WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018

Vergelijkbare documenten
Koninklijke Belgische Ornithologische Federatie(K.B.O.F.) N.L.V.K. DE GOUDVINK LOMMEL Naam v/h werkgebied: Blekerheide Nestkasten verzamelstaat 2015

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en Jongen uitgevlogen totaal

Verslag Nestkasten 2010 Fûgel en Natoerbeskermingswacht Eastermar

De Nationale Week van de Nestkast 2006

Gebruiksaanwijzing bij de website

De Nationale Week van de Nestkast 2007

Jongen uitgevlogen totaal

De volgende grafiek laat zien hoe het totaal van alle aangemelde nestkasten is verdeeld over de verschillende gebieden. 36%

Operatie «Chlorophylle» - Tweede verslag (maart 2008)

VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012

NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

Nestkasten op het Landgoed Dorth in 2010

Vogelwacht Akkerwoude e.o.

Vogelsringen op de Maatheide Een samenwerking tussen K.B.I.N. (Karel Van Endert en Andy Van Endert), Sibelco en Natuurpunt Noord-limburg:

Gebruiksaanwijzing bij de website en voor het invoeren van waarnemingen

Mezen op trek door de stad Groningen: Een vergelijking tussen 2002 en 2003

NESTKASTENVERSLAG NVWG De GRUTTO 2017

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2015

Tien jaar CES in tuin Labadiskebosk te Broeksterwoude.

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Hebben stadsvogels nog een kans? 1. Probleemstelling 2. Huismus en Koolmees als stedelijke bio indicatoren

Vogeltrekstation. wetenschappelijke vragen maar heeft ook maatschappelijk nut, jaarcyclus, als overwinterings-gebied

(nestkastproject) Koningshof

Nestkasten op het Landgoed Dorth in 2009

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

RINGWERK OEVERZWALUWEN:

Nestkasten Landgoed Dorth in 2014

De vogelbevolking van de nestkasten op Koningshof van 1978 tot en met 2000.

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Nestkasten Landgoed Dorth in 2013

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Raadselachtige Ringmussen (Passer montanus): nestkastbewoners bij Eastermar (Frl.) in de periode

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

PERSDOSSIER 20 SEPTEMBER 2016

Nestkasten op het Landgoed Dorth in 2008

Hieronder de resultaten over 2012 en 2011 van nestkasten rond het eigen erf van H. Kaptein: Jongen uitgevlogen totaal

Vogelsringen op de Maatheide 2010

Koolmezen in Gent, Dendermonde en Sint-Niklaas: een dramatisch broedseizoen in 2015

NIEUWSBRIEF 2018 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Holenduif. Zes eieren

Overzicht ringactiviteiten 2014 voor Oud Valkeveen en het Raboes

Aantal gevonden legsels in 2008

De huismus In Vlaanderen. - De achteruitgang van de Huismus - Stand van zaken - De Koolmees als stedelijke bio -indicator

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

NESTKASTENVERSLAG 2013 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

N.O.P. Papegaaienpark

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Nestkasten voor vogels

BROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD WIJNAND VAN DEN BOSCH KO KATSMAN

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

NIEUWSBRIEF 2016 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

NESTKASTEN KLUYVERWEG 6

FLORA- EN FAUNASCAN Zoekgebied fietsenstalling Strawinskylaan

Hoeveel prooi eten roofvogels

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Handleiding Vogel Wintertuintelling IVN Zeewolde. Vogelwerkgroep Oriolus

Nationale Week van de Nestkast 2012 De resultaten!

Succesvol 7-legsel in 2008

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Natuurtoets MCS. Planteam Groen, Recreatie en Water

VOGELRINGSTATION KLARENBEEK JAARVERSLAG 2014

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

NATIONALE TUINVOGELTELLING

VRAAG HET DE VOGELS ZELF MAAR!


NIEUWSBRIEF 2017 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

De volgende grafiek laat zien hoe het totaal van alle aangemelde nestkasten is verdeeld over de verschillende gebieden. dorps 29%

Het kweken met de Zosterops palpebrosus

1. Algemene meteorologische situatie

Nestkastencontrole op landgoed Het Jagershuis periode

Haal de natuur dichtbij huis door een nestkast in je tuin op te hangen. In deze blog tips voor een grotere kans op succes.

Het leven van een jonge slechtvalk

Ekster Herkennen Voedsel Nest Leuke ekster weetjes

Jaarverslag Werkgroep inventarisatie Vogelwacht Akkerwoude e.o. Samenstelling/vormgeving: J.A. Wagenaar - 1 -

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Inleiding over de vogels Maak kennis met algemene tuinvogels

Vinken, waar komen ze vandaan

De Pimpelmees (Parus Caeruleus)

Nestkasten op het Landgoed Dorth in 2012

Een soms niet al te fris werkje die schoonmaak maar je hebt zeker eer van je werk!

De roofvogels en uilen in het bosgebied Buikheide - Halve Mijl in 2001

2004 De Flamingo's in het Zwillbröcker Venn

Vogels ringen op de Maatheide 2012

!!!!"### " $% + " $% -""!. /"0%. + %"" 1 "" 3 '$ + * + + * +1 5*!! 1"! '!' 5%!.* " " "!.%%"!%%!-8! " $% *8! %! 9: $% !$!!

Rapport W E T E N S C H A P

Dutch summary Nederlandse samenvatting

Maak je schoolplein vogelvriendelijk

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Draaihals, verdwenen als broedvogel op de Meinweg

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

JAARVERSLAG BROEDSEIZOEN Landelijk NEtwerk voor STudies aan nestkastbroeders

Vogelhuis. Zelf een nestkastje bouwen, hoe doe je dat?

Transcriptie:

WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN

XPERIBIRD.BE WETENSCHAPPELIJK VERSLAG 2018 OPERATIONELE DIRECTIE NATUURLIJK MILIEU KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT VOOR NATUURWETENSCHAPPEN

December 2018 Didier Vangeluwe BeBirds Belgisch Ringwerk Operationele Directie Natuurlijk Milieu Vautierstraat 2, 1000 Brussel T: 02/6274355 E: Didier.Vangeluwe@naturalsciences.be

INHOUD 1. Voorwoord 2. Resultaten 2017 en 2018 2.1. Koolmees Parus major 2.1.1. Aantal nestelende paren 2.1.2. Aantal eieren per legsel 2.1.3. Aantal uitgekomen jongen per legsel 2.1.4. Aantal uitgevlogen jongen per legsel 2.2. Pimpelmees Parus caeruleus 2.2.1. Aantal nestelende paren 2.2.2. Aantal eieren per legsel 2.2.3. Aantal uitgekomen jongen per legsel 2.2.4. Aantal uitgevlogen jongen per legsel 2.3. Matkop Parus montanus 2.4. Boomklever Sitta europoea 2.5. Ringmus Passer montanus 2.6. Ongeïdentificeerde en niet-gecodeerde sorten 9. Samenvatting 2017-2018

VOORWOORD De met een camera uitgeruste nestkastjes zijn over heel België opgehangen. Ze zijn een prachtig middel om de natuur waar te nemen en wetenschappelijke informatie in te winnen! En zeker weten: wetenschap is niet noodzakelijk ingewikkeld. Het gaat er vooral om de waarnemingen heel nauwgezet te vergelijken, in te voeren en te analyseren. Het programma XperiBIRD.be heeft een duidelijk doel: heel discreet maar nauwkeurig de demografische parameters in de gaten te houden van verschillende in holen broedende zangvogels tussen Oostende en Aarlen. Waarom precies deze holenbroeders? Dat is eenvoudigweg omdat je geen camera kunt plaatsen in een nest dat een merel of een heggenmus met gras en twijgjes in een struik gebouwd heeft. Je zou immers de vogel storen, zodat hij er vandoor gaat! Holenbroeders daarentegen maken hun nest met bijvoorbeeld mos en haren in een sleutelklare woning, zoals een door een specht uitgehakt hol in een boom of een nestkastje dat een school opgehangen heeft om mee te doen met XperiBIRD.be! Als vogels een nest bezoeken, en er zit al een camera in, dan vinden ze dat gewoon een meubelstuk en kan het hun helemaal niets schelen. Nu zijn mezen en mussen typische holenbroeders: die willen we dus observeren! En wat zijn demografische parameters eigenlijk? Dat is ook heel eenvoudig! Demografie is de wetenschap die kenmerken en evolutie van populaties bestudeert. Bij dit onderzoek volgen we verschillende parameters op, zoals het aantal individuen (telling), het geboortecijfer, het overlevingspercentage en het sterftecijfer. En waar is dit goed voor? Zo nemen we veranderingen waar die we anders niet zouden opmerken. We kunnen die dan vergelijken met die bij andere parameters, zoals de klimaatsveranderingen, het type habitat, het beschikbare voedsel, de concurrentie met andere soorten Uiteindelijk kunnen we nagaan hoe populaties van vogels evolueren, zodat we ze beter kunnen beschermen en eventueel aan de alarmbel trekken wanneer de evolutie onrustbarend is. Vogels zijn immers interessante bio-indicatoren die heel nuttige inlichtingen kunnen verschaffen over de algemene toestand van onze omgeving en de hele wereld. Mezen en mussen zijn inderdaad geen echt zeldzame soorten. Waarom observeren we ze dan en bestuderen we hun demografie? Precies omdat ze zoveel voorkomen in België, kunnen we over heel het land een observatienetwerk uitbouwen, om zo gegevens te verzamelen. Over hoe meer gegevens we beschikken en hoe meer die over het hele grondgebied verspreid zijn, hoe beter de vergelijkingen en de analyses zullen zijn! Bovendien kan een kwaliteitsvolle analyse van de demografische evoluties alleen maar wanneer we de waarnemingen in de loop van verschillende jaren verrichten. Een koolmees kan vijftien jaar oud worden en de oudste huismussen bereiken de leeftijd van achttien jaar: het zou geen steek houden mochten we al na twee of drie jaar conclusies trekken. We rekenen er dus op dat elke school of vereniging die meedoet met het programma XperiBIRD.be, jarenlang nauwkeurige waarnemingen verricht en deze ook nauwgezet invoert! En nu even concreet. Samen gaan we de volgende parameters observeren en bestuderen: aantal nestelende paartjes (een paartje wordt als nestelend beschouwd zodra er minstens een ei gelegd is); aantal eieren per legsel (vanaf het ogenblik dat het broeden begint; als de vogels niet broeden, is het waarschijnlijk een verlaten legsel, bijvoorbeeld omdat het wijfje dood is, en dat zou dit gegeven vervalsen); aantal uitgekomen jongen per nest; aantal uitgevlogen jongen per nest.

Bovendien kunnen we door jongen te ringen nog twee andere parameters bestuderen: de bewegingen (de trek) van vogels nadat ze uitgevlogen zijn, alsook hun sterftegraad en -oorzaken. Niet alle jongen in nestkastjes van XperiBIRD.be kunnen geringd worden, want alleen een erkend ringer van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen mag ringen. Als je graag wil dat iemand de vogeltjes uit uw nest komt ringen, neem dan contact op met ons: wij contacteren dan een van onze specialisten. Zo vervolledigen ze de gegevens van het op sinds 1927 dit gebied in België uitgevoerde werk. Kaart met de bewegingen van in België geringd of teruggevangen pimpelmezen (1927-2018). De paarse stippen zijn de plaatsen waar in België geringde pimpelmezen waargenomen zijn. De rode stippen zijn de plaatsen waar in België teruggemelde pimpelmezen geringd werden (de gegevens over alle in België geringde vogels kunnen geraadpleegd worden op https://odnature.naturalsciences.be/bebirds/nl/ring-recoveries).

RÉSULTATEN 2017 & 2018 Van de resultaten die zijn opgetekend in 2017, het jaar waarin het programma XperiBIRD.be echt van start ging, werd er geen apart verslag gemaakt, want er waren te weinig gegevens beschikbaar. We hebben die resultaten nu in het verslag opgenomen, zodat dat we al vergelijkingen kunnen maken. We stellen de resultaten per soort voor, als een dashboard dat de demografische parameters toont van de zes nestelende soorten die tot nu gezien waargenomen werden in de nestkastjes met camera. KOOLMEES Aantal nestelende paren 2017: 18 getelde nestelende paren 2018: 70 getelde nestelende paren Aantal eieren per legsel 2017: in totaal 153 gelegde eieren, gemiddeld aantal per legsel = 8.5 eieren

2018: in totaal 620 gelegde eieren, gemiddeld aantal per legsel = 8,8 eieren Aantal uitgekomen jongen per legsel 2017: 137 uitgekomen jongen op 17 uitgekomen legsels, dus per legsel gemiddeld 8.0 jongen

2018: 467 uitgekomen jongen op 70 uitgekomen legsels, dus per legsel gemiddeld 6,7 jongen Aantal uitgevlogen jongen per legsel 2017: 105 uitgevlogen jongen op 16 geslaagde legsels, dus gemiddeld 6,5 jongen per legsel

2018: 367 uitgevlogen jongen op 16 geslaagde legsels, dus gemiddeld 6,9 jongen per legsel PIMPELMEES Aantal nestelende paren 2017: 23 getelde nestelende paren 2018: 34 getelde nestelende paren Aantal eieren per legsel 2017: in totaal 230 gelegde eieren, gemiddeld aantal per legsel = 10 eieren

2018: in totaal 328 gelegde eieren, gemiddeld aantal per legsel = 9,6 eieren Aantal uitgekomen jongen per legsel 2017: 177 uitgekomen jongen voor 21 uitgekomen legsels, gemiddeld aantal per legsel = 8,4 jongen

2018: 271 uitgekomen jongen voor 34 uitgekomen legsels, gemiddeld aantal per legsel = 7,9 jongen Aantal uitgevlogen jongen per legsel 2017: 127 uitgevlogen jongen voor 18 geslaagde legsels, gemiddeld aantal per legsel = 7,0 jongen

2018: 191 uitgevlogen jongen voor 26 geslaagde legsels, gemiddeld aantal per legsel = 7,3 jongen MATKOP In de lente van 2018 werd de boomklever in één nest waargenomen. Er waren negen eieren; alle jongen zijn uitgekomen en uitgevlogen. BOOMKLEVER In de lente van 2018 werd de boomklever in één nest waargenomen. Er waren zes eieren; alle jongen zijn uitgekomen en uitgevlogen. RINGMUS In de lente van 2018 werd de ringmus in één nest waargenomen. Er waren drie eieren; alle jongen zijn uitgekomen en uitgevlogen. NIET HERKENDE OF NIET INGEVOERDE SOORT Bij zes nesten kennen we de naam van de soort niet. Die gegevens kunnen we dus niet gebruiken.

SAMENVATTING 2017-2018 In twee lentes zijn heel wat waarnemingen gebeurd: 148 legsels van zes holenbroedende soorten werden elke dag opgevolgd; er werden 1331 eieren geteld; 1052 jongen zijn uitgekomen, waarvan er 790 uitgevlogen zijn. Een puik resultaat! Het spreekt vanzelf dat het nog wat vroeg is om grote analyses uit te voeren en besluiten te formuleren. Toch kunnen we reeds over het overlevingspercentage enkele berekeningen maken. Het gaat dus over de verhouding tussen het aantal uitgekomen jongen tegenover het aantal gelegde eieren en die tussen het aantal uitgevlogen jongen tegenover het aantal uitgekomen jongen. Deze worden in percenten uitgedrukt. Bij de koolmezen zijn er in 2017 89.5 % van de jongen uitgekomen. In 2018 was dit 75.3 %. Van de uit het ei gekomen jongen zijn er in 2017 76.6 % uitgevlogen. In 2018 was dit 78.5 %. Als je de verhouding neemt tussen de uitgevlogen jong koolmezen tegenover het aantal gelegde eieren, komt dit neer op 68.6 % voor 2017 en 59.2 % voor 2018. Na de twee eerste waarnemingsjaren stellen we vast dat de overlevingspercentages bij de pimpelmezen iets lager liggen dan die van de koolmezen. In 2017 zijn 76,9% van de jongen uitgekomen en in 2018 is dat 82.6%. Het percentage van de uitgekomen jongen die nadien uitgevlogen is, bedraagt 71.7% in 2017 en 70.5% in 2018. Als De verhouding tussen de uitgevlogen jong pimpelmezen tegenover het aantal gelegde eieren is 55,2 % voor 2017 en 58,2 % voor 2018. Natuurlijk moeten de eerste gegevens bevestigd of ontkracht worden door meer waarnemingen van nesten in de loop van de volgende jaren. Bij de analyse moet ook rekening gehouden worden met de geografische verspreiding van de nesten. Nu we het over geografie hebben: een cartografische analyse is ook interessant, omdat we zo de demografische parameters met de biotoop kunnen vergelijken. Op volgende kaarten zijn de groottes van de legsels aangeduid volgens de biogeografische regio s van België. De kenmerken van deze regio s hebben waarschijnlijk een invloed op de vogels die we observeren. Natuurlijk zijn de kenmerken van de onmiddellijke omgeving van het opgehangen nestkastje ook belangrijk. Hopelijk kunnen we nog verschillende jaren waarnemingsgegevens verzamelen, zodat we significante correlaties en trends kunnen vaststellen! De grootte van de legsels van de koolmees in 2018 volgens de biografische regio s van België

De grootte van de legsels van de pimpelmees in 2018 volgens de biografische regio s van België De met behulp van de camera verzamelde gegevens van de nesten van holenbroedende zangvogels zijn ook nuttig voor het onderzoek van de fenologie van de nestbouw, namelijk de evenementenkalender. En met de vergelijking van de gegevens en het onderzoek naar de langetermijnevolutie komt het nogmaals tot uiting hoe belangrijk het programma XperiBIRD.be wel is. Zo zien we bij de waargenomen koolmezenpaartjes dat de gemiddelde legdatum van het eerste ei in 2017 op 10 april viel en in 2018 op 19 april. Dat is nogal een verschil! Wordt vervolgd!