Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Vergelijkbare documenten
Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 mei

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk. 9 juli Onderwerp

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 juli

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 7 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 november

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 10 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 4 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 januari

mr. drs T. van der Wal . Verbeek Het college van Burgemeester en Wethouders Van de gemeente Noordoostpolder Postbus AD EAAMELOORD

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 okt

Landschap Overijssel G. Brouwer Popenallee KW DALFSEN. Datum 18 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Brouwer,

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 juli

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 10 juli 2018 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

Gemeente Bodegraven-Reeuwijk J. Tijssen Postbus AK BODEGRAVEN. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 augustus

Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4, Wnb

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 22 maart

Gemeente Utrecht R. Doedens Potbus CE UTRECHT. Datum 28 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Doedens,

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

CVDR. Nr. CVDR609937_1

Gemeente Lansingerland J. Koch Postbus AA BERKEL EN RODENRIJS. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 1 juni

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Staatsbosbeheer T. Muusse Hilweg MT WERKENDAM. Datum 7 augustus 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 augustus

Verkeersbesluit voor het plaatsen van verkeersborden en verkeerstekens in verband met de verbreding van de Waterlandseweg (N305)

Stichting de Alliantie R.C. Haans Postbus AC HILVERSUM. Datum 23 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Haans,

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 158, eerste lid, aanhef en onder a, van de Provinciewet;

Stichting Friese Milieufederatie G. Bergstra Agora CJ LEEUWARDEN. Datum 27 januari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bergstra,

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Ontheffing Wet natuurbescherming

Gemeente Heemstede Afdeling Voorbereiding Openbare Ruimte R.J. van Schaik Postbus AJ HEEMSTEDE

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 2 april

Ontheffing Wet natuurbescherming art. 3.5, leden 1, 2 en 4

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Gedeputeerde Staten maken bekend dat zij in hun vergadering van 22 november 2016 onder nummer het volgende besluit hebben genomen:

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 14 november

Ontheffing Wet natuurbescherming Artikel 3.5, leden 1, 2 en 4

Somnium Real Estate B.V. W. van der Velden Postbus AB RIJNSBERGEN. Datum 1 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Uw kenmerk. Wij merken uw verzoek aan als een verzoek om ontheffing voor het houden van een wedstrijd in de zin van de Wvw.

Formulier voor aanvraag ontheffing op grond van: Wet Natuurbescherming Onderdeel: Soorten (hoofdstuk 3 Wnb)

Op 6 maart 2014 heb ik uw aanvraag voor een ontheffing voor Gagel knippen ontvangen. In deze brief stel ik u op de hoogte van mijn beslissing.

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dura vermeer Divisie Infra BV R. Schunk Taurusavenue 100 Postbus AC Hoofddorp

Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

SW B.V. Van Weerden Poelmanweg PC ALMELO. Datum 8 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwikkelingsbedrijf Vathorst Beheer B.V. G. van der Vlies Veenslagen RT AMERSFOORT

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Prorail B.V. G. van den End Postbus GA UTRECHT. Datum 26 juli 2017 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek. Geachte heer Van den End,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Wienerberger B.V. A.H.J. Wagener Postbus AC ZALTBOMMEL. Datum 14 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Wagener,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Gemeente Utrecht I. van de Klundert Postbus RK UTRECHT. Datum 21 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van de Klundert,

Stichting Ymere D.S.M. Louwerens Postbus GG AMSTERDAM. Datum 14 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Louwerens,

IEF Berlage Utrecht (Boven Clarenburg) B.V. M.G. Boessenkool Postbus BT AMSTERDAM. Datum 25 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Uw kenmerk Uw aanvraag

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Transcriptie:

Postbus 55 8200 AB Lelystad Staatsbosbeheer de heer Postbus 2 3800 AA AMERSFOORT Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl ** Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari 2019 2 Onderwerp Wet natuurbescherming: ontheffing aantasting verblijfplaats en verstoring van de bever in verband met de ontwikkeling van zonnepark Lelystad Geachte heer/mevrouw, Op 25 juni 2018 hebben wij uw aanvraag ontvangen, voor een ontheffing van artikel 3.5 lid 2 Wet natuurbescherming voor het verstoren van de bever, in verband met de ontwikkeling van een zonnepark binnen gemeente Lelystad (kadastraal bekend als gemeente Lelystad, sectie H, nummer 1989 en een deel van het perceel, sectie H, nummer 1988). Op 21 september 2018 heeft u de aanvraag aangevuld. Op 9 januari 2019 zijn verder aanvullende vragen gesteld, welke per memo d.d. 18 januari 2019, opgesteld door Bosch & van Rijn, zijn beantwoord. Aan de hand hiervan heeft op donderdag 24 januari 2019 een overleg plaatsgevonden tussen de heer en mevrouw (namens provincie Flevoland) en de heer, de heer van Staatsbosbeheer en de heer van Sunvest. Op 15 februari 2019 is nog een aanvullend memo ontvangen van m.b.t. de alternatievenafweging. Het project of handeling vindt plaats op het grondgebied van de provincie Flevoland. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn daarom gelet op artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wet natuurbescherming het bevoegd gezag. Wij hebben uw aanvraag beoordeeld op basis van de in artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming genoemde voorwaarden en criteria, op grond waarvan een ontheffing kan worden verleend. Bijgevoegd treft u ons besluit aan. Tevens bevestig ik u de ontvangst van uw kapmelding als bedoeld in artikel 4.2 tweede lid van de Wet natuurbescherming. Uw melding is geregistreerd onder nummer 2260291 met ontvangstdatum 25 juni 2018. Vermeldt u dit nummer bij al uw correspondentie over deze melding, zodat wij u sneller van dienst kunnen zijn. Inlichtingen bij Doorkiesnummer Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad

2 U bent van plan om de volgende houtopstand(en) te kappen: Visvijvergebied (strook langs Forellentocht); Zonnepark Lelystad Gemeente Lelystad Kadastraal perceelnummer: H1988; 1989 Aantal bomen (rijbeplanting) Oppervlakte: minder dan 980 are Boomsoort: wilg en populier Volgens de bijlage bij het opgaveformulier bent u gemachtigde van de eigenaar van de grond waarop de te vellen houtopstand is gelegen. Het vervolg Uit uw melding blijkt dat op het terrein een zonnepark wordt aangelegd waardoor niet ter plaatse kan worden herplant. Bij uw melding is nog geen verzoek gevoegd om op een andere locatie te mogen herplanten. Dit betekent dat de herplantverplichting vooralsnog op deze grond blijft rusten. U dient binnen 3 jaar na velling nieuw bos aan te planten. Aanplanten op een andere plaats dan waar de gevelde houtopstand stond is niet zondermeer toegestaan. U kunt bij Gedeputeerde Staten een verzoek indienen om de houtopstand op een andere plaats te mogen herplanten. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Mr. Drs. T. van der Wal J.N.J. Appelman

3 Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming Inhoudsopgave A. Besluit B. Motivering besluit B1. Wettelijk kader Wet natuurbescherming B2. Aanvraag B3. Inhoudelijke beoordeling B4. Cumulatie B5. Conclusie C. Kennisgeving en afschriften D. Bezwaar E. Ondertekening A. Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten op grond van artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming, aan Staatsbosbeheer, een ontheffing te verlenen: van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5 lid 2 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren van de bever en van 3.5 lid 4 wat betreft de aantasting van het leefgebied. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient de werkzaamheden stil te leggen en onverwijld contact op te nemen met provincie Flevoland (via wetnatuurbescherming@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl) indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief alsmede het ecologisch werkprotocol op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 6. Een week voordat wordt begonnen de uitvoering van de werkzaamheden moet hiervan melding worden gedaan bij de OFGV via handhaving@ofgv.nl. 7. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 8. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal drie maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 9. Deze ontheffing is geldig vanaf de datering van dit besluit tot en met 31 december 2044. Specifieke voorschriften 10. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit.

4 11. De ontheffinghouder dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin aangegeven hoe omgegaan wordt met de voorschriften van deze ontheffing. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden en dienen dit na te leven. 12. Voor aanvang van de werkzaamheden dient dit ecologisch werkprotocol te worden verzonden aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek via handhaving@ofgv.nl. 13. Werkzaamheden worden zodanig uitgevoerd dat de beverburcht niet wordt beschadigd. 14. Er worden geen bomen gekapt binnen 15 m van de oeverzone. De hier aanwezige wilgen worden voor 50% geknot op 1,60 meter hoogte en voor 50% laag afgezet bij de grond. Jaarlijks zullen de 1,60 meter hoge wilgen geknot worden. Beheer op de laag-afgezette wilgen vindt vervolgens weer plaats indien deze een hoogte van 1,60 meter hebben bereikt. Beheerwerkzaamheden vinden plaats in de maanden maart-april of september-oktober. 15. U dient conform het onderdeel mitigatie voldoende geschikt foerageergebied te borgen voor de bever. Maatregelen hiertoe dient u op te nemen in het beheer van het gebied, zodat deze ook tot uitvoering komen. Ook buiten het territorium van de bevers blijft foerageergebied aanwezig, zoals weergegeven in bijlage 2. 16. De constructie van het zonnepark dient gerealiseerd te worden in de periode september januari. Indien in deze periode sprake is van perioden met ijsgang of langdurig laag water, dienen de werkzaamheden te worden gestaakt en dient contact opgenomen te worden met provincie Flevoland (via wetnatuurbescherming@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl. 17. De eerste 4 jaar na de ingreep wordt gemonitord of de bever nog in het gebied verblijft, hiervan wordt jaarlijks een kort verslag gestuurd aan handhaving@ofgv.nl. B. Motivering besluit B1. Wettelijk kader Wet natuurbescherming De Wet natuurbescherming (hierna Wnb) is het nationale wettelijke kader voor de toetsing van activiteiten, plannen, projecten en handelingen met mogelijke gevolgen voor de belangrijkste natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden en voor de soortenbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. De Wnb geeft algemene beschermingsmaatregelen ten aanzien van de zorgplicht (artikel 1.11 lid 1 en 2) en de actieve soortenbescherming (artikel 1.12). Artikel 1.3 lid 1 luidt: ingeval Gedeputeerde Staten ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet bevoegd zijn tot het nemen van een besluit met betrekking tot projecten of handelingen, zijn, tenzij anders bepaald, bevoegd Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 het bevoegd gezag voor de onderhavige handeling. In hoofdstuk 3 van de Wnb (betreft soortenbescherming) zijn drie beschermingsregimes opgenomen: 1. de Vogelrichtlijn (artikel 3.1 tot en met 3.4); 2. de Habitatrichtlijn (artikel 3.5 tot en met 3.9); en 3. de Andere soorten (artikel 3.10 tot en met 3.11). De soort (bever) waarvoor ontheffing is aangevraagd van de in de Wnb genoemde verboden, valt onder het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn. Hiervoor gelden de navolgende verboden: 1. artikel 3.5, lid 1: Het opzettelijk doden of vangen; 2. artikel 3.5, lid 2: Het opzettelijk verstoren; 3. artikel 3.5, lid 3: Het opzettelijk vernielen of rapen van eieren; 4. artikel 3.5, lid 4: het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen; 5. artikel 3.5, lid 5: het opzettelijk plukken, verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van beschermde plantensoorten.

5 Gedeputeerde Staten kunnen op basis van artikel 3.8 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: - er bestaat geen andere bevredigende oplossing; - zij is nodig: - in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats; - ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom; - in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid, of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; - voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten; of, - om onder strikt gecontroleerde omstandigheden op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben. - er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van Instandhouding te laten voortbestaan. Bevoegdheid en overeenstemming met andere provincies Artikel 1.3 lid 4 luidt: ingeval een project of handeling mede wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht in een andere provincie, wordt een besluit als bedoeld in het eerste lid genomen door Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling in hoofdzaak wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht, in overeenstemming met gedeputeerde staten van die andere provincie. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wnb het bevoegd gezag voor onderhavig project. De gevraagde activiteit vindt uitsluitend plaats op grondgebied van de provincie Flevoland; overeenstemming met andere provincies is niet noodzakelijk. B2. Beleid Provincie Flevoland Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 In de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 zijn door Provinciale Staten regels gesteld ter invulling van de taken die de Provincie Flevoland heeft voortvloeiende uit de Wet natuurbescherming. Beleidsregels uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 De beleidsuitgangspunten voor het verlenen van ontheffingen van de Wet natuurbescherming zijn opgenomen in de Beleidsregels Wet natuurbescherming. B3. Aanvraag Op 14 juni 2018 hebben wij uw aanvraag, namens Staatsbosbeheer, voor een ontheffing van artikel 3.5 lid 2 en 4 Wet natuurbescherming voor het verstoren van de bever, respectievelijk het aantasten leefgebied (waardoor de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de bever aangetast kunnen worden) in verband met de ontwikkeling van een zonnepark te Lelystad. Bij de aanvraag behoren de volgende stukken: - uw schriftelijk verzoek d.d. 14 juni 2018; - een machtigingsformulier voor het doen van de aanvraag; - de activiteitenplannen voor zowel soortenbescherming als houtopstanden; - het rapport QuickScan Flora en Fauna, opgesteld door Econsultancy d.d. 12 maart 2018; - het rapport Rapportage aanvullend ecologisch onderzoek IJsselmeerdijk te Lelystad, opgesteld door Econsultancy d.d. 12 juni 2018; - het rapport Zonnepark Lelystad: Ruimtelijke motivering, opgesteld door Bosch & van Rijn d.d. 15

6 juni 2018; - bijlage met onderbouwing van het wettelijke belang; - het rapport Ecologische maatregelen bever en inrichting zonnepark, opgesteld door Econsultancy d.d. 14 september 2018 - Ontwerptekening voor het zonnepark en ruimtelijke motivering - Memo ecologie Zonnepark Lelystad: Reactie op Verzoek aanvullende informatie ontheffingsaanvraag Wet natuurbescherming zonnepark Flevoland daterend van 9 januari 2019, d.d. 18 januari 2019 (opgesteld door Bosch & van Rijn). Aan de hand hiervan heeft op donderdag 24 januari 2019 ter bespreking overleg plaatsgevonden met betrokken partijen, - Memo 15 februari 2019, alternatievenafweging. De werkzaamheden bestaan uit de kap van de huidige beplanting binnen het plangebied en de bouw van het beoogde zonnepark. U vraagt de ontheffing aan voor een periode vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2044. B4. Inhoudelijke beoordeling De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. alternatieven afweging; 2. wettelijk belang; 3. toets aan de instandhoudingsdoelstellingen. Ad. 1: Alternatieven afweging Initiatiefnemers Staatsbosbeheer heeft een afweging gemaakt van reële locatiealternatieven voor de ontwikkeling van grondgebonden zonneparken in de provincie Flevoland. De selectie van het projectgebied langs de IJsselmeerdijk is tot stand gekomen op basis van een afweging van de volgende factoren: - Voor de gebieden Kuinderbos, Roggebotzand, Reve Abbert, Spijk-Bremerberg en Horsterwold geldt dat deze gebieden niet geschikt zijn voor zonne-energie, omdat deze functie niet is te combineren met de natuur- en recreatiefunctie van deze bossen - De ontwikkeling van zonne-energie is op grond van provinciaal en gemeente ruimtelijke beleid niet toegestaan in de Oostvaardersplassen omdat dit gebied is aangewezen als Natura-2000 gebied - Van de overige gebieden die Staatsbosbeheer in Flevoland beheert, zoals de stadsbossen van Almere, Lelystad, Dronten en Swifterbant geldt mogelijk locaties kunnen worden gevonden voor zonneparken, deze functie is echter op basis van vigerende planologische regelingen niet toegestaan. - Voor het projectgebied is reeds sprake van ruimtelijke toestemming op hoofdlijnen, die is verwerkt in het bestemmingsplan Lelystad-Flevokust - binnendijks, in de vorm van een afwijkingsbevoegheid voor het college van B en W om af te wijken van de regeling en de ontwikkeling van een zonnepark toe te staan. - Van de potentieel geschikte gebieden voor zonne-energie geldt dat de voorkeur uitgaat naar het projectgebied dat is gelegen parallel aan de IJsselmeerdijk en Forellentocht omdat ter plaatse deels sprake is van een productiebos. Het gebied heeft geen recreatieve functie. Gelet op bovengenoemde factoren is het niet doelmatig om voor overige gebieden van Staatsbosbeheer na te gaan welke effecten op beschermde soorten kunnen optreden. De overige gebieden komen op dit moment namelijk niet in aanmerking voor de ontwikkeling van zonneenergie. Wanneer wordt gekeken naar het projectgebied en directe omgeving is een alternatief te bedenken waarbij aan ruimere afstand wordt aangehouden tussen het zonnepark en de beverburcht en waarbij het zonnepark bijvoorbeeld in 2 delen wordt geknipt. Dan kom je echter al snel buiten het bestemmingsvlak waarvoor de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid is opgenomen in het bestemmingsplan. De huidige planologische regeling is daarmee in hoge mate sturend voor de begrenzing van het zonnepark.

7 Er zijn geen redelijke alternatieven met minder ecologische impact voor de voorgenomen activiteit. Het huidige perceel is bij uitstek geschikt voor het bouwen van een zonnepark. Landschappelijk gezien gaat het om een smal stuk grond in een sterk geïndustrialiseerde omgeving zonder direct omwonenden met uitzicht over het park. Tevens ligt het onderstation, waarop zal worden aangesloten, op korte afstand van het park. Hierdoor wordt verstoring door het leggen van grondkabels geminimaliseerd, ten opzichte van alternatieve locaties. Afgezien van de bever zijn er geen andere beschermde soorten binnen de projectlocatie waargenomen en aangetroffen tijdens veldbezoeken. Dit, in combinatie met de uit te voeren maatregelen om de functionaliteit van het gebied voor de bever te waarborgen en een landschappelijke inpassing waarbij tevens habitat wordt gecreëerd voor insecten, zal de negatieve impact op de planlocatie in verhouding tot andere locaties minimaal zijn. Er is geen andere bevredigende oplossing, zoals genoemd in artikel 3.8, lid 5, sub a Wnb. De alternatievenafweging is hiermee voldoende onderbouwd. Ad. 2: Wettelijk belang U heeft ontheffing van de verbodsbepaling aangevraagd op grond van de belangen volksgezondheid of openbare veiligheid. De voorgenomen ingreep is noodzakelijk in het kader van het wettelijke belang uit de Habitatrichtlijn artikel 3.8 lid 5 sub b Wet natuurbescherming) openbare veiligheid of volksgezondheid. Een van de bijlages bij de ontheffingsaanvraag betreft de uitvoerige onderbouwing van dit belang. Geconcludeerd geldt de onderbouwing dat: de opwekking van duurzame energie met behulp van zonneparken in het algemeen en de ontwikkeling van Zonnepark Lelystad in het bijzonder een bijdrage levert aan het beperken van klimaatverandering en luchtverontreiniging en het vergroten van de voorzieningszekerheid. Met het oog op de afname van fossiele brandstoffen en de kooldioxide-problematiek wordt er gestreefd naar meer duurzame energieproductie. Het realiseren van zonneparken en windparken op land is essentieel voor het behalen van de doelstellingen voor de opwekking van duurzame energie. De realisatie van het beoogde zonnepark vergroot de hoeveelheid jaarlijks opgewekte groene stroom, terwijl de negatieve milieueffecten naar verwachting klein zijn. Wij zijn van oordeel, mede gezien de uitvoerige argumentatie in betreffende bijlage, dat het wettelijk belang hiermee voldoende onderbouwd is. Ad. 3: Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen De staat van instandhouding van de bever is matig ongunstig in Nederland maar de trend is positief. In de huidige situatie is (nog) geen landelijke populatie aanwezig, maar betreft het verschillende deelpopulaties. De verwachting is, gezien de stijgende lijn in aantallen de afgelopen jaren, dat op den duur de verschillende deelpopulaties met elkaar in verbinding komen. Volgens gegevens van Landschapsbeheer Flevoland zijn in 2016 in de betreffende provincie minimaal 81 bevers waargenomen in 61 bezette burchten. De verwachting is dat er in het jaar 2020 twee keer zoveel bevers zullen zijn in Flevoland. Door de ecologische inpassing met bijbehorende maatregelen om de functie van de beverburcht alsmede de aanwezigheid van voldoende foerageergebied (bos) te waarborgen zal de staat van instandhouding niet negatief worden beïnvloed. Mitigatie Bij de uitvoering van de werkzaamheden worden de volgende mitigerende maatregelen getroffen: Bij de voorgenomen plannen dient wilgenopstand verwijderd te worden. Geadviseerd wordt om, in plaats van minimaal 10 meter, een oeverzone van 15 meter te behouden langs de gehele lengte van perceel A. De hier aanwezige wilgen worden voor 50% geknot op 1,60 meter hoogte en voor 50% laag afgezet bij de grond, dit om voldoende lichtinval op de panelen te borgen, maar ook om te zorgen voor voldoende variatie in eetbaar houtgewas. Jaarlijks zullen de 1,60 meter hoge wilgen geknot worden. Zo blijft er voedsel en dekking aanwezig, wat ten gunste is van de algehele biodiversiteit. Door voorgaande werkwijze blijft er gedurende het gehele jaar voldoende voedselvoorraad aanwezig voor de aanwezige bevers en kan het leefgebied gewaarborgd blijven. Daarnaast is het doel om de bewoonde burcht met bijbehorende rustplaatsen intact te houden. Er wordt ook geen ontheffing aangevraagd voor het vernielen van verblijfplaatsen. Gefaseerd werken, buiten de

8 kwetsbare periode van de bever, is echter noodzakelijk om verstoring te voorkomen. In geval van werkzaamheden in het leefgebied van de bever moeten werkzaamheden plaatsvinden een half uur na zonsopgang tot een half uur voor zonsondergang. Ten aanzien van mogelijk voorkomende broedvogels dient gewerkt te worden buiten de broedperiode. Globaal kan voor het broedseizoen de periode maart tot half augustus worden aangehouden. Genoemde maatregelen worden tevens geborgd in een ecologisch werkprotocol. B5. Conclusie De aangevraagde situatie past binnen de wettelijke regels. Zowel voor het behoud van de voortplantingsplaatsen of rustplaatsen, als voor het behoud van de functionele leefomgeving van de bever worden passende maatregelen getroffen. Op grond daarvan zijn er geen effecten op de gunstige staat van instandhouding van de bever te verwachten. De aanvraag past binnen de door de provincie Flevoland vastgestelde beleidsregels. Wij zijn van mening dat de gevraagde ontheffing voor de beoogde situatie kan worden verleend. De verleende ontheffing is geldig t/m 31 december 2044. C. Kennisgeving en afschriften Van dit besluit zal conform artikel 3.42 tweede lid van de Algemene wet Bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in de Flevopost editie Lelystad en op de website van de Provincie Flevoland. Afschriften van dit besluit worden verzonden aan: - KNNV Lelystad, lelystad@knnv.nl; - Vogel- en Natuurwacht Flevoland, info@vogelwachtflevoland.nl; - Dierbaar Flevoland, info@dierbaarflevoland.nl; - OFGV, info@ofgv.nl. D. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad. E. Ondertekening Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Mr. Drs. T. van der Wal J.N.J. Appelman

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. U dient het bezwaar in op onze website https://www.flevoland.nl/loket/producten/bezwaar-tegen-beslissing-provincie-6365. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is.wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.

Bijlage 2: Onderzoekslocaties en leefgebieden bever.