Meetinstructie. Pand blijkt na aankoop kleiner te zijn dan opgegeven. Gevolgen voor financiering.



Vergelijkbare documenten
Informatie niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Perceelsoppervlakte.

Opname in koopakte van afkoop leasecontract c.v.. Koopovereenkomst ontbonden en nieuwe overeenkomst gesloten met andere regeling over c.v..

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Informatie aan niet-opdrachtgever. Woonoppervlakte. Meetinstructie NEN 2580.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste oppervlakte in verkoopdocumentatie.

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENI- GING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST.

De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van: tegen

RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST. Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte.

CR 13/2482 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak.

De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van: tegen

Taxatie. Onjuiste vermelding oppervlaktemaat.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onjuiste woonoppervlakte. Kwaaitaalvloer.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Hertaxatie door niet-onafhankelijke tweede taxateur.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Onjuiste informatie over woonoppervlakte en afmeting tuin.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Informatie aan niet-opdrachtgever. Woonoppervlakte. NEN-2580 meetnorm.

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

De Raad van Toezicht Breda geeft de volgende uitspraak in de zaak van: mevrouw F., wonende te [adres], klaagster, tegen

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Raad van Toezicht Oost van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM

Informatie aan niet opdrachtgever. Onjuiste woonoppervlakte. NEN 2580-norm.

CR 10/2311 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 april 2010

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Taxatie. Afgeven taxatierapport zonder inspectie/opname door taxateur zelf.

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Keuze vergelijkingsobjecten.

RvT Zwolle. Taxatie als deskundige. Noodzaak van plaatselijke bekendheid.

Raad van Toezicht Oost van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM

Raad van Toezicht te Arnhem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen en Vastgoeddeskundigen NVM BESLISSING.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Bestemming object. Mededelingsen onderzoeksplicht. Vergunning Waterschap.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Belangenverstrengeling. Aankoop door medewerker van verkopend makelaar. Onvoldoende belangenbehartiging.

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

UITSPRAAK DOENDE: inzake: De heer C. R. en mevrouw S.R. R.-S., wonende te Leiden, klagers, contra:

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

Collegialiteit. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

Meetinstructie. Zolder met klein raam tot gebruiksoppervlak gerekend. Inmiddels gewijzigd criterium. Geen uitbreiding van de klacht in hoger beroep.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Voormalige echtelijke woning, Instemming echtgenoot met verkoop.

CR 12/2421 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CRvT DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

2. De klacht is behandeld ter zitting van de Raad op 20 juni Ter zitting waren aanwezig klager in persoon alsmede O. Z. namens beklaagde.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Taxatie uit tijd vóór meetinstructie. Niet ongebruikelijke oppervlakteberekening gehanteerd.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Parkeerplaats bij appartementencomplex verkeerd omschreven. Koper gedupeerd.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

CR 13/2449 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Koopakte beweerdelijk anders dan afgesproken. Onduidelijkheid over positie van de makelaar.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Ontvankelijkheid. Civielrechtelijk geschil.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Woonoppervlakte. NEN 2580-norm.

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van: tegen

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Ontvankelijkheid. Verjaring. Ne bis in idem-beginsel. Taxatie. Onjuiste oppervlakte.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

B MAKELAARDIJ B.V., kantoorhoudende te G, beklaagde,

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Niet-nakoming van bindend advies. Na intrekking van opdracht reclamefilmpje waarin het te koop staande pand voorkomt, niet verwijderd.

de heer S. en mevrouw V., wonende [adres], klagers, tegen:

Ernstige verzaking mededelingsplicht. Bodemverontreiniging. Deel van informatie van de gemeente weggekipt.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Afbreken onderhandelingen.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Bestemming onroerende zaak. Mededelings- en onderzoeksplicht.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Perceelsoppervlakte. Onjuiste oppervlakte woning en tuin. All-in huurprijs.

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Transcriptie:

Meetinstructie. Pand blijkt na aankoop kleiner te zijn dan opgegeven. Gevolgen voor financiering. Klager koopt een woning waarvan door makelaar-verkoper een woonoppervlak van 125 m² wordt vermeld. De taxateur die voor de financiering taxeert, komt op een woonoppervlak van eerst 96 m ² en na opnieuw meten op 108 m². Beklaagde komt bij nader inzien op 110 m². Daarover geïnformeerd deelt de bank aan klager mede dat koper meer eigen geld zal moeten inbrengen. Klager voelt zich gedupeerd. Makelaar-verkoper geeft toe dat hij een vergissing maakte: hij heeft de aanbouw twee keer meegeteld terwijl deze alleen de begane grond betreft. De raad van toezicht is van oordeel dat deze fout de makelaar valt te verwijten. De Raad van Toezicht Groningen geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer J. S. en mevrouw W. K., wonende te Z klagers, tegen de heer W. V., makelaar o.g. te Z voorheen lid van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM, thans aangesloten NVM-makelaar, beklaagde, 1. Verloop van de procedure 1.1. Bij e-mailbericht van 5 februari 2015 met bijlagen aan de afdeling Consumentenvoorlichting van de Vereniging hebben klagers tegen beklaagde een klacht ingediend. Het verschuldigde klachtgeld is op 3 maart 2015 door de Vereniging ontvangen en bij brief van 12 maart 2015 met bijlagen zijn de stukken in handen gesteld van de Raad ter behandeling. 1.2. Door beklaagde is op 26 maart 2015 een verweerschrift ingediend. 1.3. De klacht is mondeling behandeld door de Raad op zijn zitting van 21 april 2015, waar partijen zijn verschenen. 1.4. Door partijen is een nadere mondelinge toelichting op de ingediende klacht gegeven en is op vragen van de Raad geantwoord. Door de voorzitter is aan partijen meegedeeld dat de Raad slechts oordeelt over de tuchtrechtelijke aspecten van de ingediende klacht en niet over een eventuele civielrechtelijke aansprakelijkheid van beklaagde of een mogelijke schadevergoeding. Daartoe is bij uitstek de burgerlijk rechter bevoegd. 1.5. Een dag na de sluiting van de mondelinge behandeling heeft beklaagde zich bij brief d.d. 22 april 2015 tot de Raad gewend met een aantal op- en aanmerkingen. De Raad laat deze brief bij zijn beoordeling van dit geschil buiten beschouwing omdat enerzijds de mondelinge behandeling ervan reeds door de voorzitter was gesloten en anderzijds klagers niet (meer) op de inhoud van de brief kunnen reageren, hetgeen een schending van het beginsel van hoor en wederhoor zou betekenen. De secretaris heeft beklaagde van dit oordeel van de Raad

schriftelijk op de hoogte gebracht. 2. De feiten 2.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of niet behoorlijk gemotiveerd betwist, alsmede op grond van de overgelegde bescheiden, voor zover niet betwist, staan tussen partijen de navolgende feiten vast. 2.2. Medio 2013 heeft beklaagde van de erven B.-W. de opdracht tot bemiddeling bij verkoop verkregen van de woning aan de H-akker 6 te Z, waarbij de vraagprijs werd gesteld op 198.000,- k.k. 2.3. In april 2014 wendden klagers zich tot beklaagde omdat zij voor de aankoop van deze woning belangstelling hadden. De informatie over deze woning hadden zij ontleend aan de publicatie door beklaagde op Funda. Daarin stond vermeld dat het ging om een twee onder een kap woning die gebouwd was in de periode 1960-1970 met een totale oppervlakte van 446 m 2. Als inhoud werd vermeld 350 m 3 en de gebruiksoppervlakte voor wonen op 125 m 2, verder was er een overige inpandige ruimte van 15 m 2 en een externe bergruimte van 23 m 2. De woning kende vijf kamers, waaronder vier slaapkamers. 2.4. Door klagers is de woning bezichtigd en in verband met door hen gewenste aanpassingen werd een tweede afspraak gemaakt waarbij ook een aannemer aanwezig was die aan klagers een offerte zou uitbrengen met betrekking tot de kosten van verbetering/verbouwing. 2.5. Klagers hebben, nadat zij hun informatie hadden gekregen van de aannemer over de verwachte verbouwingskosten, overeenstemming bereikt op een koopsom van 180.000,- onder voorbehoud dat aan hen een passende financiering zou worden verschaft en een positieve bouwkundige keuring zou plaatsvinden. 2.6. In verband met de benodigde financiering verkreeg Makelaardij G te Z opdracht om overeenkomstig het Normblad taxatie financiering woonruimte een taxatie uit te brengen. Bij zijn opname constateerde de taxateur V van het makelaarskantoor dat de woonoppervlakte van 125 m 2 zoals op Funda aangegeven door hem niet kon worden bevestigd. V kwam tot een oppervlakte van 96 m 2 naar hij klagers meedeelde. 2.7. Vervolgens heeft V, die van beklaagde de bouwtekeningen had ontvangen, contact opgenomen met beklaagde om deze discrepantie van bijna 30 m 2 in de gemeten oppervlakte te bespreken. In het daarop volgende overleg en na een toelichting van beklaagde heeft V opnieuw overeenkomstig de meetinstructie de oppervlakte opgenomen en kwam hij tot een oppervlakte van 108 m 2. Deze oppervlakte nam V vervolgens op in zijn taxatierapport waarbij hij op een marktwaarde van het getaxeerde object kwam van 190.000,-. 2.8. Nadat de bank kennis had genomen van het taxatierapport heeft zij klagers meegedeeld de uitgebrachte hypotheekofferte (de aankoopsom te vermeerderen met een bouwdepot van

35.000,-) niet ongewijzigd te willen handhaven. Hierdoor dienden klagers een deel van hun eigen spaargeld aan te spreken om de transactie mogelijk te maken. Dit had weer tot gevolg dat de door hen gewenste verbouwing niet in haar geheel kon worden bekostigd en afgerond. 2.9. Klagers hebben beklaagde op zijn onjuiste oppervlakteopgave aangesproken en gesteld dat door hen schade werd geleden. Een door beklaagde gedaan schikkingsvoorstel is door klagers verworpen als zijnde ongenoegzaam. 3. De klacht 3.1. Samengevat en zakelijk weergegeven houdt de klacht in dat beklaagde klagers onjuist heeft voorgelicht door in de publiciteit van een via hem aangeboden woning een aanzienlijk groter woonoppervlakte te vermelden dan feitelijk aanwezig bleek te zijn na inmeting daarvan overeenkomstig de meetinstructie. 4. Het verweer 4.1. Beklaagde heeft samengevat tot zijn verweer het navolgende opgemerkt. 4.2. Beklaagde stelt dat bij de bezichtigingen de oppervlakte van de woning geen enkele rol heeft gespeeld en dat de oppervlakte als zodanig nimmer door klagers aan de orde is gesteld. Bij de tweede bezichtiging is gebruik gemaakt door de aannemer van een elektronische afstandsmeter voor zijn berekeningen maar ook toen is over de oppervlakte niet gesproken. 4.3. Eerst in het kader van de financiering en de daarvoor noodzakelijke taxatie door G Makelaardij te Z vernamen klagers dat G tot een oppervlakte van 99 m 2 kwam in plaats van de 125 m 2 zoals door beklaagde in de publicatie op Funda aangegeven. Beklaagde heeft daarover met de taxateur V gesproken en na hermeting heeft deze zijn berekening gewijzigd en gesteld op 108 m 2 en die oppervlakte in zijn taxatierapport opgenomen. 4.4. Beklaagde heeft vervolgens nogmaals volgens de meetinstructie de woning ingemeten en hij kwam op een woonoppervlakte van 111 m 2. 4.5. Beklaagde erkent dat door hem een fout is gemaakt maar dat hij wel volgens de meetinstructie gemeten heeft. Beklaagde vermoedt dat dit komt omdat de (latere) aanbouw op de begane grond in zijn berekening is meegenomen en dat hij deze aanbouw nog eens heeft meegenomen bij de berekening van de vloeroppervlakte van de bovenverdieping. Dat was onjuist en had niet mogen gebeuren. Voor die gemaakte vergissing biedt beklaagde zijn excuses aan. 4.6. In verband met de hiervoor vermelde gang van zaken heeft het makelaarskantoor zijn beleid gewijzigd en maakt het nu gebruik van een extern bureau voor het opnemen van de maten van woningen die in de verkoop worden genomen. Daarbij vindt opmeting plaats conform de meetinstructie.

5. De beoordeling van het geschil 5.1. De klacht richt zich tegen makelaar W. V., aangesloten makelaar NVM te Z. De Raad van Toezicht Groningen is derhalve bevoegd om van de onderhavige klacht kennis te nemen. 5.2. De Raad overweegt als volgt. Beklaagde stelt dat hij de woning, met betrekking waartoe hij een opdracht tot bemiddeling verkreeg van een aantal erfgenamen, conform de geldende meetinstructie heeft opgemeten. Hij erkent dat bij de gepleegde opmeting door hem een fout is gemaakt zodat op Funda een woonoppervlakte van 125 m 2 is vermeld. Eerst nadat later een financieringstaxatie plaatsvond en de taxateur over de meting opmerkingen maakte bemerkte beklaagde deze fout. De verkooptransactie was toen al afgerond. Bij hermeting door hemzelf kwam beklaagde op een oppervlakte van 111 m 2 terwijl de taxateur uitkwam op een oppervlakte van 108 m 2 en die in zijn taxatierapport vermeldde. 5.3. De Raad is van oordeel dat een meetverschil van (125 m 2-111 m 2 =) 14 m 2 (en al helemaal een verschil van 17 m 2 ) niet kan worden toegerekend aan mogelijke afrondingsverschillen maar dat hier sprake is van een ernstige meetfout. Beklaagde heeft dit ook erkend en heeft daarvoor zijn excuses aangeboden. 5.4. Aldus heeft beklaagde anders gewaardeerd dan een behoorlijk en deskundig makelaar/taxateur betaamt en daarom is hem deze vergissing tuchtrechtelijk aan te rekenen. De Raad neemt daarbij in overweging dat door de foutieve vermelding van de woonoppervlakte in de publiciteit klagers problemen hebben gekregen met hun financiering en slechts door het putten uit eigen spaarkapitaal de transactie en de voorgenomen verbouwing doorgang hebben kunnen laten vinden. 5.5. Dat klagers enige malen de woning hebben bekeken en een aannemer de woning in verband met een geplande verbouwing heeft opgemeten disculpeert beklaagde niet. Klagers mochten uitgaan van de door beklaagde opgegeven maten en behoefden niet beducht te zijn dat die opgave niet zou kloppen. De aannemer had geen opdracht de woning op te meten maar de opdracht een offerte over de verbouwingskosten uit te brengen, waarbij zijn eigen meetgegevens werden gebruikt voor de prijsopgave. Niet gesteld of gebleken is dat de aannemer die meetgegevens met klagers heeft gedeeld, wel dat hij een prijsopgave deed die klagers paste. 5.6. Dat tenslotte een bouwkundige keuring plaatsvond waarbij klagers aanwezig waren is eveneens onvoldoende voor de Raad om voorbij te gaan aan de door beklaagde gemaakte fout. Het rapport van 15 mei 2014 van A de W Bouwadviseurs geeft uitvoerig aan welke aspecten van de opgenomen woning de adviseur onvoldoende achtte en welke herstelkosten zouden zijn te verwachten. Het overgelegde rapport echter vermeldt geen maatvoering waardoor klagers al eerder op geattendeerd konden zijn op de verschillen in de woonoppervlakte. Zij namen daarvan eerst kennis toen de koop al gesloten was en het ging om de

financiering en de mogelijke ontbinding van de overeenkomst als geen passende financiering door de bank zou worden verstrekt. Dat klagers er toen voor hebben gekozen de transactie doorgang te laten vinden en voor een deel de kosten te financieren uit eigen spaargeld is voor de Raad niet onbegrijpelijk. 5.6. De Raad acht de ingediende klacht gegrond en doet daarom uitspraak als na te melden. 6. De beslissing 6.1. De Raad verklaart de ingediende klacht gegrond. 6.2. De Raad legt aan beklaagde op de straf van berisping. 6.3. De Raad bepaalt dat beklaagde de kosten vallende op de behandeling van deze klacht voor zijn rekening dient te nemen tot een bedrag van 3.000,-, dit bedrag te vermeerderen met daarover de verschuldigde BTW. ALDUS gewezen te Groningen op 21 april 2015 door mr. B. van den Bosch, voorzitter, C.A. Voogd, lid, en de secretaris mr. G.J. Niezink.