind behoort bij een stamgroep die voldoet aan de gestelde eisen. Beroepskracht-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Interview beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO de Regenboog (locatie Elst) Website : http://www.kinderopvangderegenboog.nl Aantal kindplaatsen : 40 Gegevens houder Naam houder : Willemijntje van de Weerd-van Laar Website : www.kinderopvangderegenboog.nl KvK nummer : 30192685 Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD regio Utrecht Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 3700AB ZEIST Telefoonnummer : 030-6086086 Onderzoek uitgevoerd door : J. Funcke Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Rhenen Adres : Postbus 201 Postcode en plaats : 3910AE RHENEN Planning Datum inspectie : 25-01-2016 Opstellen concept inspectierapport : 01-02-2016 Vaststelling inspectierapport : 18-02-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-02-2016 Verzenden inspectierapport naar : 19-02-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 19-02-2016 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10