CVDR Officiële uitgave van Wageningen. Nr. CVDR229884_2 9 januari 208 Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 203 De raad van de gemeente Wageningen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de raad van 2 oktober 202; gelet op artikel 227 van de Gemeentewet; Besluit de Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 203 vast te stellen. Artikel. Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. voorwerp van belasting: het voorwerp van belasting is de openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg, zoals bedoeld in artikel 227 Gemeentewet; b. tussenpersoon: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat; c. exploitant: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten; d. voorziening: specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen; e. vestiging: een gebouw, of deel daarvan, dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt. Artikel 2. Belastinggebied De verordening reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Wageningen zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende bijlage. Artikel 3. Belastbaar feit Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Artikel 4. Belastingplicht. De reclamebelasting wordt geheven van degene die de openbare aankondiging heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging is aangebracht. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting ter zake van een openbare aankondiging die is aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door tussenkomst van een exploitant, zoals bedoeld in artikel van deze verordening, geheven van die exploitant en niet van degene ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt gedaan. Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief De reclamebelasting bedraagt voor één of meer aankondigingen per belastingjaar: a. voor vestigingen die in de zijn gelegen: 600,-; b. voor vestigingen die in andere straten binnen het in artikel 2 gedefinieerde gebied gelegen zijn: 450,-. Artikel 6. Belastingtijdvak Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak. 2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel maanden als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de reclamebelasting verminderd op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige voor zoveel 2 e gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Artikel 8. Wijze van heffing De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven. Cvdr 208 nr. CVDR229884_2 9 januari 208
Artikel 9. Vrijstellingen De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen: a. die als algemene bewegwijzering en/of andere verkeersaanwijzingen en andere verkeers- en/of openbaar vervoeraanduidingen, waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt; b. die door of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst of aangebracht, indien de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak; c. die door een (semi)overheidsinstantie dan wel een instelling met een cultureel, maatschappelijk dan wel daarmee gelijk te stellen doel zijn geplaatst of aangebracht en die een cultureel charitatief of ideëel belang dienen; d. op zuilen, borden muren of andere constructies die daartoe uitdrukkelijk zijn aangewezen door de gemeente; e. aangebracht op als vervoermiddel bestemd en op als zodanig in gebruik zijnd materieel, zoals aanhangwagens en opleggers; f. voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden; g. die met, danwel zonder vermelding van de naam van de tussenpersoon zijn gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende woon- of verblijfruimten of onroerende zaken; h. die korter dan 3 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn geplaatst in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden geplaatst, die individueel korter dan 3 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 3 weken of meer aanwezig zijn; i. op een bord met een maximale oppervlakte van 0,09 m 2, indien er voor het overige geen openbare aankondigingen op de vestiging zijn, waarbij het college van burgemeester en wethouders over de aard en inhoud van de aankondiging alsmede de afmetingen en overige kenmerken van het bord nadere regels kan geven; j. die nostalgische uitingen aan de gevel zijn ouder dan 50 jaar en die geen relatie hebben met de uitoefening van het bedrijf. Artikel 0. Termijnen van betaling. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later. 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen. Artikel. Kwijtschelding Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 2. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting. Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel. De Verordening reclamebelasting 202 van 28 november 20 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is januari 203. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening reclamebelasting 203. Aldus besloten in de openbare vergadering van 5 november 202. de voorzitter, de griffier, 2 Cvdr 208 nr. CVDR229884_2 9 januari 208
Bijlage Verordening reclamebelasting 203 Bijlage behorende bij en deel uitmakende van de Verordening reclamebelasting 203. Belastinggebied Het belastinggebied wordt gevormd door het aangegeven gebied op de bijgevoegde kaart van het centum. Dit gebied omvat in elk geval de volgende straten: 670 670 AA 670 AB 670 AC 670 AD 670 AE 670 AG 670 AH 670 AJ 670 AK 670 AL 670 AM 670 AM 670 AN 670 AS 670 AS 670 AT 670 AV 670 AW 670 AW 670 AX 670 AX 670 AZ 670 AZ 670 BA 670 BB 670 BC 670 BC 670 BD 670 BE 670 BG 670 BJ 670 BK 670 BL 670 BM 670 BN 670 BP 670 BR 670 BS 670 BT 670 BV 670 BW 670 BX 670 BZ 670 CA 670 CB 670 CL 670 CM 670 CP 670 CV 670 CW 670 CX 670 CZ 670 DA 670 DA 670 DB Kerkstraat Stadsbrink Stationsstraat Stationsstraat Lawickse Allee Schuijlensteeg Beuningstraat Schoolstraat Junusstraat Junusstraat Schoolstraat Poststraat Rouwenhofstraat Rouwenhofstraat Riemsdijkstraat Riemsdijkstraat Emmapark Emmapark Niemeijerstraat Niemeijerstraat Niemeïjerstraat Boterstraat Boterstraat Markt Markt Burgtstraat Waagstraat Salverdaplein t/m 27 t/m 7 2 t/m 6 8 t/m 60 t/m 37 39 t/m 67 69 t/m 0 03 t/m 53 2 t/m 26 2 t/m 42 t/m 23 2 t/m 92 t/m 7A t/m 57 2 t/m 74 76 t/m 202 t/m 5 t/m 3 2 t/m 4 t/m 59 2 t/m 8 t/m 9 2 t/m 60 t/m 9 0 t/m 26 t/m 07 2 t/m 206 2 t/m 0 2 t/m 20 22 t/m 50 t/m 3 t/m 9 2 t/m 35 37 t/m 5 53 t/m 59 65 t/m 77 79 t/m 93 95 t/m 09 2 t/m 20 22 t/m 38 40 t/m 60 62 t/m 80 82 t/m 92 t/m 7 9 t/m 3 t/m 27 29 2 t/m 4 t/m 2 t/m 28 t/m 29 2 t/m 28 t/m 5 4 t/m 7 3 Cvdr 208 nr. CVDR229884_2 9 januari 208
670 DB 670 DC 670 DC 670 DD 670 DD 670 DE 670 DE 670 DG 670 DG 670 DH 670 DH 670 DH 670 DJ 670 DK 670 DL 670 DL 670 DL 670 DM 670 DM 670 DN 670 DS 670 DS 670 DW 670 GA 670 GA 6703 AA 6703 AB 6703 BG 6703 BH 6703 BR 6703 CC 6703 CD 6706 AH Salverdaplein Vijzelstraat Vijzelstraat Kapelstraat Kapelstraat Nieuwstraat Nieuwstraat 2e Kloostersteeg 2e Kloostersteeg le Kloostersteeg le Kloostersteeg Molenstraat Molenstraat Conventstraat Conventstraat Stadsbrink 2 t/m 6 2 t/m 0 t/m 5 2 t/m 4 t/m 5 2 t/m 26 t/m 2 6 t/m 2 23 t/m 5 2 t/m 6 2 t/m 6 8 t/m 22 24 t/m 36 t/m 5 2 t/m 9 2 t/m 6 t/m B 27 t/m 3 26A t/m 32 5 t/m 3 3 t/m 63 2 t/m 6 2 t/m 40 42 t/m 52 3 t/m 2 t/m 20 2 t/m 4 t/m 3 44 t/m 98 4 Cvdr 208 nr. CVDR229884_2 9 januari 208
Kaart belastinggebied: 5 Cvdr 208 nr. CVDR229884_2 9 januari 208