22 oktober 2017 17.00 uur Mijndert Blijdorp (J van Bruggen) orgel: Piet Noort schriftlezing: Diny van Dijk Votum, zegengroet Zingen: GK psalm 63:1,2 (,,O God, mijn God, Ik zoek Uw hand! ) Gebed voor de eredienst Lezing van de tekst: Zondagen 5-6 Zingen: GK psalm 86:1,2 = LB 86:1, 2 (,,Tot U hef ik mijn leven ) Schriftlezing: Romeinen 7:7-25 Zingen: GK psalm 86:5 = LB 86:5 (,,Gij hebt mij tot het licht doen komen uit de diepten van de dood ) Preek over de zondagen 5-6. Zingen: LvdK 110 :1-4) (,,Het Lam voor ons op aard geslacht ) Dankzeggingen en gebeden Geloofsbelijdenis Zingen: LvdK 115:1,2 (,,Die op de troon zat, zeide: nieuw maak Ik alle ding ) Collecte Zingen: GK gezang 47:1,3,6 (,,De Lofzang van Maria ) Zegen Zingen: GK psalm 63:1,2 (,,O God, mijn God, Ik zoek Uw hand! ) 1 O God, mijn God, ik zoek uw hand, ik dorst naar U, blijf op U wachten. Zie hoe mijn ziel en lichaam smachten naar U in droog en dorstig land. Zo sloeg ik steeds op U mijn ogen, als ik uw heilig huis bezocht, uw heerlijkheid aanschouwen mocht en vreugde vond in uw vermogen. zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 1
2 Uw liefde is het hoogste goed dat U, o God, mij hebt gegeven, uw trouw is beter dan het leven, U bent het die mij juichen doet. Ik wil U prijzen al mijn dagen, waartoe uw goedheid mij bewoog, mijn handen hef ik naar omhoog, om heel mijn hart U op te dragen. Gebed voor de eredienst Lezing van de tekst: Zondagen 5-6 Zondag 5 Vraag 12: Hoe kunnen wij aan deze straf ontkomen en weer in genade aangenomen worden, nu wij naar Gods rechtvaardig oordeel straf in tijd en eeuwigheid verdiend hebben? God wil dat aan zijn gerechtigheid wordt voldaan. Daarom moeten wij òf zelf òf door een ander volkomen betalen. Vraag 13: Maar kunnen wij zelf betalen? Op geen enkele manier. Wij maken de schuld juist elke dag groter. Vraag 14: Kan een schepsel dat alleen maar schepsel is, voor ons betalen? Nee, want ten eerste wil God geen ander schepsel straffen voor de schuld die de mens gemaakt heeft; ten tweede kan ook geen schepsel dat alleen maar schepsel is, de last van de eeuwige toorn van God tegen de zonde dragen en andere schepselen daarvan verlossen. zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 2
Vraag 15: Wat voor een Middelaar en Verlosser moeten wij dan zoeken? Een Middelaar die een echt en rechtvaardig mens is en toch sterker dan alle schepselen, dat wil zeggen: die tegelijk echt God is. Zondag 6 Vraag 16: Waarom moet de Middelaar een echt en rechtvaardig mens zijn? Omdat Gods gerechtigheid eist, dat de menselijke natuur, die gezondigd heeft, ook voor de zonde betaalt, en omdat een mens die zelf zondaar is, niet voor anderen kan betalen. Vraag 17: Waarom moet de Middelaar tegelijk echt God zijn? Om uit kracht van zijn godheid de last van Gods toorn aan zijn menselijke natuur te kunnen dragen, en ons de gerechtigheid en het leven te kunnen verwerven en teruggeven. Vraag 18: Wie is dan deze Middelaar, die echt God en tegelijk een echt en rechtvaardig mens is? Onze Here Jezus Christus, die ons door God geschonken is tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en tot een volkomen verlossing. Vraag 19: Waaruit weet u dat? zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 3
Uit het heilig evangelie. God heeft dat eerst zelf in het paradijs geopenbaard. Daarna heeft Hij het door de heilige aartsvaders en profeten laten verkondigen. Ook heeft Hij dat evangelie van tevoren laten afbeelden door de offers en andere schaduwachtige gebruiken die Hij in de wet had voorgeschreven. Tenslotte heeft Hij het door zijn eniggeboren Zoon vervuld. Zingen: GK psalm 86:1,2 = LB 86:1, 2 (,,Tot U hef ik mijn leven ) 1 Hoor mij, HEER, wil antwoord zenden, zie mijn bittere ellende. Hoed mijn leven, U gewijd, stel uw knecht in veiligheid. Heer mijn God, wees mij genadig, want ik roep tot U gestadig. Stel mij in het blijde licht, want ik zoek uw aangezicht. 2 Ja, tot U hef ik mijn leven, Gij zijt mild om te vergeven, rijk in goedertierenheid voor een hart dat tot U schreit. HEER, neem mijn gebed ter ore, wil mijn luide smeken horen. In het bitterste getij roep ik en Gij antwoordt mij. Schriftlezing: Romeinen 7:7-25 7 Moeten we nu vaststellen dat de wet hetzelfde is als de zonde? Absoluut niet. Ik ben me echter pas door de wet bewust geworden van de zonde. Ik zou immers niet weten wat begeerte was als de wet niet zei: Zet uw zinnen niet op wat van een ander is. 8 Maar de zonde heeft van het gebod gebruikgemaakt om begeerten in mij op te wekken, want zonder de wet is de zonde krachteloos. zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 4
9 Eens leefde ik zonder de wet, maar door de komst van het gebod kwam de zonde tot leven 10 en daardoor stierf ik. Het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek juist tot mijn dood te leiden. 11 De zonde heeft gebruikgemaakt van het gebod: ze heeft mij misleid en mij door het gebod gedood. 12 Kortom, de wet zelf is heilig en de geboden zijn heilig, rechtvaardig en goed. 13 Is het dan het goede dat mij heeft gedood? Natuurlijk niet, het is de zonde. Maar om mij te doden heeft ze van het goede gebruikgemaakt; alleen zo kon duidelijk worden wat de zonde is. Door het gebod te gebruiken laat de zonde zien hoe verderfelijk ze is. 14 Wij weten dat de wet het werk van de Geest is, maar door mijn natuur ben ik uitgeleverd aan de zonde. 15 Wat ik doe, doorzie ik niet, want ik doe niet wat ik wil, ik doe juist wat ik haat. 16 Maar wanneer mijn daden in strijd zijn met mijn wil, dan erken ik dat de wet goed is. 17 Dan ben ik het niet die handelt, maar de zonde die in mij heerst. 18 Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. 19 Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik. 20 Maar wanneer mijn daden in strijd zijn met mijn wil, ben ik daar niet zelf de oorzaak van, maar de zonde die in mij heerst. 21 Ik ontdek in mij de wetmatigheid dat het kwade zich aan mij opdringt, ook al wil ik het goede doen. 22 Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God, 23 maar in alles wat ik doe zie ik die andere wet. Hij voert strijd tegen de wet waarmee ik met mijn verstand instem en maakt van mij een gevangene van de wet van de zonde, die in mij leeft. 24 Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood? 25 Dat doet God! Dank aan hem door Jezus Christus, onze Heer. Met mijn verstand onderwerp ik mij aan de wet van God, maar door mijn natuur onderwerp ik mij aan de wet van de zonde. Zingen: GK psalm 86:5 = LB 86:5 (,,Gij hebt mij tot het licht doen komen uit de diepten van de dood ) 5 Gij zijt groot en zeer verheven, Gij doet wondren aan ons leven. Gij zijt God, ja Gij alleen, goedertieren om ons heen. zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 5
Heer, Gij hebt mij aangenomen, mij weer tot het licht doen komen uit de diepten van de dood. Ja, uw goedheid is zeer groot. Preek over de zondagen 5-6. Zingen: LvdK 110 :1-4) (,,Het Lam voor ons op aard geslacht ) 1 Het Lam, voor ons op aard' geslacht, is eeuwig waard te ontvangen de wijsheid, rijkdom, eer en kracht en dankb're lofgezangen! 2 Hij, die als Hogepriester leeft, en met zijn Geest ons zegent, Hij is 't, die moed en sterkte geeft, wat kwaad ons ook bejegent. 3 Die in ons oog de moeite leest, toont ons zijn medelijden; Hij is, als wij, verzocht geweest en sterkt ons, als wij strijden. 4 Hij komt en draagt de gloriekroon; God toont zijn welgevallen en geeft aan Hem, als Mensenzoon het oordeel over allen. Dankzeggingen en gebeden Geloofsbelijdenis Zingen: LvdK 115:1,2 (,,Die op de troon zat, zeide: nieuw maak Ik alle ding ) 1 Die op de troon zat zeide: nieuw maak Ik alle ding, hemel en aarde beide, wat nu ten einde ging. Al wat er moest vervallen, stierf in der tijden kring. Ik maak de dingen alle blinkend van zegening. zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 6
2 De woorden zijn waarachtig die Hij gesproken heeft, want God de Heer almachtig, oorsprong van al wat leeft, de eerste en de laatste, einde en nieuw begin, Hij, God, sluit alle plaatsen en alle tijden in. Collecte Zingen: GK gezang 47:1,3,6 (,,De Lofzang van Maria ) 1 Mijn ziel verheft Gods eer; mijn geest mag blij de Heer mijn Zaligmaker noemen, die, in haar lage staat, zijn dienstmaagd niet versmaadt, maar van zijn gunst doet roemen. 3 Hoe heilig is zijn naam! Laat volk bij volk tezaam barmhartigheid verwachten, nu Hij de zaligheid voor wie Hem vreest, bereidt door al de nageslachten. 6 Hij trok zich Israël aan, Hij laat niet hulploos staan die Abrams troost verwachten. Groot en in eeuwigheid is Gods barmhartigheid voor duizenden geslachten! Zegen zondag 22 oktober 2017 17.00 uur Pagina 7