Inspectierapport Majest (BSO) Achterhaven 87a 1135XT EDAM Registratienummer 188006333 Toezichthouder: GGD Zaanstreek-Waterland In opdracht van gemeente: Edam-Volendam Datum inspectie: 06-09-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 18-10-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kenmerken BSO Majest Edam BSO Majest is gevestigd in een verenigingsgebouw waar onder andere ook een dansschool is gevestigd. BSO Majest beschikt over een eigen buitenspeelplaats. De opvang vindt plaats in 1 basisgroep. Inspectiegeschiedenis Uit eerdere onderzoeken zijn geen relevante tekortkomingen gebleken voor het huidige onderzoek. Informatie over de bevindingen van voorgaande inspecties is te vinden in de inspectierapporten van voorgaande jaren in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Bevindingen De opvang op BSO Majest voldoet aan de getoetste eisen van de Wet Kinderopvang. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein ''Pedagogisch klimaat'' is de pedagogische praktijk geobserveerd. Hierbij is naast de uitvoering van het pedagogisch beleid gelet op de volgende pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang: -Emotionele veiligheid -Persoonlijke competentie -Sociale competentie -Overdracht van normen en waarden Pedagogische praktijk De observatie van de pedagogische praktijk heeft plaatsgevonden op een dinsdagmiddag. Tijdens de inspectie waren er 12 kinderen aanwezig met twee beroepskrachten. Er is geobserveerd tijdens een gezamenlijk eet-en drinkmoment en tijdens het buiten spelen. Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie januari 2015). De schuingedrukte beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving volgt eventueel een toelichting op de waargenomen situatie. Emotionele veiligheid Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ontspannen en bezig met hun spel. De meeste kinderen genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen; ze tonen blijdschap, plezier en trots. Ze zijn met interesse bezig, alleen of met anderen/vriendjes. Tijdens het buitenspelen zijn de kinderen ontspannen, ze benutten de mogelijkheden die worden aangeboden. De beroepskrachten bieden spel aan met auto's op een kleed, er is een schommel, een trampoline, een klimladder en een rekstok. Ook wordt met de kinderen naar insecten gezocht in de aangrenzende tuin, met kijkpotjes. Persoonlijke competentie De beroepskrachten helpen het kind bij contacten met andere kinderen als dit nodig is of de situatie onveilig wordt. Zij geven op een passende manier steun zodat het kind de betreffende situatie weer zelf aan kan. Een kind zit op de schommel met de rug naar de deur. De houder geeft aan dat het kind beter andersom kan zitten, zodat ze eventuele kinderen vanuit de deur kan zien aankomen. Sociale competentie De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Er is een nieuw kind in de groep. De beroepskracht vraagt of het kind wil vertellen wie ze is, en stelt vervolgens voor dat alle kinderen vertellen wie ze zijn. Ze helpt de kinderen naar elkaar te luisteren. Een kind dat schreeuwt wordt gevraagd zachter te praten, zodat iedereen elkaar verstaat. Normen en waarden Beroepskrachten laten respect zien voor ieder kind; er is geen sprake van discriminatie of uitsluiten. Kinderen mogen zijn wie zij zijn. Een kind dat nog erg moe is als het uit school komt mag op de bank een dutje doen. Als het wakker wordt, proberen de beroepskrachten het weer bij de groep en het spel te betrekken. Maar als het kind aangeeft dit nog niet te willen, wordt dit gerespecteerd. 4 van 11
Conclusie De houder draagt voldoende zorg voor het waarborgen van de emotionele veiligheid, de stimulering van de persoonlijke en sociale competentie en het overdragen van normen en waarden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskracht) Observaties 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein wordt bij beroepskrachten gecontroleerd op de aanwezigheid van een passende beroepskwalificatie en verklaring omtrent het gedrag (VOG). Ook bij andere personen werkzaam bij het kindercentrum wordt de VOG gecontroleerd. Daarnaast is bekeken of de opvang plaatsvindt in vaste groepen en of er voldoende beroepskrachten worden ingezet in verhouding tot het aantal kinderen per groep (beroepskrachtkindratio). Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de VOG is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende VOG. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Op BSO Majest is 1 basisgroep waarin maximaal 20 kinderen worden opgevangen. Gedurende de zomervakantie wordt deze groep samengevoegd met de groep op de andere locatie van de houder in Volendam. Dit gebeurt 3 weken op de locatie in Volendam en 3 weken op de locatie in Edam. De houder heeft hiervoor toestemming gevraagd aan de ouders, in verband met de opvang in een tweede basisgroep. Als hele groepen samenvoegen is dit niet nodig. Echter, als kinderen individueel en incidenteel in een andere basisgroep worden opgevangen, moet er toestemming van de ouders vooraf worden verkregen. Daarnaast wordt een aantal kinderen op twee basisgroepen opgevangen, ook buiten de vakantietijd. Hiervoor hebben de ouders een toestemmingsformulier getekend, voor de gehele periode tot het betreffende kind naar de middelbare school gaat. Conclusie De houder draagt voldoende zorg voor het verkrijgen van toestemming voor de opvang in een tweede basisgroep. Beroepskracht-kindratio De toezichthouder heeft presentielijsten en personeelsroosters onderzocht van 1-8-2016 tot en met 5-9-2016. Gedurende deze periode worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Tijdens vakantiedagen is de BSO geopend van 7.30-18.30 uur. Er mag dan maximaal 3 uur afgeweken worden van de beroepskracht-kindratio. Op de presentielijsten van de kinderen is echter niet aangegeven hoe laat de kinderen beginnen op de opvang. Hierdoor kon niet bepaald worden of er maximaal 3 uur werd afgeweken. Na het toepassen van overleg en overreding heeft de houder gegevens aangeleverd waaruit voor een aantal kinderen blijkt hoe laat ze zijn gebracht. Hierdoor komt het aantal kinderen waarvoor dit niet bekend is, onder de 10. Hiermee is aangetoond dat er niet wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Tevens heeft de houder nieuwe registratielijsten aangeleverd, waarop in de toekomst zal worden genoteerd wanneer kinderen binnenkomen. 6 van 11
Conclusie Er wordt voldaan aan de eisen die gesteld worden aan de inzet van beroepskrachten in verhouding tot het aantal aanwezige kinderen. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (dd 1-8-2016 tot en met 5-9-2016) Personeelsrooster (dd 1-8-2016 tot en met 5-9-2016) toestemmingsformulieren opvang in tweede basisgroep aantekeningen in agenda 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor vooraf schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode. (art. 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art. 6 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Majest Aantal kindplaatsen : 21 Gegevens houder Naam houder : Majest Adres houder : Achterhaven 87a Postcode en plaats : 1135XT EDAM KvK nummer : 37097692 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Zaanstreek-Waterland Adres : Vurehout 2 Postcode en plaats : 1507EC ZAANDAM Telefoonnummer : 0900-2545454 Onderzoek uitgevoerd door : D. Heesbeen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Edam-Volendam Adres : Postbus 180 Postcode en plaats : 1130AD VOLENDAM Planning Datum inspectie : 06-09-2016 Opstellen concept inspectierapport : 04-10-2016 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 18-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 18-10-2016 Verzenden inspectierapport naar : 18-10-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 08-11-2016 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11