houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur, jeugd en Brussel

Vergelijkbare documenten
namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door Karin Brouwers

houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur, jeugd en Brussel

1878 ( ) Nr januari 2013 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

Verslag. over het ontwerp van decreet

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Verslag van de gedachtewisseling. over de gereglementeerde boekenprijs

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

ART. 2. Voor de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder:

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

ADVIES op het voorstel van decreet houdende de wijziging van het DAC- decreet

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2017

Verslag. over het ontwerp van decreet

Verslag van de gedachtewisseling. over de nota van de Vlaamse Regering

van Cathy Coudyser, Karin Brouwers, Marnic De Meulemeester, Jan Van Esbroeck, Johan Verstreken en Bart Caron

Vlaamse Regering ~~. =

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet

Verslag van de gedachtewisseling. over de overdracht van provinciale bevoegdheden Sport

VR DOC.0001/1

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

over het ontwerp van decreet houdende de subsidiëring van bovenlokaal jeugdwerk, jeugdhuizen en jeugdwerk voor bijzondere doelgroepen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING - BISNOTA

betreffende het versneld openstellen van de persoonsvolgende financiering voor minderjarige personen met een handicap

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Verslag. over het ontwerp van decreet

over het voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet. houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur en jeugd

Verslag van het verzoekschrift. over een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering

houdende instemming met het Verdrag inzake het Europees Bosseninstituut

Verslag. over het ontwerp van decreet

VR DOC.1237/2BIS

over het ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de v.z.w.

tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

VR DOC.0276/2BIS

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

COMMISSIEVERGADERINGEN

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

Jeugd in het lokaal meerjarenplan

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2019

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0996/1BIS

over aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering inzake de brandveiligheid in ouderenvoorzieningen

en over het ontwerp van decreet

Verzoekschrift. over een studie naar de gevolgen van het Engels als eventuele derde officiële taal in Brussel. Verslag

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen

Advies van de Raad van State. over het voorstel van decreet. houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

Statuten jeugdraad Glabbeek

houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking in Vlaanderen

Verslag van het verzoekschrift. over een verminderde bijdrage Vlaamse zorgverzekering voor leefloners op basis van het actuele inkomen

houdende diverse financiële bepalingen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

over de nota van de Vlaamse Regering Vlaams Actieplan Armoedebestrijding

over de vernieuwde Vlaamse renovatiepremie

vergadering C58 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Ingekomen Documenten en Mededelingen

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 houdende oprichting van het Vlaams Cultureel Centrum Voeren;

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

VR DOC.0570/2BIS

VR DOC.1518/2

Artikel 1. Voor de toepassing van dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder het begrip:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2017;

DE VLAAMSE REGERING,

namens de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin uitgebracht door Katrien Schryvers en Lorin Parys

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0161/1

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

VR DOC.1315/1BIS

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013

Veel gestelde vragen naar aanleiding van de beleidskeuzes in het kader van de overdracht provinciale cultuur- en jeugdbevoegdheden

PROGRAMMA HD SOCIAAL-CULTUREEL WERK

AFDELING 3. RECHTSPOSITIE VAN DE REGERINGSCOMMISSARISSEN

HOOFDSTUK I Algemeen. Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 107quater van de Grondwet.

VR DOC.0282/1BIS

De werking van het gemeentebestuur vanaf 01/01/2013

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

Voorontwerp van decreet betreffende het overleg en de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

PLENAIRE VERGADERINGEN

VR DOC.1037/1

Ontwerp van decreet ( ) Nr maart 2014 ( ) stuk ingediend op

Transcriptie:

710 (2015-2016) Nr. 2 ingediend op 26 april 2016 (2015-2016) Verslag namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door Marius Meremans over het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur, jeugd en Brussel (Alle hoofdstukken, behalve hoofdstuk 6. Wijziging van het decreet van 19 november 2010 tot oprichting van een Vlaams communicatiehuis in Brussel onder de vorm van het extern verzelfstandigd agentschap Muntpunt vzw) verzendcode: BRU CUL

2 710 (2015-2016) Nr. 2 Samenstelling van de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media: Voorzitter: Bart Caron. Vaste leden: Cathy Coudyser, Marius Meremans, Ann Soete, Wilfried Vandaele, Miranda Van Eetvelde, Herman Wynants; Caroline Bastiaens, Karin Brouwers, Sabine de Bethune, Joris Poschet; Lionel Bajart, Jean-Jacques De Gucht; Yamila Idrissi, Katia Segers; Bart Caron. Plaatsvervangers: Kathleen Krekels, Bart Nevens, Ludo Van Campenhout, Karl Vanlouwe, Manuela Van Werde, Peter Wouters; Cindy Franssen, Tinne Rombouts, Koen Van den Heuvel, Johan Verstreken; Rik Daems, Francesco Vanderjeugd; Tine Soens, Freya Van den Bossche; Imade Annouri. Documenten in het dossier: 710 (2015-2016) Nr. 1: Ontwerp van decreet 1011 Brussel 02/552.11.11 www.vlaamsparlement.be

710 (2015-2016) Nr. 2 3 INHOUD I. Algemene bespreking... 4 1. Toelichting... 4 2. Bespreking in de commissie... 6 II. Artikelsgewijze bespreking... 8 III. Eindstemming... 8 Gebruikte afkortingen... 9

4 710 (2015-2016) Nr. 2 Op donderdag 21 april 2016 behandelde de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media de haar toegewezen hoofdstukken van het ontwerp van decreet houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur, jeugd en Brussel. De volgende hoofdstukken waren aan de commissie toegewezen: hoofdstuk 1. Inleidende bepaling; hoofdstuk 2. Machtiging tot deelname aan een vereniging zonder winstoogmerk; hoofdstuk 3. Wijziging van het decreet van 21 december 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995; hoofdstuk 4. Wijziging van het decreet van 13 april 1999 houdende machtiging van de Vlaamse regering om toe te treden tot en om mee te werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel Vlaams Audiovisueel Fonds; hoofdstuk 5. Wijzigingen van het decreet van 7 mei 2004 houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector; hoofdstuk 7. Wijzigingen van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid; hoofdstuk 8. Slotbepalingen. I. Algemene bespreking 1. Toelichting Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, beseft dat minidecreten met een diverse inhoud wat aan transparantie te kort kunnen komen, daar ze kleine en grotere aanpassingen aan verschillende bestaande decreten voorstellen. Daarom wil de minister aan de commissie verduidelijken wat dat voor haar bevoegdheden inhoudt. Ten eerste machtigt het ontwerp de Vlaamse Regering om deel te nemen aan de vzw VIAA. In 2012 heeft de Vlaamse Regering beslist om in uitvoering van haar regeerakkoord de opstart van een Vlaams Instituut voor de Archivering te financieren. Daartoe kende ze een tijdelijke opdracht toe aan iminds vzw, in samenwerking met de vzw Waalse Krook. In het huidige regeerakkoord is de digitalisering van het Vlaamse erfgoed als prioriteit opgenomen. Daarom heeft de Vlaamse Regering in 2015 beslist om de opdracht van het VIAA structureel voort te zetten. Hiertoe richtte ze eind 2015 een vzw op. De ontwerptekst machtigt de regering om daaraan deel te nemen, en bepaalt ook uitdrukkelijk het doel van de vzw. De Vlaamse Gemeenschap zal in het VIAA geen dominante partner zijn. Het VIAA wordt bijgevolg geen openbare instelling in de zin van artikel 9 van de bijzondere wet van 1980 tot hervorming van de instellingen. Bijgevolg bevat het ontwerp geen verdere bepalingen betreffende de samenstelling, bevoegdheid en werking van het VIAA, noch over het toezicht daarop. Ten tweede strekt het ontwerp tot aanpassing van verschillende decreten in de beleidsvelden Cultuur, Jeugd en Brussel. Het decreet van 22 november 2013 betreffende deugdelijk bestuur in de Vlaamse publieke sector vormt de concrete aanleiding om zowel het decreet met betrekking tot het VAF als het decreet met betrekking tot Muntpunt vzw aan te passen. Het gaat om minimale aanpassingen, die de regelgeving voor beide organisaties in overeenstemming brengen met het decreet van 22 november 2013. Artikel 4 van dat decreet bepaalt namelijk dat minstens een derde van de stemgerechtigde leden van de raad van bestuur onafhankelijke bestuurders zijn. Daarom worden de betrokken artikelen van de twee respectieve decreten aangepast om de benoeming van de vereiste

710 (2015-2016) Nr. 2 5 onafhankelijke bestuurders mogelijk te maken. Aangezien het totaal aantal bestuurders ongewijzigd blijft, heeft deze aanpassing geen financiële repercussies. De minister heeft vooraf advies ingewonnen bij het Bureau van de Cultuurpactcommissie over de verenigbaarheid van het decreet van 22 november 2013 met de Cultuurpactwet. Het Bureau acht het mogelijk om aan de wet en het decreet te voldoen. Wel zal en kan de Cultuurpactwet niet worden toegepast op de onafhankelijke bestuurders in de zin van het decreet betreffende het deugdelijk bestuur, maar enkel van toepassing zijn op de bestuurders die op voordracht van de Vlaamse Regering worden benoemd. De SARC heeft in zijn advies bij het voorliggende ontwerp van decreet opgemerkt dat de invloed van de Vlaamse Regering bij het benoemen van de onafhankelijke bestuurders groot blijft. Voor zowel VAF als Muntpunt geldt echter dat ingevolge het decreet betreffende het deugdelijk bestuur de algemene vergadering niet de Vlaamse Regering de onafhankelijke bestuurders zal aanstellen. Vandaar dat de minister de bezorgdheid van de SARC als onterecht bestempelt. Ten derde beoogt het ontwerp van decreet de aanpassing van twee decreten naar aanleiding van het decreet van 3 juli 2015 tot wijziging van diverse decreten houdende de subsidiëring aan de lokale besturen en tot wijziging van het decreet van 5 juli 2002 tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds. Concreet gaat het om: het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid; het decreet van 7 mei 2004 houdende aanvullende subsidies voor tewerkstelling in de culturele sector, het zogenaamde DAC-decreet. Dat DAC-decreet bepaalt dat DAC-werknemers in de culturele sector en het jeugdwerk vanaf 2002-2003 worden geregulariseerd tot reguliere medewerkers van de betrokken organisaties. Wel krijgen de betrokken verenigingen een garantie voor de voortzetting van de subsidiëring voor ex-dac ers zolang die in dienst blijven. Als de arbeidsovereenkomst met deze werknemers wordt beëindigd en de overgangsmaatregel is afgelopen, komen deze middelen vrij en kunnen ze worden herverdeeld. Om die herverdeling te implementeren, werd in de vorige regeerperiode het initiatief genomen om de sector gemeentelijk jeugdwerkbeleid in twee subsectoren te splitsen: ander jeugdwerk en lokaal jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren. Voor laatstgenoemde subsector stelt het voorliggende ontwerp van decreet wijzigingen voor, daar de vrijgekomen middelen er onder de gemeentebesturen werden verdeeld volgens de regels uit het decreet van 6 juli 2012, dat nu ingrijpend is gewijzigd. De sectorale plan- en rapporteringsverplichtingen voor lokale besturen worden geschrapt en de daaraan verbonden subsidiëring wordt in het Gemeentefonds geïntegreerd. Daarom was het niet meer mogelijk om de bestaande regeling te handhaven. Het ontwerp stelt nu voor om voor deze subsector de werkwijze van de subsector ander jeugdwerk over te nemen. Concreet houdt dit voorstel in dat de Vlaamse Regering de verdeling van de vrijgekomen middelen voor beide subsectoren zal regelen. Bijgevolg wordt het onderscheid tussen de twee sectoren overbodig. Voorts geeft de regering gevolg aan de opmerking van de Raad van State om de term gemeentelijk jeugdwerkbeleid te vervangen door niet-landelijk jeugdwerk. Aangezien de band met de gemeentelijke beleidscyclus wordt verbroken, is er ook een nieuwe timing nodig voor de herverdeling van de middelen. Voorheen moest die herverdeling gebeuren ter gelegenheid van de opmaak van een nieuw

6 710 (2015-2016) Nr. 2 gemeentelijk jeugdwerkbeleidsplan. Voortaan kan de vervanger van de geregulariseerde DAC er worden gesubsidieerd tot en met 31 december van het jaar dat volgt op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met die geregulariseerde werknemer. Daarna ontvangen de betrokken verenigingen niet langer een subsidiëring en worden de middelen herverdeeld. De minister komt tot de vierde aanpassing die het ontwerp voorstelt. De aanpassing van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid betekenen een technische verbetering met het oog op een correcte berekening van de dotatie aan de VGC en de faciliteitengemeenten in de Rand. Met het eerder vermelde wijzigingsdecreet van 3 juli 2015 werd het eveneens vermelde decreet van 6 juli 2012 betreffende het lokale en provinciale jeugdbeleid fors gewijzigd. Vanaf 2016 is de subsidie aan de Vlaamse gemeentebesturen niet meer sectorspecifiek voor het voeren van een lokaal jeugdbeleid. Dat geldt enkel nog voor de VGC en de zes faciliteitengemeenten in de Rand. In 2015 ging ongeveer 5,83 percent van de beschikbare middelen naar de VGC. Daar de berekeningswijze niet werd aangepast, zou dit percentage in de toekomst gelijk blijven, maar betrekking hebben op een veel beperkter krediet. Daardoor zou meer dan 94 percent van het krediet naar de zes faciliteitengemeenten gaan, voor ruim 22.000 kinderen en jongeren, en minder dan 6 percent naar de VGC voor meer dan 110.000 kinderen en jongeren. De verdeling wordt dan ook aangepast door voortaan 88,25 percent aan de VGC voor te behouden en 11,25 percent aan de faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand. De keuze om een percentage vast te leggen voor de voorafname door de VGC maakt dat de mogelijke budgetwijzigingen een gelijkaardige impact zullen hebben voor de budgetten van de VGC en die van de faciliteitengemeenten. Oorspronkelijk legde de decreetgever twee Vlaamse prioriteiten vast en kon slechts een selectie van de gemeenten intekenen op de prioriteit bevordering van de participatie aan het jeugdwerk van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties. Dit was niet mogelijk voor de faciliteitengemeenten in de Rand. De aanpassing via het decreet van 3 juli 2015 had niet de bedoeling om hieraan iets te wijzigen. Daarom wordt deze tweede Vlaamse beleidsprioriteit geschrapt. De vijfde aanpassing is technisch, verklaart de minister ten slotte. Ze grijpt in in het programmadecreet van 31 december 1994, dat onder meer de oprichting van de DAB Landcommanderij Alden Biesen regelt. In het oprichtingsbesluit daarvan, dat in 2015 is aangepast, is de taakstelling verbreed van cultureel centrum naar cultuur- en congrescentrum. Op advies van de Raad van State wordt deze verbreding verankerd in het decreet dat de oprichting van de DAB regelt. 2. Bespreking in de commissie Wat de DAC-middelen betreft, herinnert Tine Soens aan het advies van de Vlaamse Jeugdraad. Die maakt gewag van een verschuiving van budget uit de specifieke begroting voor Jeugd naar het departement. Blijven die middelen dan gereserveerd voor Jeugd, waarvoor ze oorspronkelijk waren bestemd? De tweede vraag van Tine Soens betreft de subsidiëring van lokale besturen. De sp.a blijft de inkanteling kritisch bekijken. Net als de Vlaamse Jeugdraad vraagt de fractie zich af hoe de aparte behandeling van de faciliteitengemeenten in deze context te verklaren is. Als de minister dan toch steeds argumenteert dat de regering vertrouwen hoort te hebben in de Vlaamse gemeentebesturen, waarom geldt dat dan niet evenzeer voor de besturen van die randgemeenten?

710 (2015-2016) Nr. 2 7 Caroline Bastiaens gaat in op de plannen met de DAC-middelen voor de WMKJ s. Minister Gatz heeft zelf al verklaard te beseffen hoe precair de huidige situatie van die WMKJ s is. Het zal erop aankomen om die ondersteuning ook in de toekomst te verankeren. In dat verband heeft Imade Annouri intussen een vraag om uitleg aangekondigd, wat wellicht een betere gelegenheid biedt om dit aan te kaarten. Het commissielid wil wel al ingaan op de verankering van het VIAA. Ze hecht daaraan veel belang en is ook blij dat de Vlaamse overheid geen dominante rol inneemt. Het gaat hier tenslotte vooral om het netwerk en de samenwerking met de partners. Yamila Idrissi vraagt waarom de raad van bestuur van het VIAA moet worden uitgebreid. Bestaan daarvoor andere argumenten dan de Vlaamse verankering? Ook in het verleden heeft het VIAA aanzienlijke Vlaamse subsidies mogen ontvangen, maar toen was een dergelijke uitbreiding blijkbaar niet nodig. Bart Caron sluit zich aan bij de vraag van Tine Soens over de inkanteling van sectorale subsidies. Hij is niet helemaal voor of tegen de maatregel maar mist vooral nuance in het debat. Meer moeite heeft Bart Caron met de effecten en toepassing van het decreet betreffende het deugdelijk bestuur. In de praktijk wordt daardoor het Cultuurpact ondermijnd en worden in het bestuur van de Vlaamse instellingen de grootste fracties alleen maar groter, proportioneel zelfs groter dan hun vertegenwoordiging in het. Het risico is immers reëel dat de onafhankelijke bestuurders die worden voorgedragen door de raad van bestuur en aangeduid door de algemene vergadering, uit dezelfde families zullen komen als de zittende bestuurders. In de geest van het decreet zouden het neutrale onafhankelijke experts moeten zijn. De recente praktijk wijst echter uit dat vooral de bestaande fracties worden versterkt. Concreet wordt Groen uit de besturen van de grootste instellingen gezet. Daarmee zou Bart Caron niet echt een probleem hebben als de vervangers onafhankelijke experts waren, maar als het mensen met een politiek profiel blijken te zijn, noemt hij dat een pervers effect. Vooral daarom zal Bart Caron het ontwerp van decreet niet goedkeuren. Omdat het daarnaast ook terechte aanpassingen aanbrengt, keurt hij het evenmin af en kondigt hij een onthouding aan. Minister Sven Gatz antwoordt dat het VIAA vroeger ressorteerde onder iminds als niet-aparte juridische structuur. Nu wordt het een vzw. De bestaande impact van de Vlaamse Regering via iminds zal nu via die bestuursstructuur worden voortgezet. Het gaat om een minderheidsparticipatie in de bestuursmandaten. Wat de financiering betreft, staat de Vlaamse overheid wel in voor het leeuwendeel van de middelen waarover het VIAA beschikt. De keuze om zich als regering te laten vertegenwoordigen staat ook garant voor de toekomst die ze voor het VIAA ziet. Wat de opmerkingen over de Cultuurpactwet betreft, probeert de Vlaamse Regering het oude en overigens achtbare systeem te verbeteren door onafhankelijke bestuurders toe te voegen. De omgekeerde kritiek bestond trouwens ook: dat de Cultuurpactwet een zekere vermolming dreigde te veroorzaken. Het zal er uiteindelijk altijd op aankomen geschikte bestuurders aan te duiden. De minister heeft begrip voor de opmerkingen van Bart Caron maar acht het nog wat te vroeg om nu al het decreet betreffende het deugdelijk bestuur in die zin te beoordelen, aangezien de uitvoering in de meeste sectoren nog maar in de beginfase zit. Mocht de voorspelling van Bart Caron bewaarheid worden, dan

8 710 (2015-2016) Nr. 2 komen er inderdaad problemen met de Cultuurpactwet en zou het decreet betreffende het deugdelijk bestuur een maat voor niets zijn geweest. Maar de minister vraagt om de kans te krijgen om de twee betrokken vzw s te voorzien van besturen met een ruime filosofische achtergrond en de nodige bestuurskundige capaciteiten. Loopt het echt fout met de uitvoering van het decreet, dan zal de regering ingrijpen, maar vooralsnog gaat de minister ervan uit dat het decreet kan zorgen voor goede bestuurders en een goede spreiding daarvan. Het DAC-budget dat nu binnen Jeugd aan de WMKJ s wordt toegekend, zal in de jeugdsector blijven. De ruimere context van de verschuiving van lokaal jeugdbeleid naar het Gemeentefonds is voorwerp van een oude discussie. Op dit moment vindt de voltooiing van de DAC-regularisatie plaats en is ook de gescoregularisatie aan de gang. Daardoor komen middelen die voordien bij Werk zaten nu in de jeugdsector terecht. De verschuiving van middelen gaat dus niet alleen weg vanuit Jeugd, maar ook in de richting van Jeugd. Tot slot antwoordt de minister op de vraag waarom de Vlaamse Regering de faciliteitengemeenten niet hetzelfde vertrouwen zou schenken als de andere Vlaamse gemeenten. De praktijk wijst nu eenmaal uit dat bepaalde gemeentebesturen van faciliteitengemeenten gewoon niet van een Vlaams jeugdbeleid willen weten, ongeacht de inhoud daarvan. Minister Gatz wil geen communautaire scherpslijper zijn, maar als hij die middelen zonder meer via het Gemeentefonds ter beschikking zou stellen, zouden er in de toekomst in de commissie vragen komen naar de reden waarom er geen Vlaams jeugdwerk meer is in bepaalde faciliteitengemeenten. Deze specifieke bepaling is dan ook een nuttige voorzorgsmaatregel. Yamila Idrissi vraagt ten slotte om in het kader van deugdelijk bestuur zeker ook aandacht te hebben voor de principes van good governance. II. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 tot en met 9 Artikel 1 tot en met 9 worden aangenomen met 10 stemmen bij 3 onthoudingen. Artikel 11 tot en met 13 Artikel 11 tot en met 13 worden aangenomen met 10 stemmen bij 3 onthoudingen. III. Eindstemming De aan de commissie toegewezen hoofdstukken van het ontwerp van decreet worden aangenomen met 10 stemmen bij 3 onthoudingen. Bart CARON, voorzitter Marius MEREMANS, verslaggever

710 (2015-2016) Nr. 2 9 Gebruikte afkortingen DAB DAC gesco SARC VAF VGC VIAA vzw WMKJ Dienst met Afzonderlijk Beheer derde arbeidscircuit gesubsidieerde contractueel Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Vlaams Audiovisueel Fonds Vlaamse Gemeenschapscommissie (van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest) Vlaams Instituut voor Archivering (oorspronkelijke naam = Vlaams Instituut voor het Audio-visueel Archief) vereniging zonder winstoogmerk Werking Met Kansarme Jongeren