Ouderenmonitor 65+ 2012-2013 Tabellenboek
Ouderenmonitor 65+ 2012-2013 Onderwerpen Gezondheid en ziekte Zelfredzaamheid Welbevinden Leefstijl Leefbaarheid Eenzaamheid Maatschappelijke participatie Huiselijk geweld Zorg en hulp WMO- en welzijnsvoorzieningen Achtergrondkenmerken Financiële situatie Tabel 1. Kernindicatoren Nederland Tabel 2. Vergelijking 2006-2009-2012 Tabel 3. Antwoordpercentages per vraag Vragenlijst Ouderenmonitor 2012
Ouderenmonitor 65+ 2012-2013 Algemeen - LEESWIJZER- De gepresenteerde cijfers zijn met behulp van zogenaamde weegfactoren gecorrigeerd voor de verdeling naar leeftijd en geslacht. De cijfers geven dan ook een beeld van de werkelijke situatie wat betreft leeftijds- en geslachtsopbouw, voor uw gemeente, de regio en Nederland. Bovenaan de kolom op de eerste pagina staat het aantal ouderen waarop het cijfer is gebaseerd. Alle percentages zijn afgerond naar gehele getallen. Uitzondering hierop zijn cijfers kleiner dan 1 procent, die worden met 1 cijfer achter de komma weergegeven. Door afronding kan een totaal boven 100 procent uitkomen. Wanneer er sprake is van een subcategorie is dit in de lay-out terug te vinden. Bijvoorbeeld Obesitas staat ingesprongen; dit betekent dus dat Obesitas een subcategorie is van de bovengenoemde categorie Overgewicht. Tabel 1: Kernindicatoren In tabel 1 worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek beschreven in de vorm van kernindicatoren. De resultaten zijn weergegeven als percentages voor de gemeente, de regio en Nederland. Door samenwerking met het CBS en het RIVM in de Nationale Monitor Gezondheid is het dit jaar voor het eerst mogelijk om voor een aantal landelijk vastgestelde basisvariabelen het landelijke cijfer te presenteren. Vetgedrukte cijfers in de gemeente kolom geven een statistisch significant verschil aan tussen uw gemeente en de regio. Vetgedrukte cijfers in de regio kolom geven een statistisch significant verschil aan tussen: a) de regio en uw gemeente of b) de regio en Nederland. Vetgedrukte cijfers in de Nederland kolom geven een statistisch significant verschil aan tussen de regio en Nederland. bel 3rdpercentages per vraag Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 In tabel 2 zijn de kernindicatoren van de Ouderenmonitor 2012 voor uw gemeente en de regio waar mogelijk vergeleken met de resultaten uit 2009 en de resultaten uit 2009 met die uit 2006. Vetgedrukte cijfers in de kolom 2009 geven een statistisch significant verschil aan tussen 2006 en 2009. Vetgedrukte cijfers in de kolom 2012 geven een statistisch significant verschil aan tussen 2009 en 2012. Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag In tabel 3 worden de antwoordpercentages op alle vragen uit de vragenlijst gegeven voor uw gemeente en de regio -Zuidoost. Deze resultaten zijn niet getoetst. Wanneer in de vragenlijst bij een bepaalde vraag meerdere antwoordcategorieën konden worden aangekruist, kan het totaal van deze percentages boven 100 procent uitkomen. van deze percentages boven 100 procent uitkomen.
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Gezondheid en ziekte Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Ervaren gezondheid Ervaart eigen gezondheid als 'gaat wel' tot 'slecht' 37 40 39 Chronische ziekten Heeft ooit een beroerte, hersenbloeding of herseninfarct gehad 7 9 8 Heeft ooit een hartinfarct gehad 9 10 10 Heeft ooit kanker gehad 17 17 18 Heeft één of meer chronische ziekten, en is daarvoor onder behandeling of onder controle van een arts 70 77 79 Chronische ziekten waarvoor men onder behandeling of controle is van een arts: Diabetes mellitus 11 15 15 - Heeft diabetes en gebruikt insuline 2 4 5 - Heeft diabetes en is binnen 6 maanden insuline gaan gebruiken na vaststelling diabetes 1 2 2 Beroerte, hersenbloeding of herseninfarct 2 4 4 Hartinfarct 7 7 7 Een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) 4 6 7 Een vorm van kanker (kwaadaardig) 11 11 11 Hoge bloeddruk 34 36 38 Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD 7 9 10 Gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma) van heupen of knieën 16 19 21 Zelfredzaamheid Beperkingen Beperkt in bezigheden door de lichamelijke gezondheid 23 26 Beperkt in gehoor, gezichtsvermogen en/of mobiliteit 25 30 30 Heeft gehoorbeperking 9 9 8 Heeft gezichtsbeperking 7 9 9 Heeft mobiliteitsbeperking 16 22 23 Heeft problemen in het dagelijks leven door: - slecht lopen 25 30 - slecht kunnen bewaren van evenwicht 13 17 - slecht horen 22 22 - slecht zien 8 11 - weinig kracht in handen 18 22 - lichamelijke moeheid 27 31 Kan vanwege de gezondheid niet de dingen doen die men zou willen doen 14 18 1
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Heeft grote moeite met of hulp nodig bij één of meer dagelijkse handelingen 12 15 Kan één of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren 25 27 Kan niet geheel zelfstandig gebruik maken van eigen of openbaar vervoer 9 11 Regie over eigen leven Heeft weinig regie over eigen leven 13 17 Kwetsbaarheid Is een kwetsbare oudere 1 20 28 Is lichamelijk kwetsbaar 14 18 Is sociaal kwetsbaar 8 15 Is psychisch kwetsbaar 23 27 Is kwetsbaar (oude manier) 2 16 21 1 Bepaald aan de hand van de Tilburg Frailty Indicator 2 Lage draagkracht en hoge draaglast Welbevinden Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond 14 19 Gevoelens Is niet (zo) gelukkig 19 23 Afgelopen 3 maanden: (Heel) vrolijk 47 43 Beetje vrolijk tot neutraal 49 50 Beetje tot zeer somber 4 6 Afgelopen maand: Heeft zich de afgelopen maand (soms) somber gevoeld 6 6 Heeft zich de afgelopen maand (soms) nerveus of angstig gevoeld 4 5 Problemen Kan niet goed omgaan met problemen 11 12 Psychiatrische aandoeningen Heeft een matig tot hoog risico op een angststoornis of een depressie 36 41 - Heeft een hoog risico op angststoornis of depressie 3 5 Geheugen Heeft klachten over geheugen 7 6 2
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Leefstijl Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Roken Rookt 11 13 13 - Is zware roker (>= 20 sigaretten/ dag) 1 3 2 Alcohol Drinkt alcohol 82 79 77 - Is overmatig drinker 3 9 9 8 - Is bingedrinker (minstens 1x per week 6 glazen of meer per dag) 3 4 - Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik 4 58 54 Drinkt geen alcohol meer 6 8 3 Overmatig drinker: mannen > 21 glazen/week; vrouwen > 14 glazen/week 4 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen /dag, maximaal 5 drinkdagen/week; vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/dag, maximaal 5 drinkdagen/week Bewegen Voldoet niet aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor 55- plussers (minstens vijf dagen per week een half uur matig intensief lichamelijk actief) 26 32 31 Voldoet niet aan de Fitheidsnorm (3 keer per week minimaal 20 minuten zwaar intensief bewegen) 52 57 57 Voldoet aan geen van beide normen 23 30 29 Denkt te weinig te bewegen 26 31 Meest genoemde redenen weinig beweging: - Lichamelijke beperking/kan ik niet (meer) 10 15 - Geen interesse (meer) 6 8 - Ik ben het niet gewend 6 5 - Andere hobby's 6 4 Gewicht Heeft overgewicht (inclusief obesitas) (BMI >= 25) 58 59 59 - Heeft ernstig overgewicht/ obesitas (BMI >= 30) 14 15 16 Heeft ondergewicht (BMI < 18,5) 0,8 1 Is ongewild veel afgevallen (6 kg of meer in afgelopen 6 maanden of 3 kg of meer in afgelopen maand) 3 6 Leefbaarheid Sociale veiligheid Voelt zich overdag of 's avonds/'s nachts onveilig 12 17 - Voelt zich wel eens onveilig overdag 5 9 - Voelt zich wel eens onveilig 's avonds/'s nachts 13 18 3
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Eenzaamheid Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Sociale relaties Is niet in staat om zelfstandig sociale contacten te leggen en te onderhouden 2 3 Is eenzaam 33 46 - Is (zeer) ernstig eenzaam 4 9 Is emotioneel eenzaam (zoals het ervaren van een leegte en het missen van een goed vriend(in)) Is sociaal eenzaam (zoals bij niemand terecht kunnen en niet veel mensen volledig kunnen vertrouwen) Heeft niet genoeg mensen op wie teruggevallen kan worden in geval van narigheid 22 30 38 45 7 9 Heeft niet veel mensen op wie volledig vertrouwd kan worden 12 15 Wilt u hulp om iets aan uw eenzaamheid te doen? Ik ben niet eenzaam 87 82 Ja, ik krijg al hulp 4 4 Ja, maar ik krijg nog geen hulp 1 3 Nee, ik wil geen hulp 8 11 Sociaal netwerk Behorend tot netwerktype 'lokaal familie afhankelijk' (Ik heb gelukkig familie in de buurt. Zij zullen zonodig voor mij zorgen) 25 24 Behorend tot netwerktype 'lokaal geïntegreerd' (Wij kennen elkaar allemaal in de buurt en zorgen voor elkaar. Er komt altijd wel iemand kijken hoe het met me gaat) 34 34 Behorend tot netwerktype 'lokaal gereserveerd' (Ik hou ervan op mezelf te zijn, maar ik weet dat de buren er zijn als ik ze nodig heb) 25 28 Behorend tot netwerktype 'gericht op wijdere samenleving' (Al mijn familie woont ver weg, maar gelukkig heb ik goede vrienden die me zonodig zullen helpen) 10 6 Behorend tot netwerktype 'privacy gericht' (Ik heb niet veel contact met mensen in de buurt, maar ik ben misschien altijd al te onafhankelijk) 6 8 Ontvangt niet voldoende steun van andere mensen 5 9 4
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Maatschappelijke participatie Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk 42 29 Lidmaatschappen Is lid van een vereniging of club 73 60 Is lid van een sportvereniging of sportclub 30 25 Bijeenkomsten Bezoekt geen groepsbijeenkomsten 30 41 Bezoekt geen kerkelijke bijeenkomsten 45 56 Mantelzorg geven Heeft afgelopen jaar mantelzorg gegeven 16 18 - Geeft momenteel mantelzorg 11 14 Is mantelzorger (minstens 3 maanden of minstens 8 uur per week) 11 13 13 Geeft momenteel intensief mantelzorg (langer dan 3 maanden en meer dan 8 uur per week) 4 4 Belasting mantelzorger Voelt zich (tamelijk) zwaar belast door het geven van mantelzorg 0,9 2 Mantelzorger is zwaar belast (% van de mantelzorgers) 8 14 14 Aantal uur mantelzorg per week Incidenteel 0 0 1-10 uur per week 7 9 11-20 uur per week 1 1 21 uur of meer per week 1 2 Geeft momenteel mantelzorg in de vorm van: - Hulp in de huishouding (boodschappen, schoonmaken) 5 6 - Klaarmaken warme maaltijden 4 4 - Hulp bij huishoudelijk werk (hulp in de huishouding en/of warme maaltijd klaarmaken) 6 7 - Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen, aankleden) 3 3 - Medische verzorging 2 3 - Hulp bij dagelijkse verzorging (persoonlijke en medische) 3 4 - Gezelschap, troost, afleiding 7 9 - Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, enz.) 7 8 - Regelen geldzaken en/of administratie 5 6 Geeft momenteel mantelzorg aan: - Partner 5 6 - Kind(eren) of schoondochter/schoonzoon 2 2 - (Schoon)ouders 2 1 - Andere familieleden 2 3 - Buren, vrienden, kennissen 2 3 5
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Behoefte aan hulp Heeft als mantelzorger behoefte aan (meer) hulp (praktische of emotionele steun nodig) Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % 2 2 Heeft behoefte aan: - Informatie en advies 0,6 1 - Vervanger ivm vrije dagen of vakantie 1 0,6 - Emotionele steun 0,6 0,5 - Ontspannende activiteiten 1 0,4 - Belangenbehartiging 0 0,2 Huiselijk geweld Is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld 2 4 - Psychisch of emotioneel geweld 0,9 2 - Lichamelijk geweld 0,9 2 - Ongewenste seksuele toenadering 0,2 0,5 - Seksueel misbruik 0 0,5 Is slachtoffer geweest van huiselijk geweld door: - Partner 0,4 1 - Ex-partner 0,2 1 - (Stief)kind 0 0,2 - (Stief)ouder(s) 0,3 0,6 - (Stief)broer(s)/zus(sen) 0 0,2 - Ander familielid 0 0,3 - Huisvriend 0,2 0,1 - Anders 0,7 0,5 Is slachtoffer geweest van huiselijk geweld: - 1 jaar geleden of korter 0,4 0,4 - tussen 1 en 5 jaar geleden 0 0,3 - langer dan 5 jaar geleden 1 3 Zorg en hulp Zorggebruik Heeft afgelopen 2 maanden contact gehad met huisarts 55 53 Heeft afgelopen 2 maanden meer dan 2 keer huisarts bezocht 11 11 Heeft afgelopen jaar contact gehad met huisarts 87 87 Mantelzorg ontvangen Afgelopen jaar mantelzorg ontvangen 9 13 Ontvangt momenteel mantelzorg 8 12 Ontvangt momenteel dagelijks mantelzorg 4 5 6
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Ontvangt momenteel mantelzorg bij: - Hulp in de huishouding (boodschappen, schoonmaken) 6 8 - Klaarmaken van de warme maaltijden 4 3 - Huishoudelijk werk (hulp in de huishouding en/of warme maaltijd klaarmaken) 7 9 - Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen, aankleden) 2 3 - Hulp bij medische verzorging 2 3 - Hulp bij dagelijkse verzorging (persoonlijke en medische) 3 4 - Gezelschap, troost, afleiding, etc. 3 6 - Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, etc.) 4 8 - Regeling geldzaken en/of andere administratie 3 6 Ontvangt momenteel mantelzorg van: - Partner 3 4 - Kind(eren) of schoondochter/schoonzoon 4 7 - (Schoon)ouders 0 0 - Andere familieleden 1 1 - Buren/vrienden/kennissen 2 2 Mantelzorger is huisgenoot 4 4 Hulp ontvangen Ontvangt hulp in verband met gezondheid 21 26 Ontvangt hulp van: - Betaalde hulp 17 21 - Mantelzorger 7 10 - Vrijwilliger 2 2 Zorgbehoefte Heeft in verband met gezondheid behoefte aan meer hulp 5 5 Heeft behoefte aan meer hulp bij: - Hulp in de huishouding 4 4 - Klaarmaken van warme maaltijd 0,8 0,8 - Huishoudelijk werk (hulp in de huishouding en/of warme maaltijd klaarmaken) 4 4 - Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen) 0,4 1 - Hulp bij medische verzorging 0,5 0,5 - Hulp bij dagelijkse verzorging (persoonlijke en medische) 0,7 1 - Gezelschap, troost, afleiding 0,6 1 - Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper) 0,7 2 - Regeling geld zaken en/of andere administratie 1 0,9 - Verzorgen van huisgenoot 1 0,5 - Hulp bij iets anders 0,7 1 7
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Als men nu of in de toekomst vanwege de gezondheid behoefte aan hulp heeft, is deze hulp dan in de omgeving beschikbaar? Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % - Hulp beschikbaar van huisgenoot 60 54 - Hulp beschikbaar van kinderen, andere familieleden of buren, vrienden of kennissen 39 40 - Geen hulp beschikbaar van iemand in de omgeving 16 20 Woon/zorgsituatie Beschikbaarheid diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging: - Kan hier vanuit woning gebruik van maken 58 46 - Maakt hier vanuit woning gebruik van 9 10 - Heeft behoefte om hier vanuit huis gebruik van te kunnen maken 2 3 Beschikbaarheid verpleging of verzorging op afroep vanuit een nabij gelegen bejaarden-/verzorgingshuis of dienstencentrum - Kan hier vanuit woning gebruik van maken 47 38 - Maakt hier vanuit woning gebruik van 7 7 - Heeft behoefte om hier vanuit huis gebruik van te kunnen maken 3 4 Wmo- en welzijnsvoorzieningen Wmo-voorzieningen Heeft afgelopen jaar gebruik gemaakt van één of meer wmovoorzieningen 5 7 Heeft gebruik gemaakt van: - Ondersteuning bij mantelzorg 3 4 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk 2 2 - Dagopvang/dagverzorging/dagbehandeling 1 2 Heeft behoefte aan een Wmo-voorziening 5 4 Heeft behoefte aan: - Ondersteuning bij mantelzorg 4 3 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk 2 2 - Dagopvang/dagverzorging/dagbehandeling 2 1 Heeft afgelopen jaar gebruik gemaakt van of heeft behoefte aan 1 of meer Wmo-voorzieningen 10 11 Weet waar men in de gemeente terecht kan voor vragen en informatie over Wmo-voorzieningen (bekendheid) 56 49 Weet waar men terecht kan voor: - Ondersteuning bij mantelzorg 48 36 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk 32 25 - Ondersteuning/hulp ivm gezondheidsproblemen (bijv hulp in huis, woningaanpassing of vervoersvoorziening) 42 37 8
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Wil informatie maar weet voor 1 of meer Wmo-voorzieningen niet waar deze te verkrijgen (bekendheid) 14 17 Heeft wel behoefte aan, maar weet niet waar men terecht kan voor: - Ondersteuning bij mantelzorg 8 10 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk 4 4 - Ondersteuning/hulp ivm gezondheidsproblemen 9 10 Welzijnsvoorzieningen Maakt wel eens gebruik van 1 of meer welzijnsvoorzieningen 49 39 Maakt gebruik van: - Maaltijdverstrekking / maaltijdendienst 5 6 - Eetpunt 4 4 - Ouderenadviseur 2 2 - Hulp bij administratieve of financiële activiteiten 18 16 - Sport- of bewegingsactiviteiten voor ouderen vanuit een activiteiten- of dienstencentrum 10 8 - Recreatieve / culturele activiteiten voor ouderen 19 14 - Hulp in en om huis van een vrijwilliger via een vrijwilligersorganisatie 10 3 - Hulp bij (het uitbreiden van) sociale contacten (bijv. bezoekdienst) 1 0,9 - Algemene gezondheidscheck 15 11 Heeft behoefte aan 1 of meer welzijnsvoorzieningen 23 28 Heeft behoefte aan: - Maaltijdverstrekking / maaltijdendienst 1 2 - Eetpunt 0,8 2 - Ouderenadviseur 3 5 - Hulp bij administratieve of financiële activiteiten 2 4 - Sport- of bewegingsactiviteiten voor ouderen vanuit een activiteiten- of dienstencentrum 4 8 - Recreatieve / culturele activiteiten voor ouderen 3 4 - Hulp in en om huis van een vrijwilliger via een vrijwilligersorganisatie 4 6 - Hulp bij (het uitbreiden van) sociale contacten (bijv. bezoekdienst) 1 3 - Algemene gezondheidscheck 15 15 Achtergrondkenmerken Geslacht Man 49 46 Vrouw 51 54 9
Tabel 1: Kernindicatoren gemeente, regio en Nederland Nederland n=438 n=15.347 n=165.219 % % % Leeftijd 65 t/m 74 jaar 56 57 75 t/m 84 jaar 37 36 85 jaar en ouder 7 7 Etniciteit Autochtoon 91 87 Westers allochtoon 8 12 Niet-westers allochtoon 0,4 2 Burgerlijke staat Gehuwd / samenwonend 73 65 Ongehuwd / nooit gehuwd geweest 3 4 Gescheiden / gescheiden levend 4 6 Weduwe / weduwnaar 20 25 Huishoudsamenstelling Alleenwonend 24 33 Opleidingsniveau Geen opleiding/ lager onderwijs 15 17 MAVO/ LBO 41 46 HAVO/ VWO/ MBO 20 18 HBO/ WO 24 18 Financiële situatie Ontvangt alleen AOW 20 22 Heeft (enige tot grote) moeite met rondkomen 9 12 Gestandaardiseerd huishoudinkomen* max 15.200 euro 8 10 max 19.400 euro 24 30 max 24.200 euro 20 24 max 31.000 euro 19 20 > 31.000 euro 28 17 *Besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden 10
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 Zelfredzaamheid N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Beperkingen Beperkt in bezigheden door de lichamelijke gezondheid 26 28 23 32 30 26 Beperkt in gehoor, gezichtsvermogen en/of mobiliteit - 24 25-31 30 Heeft gehoorbeperking - 8 9-9 9 Heeft gezichtsbeperking - 5 7-9 9 Heeft mobiliteitsbeperking - 19 16-24 22 Heeft grote moeite met of hulp nodig bij één of meer dagelijkse handelingen 12 12 12 15 16 15 Kan één of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren - 25 25-28 27 Kan niet geheel zelfstandig gebruik maken van eigen of openbaar vervoer - 8 9-11 11 Regie over eigen leven Heeft weinig regie over eigen leven - 19 13-19 17 Kwetsbaarheid Is kwetsbaar (oude manier) 1-21 16-23 21 1 Lage draagkracht en hoge draaglast Welbevinden Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond 14 18 14 21 19 19 1
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Psychiatrische aandoeningen Heeft een matig tot hoog risico op een angststoornis of een depressie - 37 36-41 41 - Heeft een hoog risico op angststoornis of depressie - 5 3-5 5 Leefstijl Roken Rookt - 10 11-14 13 - Is zware roker (>= 20 sigaretten/ dag) 2-2 1-3 3 Alcohol Drinkt alcohol 80 82-77 79 - Is overmatig drinker (mannen > 21 glazen/week; vrouwen > 14 glazen/week) - 10 9-10 9 - Is bingedrinker (minstens 1x per week 6 glazen of meer per dag) 3 3 5 4 - Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik 3-57 58-52 54 Drinkt geen alcohol meer - 7 6-8 8 Bewegen Voldoet niet aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen voor 55-plussers (minstens vijf dagen per week een half uur matig intensief lichamelijk actief) 33 31 26 37 35 32 Voldoet niet aan de Fitheidsnorm (3 keer per week minimaal 20 minuten zwaar intensief bewegen) - 49 52-54 57 Voldoet aan geen van beide normen - 28 23-32 30 2 Vanwege wijziging in het afkappunt wijkt het 2009 cijfer af van het destijds gepresenteerde cijfer 3 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen /dag, maximaal 5 drinkdagen/week; vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/dag, maximaal 5 drinkdagen/week 2
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Gewicht Heeft overgewicht (inclusief obesitas) (BMI >= 25) 57 64 58 56 59 59 - Heeft ernstig overgewicht/ obesitas (BMI >= 30) 14 15 14 14 15 15 Heeft ondergewicht (BMI < 18,5) 3 0,3 0,8 4 1 1 Leefbaarheid Sociale veiligheid Voelt zich overdag of 's avonds/'s nachts onveilig - 13 12-19 17 - Voelt zich wel eens onveilig overdag - 6 5-9 9 - Voelt zich wel eens onveilig 's avonds/'s nachts - 14 13-19 18 Eenzaamheid Sociale relaties Is eenzaam 44 40 33 49 44 46 - Is (zeer) ernstig eenzaam 6 7 4 10 8 9 Is emotioneel eenzaam (zoals het ervaren van een leegte en het missen van een goed vriend(in)) Is sociaal eenzaam (zoals bij niemand terecht kunnen en niet veel mensen volledig kunnen vertrouwen) Heeft niet genoeg mensen op wie teruggevallen kan worden in geval van narigheid 25 28 22 31 28 30 46 41 38 50 44 45-5 7-8 9 Heeft niet veel mensen op wie volledig vertrouwd kan worden - 11 12-15 15 3
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Wilt u hulp om iets aan uw eenzaamheid te doen? Ik ben niet eenzaam 74 71 87 71 71 82 Ja, ik krijg al hulp 5 5 4 6 6 4 Ja, maar ik krijg nog geen hulp 3 3 1 3 4 3 Nee, ik wil geen hulp 17 21 8 20 20 11 Sociaal netwerk Behorend tot netwerktype 'lokaal familie afhankelijk' (Ik heb gelukkig familie in de buurt. Zij zullen zonodig voor mij zorgen) 28 27 25 26 25 24 Behorend tot netwerktype 'lokaal geïntegreerd' (Wij kennen elkaar allemaal in de buurt en zorgen voor elkaar. Er komt altijd wel iemand kijken hoe het met me gaat) 41 36 34 36 37 34 Behorend tot netwerktype 'lokaal gereserveerd' (Ik hou ervan op mezelf te zijn, maar ik weet dat de buren er zijn als ik ze nodig heb) Behorend tot netwerktype 'gericht op wijdere samenleving' (Al mijn familie woont ver weg, maar gelukkig heb ik goede vrienden die me zonodig zullen helpen) 20 24 25 23 24 28 8 9 10 6 6 6 Behorend tot netwerktype 'privacy gericht' (Ik heb niet veel contact met mensen in de buurt, maar ik ben misschien altijd al te onafhankelijk) 4 4 6 9 7 8 4
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 Maatschappelijke participatie N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk - 29 42-25 29 Bijeenkomsten Bezoekt geen groepsbijeenkomsten 30 30 30 45 39 41 Bezoekt geen kerkelijke bijeenkomsten 30 38 45 46 48 56 Mantelzorg geven Heeft afgelopen jaar mantelzorg gegeven 12 12 16 12 13 18 - Geeft momenteel mantelzorg 9 9 11 9 10 14 Belasting mantelzorger Voelt zich (tamelijk) zwaar belast door het geven van mantelzorg 2 0,6 0,9 2 2 2 Geeft momenteel mantelzorg in de vorm van: - Hulp in de huishouding (boodschappen, schoonmaken) 4 4 5 4 5 6 - Klaarmaken warme maaltijden 3 4 4 3 3 4 - Hulp bij huishoudelijk werk (hulp in de huishouding en/of warme maaltijd klaarmaken) - 5 6-6 7 - Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen, aankleden) 2 2 3 2 2 3 - Medische verzorging 1 2 2 2 2 3 - Hulp bij dagelijkse verzorging (persoonlijke en medische) - 3 3-3 4 - Gezelschap, troost, afleiding 5 6 7 6 6 9 - Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, enz.) 4 6 7 4 5 8 - Regelen geldzaken en/of administratie 3 5 5 3 5 6 5
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Geeft momenteel mantelzorg aan: - Partner 4 4 5 4 5 6 - Kind(eren) of schoondochter/schoonzoon 1 1 2 1 1 2 - (Schoon)ouders 0,7 0,9 2 0,8 1 1 - Andere familieleden 2 1 2 2 2 3 - Buren, vrienden, kennissen 0,8 1 2 2 2 3 Behoefte aan hulp Heeft als mantelzorger behoefte aan (meer) hulp (praktische of emotionele steun nodig) 2 1 2 2 2 2 Heeft behoefte aan: - Informatie en advies - 0,5 0,6-1 1 - Vervanger ivm vrije dagen of vakantie - 0,7 1-0,7 0,6 - Emotionele steun - 0 0,6-0,5 0,5 - Ontspannende activiteiten - 0,5 1-0,6 0,4 - Belangenbehartiging - 0,3 0-0,4 0,2 Huiselijk geweld Is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld - 2 2-3 4 - Psychisch of emotioneel geweld - 2 0,9-2 2 - Lichamelijk geweld - 0,8 0,9-1 2 - Ongewenste seksuele toenadering - 0 0,2-0,3 0,5 - Seksueel misbruik - 0 0-0,3 0,5 6
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Is slachtoffer geweest van huiselijk geweld door: - Partner - 0,8 0,4-1 1 - Ex-partner - 0,5 0,2-0,8 1 - (Stief)kind - 0,3 0-0,2 0,2 - (Stief)ouder(s) - 0 0,3-0,5 0,6 - (Stief)broer(s)/zus(sen) - 0 0-0,2 0,2 - Ander familielid - 0,5 0-0,3 0,3 - Huisvriend - 0 0,2-0,1 0,1 - Anders - 0 0,7-0,2 0,5 Is slachtoffer geweest van huiselijk geweld: - 1 jaar geleden of korter - 0,8 0,4-0,3 0,4 - tussen 1 en 5 jaar geleden - 0,3 0-0,3 0,3 - langer dan 5 jaar geleden - 0,8 1-2 3 Zorg en hulp Zorggebruik Heeft afgelopen 2 maanden contact gehad met huisarts - 46 55-39 53 Heeft afgelopen jaar contact gehad met huisarts - 80 87-82 87 Mantelzorg ontvangen Afgelopen jaar mantelzorg ontvangen 12 12 9 15 11 13 Ontvangt momenteel mantelzorg 10 10 8 13 10 12 Ontvangt momenteel dagelijks mantelzorg - 5 4-5 5 7
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Ontvangt momenteel mantelzorg bij: - Hulp in de huishouding (boodschappen, schoonmaken) 8 7 6 10 7 8 - Klaarmaken van de warme maaltijden 2 4 4 3 3 3 - Huishoudelijk werk (hulp in de huishouding en/of warme maaltijd klaarmaken) - 8 7-7 9 - Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen, aankleden) 3 5 2 3 3 3 - Hulp bij medische verzorging 3 5 2 3 3 3 - Hulp bij dagelijkse verzorging (persoonlijke en medische) - 6 3-4 4 - Gezelschap, troost, afleiding, etc. 3 5 3 5 5 6 - Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, etc.) 6 7 4 7 6 8 - Regeling geldzaken en/of andere administratie 5 6 3 7 6 6 Ontvangt momenteel mantelzorg van: - Partner 3 4 3 4 3 4 - Kind(eren) of schoondochter/schoonzoon 7 6 4 8 6 7 - (Schoon)ouders 0 0 0 0 0,1 0 - Andere familieleden 0,5 0,3 1 1 1 1 - Buren/vrienden/kennissen 0,9 2 2 2 2 2 Mantelzorger is huisgenoot - 3 4-4 4 Woon/zorgsituatie Beschikbaarheid diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging: - Kan hier vanuit woning gebruik van maken - 56 58-46 46 - Maakt hier vanuit woning gebruik van - 11 9-12 10 - Heeft behoefte om hier vanuit huis gebruik van te kunnen maken - 3 2-5 3 8
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 Beschikbaarheid verpleging of verzorging op afroep vanuit een nabij gelegen bejaarden-/verzorgingshuis of dienstencentrum N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % - Kan hier vanuit woning gebruik van maken - 46 47-35 38 - Maakt hier vanuit woning gebruik van - 8 7-7 7 - Heeft behoefte om hier vanuit huis gebruik van te kunnen maken - 6 3-8 4 Wmo- en welzijnsvoorzieningen Wmo-voorzieningen Heeft afgelopen jaar gebruik gemaakt van: - Ondersteuning bij mantelzorg - 5 3-4 4 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk - 1 2-2 2 Heeft behoefte aan, maar maakt nog geen gebruik van: - Ondersteuning bij mantelzorg - 3 4-3 3 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk - 3 2-1 2 Wil informatie over, maar weet niet waar men terecht kan voor: - Ondersteuning bij mantelzorg - 10 8-9 10 - Ondersteuning bij vrijwilligerswerk - 5 4-4 4 Achtergrondkenmerken Geslacht Man 45 45 49 44 44 46 Vrouw 55 55 51 56 56 54 Leeftijd 65 t/m 74 jaar 64 59 56 59 57 57 75 t/m 84 jaar 30 34 37 33 34 36 85 jaar en ouder 6 7 7 8 9 7 9
Tabel 2: Vergelijking 2006-2009-2012 - en de regio 2006 2009 2012 2006 2009 2012 N=517 N=376 n=438 n=17.152 n=13.904 n=15.347 % % % % % % Etniciteit Autochtoon 92 92 91 90 91 87 Westers allochtoon 8 6 8 8 6 12 Niet-westers allochtoon 0,4 3 0,4 1 2 2 Burgerlijke staat Gehuwd / samenwonend 71 69 73 65 67 65 Ongehuwd / nooit gehuwd geweest 3 4 3 4 3 4 Gescheiden / gescheiden levend 3 4 4 5 5 6 Weduwe / weduwnaar 22 22 20 26 25 25 Huishoudsamenstelling Alleenwonend 26 28 24 30 31 33 Opleidingsniveau Geen opleiding/ lager onderwijs 28 19 15 31 22 17 MAVO/ LBO 46 46 41 43 46 46 HAVO/ VWO/ MBO 10 13 20 13 16 18 HBO/ WO 16 22 24 13 16 18 Financiële situatie Ontvangt alleen AOW 25 22 20 20 19 22 Heeft (enige tot grote) moeite met rondkomen 12 8 9 15 11 12 10
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio A. Algemeen n=438 n=15.347 % % A1. Wat is uw geslacht? man 49 46 vrouw 51 54 A2. Leeftijd 65 t/m 69 jaar 31 32 70 t/m 74 jaar 26 25 75 t/m 79 jaar 24 22 80 t/m 84 jaar 13 13 85 t/m 89 jaar 5 6 90 t/m 94 jaar 2 2 95 t/m 99 jaar 0 0,3 100 jaar en ouder 0,2 0 A3. Wat is uw burgerlijke staat? gehuwd, geregistreerd partnerschap 72 64 samenwonend 0,7 2 ongehuwd, nooit gehuwd geweest 3 4 gescheiden, gescheiden levend 4 6 weduwe, weduwnaar 20 25 A4. Met welke personen woont u momenteel samen? met een partner / echtgenoot of echtgenote 73 64 met kind(eren) jonger dan 18 jaar 0,5 0,3 met kind(eren) van 18 jaar en ouder 3 2 met mijn ouder(s) 0,2 0 met een andere volwassene / andere volwassenen 1 1 ik woon niet samen met een partner, maar heb wel een duurzame relatie 0,7 0,6 ik woon alleen 24 33 A5. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? Een opleiding afgerond met diploma of voldoende getuigschrift. geen opleiding (lager onderwijs: niet afgemaakt) 2 4 lager onderwijs (basisschool, speciaal basisonderwijs) 12 14 lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals LTS, LEAO, LHNO, 28 29 middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals MAVO, (M)ULO, MBOkort, 13 17 VMBO-t) middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals 12 11 vakopleidigen bakker of kapper, MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals 8 6 HAVO, VWO, Atheneum, Gymnasium, HBS, MMS) hoger beroepsonderwijs (zoals kweekschool, HBO, HTS, HEAO, HBO-V, 19 14 kandidaats wetenschappelijk onderwijs) wetenschappelijk onderwijs (universiteit) 5 4 1
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio B. Gezondheid n=438 n=15.347 % % B1. Hoe is over het algemeen uw gezondheid? Is deze: zeer goed 11 8 goed 52 52 gaat wel 32 34 slecht 3 6 zeer slecht 1 0,7 B2. Kunt u over het algemeen de dingen doen die u wilt doen (ook al is uw gezondheid misschien niet optimaal)? ja 86 82 nee 14 18 B3. Heeft u suikerziekte? ja 12 16 nee 88 84 a. Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 11 15 nee 3 2 b. Gebruikt u hiervoor op dit moment insuline? ja 2 4 nee 10 11 c. Bent u insuline gaan gebruiken binnen 6 maanden nadat bij u suikerziekte was vastgesteld? ja 1 2 nee 10 12 B4. Heeft u ooit een beroerte, hersenbloeding of herseninfarct gehad? ja 7 9 nee 93 91 a. Heeft u dit in de afgelopen 12 maanden gehad? ja 0,8 1 nee 6 7 b. Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 2 4 nee 6 4 2
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % B5. Heeft u ooit een hartinfarct gehad? ja 9 10 nee 91 90 a. Heeft u dit in de afgelopen 12 maanden gehad? ja 0,5 0,8 nee 7 9 b. Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 7 7 nee 2 3 B6. Heeft u in de afgelopen 12 maanden een andere ernstige hartaandoening gehad (zoals hartfalen of angina pectoris)? ja 3 6 nee 97 94 a. Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 4 6 nee 0 0,2 B7. Heeft u ooit een vorm van kanker (kwaadaardige aandoening) gehad? ja 17 17 nee 83 83 a. Heeft u dit in de afgelopen 12 maanden gehad? ja 4 5 nee 11 11 b. Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 11 11 nee 5 6 B8. Deze vraag gaat over een aantal langdurige ziekten en aandoeningen. Wilt u voor deze ziekten en aandoeningen met ja of nee aangeven of u die heeft of in de afgelopen 12 maanden heeft gehad? a. Migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn ja 6 7 nee 94 93 3
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? n=438 n=15.347 % % ja 2 3 nee 4 3 b. Hoge bloeddruk ja 39 41 nee 61 59 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 34 36 nee 3 3 c. Vernauwing van de bloedvaten in de buik of benen (geen spataderen) ja 8 9 nee 92 91 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 5 6 nee 1 2 d. Astma of COPD (chronische bronchitis, longemfyseem) ja 9 12 nee 91 88 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 7 9 nee 1 1 e. Psoriasis ja 5 5 nee 95 95 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 3 2 nee 2 2 f. Chronisch eczeem ja 1 4 nee 99 96 4
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 0,6 2 nee 0,3 1 g. Duizeligheid met vallen ja 5 7 nee 95 93 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 3 5 nee 2 2 h. Ernstige of hardnekkige darmstoornissen langer dan 3 ja 5 5 nee 95 95 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 3 4 nee 0,9 1 i. Onvrijwilig urineverlies (incontinentie) ja 14 16 nee 86 84 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 8 7 nee 5 7 j. Gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma) van heupen of knieën ja 31 34 nee 69 66 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 16 19 nee 11 13 k. Chronische gewrichtsontseking (ontstekingsreuma, chronische reuma, reumatoïde artritis) ja 8 11 nee 92 89 5
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 5 7 nee 2 3 l. Ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (inclusief hernia) ja 11 16 nee 89 84 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 7 9 nee 3 6 m. Andere ernstige of hardnekkige aandoening van de nek of schouder ja 11 14 nee 89 86 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 7 8 nee 3 4 n. Andere ernstige of hardnekkige aandoening van elleboog, pols of hand ja 9 10 nee 91 90 Bent u hiervoor in de afgelopen 12 maanden onder behandeling of controle van de huisarts of specialist geweest? ja 5 5 nee 2 3 o. Andere langdurige ziekte of aandoening, namelijk ja 14 15 nee 86 85 B9. Was u gedurende de afgelopen 4 weken beperkt in uw werk of andere bezigheden ten gevolge van uw lichamelijke gezondheid? ja 23 26 nee 77 74 6
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio B12. Bij de volgende vragen gaat het erom wat u nogmaal kunt doen. Het gaat NIET om tijdelijke problemen van voorbijgaande aard. n=438 n=15.347 % % a. Kunt u een gesprek volgen in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)? ja, zonder moeite 67 67 ja, met enige moeite 25 24 ja, met grote moeite 6 5 nee, dat kan ik niet 3 3 b. Kunt u met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)? ja, zonder moeite 90 91 ja, met enige moeite 8 7 ja, met grote moeite 1 1 nee, dat kan ik niet 0,3 0,6 c. Zijn uw ogen goed genoeg om de kleine letters in de krant te kunnen lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)? ja, zonder moeite 83 78 ja, met enige moeite 11 14 ja, met grote moeite 3 3 nee, dat kan ik niet 4 5 d. Kunt u op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)? ja, zonder moeite 91 89 ja, met enige moeite 7 7 ja, met grote moeite 2 2 nee, dat kan ik niet 1 2 e. Kunt u een voorwerp van 5 kg (bijv. een volle boodschappentas) 10 meter dragen? ja, zonder moeite 81 72 ja, met enige moeite 8 13 ja, met grote moeite 3 5 nee, dat kan ik niet 8 10 f. Kunt u als u staat, bukken en iets van de grond oppakken? ja, zonder moeite 78 72 ja, met enige moeite 14 17 ja, met grote moeite 5 7 nee, dat kan ik niet 3 4 7
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % g. Kunt u 400 meter aan een stuk lopen, zonder stil te staan (zo nodig met stok)? ja, zonder moeite 79 74 ja, met enige moeite 10 11 ja, met grote moeite 3 5 nee, dat kan ik niet 8 10 B13. Hieronder staat enkele handelingen genoemd waar sommige mensen moeite mee hebben. Wilt u telkens aangeven of u het zonder moeite, met enige moeite, met grote moeite of alleen met hulp van anderen kunt doen? a. Eten en drinken zonder moeite 97 96 met enige moeite 2 3 met grote moeite 0 0,4 alleen met hulp van anderen 0,3 0,2 b. Gaan zitten en opstaan uit een stoel zonder moeite 81 77 met enige moeite 17 20 met grote moeite 1 2 alleen met hulp van anderen 0,3 0,6 c. In en uit bed stappen zonder moeite 84 81 met enige moeite 14 17 met grote moeite 1 2 alleen met hulp van anderen 0,3 0,7 d. Aan- en uitkleden zonder moeite 86 84 met enige moeite 10 13 met grote moeite 3 2 alleen met hulp van anderen 0,9 2 e. Verplaatsen op dezelfde verdieping zonder moeite 90 90 met enige moeite 7 8 met grote moeite 1 1 alleen met hulp van anderen 1 1 f. De trap op- en aflopen zonder moeite 71 67 met enige moeite 19 21 met grote moeite 6 7 alleen met hulp van anderen 3 5 8
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % g. De woning verlaten en binnengaan zonder moeite 93 91 met enige moeite 5 6 met grote moeite 0,7 1 alleen met hulp van anderen 1 2 h. Zich verplaatsen buitenshuis zonder moeite 83 80 met enige moeite 12 13 met grote moeite 3 4 alleen met hulp van anderen 3 3 i. Gezicht en de handen wassen zonder moeite 96 96 met enige moeite 4 3 met grote moeite 0 0,5 alleen met hulp van anderen 0,3 0,5 j. Volledig wassen zonder moeite 89 86 met enige moeite 6 8 met grote moeite 1 2 alleen met hulp van anderen 3 4 B14. De volgende vragen gaan erover of u op dit moment een aantal werkzaamheden, die regelmatig gedaan moeten worden, zelfstandig kunt uitvoeren. Als u bepaalde werkzaamheden wel zelf kunt doen, dient u daarbij ook aan te geven of u deze werkzaamheden met of zonder moeite kunt doen. Het gaat er niet om of u bepaalde werkzaamheden ook werkelijk doet, maar of u ze zou kunnen verrichten (indien dat nodig is of nodig mocht zijn). a. Kunt u, geheel zelfstandig, ontbijt of lunch klaarmaken? ja, zonder enige moeite 92 92 ja, maar wel met enige moeite 6 5 ja, maar met veel moeite 0,2 0,9 nee, alleen met hulp van anderen 3 2 b. Kunt u, geheel zelfstandig, warm eten klaarmaken? ja, zonder enige moeite 78 80 ja, maar wel met enige moeite 10 9 ja, maar met veel moeite 3 3 nee, alleen met hulp van anderen 9 7 9
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % c. Kunt u, geheel zelfstandig, 'lichte' huishoudelijke werkzaamheden verrichten (bijv. stof afnemen of prullen opruimen)? ja, zonder enige moeite 85 82 ja, maar wel met enige moeite 7 9 ja, maar met veel moeite 3 4 nee, alleen met hulp van anderen 3 4 d. Kunt u, geheel zelfstandig, 'zware' huishoudelijke werkzaamheden verrichten (bijv. dweilen, ramen lappen of stofzuigen)? ja, zonder enige moeite 61 55 ja, maar wel met enige moeite 16 18 ja, maar met veel moeite 7 8 nee, alleen met hulp van anderen 17 19 e. Kunt u, geheel zelfstandig, uw kleren wassen en strijken? ja, zonder enige moeite 65 67 ja, maar wel met enige moeite 15 13 ja, maar met veel moeite 4 6 nee, alleen met hulp van anderen 16 14 f. Kunt u, geheel zelfstandig, de bedden verschonen en/of opmaken? ja, zonder enige moeite 62 60 ja, maar wel met enige moeite 18 17 ja, maar met veel moeite 5 6 nee, alleen met hulp van anderen 14 17 g. Kunt u, geheel zelfstandig, de boodschappen doen? ja, zonder enige moeite 78 76 ja, maar wel met enige moeite 8 10 ja, maar met veel moeite 4 4 nee, alleen met hulp van anderen 10 10 h. Kunt u, geheel zelfstandig, gebruik maken van eigen of ja, zonder enige moeite 82 79 ja, maar wel met enige moeite 7 7 ja, maar met veel moeite 2 3 nee, alleen met hulp van anderen 9 11 B15. Als u vanwege uw gezondheid hulp krijgt, van wie krijgt u deze dan? niet van toepassing, ik ontvang momenteel geen hulp vanwege mijn 79 74 van een betaalde hulp (bijv. iemand van de thuiszorg) 17 21 van een mantelzorger (een bekende uit uw omgeving die u onbetaald 7 10 van een vrijwilliger (iemand van een vrijwilligersorganisatie, bijv. iemand van de kerk of de Zonnebloem) 2 2 10
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % B16. Heeft u vanwege uw gezondheid eventueel meer hulp nodig? niet van toepassing, ik heb helemaal geen hulp nodig 77 72 nee, ik ontvang voldoende hulp 18 23 ja, ik heb meer hulp nodig dan ik nu krijg 5 5 B17. Waarvoor heeft u meer hulp nodig? hulp in de huishouding (boodschappen, schoonmaken) 4 4 klaarmaken van de warme maaltijden 0,8 0,8 hulp bij persoonlijke verzorging (wassen, aankleden) 0,4 1 hulp bij medische verzorging 0,5 0,5 gezelschap, troost, afleiding, etc. 4 5 begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, etc.) 4 4 regeling geldzaken en/of andere administratie 4 3 verzorgen van huisgenoot (bijv. echtgenoot, echtgenote, partner of kind) 4 4 hulp bij iets anders 4 5 B18. Als u nu of in de toekomst vanwege uw gezondheid behoefte aan hulp heeft of zou hebben, is er dan iemand in uw omgeving die hulp kan bieden? ja, een huisgenoot (partner, inwonend kind of andere huisgenoot) 60 54 ja, kinderen of andere familieleden (niet inwonend), buren, vrienden of 39 40 nee, ik heb niemand in mijn omgeving die mij hulp kan bieden 16 20 C. Welbevinden C1. In welke mate vindt u zichzelf een gelukking mens? erg gelukkig 21 16 gelukkig 60 61 niet gelukkig, niet ongelukkig 16 18 niet zo gelukkig 3 5 ongelukkig 0,5 0,6 C2. De volgende vragen gaan over hoe u zich voelt en hoe het met u ging in de afgelopen 4 weken. Wilt u bij elke vraag het antwoord geven dat het best benadert hoe vaak u zich zo voelde. a. Hoe vaak was u gedurende de afgelopen 4 weken erg zenuwachtig? altijd 0,8 0,9 meestal 0,9 2 vaak 5 5 soms 23 25 zelden 34 32 nooit 38 35 11
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % b. Hoe vaak zat u gedurende de afgelopen 4 weken zo in de put, dat niets u kon opvrolijken? altijd 0,3 0,4 meestal 0,4 0,8 vaak 4 4 soms 9 13 zelden 19 21 nooit 68 61 c. Hoe vaak voelde u zich de afgelopen 4 weken kalm en rustig? altijd 23 21 meestal 46 45 vaak 17 16 soms 7 12 zelden 4 4 nooit 4 3 d. Hoe vaak voelde u zich gedurende de afgelopen 4 weken somber en neerslachtig? altijd 0,5 0,7 meestal 2 1 vaak 4 5 soms 19 21 zelden 32 29 nooit 44 43 e. Hoe vaak was u gedurende de afgelopen 4 weken een gelukkig mens? altijd 24 21 meestal 45 43 vaak 16 16 soms 10 14 zelden 4 4 nooit 1 2 C3. Kunt u voor elk van onderstaande stellingen aangeven in hoeverre u het ermee eens bent? a. Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen helemaal mee eens 7 7 mee eens 12 16 niet mee eens / niet mee oneens 12 17 niet mee eens 41 34 helemaal niet mee eens 28 26 12
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % b. Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen helemaal mee eens 4 7 mee eens 14 16 niet mee eens / niet mee oneens 12 13 niet mee eens 38 36 helemaal niet mee eens 32 28 c. Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen helemaal mee eens 5 8 mee eens 19 20 niet mee eens / niet mee oneens 16 16 niet mee eens 34 34 helemaal niet mee eens 26 22 d. Ik voel me vaak hulpeloos bij het omgaan met de problemen van het leven helemaal mee eens 3 4 mee eens 8 10 niet mee eens / niet mee oneens 10 14 niet mee eens 44 40 helemaal niet mee eens 36 32 e. Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben helemaal mee eens 2 3 mee eens 7 8 niet mee eens / niet mee oneens 10 13 niet mee eens 39 39 helemaal niet mee eens 41 37 f. Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af helemaal mee eens 14 15 mee eens 35 33 niet mee eens / niet mee oneens 24 22 niet mee eens 17 20 helemaal niet mee eens 10 10 g. Ik kan ongeveer alles als ik m'n zinnen erop gezet heb helemaal mee eens 17 17 mee eens 42 40 niet mee eens / niet mee oneens 22 20 niet mee eens 12 16 helemaal niet mee eens 6 7 13
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio C4. Hieronder zijn 7 gezichtjes afgebeeld die gevoelens weergeven. Welk gezichtje geeft het beste aan hoe u zich in de afgelopen 3 maanden voelde? n=438 n=15.347 % % zeer vrolijk 12 11 vrolijk 35 33 beetje vrolijk 36 35 neutraal 13 16 beetje somber 3 5 somber 0,6 1 zeer somber 0,6 0,7 C5. De onderstaande vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken. a. Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? altijd 1 3 meestal 5 8 soms 19 22 af en toe 35 33 nooit 39 34 b. Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? altijd 0,8 0,8 meestal 1 3 soms 17 19 af en toe 39 36 nooit 43 42 c. Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? altijd 0,5 0,4 meestal 0,9 2 soms 8 10 af en toe 15 17 nooit 75 70 d. Hoe vaak voelde u zich hopeloos? altijd 0,3 0,5 meestal 1 2 soms 6 9 af en toe 14 15 nooit 79 73 14
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % e. Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? altijd 0,8 0,6 meestal 1 3 soms 12 14 af en toe 43 38 nooit 42 44 f. Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? altijd 0,5 0,3 meestal 0,9 2 soms 5 8 af en toe 19 17 nooit 75 73 g. Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? altijd 0,5 0,6 meestal 1 2 soms 10 11 af en toe 26 24 nooit 63 62 h. Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? altijd 1 2 meestal 3 5 soms 12 14 af en toe 30 32 nooit 53 47 i. Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? altijd 0,5 0,5 meestal 0,7 2 soms 6 9 af en toe 14 16 nooit 79 73 j. Hoe vaak vond u zichzelf afkeurenswaardig, minderwaardig of waardeloos? altijd 0,3 0,5 meestal 1 2 soms 5 7 af en toe 14 12 nooit 80 79 15
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio D. Roken en alcohol n=438 n=15.347 % % D1. Rookt u wel eens? ja 11 13 nee 89 87 D2. Heeft u vroeger wel gerookt? ja 60 52 nee 28 34 D3. Rookt u wel eens sigaretten uit een pakje of zelf gerolde sigaretten? ja 9 11 nee 2 2 D4. Hoeveel sigaretten rookt u gemiddeld per dag? gemiddeld aantal sigaretten per dag 9 12 D5. Wilt u aangeven welke soorten alcoholhoudende drank u in de afgelopen 12 maanden wel eens heeft gedronken? bier (geen alcoholarm of alcoholvrij/malt bier) 45 41 wijn, sherry, port, vermout 65 61 likeur, advocaat, bessenjenever, citroenjenever 14 13 jenever, brandewijn, vieux, rum, cognac, whisky, wodka of ander 18 20 gedestilleerd alcoholhoudende drank gemengd met frisdrank of met vruchtensap 4 5 (breezers, shooters e.d.) licht alcoholische dranken (bijv. alcoholarm bier) 6 7 ik dronk vroeger wel, maar ik heb de afgelopen 12 maanden geen 6 8 alcoholhoudende dranken gedronken ik heb nooit alcoholhoudende dranken gedronken 12 13 D6. Op hoeveel van de 4 doordeweekse dagen (hiermee wordt bedoeld maandag t/m donderdag) drinkt u gemiddeld genomen alcoholhoudende drank? 4 dagen 33 27 3 dagen 9 7 2 dagen 5 8 1 dag 8 8 minder dan 1 dag 12 11 ik drink nooit op doordeweekse dagen 15 17 16
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio n=438 n=15.347 % % D7. Hoeveel glazen drinkt u dan gemiddeld op zo'n doordeweekse dag? 11 of meer glazen 0 0,1 7-10 glazen 1 0,6 6 glazen 0,5 0,7 5 glazen 1 1 4 glazen 4 3 3 glazen 7 7 2 glazen 27 24 1 glas 26 24 D8. Op hoeveel van de 3 weekenddagen (hiermee wordt bedoeld vrijdag t/m zondag) drinkt u gemiddeld genomen alcoholhoudende drank? 3 dagen 38 28 2 dagen 11 15 1 dag 13 14 minder dan 1 dag 15 16 ik drink nooit in het weekend 6 5 D9. Hoeveel glazen drinkt u dan gemiddeld op zo'n weekenddag? 11 of meer glazen 0 0,2 7-10 glazen 0,8 1 6 glazen 1 2 5 glazen 2 2 4 glazen 7 5 3 glazen 12 12 2 glazen 32 28 1 glas 21 23 D10. Hoe vaak heeft u de afgelopen zes maanden 4 of meer glazen alcoholhoudende drank op één dag gedronken? elke dag 3 3 5-6 keer per week 0,7 0,8 3-4 keer per week 2 2 1-2 keer per week 5 5 1-3 keer per maand 8 6 3-5 keer per half jaar 7 6 1-2 keer per half jaar 13 13 nooit 43 42 17
Tabel 3: Antwoordpercentages per vraag voor en de regio D11. Hoe vaak heeft u de afgelopen zes maanden 6 of meer glazen alcoholhoudende drank op één dag gedronken? n=438 n=15.347 % % elke dag 0,3 0,7 5-6 keer per week 0,2 0,3 3-4 keer per week 0,7 0,8 1-2 keer per week 2 2 1-3 keer per maand 4 3 3-5 keer per half jaar 3 2 1-2 keer per half jaar 9 8 nooit 63 61 E. Bewegen Neem in uw gedachten een normale week in de afgelopen maanden. Wilt u aangeven hoeveel dagen per week u de onderstaande activiteiten verrichtte en hoeveel tijd u daar gemiddeld op zo'n dag mee bezig was? In de tabel is het gemiddelde aantal ingevulde dagen of uren per week weergegeven. E1. Woon / werkverkeer (dagen per week) a. gemiddeld aantal dagen gelopen van / naar werk of school 0,5 0,5 b. gemiddeld aantal dagen gefietst van / naar werk of school 0,4 0,5 E2. Lichamelijke activiteit op werk of school (uren per week) a. gemiddeld aantal uren licht en matig inspannend werk verricht (zittend, staand werk met af en toe lopen, zoals bureauwerk of lopend werk met lichte lasten) b. gemiddeld aantal uren zwaar inspannend werk verricht (lopend werk of werk waarbij regelmatig zware dingen moeten worden opgetild) E3. Huishoudelijke activiteiten (dagen per week) a. gemiddeld aantal dagen licht en matig inspannend werk verricht (staand werk, zoals koken, afwassen, strijken, kind eten geven/in bad doen of lopenwerk zoals stofzuigen, boodschappen doen) b. gemiddeld aantal dagen zwaar inspannend werk verricht (zoals vloeren schrobben, tapijt uitkloppen, met zware boodschappen lopen) 4 3 0,8 0,7 4 4 0,9 0,8 E4. Vrije tijd (dagen per week) a. gemiddeld aantal dagen gewandeld 2 2 b. gemiddeld aantal dagen gefietst 2 2 c. gemiddeld aantal dagen in de tuin gewerkt 1 1 d. gemiddeld aantal dagen geklust / doe-het-zelven 1 0,7 E6. Denkt u dat u genoeg aan lichamelijke activiteit doet? ja 74 69 nee 26 31 18