Orde van dienst voor Stille Zaterdag Datum : 20 april 2019 Aanvang : 21.30 uur Plaats : Protestantse Kerk Marknesse Organist : dhr.h. Haasjes m.m.v : Koor Cantemus Dominum o.l.v. Co Jongsma
PAASWAKE Deze nacht is een nacht om te waken, wacht te houden bij de Heer. In de oudste vorm is de Paaswake een nachtelijke viering. De nacht wordt vanaf een bepaald moment wakende doorgebracht in afwachting van de opstanding. Natuurlijk is er pas echt sprake van een wake als men inderdaad de nacht biddend, zingend, luisterend en mediterend in de kerk doorbrengt, in afwachting van de morgen, echter vanwege liturgische en gemeentelijke problemen is de viering van de wake al vrij snel verschoven naar de avond. Vanavond wordt de liturgische kleur wit. In de dienst van vandaag sluiten we de voorgaande weken af. Het oude is voorbijgegaan, het nieuwe komt eraan. In de paaswake prijzen we God om de schepping van het licht. We lezen en bezingen de grote daden Gods. We herinneren ons onze doop. We wachten en waken in het donker en zien hoopvol uit naar Christus, het Licht dat komt. We houden ons gereed en wachten tot de nieuwe paaskaars met het nieuwe licht wordt binnengebracht om aan elkaar door te geven.
De Paaskaars wordt binnengebracht, terwijl het koor zingt Laudate omnes gentes V: Het licht van Christus die in heerlijkheid verrezen is, moge de duisternis uit ons leven verdrijven. De nacht is voorbijgegaan, de dag is aangebroken, de zon der gerechtigheid gaat over ons op. Amen. Het doorgeven van het licht Wie het licht ontvangen heeft zingt mee met het lied: Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft. Gebed van de paasnacht V: Verheft uw hart! Gemeente: Wij zijn met ons hart bij de Heer. V: Brengen wij dank aan de Heer, onze God. Gemeente: Hij is onze dankbaarheid waardig. Zingen lied 600: koor: 1,3,5 allen: 2 en 4 1. Licht, ontloken aan het donker, Licht, gebroken uit de steen, Licht, waarachtig levensteken, werp uw waarheid om ons heen. 2. Licht, geschapen, uitgesproken, Licht, dat straalt van Gods gelaat, Licht, uit Licht, uit God geboren, groet ons als de dageraad. 3. Licht, aan liefde aangestoken, Licht dat door het donker brandt, Licht, jij lieve lentebode, zet de nacht in vuur en vlam.
4. Licht, verschenen uit den hoge, Licht, gedompeld in de dood, Licht, onstuitbaar, niet te doven, zegen ons met morgenrood. 5. Licht, straal hier in onze ogen, Licht, breek uit in duizendvoud, Licht, kom ons met stralen tooien, ga ons voor van hand tot hand. De lichten in de kerk worden ontstoken. Er wordt nu gelegenheid gegeven om de brandende wakekaarsjes naar voren te brengen zodat ze kunnen blijven branden voor iemand in onze nabijheid of voor een belangrijke gebeurtenis in ons persoonlijke leven. Daarna worden de kaarsen en de bloemen en het doopwater binnengebracht en kleden verwisseld. Koor zingt: 545: 1,4 en 5 Christus staat in majesteit Christus staat in majesteit door een stralenkrans omgeven op de berg der heerlijkheid, licht uit licht en eeuwig leven. Halleluja Uit de hemel komt een stem die het visioen komt schragen: Deze is mijn Zoon; op Hem rust mijn eeuwig welbehagen. Halleluja Zo wordt God in glans gekend; Hij, het licht van ons verlangen, woont niet in een aardse tent, maar op onze lofgezangen. Halleluja. Lezingen: V: Dit is de nacht waarin wij gedenken hoe God hemel en aarde geschapen heeft en het licht deed opgaan in de duisternis Lezing: Genesis 1: 1 5
Zingen: Lied 513: God heeft het eerste woord Koor 1 en 3, gemeente 2 en 4 1 God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort. 2 God heeft het eerste woord. Voor wij ter wereld kwamen, riep Hij ons reeds bij name, zijn roep wordt nog gehoord 3 God heeft het laatste woord. Wat Hij van oudsher zeide, wordt aan het eind der tijden in heel zijn rijk gehoord. 4 God staat aan het begin en Hij komt aan het einde. Zijn woord is van het zijnde oorsprong en doel en zin. V: Dit is de nacht waarin wij gedenken hoe God het volk Israël bevrijd heeft uit de slavernij en door water en woestijn heeft geleid naar het land van de belofte. Lezing: Exodus 14: 13-23 Zingen: Lied 650 De aarde is vervuld 1 De aarde is vervuld van goedertierenheid, van goddelijk geduld en goddelijk beleid. 2 Gods goedheid is te groot voor het geluk alleen, zij gaat in alle nood door heel het leven heen. 3 Zij daalt als vruchtbaar zaad tot in de groeve af omdat zij niet verlaat wie toeven in het graf. 4 Omdat zij niet vergeet wie godverlaten zijn: de wereld hemelsbreed zal goede aarde zijn. V: Dit is de nacht waarin wij gedenken hoe God het volk Israël terugbracht uit de ballingschap. Lezing: Ezechiël 37: 7-14
Zingen: 610: 1,3 en 5 1. Zo dor en doods, zo levenloos verlamd, uiteengeslagen, zonder hoop en zonder troost slijten wij de dagen. 5. Wek ons voorgoed! Zet met uw gloed ons recht op onze voeten. 3. Zijt Gij het, Heer, die weet wanneer wij ooit zullen herleven? Met uw adem kunt Gij toch Ons het leven geven. Vol van leven zullen wij t morgenlicht begroeten. V: Dit is de grote nacht waarin de Messias de banden van de dood heeft gebroken: Lezing: Lucas 24: 1-12 Zingen: Lied 642: 1,2,7 en 8 Ik zeg het allen 1 Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. 2 Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort, tot over 't ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort. 7 Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan, want wat gij goed doet is als zaad, dat heerlijk op zal gaan. 8 't Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft.
Doopgedachtenis V:Dit is de nacht, waarin mensen hun angst achter zich lieten en door het water heentrokken. Wij gedenken onze doop, omdat ook wij door het water van de dood heen worden gered en met het licht bekleed. De apostel Paulus schrijft over de doop als het begin van een nieuw leven met Christus: Lezing: Romeinen 6: 4-9 Zingen 686 De Geest des Heren heeft 1De Geest des Heren heeft een nieuw begin gemaakt, in al wat groeit en leeft zijn adem uitgezaaid. De Geest van God bezielt wie koud zijn en versteend herbouwt wat is vernield maak een wat is verdeeld. 2Wij zijn in Hem gedoopt hij zalft ons met zijn vuur. Hij is een bron van hoop in alle dorst en duur. Wie weet vanwaar Hij komt wie wordt zijn licht gewaar? Hij opent ons de mond en schenkt ons aan elkaar. Uitgieten van het water in de doopvont Koor: Wij zullen leven 1 Wij zullen leven,god zij dank Genoemd als dochters en als zonen: De erfgenamen van een land Dat nooit meer vruchteloos verzandt, Waar onrecht nimmermeer zal wonen. 2 Niet meer zijn wij door angst geknecht en aan de dood zijn wij ontheven. Nu wordt uw Geest op ons gelegd, in vrijheid brengt Gij ons terecht. Een nieuwe naam is ons gegeven.
3 Verheugd herkennen wij uw Naam, roepen U aan als onze Vader. Uw hart spreekt onze harten aan, uw aangezicht doet ons bestaan. In Christus komt Gij zelf ons nader. 4 In dood gedompeld waren wij, nu met Hem stralend nieuw verschenen! Geen rouw om het bestaan, maar blij bekleed met Hem: de weg is vrij, de nacht is voor het licht verdwenen. Gebeden: Koor: Ubicaritas na iedere voorbede en als afsluiting Gedicht: Stille zaterdag Koor: Ik ben de verrijzenis Zegenbede besloten met drie maal gezongen Amen Bij het verlaten van de kerk zingen wij: Lied 637: O vlam van Pasen 1 O vlam van Pasen, steek ons aan, de Heer is waarlijk opgestaan! De Zoon, voor wie het duister zwicht, de Zoon is als de zon zo licht! 2 De Vader laat niet in het graf zijn kind dat zoveel vreugde gaf, Hij tilt het uit de kille grond het loopt als vuur de wereld rond. 3 De oude nacht voorgoed gedood, de toekomst kleurt de morgen rood: ziehier hoe God vergevend is en hoe zijn liefde levend is. 4 Ziehier het licht van lange duur, ziehier de Zoon, de zon, het vuur; o vlam van Pasen, steek ons aan de Heer is waarlijk opgestaan