Inspectierapport BSO Oki Doki De Kemp (BSO) Kapelaan Nausstraat 5 5987AR EGCHEL Toezichthouder: GGD Limburg-Noord In opdracht van gemeente: PEEL EN MAAS Datum inspectie: 06-05-2014 Type onderzoek: Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 10-06-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Veiligheid en gezondheid...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Buitenschoolse opvang (bso) Oki Doki de Kemp, Kapelaan Nausstraat 5 te Egchel is gesitueerd in Gemeenschapshuis 't Erf. Jong Nederland en de Bejaardenbond maakt ook gebruik van ruimten in dit gebouw. De binnenruimte biedt diverse speelmogelijkheden voor de kinderen op het gebied van sport en spel en creatieve doeleinden. De ruimten zijn open en licht en de basisruimte biedt een goed zicht op het buitenspeelterrein. De houder geeft alle informatie die nodig is voor dit onderzoek en stelt zich coöperatief op. Enkele voorwaarden uit het onderzoek voldoen niet en hier is overleg en overreding op toegepast. De houder heeft de ontbrekende of aangepaste documenten voor de afgesproken deadline aangereikt. Het VOG van de bestuurder ontbreekt nog. Er is een VOG van betreffende aangeleverd maar dit is niet het juiste VOG. Bij de afronding van deze rapportage heeft de houder een nieuw VOG aangevraagd. Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. Opname in het LRKP is pas mogelijk nadat het juiste VOG van de houder in het bezit is van de gemeente en de GGD. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin ook een aantal locatiespecifieke items worden beschreven. Ten tijde van de inspectie is de voorwaarde 'werkwijze van de basisgroep' niet voldoende beschreven. Hieromtrent heeft overleg en overreding plaatsgevonden en de houder heeft voor de afgesproken datum het pedagogisch beleid het betreffende onderdeel aangepast. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 4 van 11
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Ten tijde van de inspectie is het VOG van de houder nog niet overlegd bij de gemeente. Tijdens het onderzoek ná de inspectie komt er een VOG van de houder binnen maar dat is niet het juiste. Pas als het betreffende VOG aanwezig is en voldoet dan is registratie in het LRKP mogelijk. Op basis hiervan is geconstateerd dat de exploitatie redelijkerwijs niet zal plaatsvinden in overeenstemming met de volgende voorwaarde(n): De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview anderen Verklaringen omtrent het gedrag 5 van 11
Veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid en veiligheid en de daarbij behorende plannen van aanpak. In een van de teamvergaderingen worden deze risico's en plannen van aanpak besproken. Dit is minimaal eens per jaar. De protocollen waarnaar verwezen wordt in de plannen van aanpak zijn aanwezig op de locatie. Het risico betreffende de situatie dat er ook andere gebruikers in het gebouw zijn ten tijde van de bso is niet geïnventariseerd. Door overleg en overreding heeft de houder dit risico alsnog geïnventariseerd en er een plan van aanpak op geschreven. Meldcode kindermishandeling De juiste meldcode wordt gehanteerd. De houder biedt momenteel een digitale training aan voor de beroepskrachten zodat zij zich de kennis van de inhoud van de meldcode eigen kunnen maken. De resultaten worden gemonitord door de houder. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Risico-inventarisatie veiligheid Risico-inventarisatie gezondheid Actieplan veiligheid Actieplan gezondheid Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling 6 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 7 van 11
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico s op de thema s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico s op de thema s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 8 van 11
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar. 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Oki Doki De Kemp Aantal kindplaatsen : 20 Gegevens houder Naam houder : Kindcentra Peel en Maas Adres houder : John F. Kennedylaan 8 Postcode en plaats : 5981XC PANNINGEN Website : www@kindcentrapeelenmaas.nl KvK nummer : 41063698 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Limburg-Noord Adres : Postbus 1150 Postcode en plaats : 5900BD VENLO Telefoonnummer : 088-1191200 Onderzoek uitgevoerd door : F. van Bladel Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : PEEL EN MAAS Adres : Postbus 7088 Postcode en plaats : 5980AB PANNINGEN Planning Datum inspectie : 06-05-2014 Opstellen concept inspectierapport : 22-05-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 10-06-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 10-06-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 10-06-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 17-06-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11