00 Blindedarmontsteking Appendicitis Poli Chirurgie
Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten van blindedarmontsteking (appendicitis) en hoe dit behandeld kan worden. Hou er rekening mee dat de aandoening bij iedereen anders kan zijn. 1
Wat is een appendix? De appendix (letterlijk: aanhangsel) bevindt zich daar waar de dunne darm overgaat in de dikke darm, dat wil zeggen rechtsonder in de buik. Omdat de appendix soms lang en beweeglijk is, kan een afwijkende ligging ontstaan waardoor de pijnklachten van de appendix meer in het midden en soms zelfs rechtsboven in de buik worden aangegeven. Wat is een blindedarmontsteking? Appendicitis is een (meestal plotseling) ontstane ontsteking van de blindedarm, die pijnklachten geeft rechtsonder in de buik. De ontsteking kan soms zeer heftig verlopen en dan aanleiding geven tot buikvliesontsteking. In dat geval zit de pijn in de gehele buik. Waarom de appendix ontstoken raakt, is niet duidelijk. De klachten Bij appendicitis beginnen de pijnklachten meestal op, rond of boven de navel, en zakken daarna af naar de rechter onderbuik. De pijn rechtsonder wordt soms voorafgegaan door misselijkheid en braken. Er is een lichte temperatuurverhoging en men voelt zich niet lekker. Het aanraken van de buik en het daarna loslaten doet pijn. Ook hoesten en lachen is soms 2
pijnlijk. Dikwijls wordt ook vervoerspijn aangegeven, bijvoorbeeld als u met de auto over een hobbel rijdt. Soms heeft men enkele dagen vage buikklachten voordat de pijn rechtsonder erger wordt. Onderzoek Anamnese Bij het stellen van de diagnose is de voorgeschiedenis en de ontstaanswijze van de pijnklachten van belang. Dit is de anamnese. Ook andere ziekteoorzaken moeten worden uitgesloten, bijvoorbeeld darminfectie, voedselvergiftiging, niet goed bereidt eten, gynaecologische oorzaken (zwangerschap, eierstokontsteking, enz.). Dit wordt allemaal nagevraagd en vastgelegd. Lichamelijk onderzoek Daarna volgt het lichamelijk onderzoek. Hierbij wordt naar de darmbewegingen geluisterd. Daarna wordt het onderzoek uitgebreid door voorzichtig met de hand de buik te betasten, te voelen en te kloppen. Eventueel volgt het inwendig onderzoek via de anus en bij de vrouw aangevuld met inwendig gynaecologisch onderzoek. Ook de lichaamstemperatuur wordt gemeten (deze is meestal licht verhoogd). Laboratoriumonderzoek Het bloed wordt onderzocht op het ontstekingseiwit (CRP) en het aantal witte bloedlichaampjes (beiden zijn verhoogd bij een ontsteking). Aanvullend bloedonderzoek naar, lever- en nierfuncties kan nodig zijn. Ook urineonderzoek (blaasontsteking, zwangerschap) kan gedaan worden. 3
Echografisch onderzoek Vaak wordt een echo-onderzoek van de buik gedaan. Hierbij wordt door middel van geluidsgolven de appendix zichtbaar gemaakt om de diagnose te stellen. Ook kan men de baarmoeder en eierstokken zien en beoordelen. CT-scan Soms wordt aanvullend een CT-scan gedaan. Dit gebeurt als de echografie niet goed de oorzaak van de klachten in beeld kan brengen. Laparoscopie Bij twijfel of onzekerheid over de juiste aandoening kan een laparoscopisch onderzoek onder narcose aan de eventuele operatie vooraf gaan. Daarbij wordt met een videocamera en een lichtbron in de buikholte gekeken. Behandelingsmogelijkheden Als de diagnose appendicitis is gesteld, is een operatie (het verwijderen van de ontstoken appendix) de beste behandeling om te voorkomen dat doorbraak van de appendicitis en buikvliesontsteking ontstaan. Bij de operatie wordt de blindedarm opgezocht en verwijderd. De operatie wordt meestal met een kijkoperatie gedaan. Een andere mogelijkheid is opereren door middel van een kleine snee rechts in de onderbuik. Bij twijfel kan ook een snee midden in de onderbuik worden gemaakt. Daarbij kan een eventuele andere oorzaak van de pijnklachten worden opgespoord en behandeld. Welke methode wordt gekozen is van veel factoren afhankelijk, onder andere van de ernst van de ontsteking en de voorkeur van de operateur. Soms is rondom de ontstoken blindedarm al zeer veel verkleving ontstaan. Dit is bij het onderzoek soms als weerstand in de rechteronderbuik te voelen. Men spreekt dan van een appendiculair infiltraat (dit ontstaat meestal na enige dagen ziek zijn en is een natuurlijke reactie van het lichaam). In zo'n geval moet de ontsteking en het infiltraat afkoelen en 'tot rust komen'. Door bloedonderzoek kan het herstel van de appendix worden gevolgd. Ook wordt op verschillende tijdstippen de buik onderzocht. Het 4
verwijderen van de appendix na een infiltraat wordt tegenwoordig bijna niet meer gedaan. Mogelijke complicaties Het ontstaan van complicaties hangt vaak af van de ernst van de ontsteking. Algemene complicaties zoals wondinfectie en nabloeding, zijn altijd mogelijk. Bij ernstige ontsteking en te veel buikvocht worden antibiotica gegeven. Bij wondabcessen wordt de huidwond soms weer geopend zodat goede afvloed van de pus mogelijk is. Het herstel duurt dan meestal langer. Ook kan enige weken na ontslag kortdurend een krampende pijn worden gevoeld. Dit wordt soms veroorzaakt door verklevingen in de buik waardoor de darmbewegingen kunnen toenemen. Als dit hevige pijn geeft moet u contact opnemen met de huisarts. Soms ontstaat er na de operatie voor appendicitis een abces in de buik. In sommige gevallen verdwijnt dit (de pus) via de anus, een enkele keer moet dit chirurgisch worden behandeld of kan het onder röntgencontrole worden aangeprikt. Na de operatie Na de operatie heeft u een infuus voor vocht- en medicijntoediening. De darmbewegingen komen geleidelijk weer op gang en u mag meer gaan eten. Na 1-2 dagen kunt u meestal naar huis en kunt u normaal eten. De wond wordt meestal met oplosbare hechtingen gehecht. Deze hechtingen hoeven er niet uitgehaald te worden. U krijgt een afspraak mee voor controle op de poli voor over 2-3 weken. Als geen vocht uit de wond komt, hoeft er geen pleister op de wond. U mag 2-3 dagen na de operatie weer douchen. Als er een perforatie ('gesprongen blinde darm') is geweest, wordt de appendix weggehaald en krijgt u 5 dagen antibiotica. Eerst via het infuus, later eventueel als tabletten. De opname duurt dan 4-6 dagen. 5
Het herstel duurt meestal een paar weken. Na thuiskomst kunt u de gewone dagelijkse dingen doen. 1 week na de operatie mag u weer autorijden. Zwemmen mag 2 weken na de operatie, met andere sporten kunt u beter wachten tot 4 weken na de operatie. In de meeste gevallen kunt u 1 week na de ingreep in overleg met uw bedrijfsarts weer geheel of gedeeltelijk werken. Heeft u nog vragen? Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft kunt u, tijdens kantooruren, contact opnemen met de poli Chirurgie, telefoon: 0495 57 22 76 6
R330.08 2012-03 1119262