Gebruiksaanwijzing Deltameter 5 Toepassingsgebied: Wisselstroomnetten tot 13 kv Nominaalspanning Artikelnummer: 930 450-001 Var. 0001 Met Nederlandstalige opdruk Kontaktsysteme GmbH & Co. KG Rosenstraße 44 Telefon: +49 (0)7181 / 7005-0 73650 Winterbach Telefax: +49 (0)7181 / 7005-565 Deutschland Internet: www.pfisterer.de 040231-700_nl_V01 1 van 13
Inhoud 1. INLEIDING...4 2. TOEPASBAARHEID... 4 2.1. VERKLARING VAN HET TOEPASSINGSGEBIED... 4 2.2. UITSLUITINGEN MET BETREKKING TOT NORMERING.... 4 2.3. SPANNINGSBEREIK EN WELK NET... 4 2.4. KLIMAATAFHANKELIJKHEID...4 3. NORMERING... 5 4. GEBRUIKERS,- EN VEILIGHEIDSTIPS... 5 4.1. GEBRUIKERSBEPALING... 5 4.2. PERSOONLIJKE BESCHERMING... 5 4.3. NETSPANNING EN FREQUENTIE... 5 4.4. WELKE SOORT SPANNING?... 5 4.5. AANRAKEN VAN DE PROEFSPITSEN... 5 4.6. OPBOUW VAN DE DELTAMETER 5... 5 4.7. MODIFICATIES... 6 5. VERKLARINGEN... 6 5.1. LABELS...6 5.2. DISPLAY... 6 5.3. HANDVATTEN MET BEGRENZINGSRING... 7 5.4. RODE MARKERING... 7 5.5. ZELFTEST... 7 5.6. GEBRUIK VAN HULPSTUKKEN... 7 5.7. VERVANGING VAN ONDERDELEN... 7 6. BEDIENING... 7 6.1. CONTROLE OP BESCHADIGINGEN... 7 6.2. CONTROLE OP DE JUISTE OPBOUW VAN DE DELTAMETER 5... 8 6.3. IN EN UITSCHAKELEN VAN DE DELTAMETER 5...8 6.4. METEN...8 6.4.1. Veilige afstand... 8 6.4.2. Contact maken met het te meten object Deltameter 5... 8 6.4.3. Vasthouden van de tester...8 6.4.4. Het meten zelf... 8 6.5. DETAILS TIJDENS HET METEN... 9 6.5.1. Nauwkeurigheid... 9 6.5.2. Vreemde spanningen en velden... 9 6.5.3. Type geteste verdelers/schakelaars... 9 7. STORINGEN... 9 8. TRANSPORT... 9 9. OPSLAG... 10 10. PREVENTIEF ONDERHOUD... 10 10.1. SCHOONMAKEN... 10 10.2. JAARLIJKS TESTEN VAN DE DELTAMETER... 10 10.3. BATTERIJ... 10 10.3.1. Type Batterijen... 10 10.3.2. Lege batterijen... 10 10.3.3. Vervangen van de batterijen... 10 10.4. HERHALINGSTEST... 11 040231-700_nl_V01 2 van 13
11. ONDERDELEN... 11 12. TECHNISCHE GEGEVENS... 11 13. OPBOUW VAN DE DELTAMETER 5... 12 14. OPBOUW... 13 Verklaring van de afbeeldingen Afbeelding 5-1: Onderdelen van de Deltameter 5... 6 Afbeelding 5-2: Labels van Deltameter 5... 6 Afbeelding 13-1: Display van de Deltameter 5... 13 Verklaring van de Tabellen Tabel 5-1: Verklaring van de labels Deltameter 5... 6 Tabel 5-2: Display van de Deltameter 5... 6 Tabel 12-1: Technische gegevens Deltameter 5... 6 Tabel 13-1: Opbouw van de Deltameter 5... 13 040231-700_nl_V01 3 van 13
1. Inleiding De Deltameter is een meetapparaat om het verschil in spanning tussen 2 fasen aan te geven. De Deltameter 5 is alleen geschikt voor de toepassingen zoals beschreven in dit document en mag allen door geschoolde vaklieden gehanteerd worden. 2. Toepasbaarheid 2.1. Verklaring van het toepassingsgebied Bij het koppelen van twee verschillende middenspanningen kan onder invloed van verschillende factoren de beveiliging aanspreken, ondanks een juiste test met de fasevergelijker de test volgens IEC 61481 fasegelijkheid In deze gevallen kan (na de fasevergelijking) met de Deltameter 5 duidelijkheid verkregen worden. De Deltameter 5 geeft digitaal het verschil in spanning tussen de twee fasen aan met een nauwkeurigheid van 10V. Hierdoor biedt de Deltameter 5 een nauwkeurige controle mogelijkheid voor u gaat schakelen. 2.2. Uitsluitingen met betrekking tot Normering. De Deltameter 5 is niet als spanningstester volgens IEC 61243-2 of fasevergelijker volgens IEC 61481 te gebruiken. 2.3. Spanningsbereik en welk net De Deltameter 5 mag alleen in 3 fase systemen met een nominaalspanning van 1 tot13kv en een netfrequentie van 50 of 60Hz gebruikt worden De Deltameter 5 is niet geschikt voor gelijkspanningsnetten. 2.4. Klimaatafhankelijkheid De Deltameter 5 is bij de volgende klimaatomstandigheden te gebruiken: Klimaat klasse N (volgens IEC 61243-1:2003): -25 C - +50 C bij 20-96 % Luchtvochtigheid Ook bij neerslag te gebruiken: De Deltameter 5 is ook bij neerslag te gebruiken, dat wil dus zeggen dat hij geschikt is voor binnen en buitengebruik De Deltameter 5 mag nooit langdurig aan zonlicht worden blootgesteld 040231-700_nl_V01 4 van 13
3. Normering Voor de Deltameter 5 bestaat er tot nu toe nog geen geldige, Duitse Europese of internationale Norm. De componenten die de veiligheid van de Deltameter 5 garanderen zijn dezelfde die in de tester volgens IEC 61243-1:2003 en de fasevergelijker volgens IEC 61243-2:2002 gebruikt zijn. 4. Gebruikers,- en veiligheidstips 4.1. Gebruikersbepaling De Deltameter 5 mag alleen door geschoolde vakkrachten gebruikt worden. Locale wetgeving dient hierbij in acht worden genomen. Opmerking: In Duitsland is de vastgelegde persoonlijke veiligheid van kracht (EN 50110-1:2004) voor het aantonen van de afwezigheid van spanning. 4.2. Persoonlijke bescherming De persoonlijke beschermingsmiddelen(pbm) moeten volgens de locale normering in acht worden genomen. 4.3. Netspanning en frequentie De Deltameter 5 mag alleen gebruikt worden voor de spanning en frequentie zoals vermeldt staan op de labels. 4.4. Welke soort spanning? De Deltameter 5 kan voor verschilmetingen tussen fase-fase en fase-aarde gebruikt worden. 4.5. Aanraken van de proefspitsen De beide contactelektroden van de Deltameter 5 mogen tijdens gebruik in de gevarenzone nergens contact mee maken Opmerking: De Deltameter 5 is zo ontworpen, dat bij gebruik aan de Nominaalspanning de meetstroom tussen de proefelektrodes nooit boven de 3,5mA kan komen. 4.6. Opbouw van de Deltameter 5 De Deltameter 5 is alleen te gebruiken in de samenstelling zoals geleverd wordt door Pfisterer, dus met de originele isolatiestangen. 040231-700_nl_V01 5 van 13
4.7. Modificaties Ingrepen en veranderingen aan de Deltameter 5 en het toevoegen van labels of stickers of andere typevreemde componenten zijn niet geoorloofd. 5. Verklaringen 5.1. Labels Afbeelding 5-1: Opschriften voor de Deltameter 5 Benaming i-520s Verklaring Beschrijft de gebruikte isoleerstang. De minimale lengte bedraagt 520 mm. 1-13 kv 50 Hz Nominaalspanning en frequentie Tabel 5-1: Labels van Deltameter 5 Deltameter 5 Dubbele driehoek: Geschikt voor werken onder spanning 5.2. Display De digitale weergave geeft in 3 cijfers de verschilspanning in kilo Volts aan (kv). Voorbeeld: De aanwijzing 1.32 duidt op een waarde van 1,32 kv. Afbeelding 5-2: Display van de Deltameter 5 040231-700_nl_V01 6 van 13
5.3. Handvatten met begrenzingsring De Deltameter 5 moet aan beiden handvatten tegelijk met één hand vastgehouden. De begrenzingsring geeft de overgang van het handvat naar de isoleerstang aan. Er mag nooit verder worden gegrepen dan de begrenzingsring. 5.4. Rode markering De beide rode ringen markeren tot hoever de proefspitsen in gebieden mogen komen waar een invloed van een elektrisch veld aanwezig kan zijn. Dus nooit verder in een installatie steken dan de rode ring, of het gedeelte voorbij de markering in de buurt van een spanningvoerend deel houden 5.5. Zelftest De Deltameter 5 voert geen zelftest uit bij inschakelen. 5.6. Gebruik van hulpstukken Het is niet toegestaan om de Deltameter 5 te gebruiken met andere hulpstukken dan de magefix adapter met nr 363291007. 5.7. Vervanging van onderdelen De gebruiker mag alleen de volgende delen vervangen met originele componenten: beide Isolatiestangen, beide Batterijen. beide o-ringen beide schroefdraadringen 6. Bediening 6.1. Controle op beschadigingen Vóór ieder gebruik moet de Deltameter 5 door de gebruiker op duidelijke beschadigingen worden gecontroleerd. Vooral de kabel moet goed onderzocht worden Beschadigde of sterk vervuilde Deltameters mogen niet gebruikt worden. 040231-700_nl_V01 7 van 13
6.2. Controle op de juiste opbouw van de Deltameter 5 Vóór ieder gebruik moet de Deltameter 5 door de gebruiker op de correcte samenstelling worden gecontroleerd. Let vooral op: De isolatiestangen moeten goed bevestigd zijn en De blauwe meetkabel moet vrij hangen over de volledige lengte zonder knopen of obstructies zijn. 6.3. In en uitschakelen van de Deltameter 5 De Deltameter 5 schakel je in door op de rode knop te drukken. Na het inschakelen verschijnt in het display 0.00. De Deltameter 5 schakel je uit met de rode knop. Het display geeft dan OFF. De Deltameter 5 schakelt automatisch uit na 2 minuten, als er een spanning lager dan 20V wordt gemeten. Het in en uitschakelen moet buiten de gevarenzone gebeuren. Tijdens het in en uitschakelen mogen de contactpunten niet in contact komen met spanningsvoerende delen. 6.4. Meten. 6.4.1. Veilige afstand Tijdens het meten moet de gebruiker altijd een veilige afstand in acht nemen. Mogelijke obstructies moeten vooraf verwijderd worden. 6.4.2. Contact maken met het te meten object Deltameter 5 Tijdens de meting mogen de contact elektroden alleen in aanraking komen met de te meten delen. Bij aanraking met andere potentialen dient men opnieuw te meten. 6.4.3. Vasthouden van de tester De Deltameter 5 mag alleen aan de handvatten vastgehouden worden. De begrenzingsring geeft de overgang van het handvat naar de isoleerstang aan. Er mag nooit verder worden gegrepen dan de begrenzingsring. 6.4.4. Het meten zelf. Maak met één van de contactelektrodes contact met fase 1, druk de elektrode met een lichte druk tegen het contactoppervlak aan. 040231-700_nl_V01 8 van 13
Leg de andere contactelektrode aan de tweede te meten door de elektrode met een lichte druk tegen het contactoppervlak te duwen. Opmerking: De volgorde van de te meten contactelektrodes is niet van belang. Zodra de Deltameter 5 met beide geleiders in contact is verschijnt de te meten waarde in het display Direct hierna kunnen de contactelektrodes voorzichtig van de spanning worden weggehaald. Bij alle stappen tijdens het meten dient er altijd rekening te worden gehouden dat geen van de delen van de Deltameter 5 in contact komt met elkaar of met andere obstakels. 6.5. Details tijdens het meten. 6.5.1. Nauwkeurigheid De Deltameter 5 geeft de spanningsverschillen aan met een nauwkeurigheid van 10V. 6.5.2. Vreemde spanningen en velden Om de meting betrouwbaar te houden moet ervoor gezorgd worden dat de meetkabel minstens 100mm vrij blijven van spanningsvoerende delen of van het aardpotentiaal. 6.5.3. Type geteste verdelers/schakelaars De Deltameter 5 is alleen bruikbaar in prefab typegeteste installaties. Een afspraak tussen exploitant en fabrikant van de installatie is noodzakelijk. 7. Storingen Indien de Deltameter 5 niet inschakelt, dienen de batterijen vervangen te worden. Als met nieuwe batterijen de Deltameter nog niet inschakelt, mag het apparaat niet gebruikt worden en teruggestuurd te worden naar de fabrikant. 8. Transport De Deltameter 5 moet in de daarvoor bestemde tas te worden vervoerd. In het bijzonder de kabel moet met zorg, en zonder knikken of knopen opgeborgen worden tijdens het transport. 040231-700_nl_V01 9 van 13
9. Opslag De Deltameter 5 moet onder de volgende klimatologische omstandigheden worden bewaard: Klimaatklasse N (volgens IEC 61243-1:2003): -25 C - +50 C bij 20-96 % relatieve luchtvochtigheid Niet langdurig blootstellen aan zonlicht. 10. Preventief onderhoud 10.1. Schoonmaken De Deltameter 5 kan met een pluisvrije lichtvochtige doek gereinigd worden, aan alle onderdelen. Oplosmiddelen of agressieve schoonmaakmiddelen mogen niet gebruikt worden. 10.2. Jaarlijks testen van de Deltameter De Deltameter 5 dient minimaal 1 keer per jaar gebruikt of op de juiste werking gecontroleerd te worden. 10.3. Batterij 10.3.1. Type Batterijen Aanbevolen type batterijen: Energizer Lithium AA 1,5Volt. Ook bruikbaar zijn Alkaline-batterijen type AA (LR6). Hierbij is echter in sommige gevallen een frequenter vervangen van de batterij noodzakelijk, afhankelijk van de batterij en omgevingstemperatuur 10.3.2. Lege batterijen Lege batterijen dienen uit het apparaat te worden weggenomen. 10.3.3. Vervangen van de batterijen Het vervangen van de batterijen mag alleen in een droge schone ruimte gebeuren. De batterijen bevinden zich in het gedeelte waar het display ook zit. Draai de zwarte draadring er voorzichtig af en haal het binnenwerk voorzichtig te voorschijn. Let op dat de kabelverbindingen niet beschadigen. Hierna kunt u de batterijen verwisselen let op dat de juiste polarisatie wordt aangehouden. De blauwe afdichtring en de afdichtingvlakken dienen gecontroleerd te worden op reinheid en beschadigingen. Deze dienen als hoogspanningsisolator 040231-700_nl_V01 10 van 13
en als vochtafdichting. Een juiste bevestiging is een voorwaarde voor de veilige werking van de Deltameter 5. Gebruik alleen de originele O-ring 10.4. Herhalingstest Voor de Deltameter 5 zijn er geen vastgelegde termijnen voor een herhalingstest beschreven. Pfisterer hanteert de termijn van minimaal 1 x per 6 jaar. (Uit de norm van de testers en fasevergelijkers) 11. Onderdelen Benaming Bestelnummer Isoleerstang i-520s 973 500-001 O-Ring, blauw 021 970-009 draadring 973 005-001 Lithium-Batterij AA 1,5 V 619 435-004 Tabel 11-1: Onderdelen Deltameter 5 12. Technische gegevens Elektrische gegevens Nominaalspanning Meetspanning Display Aflezing Nauwkeurigheid Inschakelen Uitschakelen 1 tot 13 kv 13 kv LED-7-Segment vier karakters, cijferhoogte 10 mm 10 V ±5 % van de meetwaarde +30 V bij een vrije afstand van 100 mm tussen de kabel en de spanningvoerende delen of het aardpotentiaal Drukknop Drukknop of vanzelf indien langer als 2 minuten een spanning 20V gemeten wordt Mechanische gegevens Totaallengte Maximale insteekdiepte Lengte van de verbindingskabels Transportlengte Klimaatklasse 1,19 m A i = 520 mm 1 m 0,75 m N Waar te gebruiken Tabel 12-1: Technische gegevens Deltameter 5 Ook geschikt voor buiten 040231-700_nl_V01 11 van 13
13. Opbouw van de Deltameter 5 Index Omschrijving 1 contactelektrode (getande uitvoering om met de geleider contact te maken) 2 proefspits(verlenging van de contactelektrode) 3 markering (rode ring) 4 aflees unit 5 isoleerstang 6 begrenzingsring 7 Handvat 8 In / uitschakelknop 9 display Tabel 13-1: opbouw van de Deltameter 5 040231-700_nl_V01 12 van 13
14. Opbouw Afbeelding 14-1: opbouw van de Deltameter 5 040231-700_nl_V01 13 van 13