Inspectierapport BSO Bij Ot en Sien (BSO) Schoonloërstraat TH Grolloo Registratienummer

Vergelijkbare documenten
Inspectierapport Kids&Zoo kinderopvang en BSO (BSO) Brinkenhalte HX Emmen Registratienummer

Inspectierapport De Pandabeer (BSO) Zaanstraat 47a 9673CA Winschoten Registratienummer

Inspectierapport Christelijke Kinderopvang De Parel (BSO) Luzernestraat GM Nieuw-Vennep Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Mamaloe - locatie Rode Schouw (BSO) Rode Schouw VE Halsteren Registratienummer

Inspectierapport Zo op de Groen van Prinsterer (BSO) Helfrichstraat AV Dinteloord Registratienummer

Inspectierapport BSO Morgenster (BSO) Akelei KA Kampen Registratienummer

Inspectierapport Zo aan de Dortmundstraat (BSO) Dortmundstraat AV Nieuw-Vossemeer Registratienummer

Inspectierapport Noorderlicht (vrije school Mareland) (BSO) Maresingel HA Leiden Registratienummer

Inspectierapport Sport BSO de Karmel (BSO) Karmel BT Bergen op Zoom Registratienummer

Inspectierapport BSO Schutkampen (BSO) Prins Hendrikstraat GJ Smilde Registratienummer

Inspectierapport Just Kiddies Sport bso Leiden (BSO) Turkooislaan RK Leiden Registratienummer

Inspectierapport Zo op Gummarus (BSO) Azaleastraat LB Steenbergen Registratienummer

Inspectierapport BSO Rakkers (BSO) Luit Katlaan SN Valkenburg Registratienummer

Inspectierapport 't Kweklokaal (BSO) Antoinette Kleynstraat DV Leiden Registratienummer

Inspectierapport BSO De Otter (BSO) Prof ten Doesschatestr 119a 1963AS Heemskerk Registratienummer

Inspectierapport Ikke-Ook (BSO) Soetendaalseweg 68A 3036ET Rotterdam Registratienummer

Inspectierapport Kweenie (KDV) Trix Terwindtstraat GW Leiden Registratienummer

Inspectierapport De Kattekop (KDV) Wassenaarseweg AK Leiden Registratienummer

Inspectierapport Agrarische kinderopvang Het Kalfje (BSO) Hardenbergerweg 19a 7691PC Bergentheim Registratienummer

Inspectierapport OenKi Kindercentrum (BSO) Brink AS Gieten Registratienummer

Inspectierapport BSO Caleidoscoop (BSO) Hammarskjöldstraat VN Hoofddorp Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf Ikke (KDV) Godfried Schalckenstraat CP Made Registratienummer

Inspectierapport De Bareel (BSO) Waddenlaan EH Heemskerk Registratienummer

Inspectierapport BSO de Company (BSO) Doornenburg BE Deventer Registratienummer

Inspectierapport incidenteel onderzoek Kinderopvang De Vlindertuin (KDV) Broekgeuterweg AV Kampen Registratienummer

Inspectierapport BSO de Berenboot (BSO) Deken Dr. Dirckxweg AB Bavel Registratienummer

Inspectierapport Vrouw Holle (KDV) Burg De Koolplantsoen KD Voorschoten Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang De Quickers (BSO) Laan van Nieuw-Zuid SE Katwijk Registratienummer

Inspectierapport BSO de Kaskrakers (BSO) Mantingerbrink MD Emmen Registratienummer

Inspectierapport Just Kiddies De Vlindertuin (BSO) Louise Hardenbergsingel BR Leiden Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Spetter (BSO) Aviolandalaan RM Hoogerheide Registratienummer

Inspectierapport Christelijk Kinderdagverblijf Joy (KDV) Beethovenlaan BW Zwolle Registratienummer

Inspectierapport BSO De Kleine Reus (BSO) Klokkengieterlaan BA Zwolle Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Het Erf (BSO) Hoogeveenseweg 43a 7933PE Pesse Registratienummer

Inspectierapport SKOL Kinderopvang Speelschool De Victor (KDV) Pilarenlaan LH Noordwijkerhout Registratienummer

Inspectierapport BSO Juliana (BSO) Zwolseweg AC 's-heerenbroek Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Mamaloe - Locatie Brede School Oost (BSO) Burgemeester Blomlaan GA Bergen op Zoom Registratienummer

Inspectierapport De Schatkaart (BSO) Goudenregenplantsoen 70

Inspectierapport BSO Vrij Spel (BSO) Uddelerweg 12a 8075 CJ Elspeet Registratienummer

Inspectierapport BSO Lea Dasberg (BSO) Markolle PA Zutphen Registratienummer

Inspectierapport Doomijn BSO Ijsselcentraleweg (BSO) IJsselcentraleweg 35a 8014BK Zwolle Registratienummer

Inspectierapport BSO "De Kleine Horizon" (BSO) Mgr Bekkersstraat 1b 2223AP Katwijk Registratienummer

Inspectierapport Kindercentrum Robbedoes (BSO) Kromstraat AE Oss Registratienummer

Inspectierapport Dikkedeur Basis-BSO (BSO) Oudedijk AE Rotterdam Registratienummer

Inspectierapport Kids&Zoo kinderopvang en BSO (KDV) Brinkenhalte HX Emmen Registratienummer

Inspectierapport Simsalabim (BSO) Heuvelenweg CM Dwingeloo Registratienummer

Inspectierapport Rozenpoortje (KDV) Maresingel HA Leiden Registratienummer

Inspectierapport De Wizard (BSO) Andriessenplein GX Deventer Registratienummer

Inspectierapport SKOL Kinderopvang de Klarinet (BSO) Händelstraat AG Lisse Registratienummer

Inspectierapport SKOL Kinderopvang BSO de Joseph (BSO) Achterweg GA Lisse Registratienummer

Inspectierapport BSO Marlon (BSO) Spanjaardspad BR Schoonebeek Registratienummer

Inspectierapport Plateau bso Assen Oost (BSO) Tuinstraat 5C 9404KK Assen Registratienummer

Inspectierapport BSO Mikmak (BSO) Hemsterhuislaan ND Haren Gn Registratienummer

Inspectierapport Kindcentrum 't Hieker Nust (BSO) Westeinde PJ Hijken Registratienummer

Inspectierapport Het Zijltje (BSO) Korte Zijlweg 9a 2051BD Overveen Registratienummer

Inspectierapport BSO Natureluur De Vlindertuin (BSO) Sint Antoniusstraat GB Heythuysen Registratienummer

Inspectierapport BSO Noord (BSO) Elgarstraat JE Tilburg Registratienummer

Inspectierapport Agrarische kinderopvang Het Kalfje (KDV) Hardenbergerweg 19a 7691PC Bergentheim Registratienummer

Inspectierapport BSO De Eshorst (BSO) Esweg AK Beilen Registratienummer

Inspectierapport Boartershiem (KDV) Leppedyk 5B 8491 GJ Akkrum Registratienummer

Inspectierapport De Jagershof (BSO) Diamantstoep SP Assen Registratienummer

Inspectierapport SKOL Sport Stars Noordwijk (BSO) Duinwetering HM Noordwijk Registratienummer

Inspectierapport Sport-BSO Valken (BSO) Duyfraklaan SL VALKENBURG ZH Registratienummer

Inspectierapport BSO Mikmak (BSO) Hemsterhuislaan ND Haren Gn Registratienummer

Inspectierapport BSO Villa Petit Paradis Groningen (BSO) Damsterdiep ED Groningen Registratienummer

Inspectierapport De Babbelaar (KDV) Uiverstraat 42S 1171GZ Badhoevedorp Registratienummer

Inspectierapport Kids Pleasure (BSO) Tasmanweg PP Hoek van Holland Registratienummer

Inspectierapport SKOL Kinderopvang speelschool de Klarinet (KDV) Händelstraat AG Lisse Registratienummer

Inspectierapport BSO Happy Kids (BSO) Prins Hendriklaan NE Ede Registratienummer

Inspectierapport Nikkids (KDV) de Krijntjes AP Rucphen Registratienummer

Inspectierapport BSO HappyKids 't Arnoldusparkje (BSO) Arnolduspark CR Hoofddorp Registratienummer

Inspectierapport Zo op de Schans (BSO) Rondsel TS Halsteren Registratienummer

Inspectierapport SKSG Pierewiet (BSO) Klaprooslaan 13b 9713SH Groningen Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Lila (BSO) Franselaan AG Rotterdam Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Belle Fleur Prinsenbeek (BSO) Schoolstraat XC Prinsenbeek Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolse opvang de Nanny (BSO) Steenweg 6A 5156CP Oudheusden Registratienummer

Inspectierapport HI3 (BSO) Bavelse Hei PN Bavel Registratienummer

Inspectierapport Les Petits Voorwegschool (Pinguins) (KDV) Voorweg ST Heemstede Registratienummer

Inspectierapport Zo op de Groen van Prinsterer (BSO) Helfrichstraat AV Dinteloord Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Be Happy (KDV) Van der Valk Boumanweg 180C 2352JD Leiderdorp Registratienummer

Inspectierapport Stichting Kinderopvang Winschoten e.o. (KDV) Zaanstraat 47a 9673CA Winschoten Registratienummer

Inspectierapport Bibelebontse Borg (BSO) Wederikweg AA Haren Gn Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolseopvang Ratjetoe (BSO) Hogebergdreef EV Putte Registratienummer

Inspectierapport Kinderopvang Mamaloe - locatie Rode Schouw (BSO) Rode Schouw VE Halsteren Registratienummer

Inspectierapport Buitenschoolse opvang Belle Fleur Prinsenbeek (BSO) Moleneind LP Prinsenbeek Registratienummer

Inspectierapport Club van Belle Fleur Sport BSO (BSO) Heikantsestraat 37B 4841EG Prinsenbeek

Inspectierapport Doomijn BSO Wildwalstraat (BSO) Wildwalstraat VL Zwolle Registratienummer

Inspectierapport BSO De Groenling (BSO) Burgemeester Snaterlaan 68C 9665HS Oude Pekela Registratienummer

Inspectierapport BSO Paddington (BSO) Kapelstraat GK Bedum Registratienummer

Inspectierapport SKSG Melkweg (BSO) Poolsterlaan KR Groningen Registratienummer

Inspectierapport BSO 't Kienderbenkske (BSO) Langstraat 6a 5851BE Afferden L Registratienummer

Inspectierapport Plateau Bso Kloosterveen (BSO) De Boomgaard JA Assen Registratienummer

Inspectierapport BSO Stroomdal (BSO) Bouwkamp KL Kampen Registratienummer

Inspectierapport Just Kiddies de Vlindertuin (KDV) Louise Hardenbergsingel BR Leiden Registratienummer

Inspectierapport Kinderdagverblijf Omi B.V. (KDV) Geert Grootestraat CG Zwolle Registratienummer

Inspectierapport Juut & Co BSO Halle (BSO) Dorpsstraat AG Halle Registratienummer

Inspectierapport Vandaag Kinderopvang Oudega (BSO) Buorren 34a 9216 WE Oudega Registratienummer

Inspectierapport Villa Kakel-Bont (BSO) Merellaan AM Schoonhoven Registratienummer

Inspectierapport Small Kidz Bredestraat B.V. (BSO) Bredestraat RC Rotterdam Registratienummer

Transcriptie:

Inspectierapport BSO Bij Ot en Sien (BSO) Schoonloërstraat 49 9444TH Grolloo Registratienummer 788604004 Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Aa en Hunze Datum inspectie: 29-01-2019 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 14-02-2019

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Overzicht getoetste inspectie-items... 10 Gegevens voorziening... 14 Gegevens toezicht... 14 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 15 2 van 15

Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op basis van het risicogestuurd toezicht (RGT) zijn de inspectieactiviteiten in dit onderzoek bepaald. Dit leidt tot een inspectie op maat. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk aangevuld met nieuwe wetgeving en voorwaarden waaraan tijdens vorige inspecties niet werd voldaan. Beschouwing Algemeen Kinderopvang Bij Ot en Sien is gehuisvest in de Boerhaarshoeve en biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar. Buitenschoolse opvang Bij Ot en Sien heeft momenteel 20 kindplaatsen voor kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Tevens is er een kinderdagverblijf op deze locatie, deze biedt plaats aan maximaal 16 kinderen. De houder heeft een aanvraag gedaan voor uitbreiding van het aantal kindplaatsen voor de buitenschoolse opvang. Inspectiegeschiedenis 2016--> er werd voldaan aan de geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang. 2017--> er werd voldaan aan de geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang 2018--> er werd voldaan aan de geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang. Bevindingen Op de locatie zijn de documenten beoordeeld en de houder heeft de documenten binnen de afgesproken termijn naar de toezichthouder gestuurd. De aanwezige beroepskrachten kunnen het beleid, geldende afspraken en regels duidelijk verwoorden aan de toezichthouder. De locatie voldoet ten tijde van het onderzoek niet aan de geïnspecteerde eisen uit de Wet Kinderopvang (Wko) en aanverwante regelgeving. Er werd tijdens de inspectie niet voldaan aan de voorwaarde bij het domein personeel en groepen, onderdeel verklaring omtrent het gedrag. De houder was vergeten een medewerker te koppelen in het PRK. Na constatering heeft de houder dezelfde dag de koppeling gerealiseerd. De houder heeft een aanvraag gedaan voor het uitbreiden van het aantal kindplaatsen van 20 naar 29. Er is voldoende m2 binnenspeelruimte voor 25 kinderen. Er wordt een positief advies afgegeven voor de uitbreiding van 20 naar 25 kindplaatsen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 15

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Inleiding Onder de Wet kinderopvang en aanverwante regelgeving gelden onder meer eisen voor de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In het pedagogisch beleidsplan dient o.a. de kenmerkende visie op de omgang met kinderen beschreven te staan. Tijdens dit onderzoek is het pedagogisch beleidsplan beoordeeld op inhoud en volledigheid. Onderzocht is of het pedagogisch beleid ten minste een concrete beschrijving bevat van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde kinderopvang. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft het veldinstrument observatie pedagogische praktijk in 2011 ontwikkeld in opdracht van GGD GHOR Nederland. Het handelen van de beroepskrachten met betrekking tot de aspecten van verantwoorde kinderopvang is beoordeeld aan de hand van de observatie items uit dit veldinstrument. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd tijdens tafel moment en vrij spel kinderen. Er waren 12 kinderen en 2 pedagogisch medewerkers aanwezig. De houder van een kindercentrum moet verantwoorde kinderopvang bieden. Hieronder wordt verstaan: het in een veilige en gezonde omgeving bieden van emotionele veiligheid aan kinderen, het bevorderen van de persoonlijke en sociale competentie van kinderen en de socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde waarden en normen. Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door waarnemingen tijdens de observatie. Uit deze pedagogische observatie is gebleken dat de beroepskrachten ten tijde van het onderzoek handelen volgens het pedagogisch beleid en aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Hierna zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Buitenschoolse opvang Bij Ot en Sien werkt momenteel met 1 basisgroep voor maximaal 20 kinderen. De meeste kinderen komen van dezelfde basisschool en kennen elkaar goed. Wanneer de kinderen zijn opgehaald spelen ze eerst even buiten en komen dan naar binnen om wat te drinken en te eten. Aan tafel noemt de medewerker alle namen van de kinderen op en ze spreken met elkaar af dat iedereen reageert met eten wat ze het lekkerst vinden. Ook de namen van de kinderen die niet aanwezig zijn, worden opgenoemd en de medewerker vertelt waarom de kinderen er niet zijn. Er wordt ook aan de kinderen verteld dat er een meisje is die komt spelen. Het fruit gaat rond en ondertussen voeren de kinderen en de medewerkers gesprekjes met elkaar. De medewerker zegt tegen een meisje; gezellig dat je er bent, anders zie ik je nooit op dinsdag. Een aantal kinderen vragen naar de vakantie van de houder. De houder geeft aan dat ze het erg leuk vindt dat de kinderen dat vragen en ze laat een filmpje aan de kinderen zien waarop ze is gevallen in de sneeuw. Een meisje is jarig en er wordt een liedje voor haar gezongen. Alle kinderen staan op de stoel of bank en klappen en zingen mee. Ze krijgt een cadeautje en de medewerker bedankt haar voor de traktatie. Het meisje ruimte zelf het papier van haar traktatie op en de medewerker geeft haar een compliment. Na het tafelmoment vraagt de medewerker waar de kinderen willen spelen. Ze legt uit wat de kinderen kunnen gaan doen. Op de tafels in de groepsruimte zijn verschillende spelmaterialen neergelegd. Een meisje vraagt of ze ook naar het bos kunnen gaan. De medewerker geeft aan dat ze snapt dat het meisje dat leuk vindt. Het is ook mooi weer geeft ze aan. 4 van 15

Ze stelt voor aan het eind van de middag met alle kinderen naar het bos te gaan. Tot die tijd kunnen de kinderen die het leuk vinden eerst even voetballen buiten en de kinderen die binnen willen spelen kunnen dan nog even binnen blijven. De medewerkers verdelen zich over de kinderen. Binnen zijn een aantal kinderen met duplo aan het spelen, twee kinderen doen samen een spel en twee kinderen doen samen een creatieve activiteit onder begeleiding van 1 van de medewerkers. Kinderen vervelen zich niet. Kinderen voelen zich zichtbaar op het gemak en vrij om vragen te stellen en verhalen te vertellen. De medewerkers dragen bij aan een goede groepssfeer. Ze hebben een respectvolle houding naar de kinderen, maken grapjes en er vindt gepast lichamelijk contact plaats zoals een arm om een schouder of een aai over het hoofd. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview (pedagogisch medewerkers) Observatie(s) (Tijdens vrij spel binnen en buiten en een tafelmoment) Pedagogisch beleidsplan (Ingezien op locatie en ontvangen op 06-02-2019 versie 03-12-2018) Notulen teamoverleg (teamoverleg 09-02-2019, ontvangen op 06-02-2019) 5 van 15

Personeel en groepen Inleiding Onder de Wet kinderopvang en aanverwante regelgeving gelden onder meer eisen voor verklaringen omtrent het gedrag (VOG) voor personen werkzaam bij de kinderopvangorganisatie. Daarnaast gelden eisen voor de opvang in groepen en het aantal beroepskrachten dat ingezet moet worden op een groep kinderen. Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie. Daarnaast is er beoordeeld of de medewerkers die in dienst zijn van de houder, de houder zelf of structureel aanwezigen, gekoppeld zijn aan het Personen register Kinderopvang (PRK). Een koppeling kan alleen plaats vinden wanneer de persoon een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG) heeft. Verder is gecontroleerd hoe de houder de groepen indeelt en of er aan de beroepskracht-kind ratio (BKR) wordt voldaan. De beroepskracht-kindratio (BKR) en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, plaatsingslijsten en presentielijsten. Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang In 2018 zijn alle pedagogisch medewerkers en structureel aanwezigen gecontroleerd in het PRK. Er zijn na de jaarlijkse inspectie geen nieuwe pedagogisch medewerkers in dienst gekomen. Tijdens deze inspectie is gecontroleerd of de klusjesman en de beide schoonmaaksters zijn gekoppeld in het PRK. Eén van de schoonmaaksters was tijdens de inspectie niet gekoppeld. De houder heeft dit na constatering dezelfde dag nog geregeld. Conclusie: Tijdens de inspectie werd er niet voldaan aan de voorwaarde dat alle structureel aanwezig zijn gekoppeld in het PRK. De houder heeft na constatering, dezelfde dag nog geregeld dat de koppeling van de schoonmaakster in het PRK is gerealiseerd. Uit bovenstaande constatering(en) / bevindingen blijkt dat aan de volgende voorwaarde niet is voldaan: De houder van een kindercentrum draagt zorg voor koppeling met de in artikel 1.50 derde lid van de wet genoemde personen inclusief hemzelf. (art 1.48d lid 3 Wet kinderopvang) Opleidingseisen en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires Tijdens de jaarlijkse inspectie in 2018 zijn de diploma's van alle pedagogisch medewerker gecontroleerd. Er zijn geen nieuwe medewerkers aangenomen na de jaarlijkse inspectie in 2018. Alle medewerkers hebben een passende beroepskwalificatie. Eén van de pedagogisch medewerkers zal de functie van pedagogisch beleidsmedewerker en coach gaan vervullen. Zij is in 2019 klaar met haar opleiding die is gekwalificeerd voor het uitvoeren van deze functie. De voorwaarde met betrekking tot de pedagogisch beleidsmedewerker/coach zal bij de jaarlijkse inspectie in 2020 getoetst worden. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarde die is getoetst. 6 van 15

Aantal beroepskrachten Tijdens de inspectie werd er voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De beroepskracht-kindratio (BKR) is berekend aan de hand van de presentielijsten en roosters waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van de kinderen. Door middel van een steekproef zijn de roosters en presentielijsten van week 3 en 4 beoordeeld. Met behulp van is gecontroleerd of er in de hiervoor genoemde weken voldoende beroepskrachten op de groepen staan. Uit de steekproef is gebleken dat de houder voldoende beroepskrachten inzet voor het aantal aanwezige kinderen. Conclusie: Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden omtrent de beroepskracht- kindratio. Inzet pedagogisch beleidsmedewerkers Onderstaande voorwaarde heeft de houder momenteel nog niet uitgewerkt. De pedagogisch medewerker die de functie van coach/pedagogisch beleidsmedewerker vervult is wel bezig om deze functie vorm en inhoud te geven. Bij de inspectie in 2020 kan onderstaande voorwaarde ook daadwerkelijk beoordeeld worden. "De houder van een kindercentrum bepaalt jaarlijks, indien hij meer dan één kindercentrum exploiteert, de wijze waarop hij het verplichte minimaal aantal uren waarvoor pedagogisch beleidsmedewerkers moeten worden ingezet, verdeelt over de verschillende kindercentra en legt dit schriftelijk vast zodat dit inzichtelijk is voor de beroepskrachten en ouders. De houder geeft de verdeling zodanig vorm dat iedere beroepskracht jaarlijks coaching ontvangt in de uitvoering van de werkzaamheden. " Stabiliteit van de opvang voor kinderen Op buitenschoolse opvang Bij Ot en Sien wordt gewerkt met 1 basisgroep voor maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. De houder heeft een aanvraag gedaan voor de uitbreiding van 20 naar 29 kindplaatsen. Wanneer er meer dan 22 kinderen worden opgevangen moet de houder gaan werken met twee basisgroepen. Een basisgroep voor kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar mag uit niet meer dan 22 kinderen bestaan. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn getoetst. Gebruikte bronnen: Interview (pedagogisch medewerkers) Observatie(s) (Tijdens vrij spel binnen en buiten en een tafelmoment) Personen Register Kinderopvang Presentielijsten (week 3 en 4 ontvangen op 06-02-2019) Personeelsrooster (week 3 en 4 ontvangen op 06-02-2019) 7 van 15

Veiligheid en gezondheid Inleiding Onder de Wet kinderopvang en aanverwante regelgeving worden onder meer voorwaarden gesteld waaruit blijkt dat de houder moet zorgdragen voor kinderopvang in een veilige en gezonde omgeving. Het gaat daarbij onder meer over de volgende onderwerpen: De houder moet een veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid voeren dat de veiligheid en gezondheid van de op te vangen kinderen zo veel mogelijk waarborgt. De houder is verantwoordelijk voor een vastgelegde procedure en implementatie daarvan op het gebied van kindermishandeling (met inbegrip van huiselijk geweld). De bevindingen hieromtrent worden hieronder beschreven en beoordeeld. Veiligheids- en gezondheidsbeleid Kinderopvang Bij Ot en Sien heeft een veiligheids- en gezondheidsbeleid. De pedagogisch beleidsmedewerker vult de quickscan in. Alle medewerkers hebben een account en kunnen meekijken. Aan de hand van de quickscan wordt het veiligheids- en gezondheidsbeleid bijgesteld. Het beleid is aanwezig in een map op de locatie. Tijdens teambijeenkomsten worden er onderwerpen in combinatie met protocollen op het gebied van veiligheid en hygiëne met elkaar besproken. De beleidscyclus staat beschreven in het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Ten tijde van de inspectie is er een volwassene aanwezig die gekwalificeerd is voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen met een geldig EHBO certificaat. De houder is voornemens om op alle dagen iemand in te roosteren die gekwalificeerd is. Conclusie: Er wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden met betrekking tot het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Kinderopvang Bij Ot en Sien werkt met een meldcode die voldoet aan de voorwaarden. De pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van de meldcode en de meldplicht. De houder bevordert het gebruik van de meldcode en de meldplicht voldoende. Alle medewerkers hebben eind 2018 een training gehad en onderdelen uit de meldcode worden besproken tijdens teamvergaderingen. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn getoetst. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview (pedagogisch medewerkers) Observatie(s) (Tijdens vrij spel binnen en buiten en een tafelmoment) EHBO certificaten Beleid veiligheid- en gezondheid (Ontvangen op 06-02-2019, versie 01-02-2019) Huisregels/groepsregels (ingezien op locatie) Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling (Ontvangen op 06-02-2019, versie 29-01- 2019) Notulen teamoverleg (teamoverleg 09-02-2019, ontvangen op 06-02-2019) 8 van 15

Accommodatie Inleiding Bij het onderdeel accommodatie is getoetst of de houder voldoende m2 binnen- en buitenspeelruimte heeft voor de uitbreiding van het aantal kindplaatsen van 20 naar 29. Eisen aan ruimtes Buitenschoolse opvang Bij Ot en Sien maakt in de winter gebruik van een ruimte van 89 m2. Deze ruimte is groot genoeg voor de opvang van 25 kinderen. De ruimte waar in de zomer gebruik van wordt gemaakt is 90 m2. Ook groot genoeg voor 25 kinderen. De houder heeft een aanvraag gedaan voor de uitbreiding van 20 naar 29 kinderen. Gezien de binnenruimte kunnen er maar 25 kinderen maximaal worden opgevangen om te voldoen aan de 3,5 m2 binnenruimte per kind. De buitenruimte is wel groot genoeg voor de opvang van 29 kinderen. Conclusie: Buitenschoolse opvang Bij Ot en Sien kan het aantal kindplaatsen uitbreiden van 20 naar 25. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observatie(s) (Tijdens vrij spel binnen en buiten en een tafelmoment) mailcontact gegevens binnenruimte 9 van 15

Overzicht getoetste inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het kindercentrum beschikt over een pedagogisch beleidsplan. De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat in de buitenschoolse opvang conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. (art 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aspecten van verantwoorde buitenschoolse opvang, bedoeld in artikel 11 van het Besluit kwaliteit kinderopvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind of problemen worden gesignaleerd en ouders worden doorverwezen naar passende instanties voor verdere ondersteuning. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop de mentor de verkregen informatie over de ontwikkeling van het kind met de ouders bespreekt en de wijze waarop aan de ouders en het kind bekend wordt gemaakt welke beroepskracht de mentor is van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de werkwijze, maximale omvang en leeftijdsopbouw van de basisgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder d Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 2 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de tijden waarop er minder beroepskrachten worden ingezet dan vereist is op basis van het aantal aanwezige kinderen, alsmede de tijden waarop in ieder geval niet daarvan wordt afgeweken en wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. De afwijkende inzet van het minimumaantal beroepskrachten op grond van de beroepskracht-kindratio kan op de dagen van de week verschillen, zij het dat de afwijkende inzet niet per week verschilt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder a Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de aard en de organisatie van de activiteiten waarbij kinderen de basisgroep kunnen verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder b Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van het beleid ten aanzien van het gebruik kunnen maken van buitenschoolse opvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder c Besluit kwaliteit kinderopvang) Het pedagogisch beleidsplan bevat, indien van toepassing, een concrete beschrijving van de taken die beroepskrachten in opleiding, stagiairs en vrijwilligers in de buitenschoolse opvang kunnen uitvoeren en de wijze waarop zij hierbij worden begeleid. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang; art 12 lid 3 onder e Besluit kwaliteit kinderopvang) 10 van 15

Pedagogische praktijk In het kader van het bieden van verantwoorde buitenschoolse opvang, draagt de houder van een kindercentrum er in ieder geval zorg voor dat, rekening houdend met de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden: a. op een sensitieve en responsieve manier met kinderen wordt omgegaan, respect voor de autonomie van kinderen wordt getoond en grenzen worden gesteld aan en structuur wordt geboden voor het gedrag van kinderen, zodat kinderen zich emotioneel veilig en geborgen kunnen voelen; b. kinderen spelenderwijs worden uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger te functioneren in een veranderende omgeving; c. kinderen worden begeleid in hun interacties, waarbij hen spelenderwijs sociale kennis en vaardigheden worden bijgebracht, teneinde kinderen in staat te stellen steeds zelfstandiger relaties met anderen op te bouwen en te onderhouden; d. kinderen worden gestimuleerd om op een open manier kennis te maken met de algemeen aanvaarde waarden en normen in de samenleving met het oog op een respectvolle omgang met anderen en een actieve participatie in de maatschappij. (art 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 11 Besluit kwaliteit kinderopvang) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag en personenregister kinderopvang De houder van een kindercentrum draagt zorg voor koppeling met de in artikel 1.50 derde lid van de wet genoemde personen inclusief hemzelf. (art 1.48d lid 3 Wet kinderopvang) In het bezit van een verklaring omtrent het gedrag zijn: a. de houder of voorgenomen houder van een kindercentrum; b. de personen die op basis van een arbeidsovereenkomst met de houder of met een uitzendorganisatie tijdens opvanguren werkzaam zijn dan wel zullen zijn op de locatie van een onderneming waarmee de houder een kindercentrum exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; c. de personen die op basis van een andere overeenkomst met de houder structureel tijdens opvanguren werkzaam zijn of zullen zijn op de locatie waarmee de houder exploiteert en waar kinderen worden opgevangen; d. de personen die uit hoofde van hun functie toegang hebben of zullen hebben tot informatie over de kinderen die worden opgevangen; e. de personen van 18 jaar en ouder die op het woonadres waar een kindercentrum is gevestigd hun hoofdverblijf hebben of zullen hebben dan wel die structureel tijdens opvanguren aanwezig zijn of zullen zijn op het kindercentrum, gevestigd op een woonadres. Voor zover het natuurlijke personen betreft is eenieder als bedoeld in de onderdelen a tot en met e ingeschreven in het personenregister kinderopvang. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang) Na inschrijving van een persoon als bedoeld in artikel 1.50 derde lid van de wet in het personenregister kinderopvang en na koppeling met de houder van een kindercentrum kan de persoon zijn werkzaamheden aanvangen. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang) Opleidingseisen en eisen aan de inzet van beroepskrachten in opleiding en stagiaires Beroepskrachten beschikken over een passende opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang en cao Sociaal Werk. Een beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang beschikt daarbij over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij de Duitse, Engelse of Franse taal voor de deelvaardigheden gesprekken voeren, lezen, luisteren en spreken beheerst op ten minste niveau B2 van het Europees Referentiekader (ERK) voor talen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; art 9a lid 1 en 2 Regeling Wet kinderopvang) 11 van 15

Pedagogisch beleidsmedewerkers beschikken over een voor de werkzaamheden passende opleiding zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao Kinderopvang en cao Sociaal Werk. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 15 lid 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; art 7 lid 2 Regeling Wet kinderopvang) Aantal beroepskrachten De houder van een kindercentrum zet voldoende beroepskrachten in voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen, met dien verstande dat: - de verhouding tussen het minimaal aantal in te zetten beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in een basisgroep wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1, onderdeel b, bij het besluit kwaliteit kinderopvang en de daarbij behorende rekenregels; - Indien kinderen bij een activiteit zoals beschreven in het pedagogisch beleidsplan de basisgroep verlaten, leidt dit niet tot een verlaging van het totaalaantal minimaal op of, indien de activiteit buiten het kindercentrum plaatsvindt, vanuit het kindercentrum in te zetten beroepskrachten, ten opzichte van de situatie direct voorafgaand aan de activiteit. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 16 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang) Stabiliteit van de opvang voor kinderen Bij buitenschoolse opvang vindt de opvang plaats in basisgroepen. Een kind wordt opgevangen in één basisgroep. De maximale grootte van de basisgroep wordt bepaald op grond van tabel 2 in bijlage 1, onderdeel b van het Besluit kwaliteit kinderopvang. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 18 lid 1, 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang) Veiligheid en gezondheid Veiligheids- en gezondheidsbeleid De houder of voorgenomen houder van een kindercentrum stelt het veiligheids- en gezondheidsbeleid schriftelijk vast en verstrekt dit bij de aanvraag tot exploitatie. De houder evalueert, en indien nodig actualiseert, het veiligheids- en gezondheidsbeleid binnen drie maanden na opening van het kindercentrum. Daarna houdt de houder het veiligheids- en gezondheidsbeleid actueel. (art 1.49 lid 1 en art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 13 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang) De houder van een kindercentrum draagt er zorg voor dat er gedurende de buitenschoolse opvang te allen tijde ten minste één volwassene aanwezig is die gekwalificeerd is voor het verlenen van eerste hulp aan kinderen conform de in de Regeling Wet kinderopvang aan deze kwalificatie gestelde nadere regels. (art 1.49 lid 1 en art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 13 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; art 8 Regeling Wet kinderopvang) Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De houder van een kindercentrum stelt voor het personeel een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. De door de houder voor het personeel vast te stellen meldcode bevat ten minste de volgende elementen: - een stappenplan, inhoudende een omschrijving van de stappen voor het omgaan door het personeel met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; - een afwegingskader op basis waarvan het personeel het risico op en de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling weegt en dat het personeel in staat stelt te beoordelen of sprake is van dusdanig ernstig huiselijk geweld of ernstige kindermishandeling, dan wel van een vermoeden daarvan, dat een melding is aangewezen; - indien van toepassing, specifieke aandacht voor bijzondere vormen van geweld, die speciale kennis en vaardigheden van personeel vereisen; - specifieke aandacht voor de wijze waarop het personeel omgaat met gegevens waarvan zij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang; art 14 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang) 12 van 15

Het door de houder van een kindercentrum in de meldcode vastgestelde stappenplan bevat ten minste de volgende stappen: a. het in kaart brengen van de signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling; b. collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (Veilig Thuis) of een deskundige op het gebied van letselduiding; c. een gesprek met de ouders en, indien mogelijk, het kind; d. het toepassen van het afwegingskader, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b; e. het beslissen over: - het doen van een melding, en - het inzetten van de noodzakelijke hulp. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang; art 14 lid 1 onder a en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang) De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang) De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze, dat hij onverwijld in overleg treedt met de vertrouwensinspecteur kinderopvang, indien hem bekend is geworden dat een bij de onderneming werkzaam persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door hem geboden kinderopvang. Indien uit het overleg blijkt dat sprake is van een redelijk vermoeden dat een persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een dergelijk misdrijf doet de houder onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar en stelt hij de vertrouwensinspecteur kinderopvang onverwijld in kennis. (art 1.51b lid 1, 2 en 5 Wet kinderopvang) De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien het een bij de houder werkzaam persoon op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ander ten behoeve van die houder werkzaam persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind van een ouder die gebruik maakt van de door hem geboden kinderopvang, deze persoon de houder van het kindercentrum daarvan onverwijld in kennis stelt. Indien degene die van het vermoeden op de hoogte moet worden gesteld dezelfde persoon is als degene die zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan dit misdrijf, is artikel 1.51c lid 1 en 2 Wet kinderopvang van toepassing. (art 1.51b lid 3, 4 en 5 Wet kinderopvang) De houder van een kindercentrum bevordert de kennis en het gebruik van de handelswijze dat, indien een bij de onderneming werkzaam persoon bekend is geworden dat de natuurlijke persoon die tevens houder is zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden of mishandeling jegens een kind dat gebruik maakt van de door de houder geboden kinderopvang, deze persoon in contact kan treden met de vertrouwensinspecteur kinderopvang en in geval van een redelijk vermoeden onverwijld aangifte doet bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar. (art 1.51c Wet kinderopvang) Accommodatie Eisen aan ruimtes Een kindercentrum beschikt over ten minste 3,5m² binnenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang) Een kindercentrum beschikt over ten minste 3m² vaste buitenspeelruimte per in het kindercentrum aanwezig kind. De buitenspeelruimte is bij voorkeur aangrenzend aan het kindercentrum. In het geval een buitenspeelruimte niet aangrenzend is, is deze gelegen in de directe nabijheid van het kindercentrum en voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; art 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang) 13 van 15

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Bij Ot en Sien Website : http://www.bijotensien.nl Vestigingsnummer KvK : 000027411335 Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Frida Lubbers - Krapels KvK nummer : 58029435 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Drenthe Adres : Postbus 144 Postcode en plaats : 9400AC ASSEN Telefoonnummer : 0592-306300 Onderzoek uitgevoerd door : T. Jansen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Aa en Hunze Adres : Postbus 93 Postcode en plaats : 9460AB GIETEN Planning Datum inspectie : 29-01-2019 Opstellen concept inspectierapport : 14-02-2019 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 14-02-2019 Verzenden inspectierapport naar houder : 14-02-2019 Verzenden inspectierapport naar : 14-02-2019 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 14-02-2019 14 van 15

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft op 14-02-2019 via de mail laten weten akkoord te gaan met de inhoud van het inspectierapport. 15 van 15