CONVECTIEVERWARMING GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS. Gesloten uitvoering TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - TECHNISCHE GEGEVENS - INSTALLATIE - ONDERHOUD

Vergelijkbare documenten
CONVECTIEVERWARMING. GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS Met hoog / laag branders Gesloten uitvoering. Type MH, MC en MV Eco. Vermogens : 13 tot 74 kw

GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

CONVECTIEVERWARMING. DESTRATIFICATOREN Type CA40, 60 en 100. Luchtdebiet : 3.800, en m³/u BVBA BLONDEAU & ZONEN

GASGESTOOKTE DONKERE STRALINGSBUIZEN BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte donkere STRALINGSBUIZEN in U of in lijn - type SOLARHP. Vermogens : en 36 kw 43 en 50 kw

CONVECTIEVERWARMING GASGESTOOKTE CONDENSERENDE LUCHTVERHITTERS. Vermogens : 26,5 tot 61,7 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

CONVECTIEVERWARMING. LUCHTVERHITTERS op WARM WATER. Vermogens : 13,7 tot 87,3 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

CONVECTIEVERWARMING WARME LUCHT GENERATOREN * CONDENSATIE TOESTELLEN * KLASSIEKE TOESTELLEN. Van 59 tot 310 Kw. Van 32 tot 1.

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte donkere STRALINGSBUIZEN in netwerk EUROLINE BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte donkere STRALINGSBUIZEN in U - type SOLARHP R Hoog Rendement. Vermogens : en 36 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte STRALINGSBANEN RAYLINE. Vermogens : 55 tot 200 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte STRALINGSBANEN RAYLINE. Vermogens : 55 tot 200 kw BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

De ideale oplossing voor niet gecentraliseerde en compacte homogene verwarming van geen tot zeer goed geïsoleerde gebouwen.

BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Gebruiksaanwijzing. Gasbranders Gasbrander zonder vlambeveiliging Gasbranders met vlambeveiliging.

BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMING VOOR UTILITEIT EN INDUSTRIE

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte donkere STRALINGSBUIZEN. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - Technische gegevens - Installatie - Onderhoud

Winterwarm. Het warme gevoel van Winterwarm. Technische Documentatie. the heat is on. HEATER Type HR30

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte donkere STRALINGSBUIZEN in U. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - Technische gegevens - Installatie - Onderhoud

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STRALINGSVERWARMING STRALINGSPANELEN OP WARM WATER OF STOOM BVBA BLONDEAU & ZONEN. Fabriekstraat, 56 B Lint

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte donkere STRALINGSBUIZEN in U. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - Technische gegevens - Installatie - Onderhoud

BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

CONVECTIEVERWARMING. LUCHTVERHITTERS op WARM WATER. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - Technische gegevens - Installatie - Onderhoud BVBA BLONDEAU & ZONEN

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte Donkere STRALINGSBUIZEN. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - Technische gegevens - Installatie - Onderhoud

Gasgestookte luchtverhitter (Vloermodel) Open uitvoering Pag. 33

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

Gasaerothermen PC RA Warmtewisselaar en verbrandingskamer in roestvrij staal AISI 441.

BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

Gekeurd rookgasafzuiging 400 C/2h Eenvoudige plaatsing en onderhoud Laag geluidsniveau Werkschakelaar gemonteerd (op aanvraag)

STRALINGSVERWARMING. Gasgestookte STRALINGSBANEN RAYLINE. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN : - Technische gegevens - Installatie - Onderhoud

GASGESTOOKTE DONKERE STRALINGSBUIZEN HP (High Performance) TOESTELLEN in U TYPE TUE 17 HP, 27 HP en 37 HP TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN BLONDEAU

CONVECTIEVERWARMING WARME LUCHT GENERATOREN TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - TECHNISCHE GEGEVENS - INSTALLATIE - ONDERHOUD

Wij doen meer dan warme. Lucht. Gas-luchtverhitter: aeroschwank AR

Reeks EcoAIR DESIGN. ecoair DESIGN: centrifugale ventilator met DC motor CENTRIFUGALE VENTILATOREN MET DC MOTOR NIEUW. Ecowatt EcoAIR DESIGN

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Model UDSA. Gasgestookte luchtverwarmers voor binnenopstelling

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

AANVULLEND INSTRUCTIEBOEKJE LUCHTVERWARMER. TYPE TR Duct. Kanaal uitvoering

LUCHTVERWARMING. Tot 50% gasbesparing Rendement tot 108% HR - Modulerend & Condenserend Premix Brander RVS Warmtewisselaar

COMPACTE WARME LUCHT GENERATOR VOOR TERTIAIRE SECTOR

De ET31F (die alleen de vloertemperatuur meet) kan in een andere ruimte geplaatst worden.

Systeemoplossing Zehnder CombiFlow

BLONDEAU INDUSTRIAL HEATING

CENTRIFUGALE DAKVENTILATOR ROOKGASAFZUIGING 400 C/2H TCDH 2-TCDV 2

Handleiding SCVU2 1. VEILIGHEID 2. TECHNISCHE KENMERKEN SCVU 2

Elegant design voor inpassing in elke omgeving. Natuurlijke ventilatie. Omkeerbaar. Automatische kleppen

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

RESIDENTIELE GENERATOREN CONDENSEREND OP AARDGAS

Aanbevelingen Branders

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

Plate Box 95. Energie recuperator met tegenstroom wisselaar Plate Box 95. Troeven

Staande warmeluchtgeneartor GG toebehoren : Plenums, Filters, enz Pag. 52

1.0 Algemeen. 1.1 Toepassing:

INDUSTRIÊLE GENERATOREN OP GAS CONDENSEREND X ALGEMENE INFORMATIE WERKINGSPRINCIPE STURINGSKAST

Elios OES 150 G van 16 tot 79 kw p 18 Elios OEN 250 G van 50 tot 123 kw p 19 OES 350 G van 60 tot 410 kw p 20 OEN 350 G van 55 tot 400 kw p 21 OES

ALGEMENE INFORMATIE. WERKINGSPRINCIPE. KONSTRUKTIE. BRANDERS. INDUSTRIËLE EN RESIDENTIËLE GENERATOREN 2008/9 PAGINA 01

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

MEER DAN TOESTELLEN IN BEDRIJF DIT IS GEEN TOEVAL!

Milieubewust verwarmen met de GS+

HANDLEIDING ELEKTRISCHE CONVECTOREN CL CP CH

USV ACTIVE POTENTIOMETER. Montage & gebruiksvoorschriften

8.2 STORINGSLIJST PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING Regelpaneel Geen stroomtoevoer naar Controleer of de stekker aangesloten is

NIEUW. Standaard dubbele filtratie (F5 + G4) anti-pollen. VMC Pavillonaire IDEO 325 Ecowatt VMC DUBBELSTROOM MET HOOG RENDEMENT. Laag geluidsniveau

instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas

ELEKTRISCHE VERWARMING

Reeks DECOR DECOR-100 DECOR-200 DECOR-300 BADKAMERVENTILATOR DECOR. Badkamerventilatoren

Cerapur TOP 30-3 ZWB TOP 30/42-3 ZWB TOP 28-3 ZSB TOP 42 ZB. condensatieketels met gestuwde afvoer

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

ITR ELEKTRONISCHE DIGITALE SNELHEIDSREGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

LUCKERATH PYROLYSE OVENS

CODUMÉ SCVU2 TECHNISCHE FICHE. Een vooruitstrevende techniek! EPB conform.

2008/9 PAGINA 01. Dubbelaanzuigende turbine direct-drive met een hoge statische druk (175 tot 230 Pa)

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Compacte buisverwarmingen

Reeks DECOR DECOR-100 DECOR-200 DECOR-300 DECOR. Badkamerventilatoren. S Basisgamma C Type met anti-terugslagklep Z Model met kogellagers, levensduur

Infaroodstraler ZRS. Technische handleiding

EURO-H HOOG RENDEMENT GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

Gebruikershandleiding

ENERGIETECHNIEK EN ENERGIEBESPARING RECHTSTREEKSE VERWARMING

INFRAROODSTRALER FUEL IS 40 INSTRUCTIEBOEKJE

CENTRIBOX CVB/CVT. Boxventilatoren. Luchtdichte kast. Laag geluidsniveau. Eenvoudige montage. Frontale kabeldoorgang.

EKO PLUS 6kW. STILE 8kW. TECHNA & ARTE 10kW IDEA D ANGLE. IDEA FRONTALE 9kW. ARTE 15kW. SYNTHESIS 68 10kW

Milieubewust verwarmen met de GS+

A l d e c h a r m e v a n d o o r d a c h t w o o n c o m f o r t

Combat Gas-luchtverhitters met buis-warmtewisselaar

FLANDRIA RADIATOREN M & S COLLECTION BODY COLLECTION FOX MISTRAL TECHNISCH-COMMERCIËLE HANDLEIDING UPDATE: 06/2005

WANDVENTILATOREN WANDVENTILATOREN / ENKELE FLUX

I.10 GTDI. Accessoires. Warmteterugwinningseenheden. WTW met rendement < 75% Kruisstroom Qv > 700 m³/h Horizontaal.

HUUR GIDS DIRECT HUREN: 0476/ Bouwdrogers - Verwarming - Ventilatoren - Stofafzuiging

Transcriptie:

CONVECTIEVERWARMING BVBA BLONDEAU & ZONEN GASGESTOOKTE LUCHTVERHITTERS Gesloten uitvoering type MH Eco, MC Eco en MV Eco 13,1 tot 74 kw Fabriekstraat, 56 B - 2547 Lint Tel. +32-3/454.38.50 Fax +32-3/454.38.44 info@blondeau.be www.blondeau.be TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN - TECHNISCHE GEGEVENS - INSTALLATIE - ONDERHOUD 01/01/2018

2 OPMERKING De luchtverhitter SOLARONICS dat U in bedrijf gaat nemen is het resultaat van jarenlange research en afstelling. De gamma SOLARONICS toestellen heeft met succes de verschillende proeven en controles ondergaan, opgelegd door de Europese richtlijnen voor gastoestellen en door ISO 9001 : mechanische en elektrische veiligheid, geschiktheid voor verwarming van gebouwen, betrouwbaarheid, rendement, hygiëne. Door de technische vereisten dat ze opleggen zijn de ISO 9001 en het CE keurmerk de officiële erkenning van de kwaliteit van het ontwerp, de bouw en de prestaties van deze toestellen. De levensduur van deze toestellen en hun prestaties zullen optimaal zijn indien het gebruik en de onderhoud ervan gebeuren volgens de regels der kunst en volgens de geldende voorschriften. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om - na de installatie van de toestellen nauwlettend volgens deze montagevoorschriften te hebben uitgevoerd - 1/ de eindgebruiker te informeren dat : * hijzelf aan het toestel en aan de installatie geen enkele aanpassing of verandering mag aanbrengen : elke verandering veroorzaakt automatisch het intrekken van het CE keurmerk! * het onontbeerlijk is de voorgeschreven onderhoudswerken uit te voeren. 2/ de eindgebruiker deze technische voorschriften te overhandigen. SOLARONICS behoudt zich het recht om - in overeenstemming met het keurings organisme dat de CE keuring uitvoerde - deze technische voorschriften aan te passen. Daarom zijn enkel de voorschriften die bij de levering van het toestel werden overhandigd, geldig.

3 INHOUDSTAFEL I. TECHNISCHE GEGEVENS A. BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL 5 B. BESCRHIJVING VAN DE UITRUSTING 5-6 C. TECHNISCHE GEGEVENS + AFMETINGEN 7 t/m 11 II. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN A. GELIJKVORMIGHEID 12 B. INPLANTING 12 t/m 14 C. BEVESTIGING VAN DE TOESTELLEN 14 t/m 17 D. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 18 t/m 21 E. GASAANSLUITING 22 t/m 24 F. ROOKGASAFVOER + VERSE LUCHT TOEVOER 25 t/m 29 III. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN A. INBEDRIJFSTELLEN VAN HET TOESTEL 30 B. ONDERHOUD 30-31 C. AANBEVELINGEN 31 D. DEPANNAGESCHEMA 32 E. ONDERDELENLIJST 33

4 Toestel type MH Eco met axiaal ventilator Toestel type MV Eco met axiaal ventilator Toestel type MC Eco met centrifugaal ventilator

5 HOOFDSTUK I : TECHNISCHE GEGEVENS A. BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL De gasgestookte luchtverhitters SOLARONICS type MH Eco, MV Eco en MC Eco zijn onafhankelijk op te hangen warme lucht generatoren, werkend op aardgas of propaan gas, conform aan de Europese richtlijnen inzake gastoestellen 90/396 EEC en de Europese norm EN 437. Dit toestel is van het type direct gasgestookte verwarmingstoestel ; het is een toestel voor warmteproductie en -uitspreiding. Voor heel de gamma beschreven in deze voorschriften worden de verbrandingsgassen afgevoerd d.m.v. een extractor. De verbrandingslucht wordt in de ruimte of van buiten uit aangezogen. De toestellen kunnen worden aangesloten hetzij op een concentrische buis met dak- of wanddoorvoer hetzij enkel aan een schouw. Voor het type MH Eco omvat de gamma 7 modellen met een netto vermogen van 13,1 kw tot 74 kw. Voor het type MV Eco omvat de gamma 4 modellen met een netto vermogen van 31,5 kw tot 74 kw. Voor het type MC Eco omvat de gamma 6 modellen met een netto vermogen van 18,5 kw tot 74 kw. Het SOLARONICS toestel kan in de zomer dienst doen als ventilatie unit. B. BESCHRIJVING VAN DE UITRUSTING De SOLARONICS toestellen type MH, MV en MC zijn CE gekeurd voor België voor aardgas G20 en G25 en voor propaangas volgens de Europese CE richtlijnen inzake gastoestellen 90/396/EEG in de categorieën I2E(R)B, I2E(S)B en I3P. Afvoersysteem : B22, C12 of C32 * B22 : aanzuig van de verbrandingslucht uit de omgeving, afvoer der rookgassen doorheen het dak of de wand. * C12 : aanzuig van verse buitenlucht (garage-uitvoering), afvoer der rookgassen doorheen de wand d.m.v. het systeem type CT. * C32 : aanzuig van verse buitenlucht (garage-uitvoering), afvoer der rookgassen doorheen het dak d.m.v. het systeem type MK.

6 B.1. TOESTEL M Eco 16 & M Eco 50/60/80 M Eco 21/28/35 Ontvanger pilootkabel RFP (24) Detail aansluiting M Eco 16-35 il tk b l RFP (24) Detail aansluiting M Eco 50-80 il tk b l RFP (24) Nr. Omschrijving 1 Afvoer rookgassen 2 Extractor schijf 3 Verse luchttoevoer 4 Axiale ventilator - type MH/MV Eco 4 Centrifugale ventilator - type MC Eco 5 Gastoevoer 6 Gasbuis 7 Gasklep met gasdrukregelaar 8 Meting gasdruk voor klep 9 Meting brander druk 10 Gasbrander 11 Ontstekingselektrode 12 Ionisatiestaaf 13 Brander automaat 14 Regelthermostaat brander (65 C) 15 Regelthermostaat ventilator (30-35 C) 16 Beveiligingsthermostaat met ontgrendeling 17 Luchtdruk pressiostaat 18 Collector rookgassen 19 Extractor rookgassen 20 Signaallamp storing brander 22 Connector regeling RFP5 23 Zekering 630 ma 24 Ontvangmodule pilootkabel RFP5 25 Regelthermostaat 2 stookgang (35 / 40 C) 27 Gasbuis brander-gasklep 30 Silicone darm dia. 80 31 Silicone darm dia. 65

7 C. TECHNISCHE GEGEVENS C.1. Toestellen type MH Eco De luchtverhitters type MH Eco zijn uitgerust met een axiale ventilator. Ze zijn voorzien voor rechtstreekse uitblaas en zijn standaard uitgerust met een uitblaasrooster met horizontaal en verticale schoepen. C.1.1. Kenmerken Type MH Eco MH16 Eco MH21 Eco MH28 Eco MH35 Eco MH50 Eco MH60 Eco MH80 Eco Calorisch vermogen kw 14,2 20 27 34 50 60 80 Netto vermogen kw 13,1 18,5 25 31,5 46,3 55,5 74 Rendement % 92,5 92,5 92,5 92,5 92,5 92,5 92,5 Minimum netto vermogen kw 10,5 14,8 20 25,2 37 44,4 59,2 Draaisnelheid Tr/m 1350 920 1350 1050 1350 910 900 Luchtdebiet op 50 C m³/h 1500 1650 2300 3250 5300 6500 8800 Temperatuursverhoging lucht C 24 24 26 26 25 25 25 Worp m 12 12 16 23 28 28 28 Gasdebiet op 15 C G20 (Rijk gas) - 20 mbar G25 (Slochteren) - 25 mbar G31 (propaan) - 37 mbar Diameter afvoerbuis m³/u m³/u kg/u mm 1,50 1,67 1,11 2,12 2,35 1,56 130 130 130 80/125 80/125 80/125 80/125 Diameter verse lucht toevoer mm 130 130 130 2,86 3,18 2,11 3,60 4,00 2,66 5,29 5,88 3,91 Spanning Mono fasig 230 V - 50 Hz - IP 42 Elektrisch vermogen VA 290 300 310 320 500 580 750 Gewicht kg 54 82 82 92 125 152 194 Geluidsniveau op 5 m in vrij veld dba 42 43 47 46 56 54 53 6,35 7,06 4,69 8,47 9,41 6,25 C.1.2. Afmetingen Aansluiting 16-35 Aansluiting 50-80 A B C Ø Rookg. Ø Lucht Ø Gas MH16 Eco 810 780 356 80 / 125 ½ MH21 Eco 1040 800 460 80 / 125 ½ MH28 Eco 1040 820 460 80 / 125 ½ MH35 Eco 1040 820 510 80 / 125 ½ MH50 Eco 1040 840 700 130 130 ½ MH60 Eco 1120 840 820 130 130 ¾ MH80 Eco 1120 840 1075 130 130 ¾

8 C.2. Toestellen type MV Eco De luchtverhitters / destratificatoren type MV Eco zijn uitgerust met een axiale ventilator. Ze zijn voorzien voor rechtstreekse verticale uitblaas en zijn standaard uitgerust met een uitblaasrooster met horizontaal en verticale schoepen. Ze zijn bijzonder geschikt voor rechtstreekse uitblaas in gangen (vb. tussen rekken) en hebben het kenmerk te verwarmen en als destratificator dienst te doen. C.2.1. Kenmerken Type MV Eco MV35 Eco MV50 Eco MV60 Eco MV80 Eco Calorisch vermogen kw 34 550 60 80 Netto vermogen kw 31,5 46,3 55,5 74 Rendement % 92,5 92,5 92,5 92,5 Minimum netto vermogen kw 25,2 37 44,4 59,2 Draaisnelheid Tr/m 1050 1350 910 900 Luchtdebiet op 50 C m³/h 3250 5300 6500 8800 Temperatuursverhoging lucht C 26 25 25 25 Worp m Zie tabel blz. 9 Gasdebiet op 15 C G20 (Rijk gas) - 20 mbar G25 (Slochteren) - 25 mbar G31 (propaan) - 37 mbar Diameter afvoerbuis m³/u m³/u kg/u mm 130 130 130 80/125 Diameter verse lucht toevoer mm 130 130 130 3,60 4,00 2,66 5,29 5,88 3,91 6,35 7,06 4,69 Spanning Mono fasig 230 V - 50 Hz - IP 42 Elektrisch vermogen VA 320 500 580 750 Gewicht kg 92 125 152 194 Geluidsniveau op 5 m in vrij veld dba 46 56 54 53 8,47 9,41 6,25 C.2.2. Afmetingen

9 Types MV35 Eco MV50 Eco MV60 Eco MV80 Eco A 1040 1040 1120 1120 B 840 840 840 840 C 510 700 820 1075 D 125 134,50 149,50 149,50 E 430 610 730 --- H 185 250 355 460 I 677 677 677 --- Ø F 130 130 130 80 / 125 Ø Lucht 130 130 130 Ø G (gas) ½ ½ ¾ ¾ C.2.3. Ophanghoogte De toestellen type MV Eco worden opgehangen d.m.v. M8 bouten aan de bovenzijde van het toestel (uitg. MV80 Eco) De uitblaas gebeurt vertikaal naar de vloer en de ophang hoogte mag niet lager of hoger zijn dan de opgegeven min. en max. waarden. Om een optimaal rendement te halen uit de MV toestellen raden wij u aan om de onderstaande ophang hoogtes na te leven. Type MV35 Eco MV50 Eco MV60 Eco MV80 Eco L1 m 0,45 0,45 0,50 0,60 L2 m 1 1 1 1 L3 m 1 1 1 1 H : Hoogte (min./max.) m 4 / 6 5 / 8 6 / 10 6 / 10 P : max. luchtworp m 23 - H 28 - H 28 - H 30 - H C.2.4. Werkingsprincipe De luchtverhitters / destratificatoren type MV Eco hebben een dubbele functie : * verwarming, werking identiek zoals de gasgestookte luchtverhitters type MH * destratificatie, de ventilator werkt in functie van de luchttemperatuur. OPGELET : Bij de bepaling van het aantal en type toestellen, is het mogelijk dat men de installatie moet vervolledigen met destratificatoren om de min. lucht omwentelingen te respecteren. Volume gebouw luchtomwentelingen Volume gebouw luchtomwentelingen < 5.000 m³ 3,5 V / uur 5.000-20.000 m³ 3 V / uur 20.000-50.000 m³ 2,5 V / uur > 50.000 m³ 2 V / uur

10 C.3. Toestellen type MC Eco De luchtverhitters type MC Eco zijn uitgerust met een centrifugale ventilator. Ze zijn voorzien voor rechtstreekse uitblaas of uitblaas doorheen lucht kanalen. Ze kunnen tevens worden uitgerust met een aanzuigkanaal voor buitenlucht met kleppenregisters en filters C.3.1. Kenmerken Type MC Eco MC21 Eco MC28 Eco MC35 Eco MC50 Eco MC60 Eco MC80 Eco Calorisch vermogen kw 20 27 34 50 60 80 Netto vermogen kw 18,5 25 31,5 46,3 55,5 74 Rendement % 92,5 92,5 92,5 92,5 92,5 92,5 Minimum netto vermogen kw 14,8 20 25,2 37 44,4 59,2 Vermogen electr. motor kw 0,25 0,37 0,37 0,75 1,1 2 x 0,75 Deb. curve (terugnamelucht) Ventilator Motor koppeling Max. verbruik motor Debiet curve (lucht filter) Ventilator Motor koppeling Max. verbruik motor Gasdebiet op 15 C G20 (Rijk gas) - 20 mbar G25 (Slochteren) - 25 mb. G31 (propaan) - 37 mbar Diameter afvoerbuis Nr Type V A Nr Type V A m³/u m³/u kg/u mm 2* BD25/25 M6 --- 2 1 BD25/25 M6 --- 2 2,12 2,35 1,56 4* BD28/28 M6 MV 3,45 3 BD28/28 M6 GV 3,45 2,86 3,18 2,11 5* BD28/28 M6 GV 3,45 6 BD28/28 M4 --- 5 3,60 4,00 2,66 9* BD33/33 M6 MV 6 10* BD33/33 M6 --- 6 --- BD33/33 M6 PV -- --- --- --- 130 130 130 80/125 80/125 80/125 Ø verse lucht toevoer mm 130 130 130 5,29 5,88 3,91 Spanning Monofasig 230 V - 50 Hz - IP 42 Elektrisch vermogen VA 860 900 920 1.350 1.700 2.400 Gewicht kg 99 117 125 165 180 260 * Fabrieksinstellingen 6,35 7,06 4,69 8,47 9,41 6,25 C.3.2. Afmetingen Bovenzicht Vooraanzicht Zij aanzicht

Ø Ø A A1 A2 A3 A4 B B1 H L L1 L2 L3 P Ø F Lucht Gas MC21 Eco 1040 750 750 780 388 480 440 460 356 381 310 155 480 80 / 125 ½ MC28 Eco 1040 750 750 780 388 480 440 460 356 381 310 155 480 80 / 125 ½ MC35 Eco 1040 750 750 780 388 480 440 510 406 431 360 180 480 80 / 125 ½ MC50 Eco 1040 750 750 780 388 580 540 700 594 618 540 270 580 130 130 ½ MC60 Eco 1120 750 750 780 388 580 540 825 720 775 690 220 580 130 130 ¾ MC80 Eco 1120 750 750 780 388 1080 1040 1075 1020 1040 940 250 680 130 130 ¾ C.3.3. Samenbouw toestel type MC Eco 11 Ventilatorsectie (A) wordt aan de brander sectie (B) bevestigd d.m.v. 4 bouten M8 (3) met het toestel geleverd, wat een eenvoudige loskoppeling ervan verzekert. Om aan deze bouten te geraken dient men de zijpanelen (1) en (2) te verwijderen. Curve Debieten Drukken

12 HOOFDSTUK II : INSTALLATIE VOORSCHRIFTEN A. GELIJKVORMIGHEID De SOLARONICS toestellen met gesloten verbrandingskamer zijn geschikt voor verwarming van zowel industriële ruimtes als stockage ruimtes, winkels, sportzalen e.d. meer. De installatie dient verwezenlijkt te worden in overeenstemming met de geldende normen en voorschriften en zal volgens de regels der kunst door bevoegd personeel uitgevoerd worden. De installateur zal o.a. volgende documenten moeten raadplegen : NBN D51-003 A.R.A.B. o.a. art. 67 Indien de SOLARONICS werkt met aanzuiging van lucht uit de omgeving (aansluiting type B22) zal de installateur zich ervan vergewissen dat er voldoende luchttoevoer in het gebouw zal zijn om een normale werking van het toestel te verzekeren (ca. 1,75 m³/h per geïnstalleerde kw). De installateur zal de goede werking van elke SOLARONICS toestel nagaan nadat de gas- en elektrische aansluitingen zijn uitgevoerd. Hij zal tevens de eindgebruiker de werking en de onderhoudsmethode van het toestel uitleggen en hem een exemplaar van deze voorschriften overhandigen. B. INPLANTING Het nodig vermogen, het aantal toestellen, de ophanghoogte en de juiste opstelling moeten zorgvuldig worden bestudeerd, in functie van de vereisten van de eindgebruiker. Wij zullen U graag bijstaan bij eventuele problemen hieromtrent. Het is niet aangewezen om deze toestellen te plaatsen in : - Lokalen waar er ontploffingsgevaar heerst - Lokalen met chloorhoudende stoffen of corrosieve en chemische producten - Lokalen met grote hoeveelheden brandbare stoffen - Lokalen die overmatig vochtig zijn (elektrisch gevaar) - Huishoudelijke lokalen.

13 B.1. Opstelling der toestellen. Volgende punten dienen zorgvullend te worden opgevolgd : * Aangewezen ophanghoogte : SOLARONICS MH / MC Eco 16 21 28 35 50 60 80 Nuttig Vermogen (kw) 13,1 19,5 25,5 31,5 50 64,4 84 Ophanghoogte * (m) 2,5 2,5 2,5 2,5 3 3 3,5 * deze hoogte stemt overeen met de onderkant van het toestel. * Minimum afstanden t.o.v. de wanden : Men zal er op letten rond het toestel voldoende ruimte vrij te laten om de nodige toevoer van verbrandingslucht naar het toestel te verzekeren en om de toegang tot het toestel en de interne delen ervan bij onderhoud of depannage toe te laten (nl. om de deur met toegang tot de brander volledig te kunnen openen). Men zal tevens aan de achterzijde van het toestel steeds min. 45 cm vrij houden. De bovenzijde van de SOLARONICS toestellen moet minstens 20 cm verwijderd zijn van het plafond en van alle brandbare materialen. * Opstelling van de toestellen in het gebouw : Men zal erop letten geen voorwerpen te plaatsen in de luchtstroom van het toestel (zie Lucht uitblaas blz. 14); tevens zal men er moeten op letten dat de luchtstromen van verschillende toestellen elkaar niet tegenwerken. Verschillende opstellingen zijn mogelijk. Het beste resultaat wordt bekomen wanneer de luchtstroom van de toestellen ronddraait (Fig. 4 en 5)

14 * Regeling van de uitblaaskleppen : De luchtstroom moet gericht worden naar zones waar personeel werkzaam is, zonder echter storend te werken. * Lucht uiblaas : Om de installatie optimaal te kunnen benutten, zal de max. luchtworp, aangegeven in de tabellen blz. 7 t/m 10, worden gebruikt. De aangegeven waarden zijn de max. waarden die kunnen bekomen worden met de SOLARONICS toestellen. C. BEVESTIGING VAN DE LUCHTVERHITTERS (zie ook voorschriften consoles) C.1. Installatie aanwijzingen Om een goede en veilige werking van het toestel te waarborgen, is het noodzakelijk om onderstaande minimum afstanden te verzekeren : - Voorzie een minimale afstand van 430 mm aan de achterkant van het toestel "zijde ventilator". - Voorzie voldoende plaats om de deur aan de branderzijde volledig te kunnen openen - De luchtverhitter moet op min. 200 mm van het plafond en op 2000 mm van de vloer geplaatst worden. - Geen enkel object moet op minder dan 200 mm van het toestel geplaatst worden. Opmerking De consoles dienen op een degelijke wijze aan de wand bevestigd te worden. SOLARONICS noch Blondeau kunnen aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen van een slechte bevestiging van de consoles aan de wand en voor de gevolgen van oneigenlijk gebruik van deze consoles.

C.2. Samenvatting van de verschillende wandsteunen Artikel code : Axiale luchtverhitter MH Eco 16 Eco 21 Eco 28 Eco 35 Eco 50 Eco 60 Eco 80 Eco Draaibare wandsteun SMR 3500070 3500048 Bevestigingskit IPN voor SMR KIPN 3500047 Vaste wandsteun SMF 3500071 3500049 Bevestigingskit IPN voor SMF 3500074 Centrifugale luchtverhitter MC Eco 21 Eco 28 Eco 35 Eco 50 Eco 60 Eco 80 Eco Vaste wandsteun SMF 3500049 Verticale luchtverhitter MV Eco 35 Eco 50 Eco 60 Eco 80 Eco Ophangbeugel 3500050 3500067 15 C.3. Draaibare steun type SMR voor toestellen type MH16 Eco t/m MH50 Eco De SMR ophangkit (ref. 3500070 of 3500048 afh. van het type toestel) is een wandbeugel voor ophanging van de luchtverhitters type MH16 Eco tot MH 50 Eco. Deze kan gekoppeld worden met de kit KIPN voor bevestiging op een stalen gebinte (I-profiel). De toestellen type MH60 Eco en MH80 Eco kunnen niet opgehangen worden met de ophangkit SMR! Samenbouw : Zie montagevoorschrift met de steun meegeleverd. OPGELET : Nagaan dat de wand het gewicht van het toestel kan dragen MH16 Eco MH21 Eco MH28 Eco MH35 Eco MH50 Eco Afvoer systeem B22 C32 B22 C32 B22 C32 B22 C32 B22 C32 Maat A (mm) 115 125 115 125 115 125 115 125 135 205 Maat B (mm) 110 160 160 185 250 Maat D (mm) 279 394 394 394 394

16 C.4. Vaste console voor toestellen type MH16 Eco t/m MH50 Eco Boven aanzicht Zij aanzicht Achter aanzicht OPGELET : * Zich vergewissen van de draagkracht van de ondergrond. * De luchtverhitter onder de steunen ophangen. In acht te nemen afstanden tussen wand en omkasting van het toestel: Principe schema As afstand boringen type Min. afstand (mm) As afstand gaten voor bevestiging der steunen (mm) A C B MH16 Eco 535 MH21 Eco MH28 Eco MH35 Eco 430 60 765 MH50 Eco Samenbouw : Zie montagevoorschrift met de steun meegeleverd. Detail van de levering : Omschrijving type Aantal A Console 41/41/2.5-1010 2 B Draagsteun 550-350 2 C Rondel 10/40 4 D Rail 41/41/2.5-600 2 E Afsluitkap 41/41 6 F Vijs 8.8 M10x80 4 G 41/10 4 H Vijs 8.8 M10x25 8 I Rondel 10/20 8 J Bout M10 8 K Rondel 8/40 4 L Vijs 8.8 M8x100 4

17 C.5. Vaste wandsteun SMF voor toestellen type MH 60 Eco en MH 80 Eco De ophangkit SMF is een wandbeugel voor ophanging van de luchtverhitters type MH60 Eco en MH80 Eco. Samenbouw : Zie montagevoorschrift met de steun meegeleverd. OPGELET : Nagaan dat de wand het gewicht van het toestel kan dragen MH60 Eco MH80 Eco Afvoersysteem B22 C32 B22 C32 Maat A (mm) 135 205 135 205 Maat B (mm) 460 645 Maat C (mm) 520 520 Maat D (mm) 120 135 C.6. Regelbare wandsteun voor toestellen type MC21 Eco tot MC60 Eco OPGELET : deze steun is niet geschikt voor wandmontage met kleppenregisters en / of filters. De ophangkit SMF is een wandbeugel voor ophanging van de luchtverhitters type MC Eco. Samenbouw : Zie montagevoorschrift met de steun meegeleverd. OPGELET : Nagaan dat de wand het gewicht van het toestel kan dragen MC21 Eco MC28 Eco MC35 Eco MC50 Eco MC60 Eco Afvoersysteem B22 C32 B22 C32 B22 C32 B22 C32 B22 C32 Maat A (mm) 115 125 115 125 115 125 135 205 135 205 Maat B (mm) 205 205 230 295 410 Maat C (mm) 670 670 670 670 670 Maat D (mm) 105 105 105 105 120 Maat P (mm) 480 480 480 580 580

18 D. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN D.1. Elektrisch schema van de luchtverhitters type MH Eco en MV Eco Faze / Bruin Neuter / Blauw Aarding / groen-geel Piloot / Zwart Storing / Grijs (optie) Uitsluitend voor de types MV Eco D.2. Elektrisch schema van de centrifugale luchtverhitters MC60 Eco & MC80 Eco Faze / Bruin Neuter / Blauw Aarding / groen-geel Piloot / Zwart Storing / Grijs (optie) De bolvoeler van de modulatiethermostaat (Mod) wordt geplaatst op de rooster van de ventilator bij de toestellen van het type MV en in de luchtstroom bij de andere toestellen.

19 VT Ventilator MVE Ventilator rookgassen RFP5 Ontvanger pilootkabel PA Luchtdruk pressostaat brander Limit Overhitting thermostaat met handbediende ontgrendeling SI Ionisatiestaaf Fan Ventilator thermostaat EA Ontstekingselektrode Reg Branderthermostaat EVR Modulerende gasklep Mod Modulatie brander (optie modulatie) EVG Gasklep CC Branderautomaat Bij normale werking mag men nooit het toestel stilleggen door de stroom af te sluiten : steeds het stilvallen van de ventilator afwachten! OPGELET : BIJ DE AANSLUITING VOEDING, NOOIT FAZE EN NULLEIDER OMWISSELEN! Module ontvanger pilootkabel type RFP5. Zekering 630 ma JP1 Connector el. voeding Brander connector JP2 JP3 connector ventilator Signaal lamp branderstoring Ontgrendeling brander D.4. Principe pilootkabel Opgelet! De luchtverhitters kunnen niet met een klassieke thermostaat worden gestuurd (met droog kontakt) Enkel de specifieke thermostaten "voor pilootkabel" geleverd door SOLARONICS kunnen de toestellen sturen De bedoeling van de pilootkabel is om het aantal aan te sluiten kabels, te verminderen. Eén enkele pilootkabel kan onderstaande opdrachten doorsturen : * Ventilatie * Verwarming * Ontgrendeling

20 De sturingsprincipe van de luchtverhitters wordt hieronder beschreven : Aard golf uitgezonden door de temperatuurregelaar Geen golf Positieve wisseling Negatieve wisseling Volle golf Signaal begrepen door luchtverhitter Stop Ventilatie Verwarming Ontgrendeling * Het ontgrendeling signaal is een tijdelijke impuls en mag niet permanent zijn. Principe schema Pilootkabel Voeding Ventilatie Aarding Neuter Faze Pilootkabel Groen / geel Blauw Bruin Luchtverhitter Zwart Verwarming Ontgrendeling Storing (optie) Regeling In optie : Afstandsmelding Storing Grijs D.5. Optie afstandsmelding storing De optie afstandsmelding storing (code 3510232) bestaat erin om de voedingskabel met 4 draden, ter vervangen door een kabel met 5 draden. De vijfde kabel (grijze kleur) is de afstandsmelding 'Storing'. Deze stuurt een spanning 230V door die het toelaat om een lamp of een relais 230V te voeden in geval van storing. Afstandsmelding Storing (code 3510232) Faze (bruin) Neuter (blauw) Aarding (groen/geel) Pilootkabel (zwart) Melding storing (grijs)

21 IN OPTIE : kabel met storingsmelding op afstand Storing Aarding Pilootk. Faze Neuter VOEDING LUCHTVERHITTERS 230 VAC IN OPTIE : kabel met storingsmelding op afstand Storing Aarding Pilootk. Faze Neuter IN OPTIE : kabel met storingsmelding op afstand IN OPTIE : naar industriële voeler op afstand EEN BEVEILIGING VOORZIEN AANGEPAST AAN HET AANTAL TOESTELLEN 2x1mm² soepel gewapend Storing Aarding Pilootk. SCHAKELKAST KLANT Dia. kabel i.f.v. max. vermogen Aarding Faze Neuter Piloot Storing Aarding Neuter Faze Piloot Storing Reserve Voeler + Voeler - Storing Piloot Faze Neuter Aarding Faze Neuter Aard. Neu Faze

22 E. GAS AANSLUITINGEN De gastoevoerleiding dient te voldoen aan de geldende normen en voorschriften en moet geplaatst worden door bevoegd personeel. De diameter der gasleidingen kan aan de hand van onderstaande tabel van Renouard worden bepaald. Voor een goede werking van het toestel, zal men erop letten, om met brander in werking, steeds min. 20 mbar voordruk te hebben. Tabel van Renouard (NBN D 51-003 (1993)) E.1. Aansluiting van de luchtverhitters De SOLARONICS toestellen worden aan het gasnet aangesloten d.m.v. een kit dat aangepast is aan de druk op het net en dat de normale werkdruk van het toestel verzekert : 20 mbar met G20, 25 mbar met G25, 37 mbar met G31 (propaan). SOLARONICS Deze kit kan in optie geleverd worden en omvat een gaskraan, een filter, een ontspanner indien de gasdruk hoger is dan de vereiste toevoerdruk aan het toestel en ev. een flexibele aansluiting.

23 E.2. Afstellingen - toestellen Regeling met G20 Regeling met G25 Regeling met G31 Brander druk Brander druk Brander druk Type Injectoren Schijf Injectoren Schijf Injectoren Schijf Kl. Gr. Kl. Gr. Gr. gasstraat extr. gasstraat extr. Kl. vuur gasstraat extr. Vuur vuur vuur vuur vuur M16 Eco 4,6 mb 7 mb 4 x AL 1.9 45 6,1 mb 9,3 mb 4 x AL 1.9 45 12,8 mb 19,4 mb 4 x AL 1.1 45 M21 Eco 5,9 mb 9 mb 5 x AL 1.9 45 7,9 mb 12 mb 5 x AL 1.9 45 16,5 mb 25 mb 5 x AL 1.1 45 M28 Eco 4,1 mb 6,2 mb 6 x AL 2.2 40 5,5 mb 8,3 mb 6 x AL 2.2 40 11,4 mb 17,2 mb 5 x AL 1.3 40 M35 Eco 4,8 mb 7,3 mb 7 x AL 2.2 27 6,4 mb 9,7 mb 7 x AL 2.2 27 13,4 mb 20,3 mb 6 x AL 1.3 27 M50 Eco 5 mb 7,5 mb 10 x AL 2.2 30 6,6 mb 10 mb 10 x AL 2.2 30 13,7 mb 20,8 mb 10 x AL 1.3 30 M60 Eco 5,1 mb 7,8 mb 12 x AL 2.2 30 6,9 mb 10,4 mb 12 x AL 2.2 30 14,3 mb 21,7 mb 12 x AL 1.3 30 M80 Eco 5,4 mb 8,2 mb 16 x AL 2.2 35 7,2 mb 10,9 mb 16 x AL 2.2 35 15 mb 22,8 mb 16 x AL 1.3 35 Gasklep M Eco 16 tot 60 Gasklep M Eco 80 (Grote stookgang) (Kleine stookgang) (Grote stookgang) (Kleine stookgang) Gasdruk meetnippel Gas Gasdruk meetnippel E.3. Verandering gassoort De luchtverhitters zijn uitgerust met atmosferische gasbranders voor gebruik met aardgas G20 en G25 en met propaangas De branderkoppen zijn ontworpen om een zeer stabiele vlam te verzekeren zonder flakkering of terugstoot naar de sproeiers. DE TUSSENKOMST VOOR AANPASSING AAN EEN GASSOORT MOET DOOR BEVOEGD PERSONNEEL WORDEN UITGEVOERD De gas aanpassing gebeurt als volgt : 1. De elektrische aansluiting ontkoppelen en de gastoevoer afsluiten. 2. De bevestigingsbout van de gaslijn aan de gasklep losdraaien 1 evenals de 3 vijzen 2 die de bevestiging van de branderrij op de branderblok verzekeren. 3. Wissel de injectoren (zie tabel) 4. Bevestig de nieuwe injectoren 3 en vervang de dichting 4; ga de dichtheid na. De injectoren moeten droog geplaatst worden. 5. De branderrij terugplaatsen en de gaslijn terug bevestigen aan de gasklep; de dichting vervangen. OPGELET bij montage de dichting niet te vergeten of te beschadigen 6. De dichtheid nagaan na montage. 7. De gasdruk afstellen op de gasklep (zie beschrijving hieronder) 8. De kentekenplaat verbeteren in functie van het gas waarvoor het toestel nu geregeld is, evenals de sticker op de achterzijde van het toestel.

24 OPGELET : deze werken uitvoeren met gesloten gas- en elektrische voeding! Afstelling van de gasdruk, brander in werking : De gasdruk regeling gebeurt als volgt : 1. Neem de afschermingvijs van de regelvijs van de gasklep weg 2. Draai de vijs van de meetnippel los en sluit er een manometer op aan 5 3. Gasdruk van de branderrij afstellen 6 volgens de gegevens in de tabel blz. 23 4. Vergeet - na afstelling - niet om de afschermingvijs terug te plaatsen en de meetnippel te sluiten. 5. De dichtheid nagaan na afstelling. 6. De kentekenplaat verbeteren in functie van het gas waarvoor het toestel nu geregeld is, evenals de sticker op de achterzijde van het toestel.

25 F. AANSLUITINGEN ROOKGAS AFVOERBUIZEN Bij opstart van de installatie en bij de onderhoudswerkzaamheden, zal men zich ervan vergewissen dat : - de leidingen voor aanzuig van verse verbrandingslucht en voor afvoer der rookgassen niet verstopt zijn. - bij opstelling met concentrische buizen, de 2 circuits (toevoer van verse verbrandinglucht en afvoer der rookgassen) goed van elkaar zijn gescheiden en luchtdicht zijn - ga de samenbouw van de leidingen na evenals de dichtingen. - de dichtingen niet werden beschadigd bij plaatsing der schouwen, onderling en op het toestel - dichtheid der leidingen nakijken. - dat de samenbouw der afvoerbuizen zodanig is uitgevoerd dat er geen water in het toestel kan dringen (elektrisch risico - voorzie zo nodig aan purgeerkraan) - bij grote lengtes is het onontbeerlijk om een kondenspot te voorzien, ook met concentrische buizen. F.1. Dakafvoer - type B22 - toestel type MH/MC Eco & type MV Eco B22 - type MH Eco / MC Eco 16/21/28/35/50/60/80 De verbrandingslucht wordt rechtstreeks uit de ruimte gezogen en de afvoer van de rookgassen gebeurt verticaal doorheen het dak. De kits KB22-80 (Ø80) en KB22-130 (Ø130) bestaan uit een T-stuk met deksel (4), twee buis lengtes 1 m (3) en een regenkap (1). De hoogte van de schouw moet min. 400 mm boven de nok van het dak uitsteken. De kits hebben een lengte (H) van 2.150 mm. De dichtheid zal uitgevoerd worden d.m.v. een standaard dakplaat of op maat gemaakt i.f.v. het type dak ((2) maakt geen deel uit van de levering!). Het is mogelijk om de schouw te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten en / of rechte lengtes van 0,5 of 1 m. De maximale lengte van de schouw bedraagt 6 m. Erop letten dat er voldoende verse luchttoevoer in het lokaal wordt verzekerd : minimaal 100 m³/h per toestel! Hoogte kit = 2,15 m

26 B22 - type MV 35/50/60/80 De verbrandingslucht wordt uit de ruimte gezogen en de afvoer der gassen gebeurt verticaal doorheen het dak. De kits KB22 80V (Ø80) en KB22 130V (Ø130) bestaan uit een luchtdichte bocht 90 (6), een buis lengte 0,5 m (5), een T-stuk met deksel (4), twee buis lengtes 1 m (3) en een regenkap (1), De hoogte van de schouw moet min. 400 mm boven de nok van het dak uitsteken. De kits hebben een lengte (H) van 2.150 mm. De dichtheid zal uitgevoerd worden d.m.v. een standaard dakplaat of op maat gemaakt i.f.v. het type dak ((2) maakt geen deel uit van de levering!). Het is mogelijk om de schouw te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten en / of rechte lengtes van 0,5 of 1 m. De maximale lengte van de schouw bedraagt 6 m. Erop letten dat er voldoende verse luchttoevoer in het lokaal wordt verzekerd : minimaal 100 m³/h per toestel! Hoogte kit = 2,15 m OPGELET : De aansluitingen tussen de buizen moeten luchtdicht en uit stijve / harde leidingen bestaan (geen flexibels). De diameter der leidingen moeten minimaal gelijk zijn aan de diameter van de aansluitstukken op het toestel (enkel door de fabrikant goedgekeurde leidingen gebruiken) De totale lengte van de buizen mag niet langer zijn dan 6 m, wetende dat 1 bocht van 90 of 45 = 1 m. Indien het buitenste (externe) deel van de leiding groter is dan 2 m, moet de leiding uit dubbelwandige geïsoleerde buis voorzien worden. Het gebruik van luchtdichte leidingen veronderstelt perfect luchtdichte aansluitingen - om de samenbouw van de buizen te vergemakkelijken is het aangewezen om een niet agressief glijmiddel te gebruiken, bv. zeepwater.

27 F.2. Aansluiting concentrische wanddoorgang - type C12 - toestel type MH/MC Eco juiste aansluiting verkeerde aansluiting neen - De aansluiting van de afvoerbuizen dient te gebeuren met een lichte neerwaartse helling, waarbij a = 2 minimum. C12 - type MH Eco 16/21/28/35 & MH Eco 21/28/35 De aansluitingen van de verse lucht toevoerbuizen en afvoerbuizen, gebeuren horizontaal naar buiten. De kit C12.80125 bestaat uit een muur doorvoer (1) en 2 rubberen verschuifbare aansluitstukken (2), die een perfecte afwerking verzekeren. De aansluiting is concentrisch dia. 80/125 - en wordt rechtstreeks op het toestel aangesloten. MH/C Eco 16/21/28/35 De afmeting A ligt tussen 200 en 350 mm. De concentrische wanddoorgang zelf (B) heeft een lengte van 750 mm. Het is mogelijk om dit schouwstuk in te korten, te verlengen of te verleggen d.m.v. concentrische bochten en/of rechte lengtes van 0,5 of 1 m. C12 - type MH/MC Eco 50/60/80 De aansluitingen van de verse lucht toevoerbuizen en afvoerbuizen, gebeuren horizontaal naar buiten. MH/C Eco 50/60/80 De kit C12.130200 bestaat uit 2 buis lengtes van 250 mm (2) een muur doorvoer (1) met overgangstuk 2 buizen / concentrisch en 2 wand afwerk- platen. De diameter der wanddoorgangen bedraagt 130/200 en de lengte (B) bedraagt 940 mm + 250 mm voor de verlengstukken (2) Het is mogelijk om dit schouwstuk in te korten, te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten, rechte lengtes 0,5 of 1 m. B OPGELET : De aansluitingen tussen de buizen moeten luchtdicht en uit stijve / harde leidingen bestaan (geen flexibels). De diameter der leidingen moeten minimaal gelijk zijn aan de diameter van de aansluitstukken op het toestel (enkel door de fabrikant goedgekeurde leidingen gebruiken) De totale lengte van de buizen mag niet langer zijn dan 6 m, wetende dat 1 bocht van 90 of 45 = 1 m. Indien het buitenste (externe) deel van de leiding groter is dan 2 m, moet de leiding uit dubbelwandige geïsoleerde buis voorzien worden. Het gebruik van luchtdichte leidingen veronderstelt perfect luchtdichte aansluitingen - om de samenbouw van de buizen te vergemakkelijken is het aangewezen om een niet agressief glijmiddel te gebruiken, bv. zeepwater.

F.3. Aansluiting concentrische dakdoorgang - type C32 - toestel type MH / MC Eco 28 C32 - voor MH Eco 16/21/28/35 en MC Eco 21/28/35 De aansluitingen van de verse lucht toevoerbuizen en afvoerbuizen, gebeuren verticaal naar buiten doorheen het dak. De aansluiting is concentrisch in diameter 80/125 en wordt rechtstreeks op het toestel aangesloten. De kit C32.80125 bestaat uit een dak doorvoer (1) en een concentrische bocht 90 (2). De waterdichtheid van het dak zal gebeuren d.m.v. een standaard dakplaat of op maat gemaakt i.f.v. het type dak (behoort niet tot de levering) Het is mogelijk om de schouw te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten, rechte lengtes 0,5 of 1 m. De maximale hoogte van de kit (dakdoorgang + verlengingen) bedraagt 6 m. Hoogte concentrische dak doorgang Max. hoogte kit + verlenging Buiten diameter dak doorgang Diameter concentrische verlenging 1115 mm 6 m 125 mm 125 mm C32 - voor MH Eco 50/60/80 en MC Eco 50/60/80 De aansluitingen van de verse lucht toevoerbuizen en afvoerbuizen, gebeuren verticaal naar buiten doorheen het dak. De kit C32.130200 (Ø130/200) voor de types 50/60/80 bestaat uit : * 1 concentrische dak doorvoer (1) * 2 bochten 90 - Ø130 mm (2) * 1 buis lengte van 500 mm * 1 buis lengte van 250 mm * 1 overgangstuk 2 buizen / concentrisch De waterdichtheid van het dak zal gebeuren d.m.v. een standaard dakplaat of op maat gemaakt i.f.v. het type dak (behoort niet tot de levering) Het is mogelijk om de schouw te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten, rechte lengtes 0,5 of 1 m. De maximale hoogte van de afvoerbuis + verlengingen bedraagt 6 m Hoogte concentr. dakdoorgang Max. hoogte kit + verlenging Buiten diameter dakdoorgang Diameter verlenging afvoerbuis Diameter verlenging verse lucht KC32-130200 1850 mm 6 m 200 mm 130 mm 130 mm OPGELET : De aansluitingen tussen de buizen moeten luchtdicht en uit stijve / harde leidingen bestaan (geen flexibels). De diameter der leidingen moeten minimaal gelijk zijn aan de diameter van de aansluitstukken op het toestel (enkel door de fabrikant goedgekeurde leidingen gebruiken) De totale lengte van de buizen mag niet langer zijn dan 6 m, wetende dat 1 bocht van 90 of 45 = 1 m. In geval van grotere lengtes ons raadplegen. Indien het buitenste (externe) deel van de leiding groter is dan 2 m, moet de leiding uit dubbelwandige geïsoleerde buis voorzien worden. Het gebruik van luchtdichte leidingen veronderstelt perfect luchtdichte aansluitingen - om de samenbouw van de buizen te vergemakkelijken is het aangewezen om een niet agressief glijmiddel te gebruiken, bv. zeepwater.

F.4. Aansluiting concentrische dakdoorgang - type C32 toestel type MV Eco 29 C32 - voor MV Eco 36 De aansluitingen van de verse lucht toevoerbuizen en afvoerbuizen, gebeuren verticaal naar buiten doorheen het dak. De aansluiting aan het toestel gebeurt d.m.v. een concentrische buis Ø 80/125. De kit KC32.80125V (Ø 80/125), bestaat uit een concentrische dak doorvoer (1). De dichtheid zal uitgevoerd worden d.m.v. een standaard dakplaat of op maat gemaakt i.f.v. het type dak (behoort niet tot de levering). Het is mogelijk om dit schouwstuk te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten en / of rechte lengtes 0,5 of 1 m. Hoogte dakdoorvoer Max. hoogte kit + verlenging Buiten diameter dakdoorgang Diameter concentrisch verlengstuk 1115 mm 6 m 125 mm 125 mm C32 - voor MV Eco 50/60/80 De aansluitingen van de verse lucht toevoerbuizen en afvoerbuizen, gebeuren verticaal naar buiten doorheen het dak. De aansluiting aan het toestel gebeurt d.m.v. 2 buizen Ø 130. De kit KC32.130200V (Ø 130/200), bestaat uit een dakdoorvoer (1), een overgangstuk concentisch / 2 buizen en 2 buislengtes van 250 mm (2). De dichtheid zal uitgevoerd worden d.m.v. een standaard dakplaat of op maat gemaakt i.f.v. het type dak (behoort niet tot de levering). Het is mogelijk om dit schouwstuk te verlengen of te verleggen d.m.v. bochten en / of rechte lengtes 0,5 of 1 m. Hoogte dakdoorvoer Max. hoogte kit + verlenging Buiten diameter dakdoorgang Diameter verlenging afvoerbuis gassen Diameter verlenging verse lucht toevoerbuis 1850 mm 6 m 200 mm 130 mm 130 mm OPGELET : De aansluitingen tussen de buizen moeten luchtdicht en uit stijve / harde leidingen bestaan (geen flexibels). De diameter der leidingen moeten minimaal gelijk zijn aan de diameter van de aansluitstukken op het toestel (enkel door de fabrikant goedgekeurde leidingen gebruiken) De totale lengte van de buizen mag niet langer zijn dan 6 m, wetende dat 1 bocht van 90 of 45 = 1 m. In geval van grotere lengtes ons raadplegen. Indien het buitenste (externe) deel van de leiding groter is dan 2 m, moet de leiding uit dubbelwandige geïsoleerde buis voorzien worden. Het gebruik van luchtdichte leidingen veronderstelt perfect luchtdichte aansluitingen - om de samenbouw van de buizen te vergemakkelijken is het aangewezen om een niet agressief glijmiddel te gebruiken, bv. zeepwater.

30 HOOFDSTUK III : GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN A. INBEDRIJFSTELLEN VAN HET TOESTEL Werkwijze : 1. Voor het opstarten van het toestel, de ruimtetemperatuur lager instellen dan de ruimte temperatuur. De brander automaat test de luchtdrukschakelaar en schakelt vervolgens de rookgasventilator aan. De goede werking ervan wordt nagegaan door de differentiële luchtdrukschakelaar, die in geval van gebrek aan lucht, de brander automaat in veiligheid vergrendelt. 2. Na de voorventilatie, is er een hoogspanningsvonk en gaat de gasklep open 3. Indien de mengeling gas/lucht niet wordt ontstoken of indien de vlam niet door de ionisatiestaaf wordt waargenomen, onderneemt de branderautomaat drie pogingen tot ontsteking, alvorens in veiligheid te worden vergrendeld. 4. Nadat de brander in werking werd gesteld, gaat de omwals ventilator werken zodra de luchttemperatuur hoger is dan de ingestelde waarde op de ventilator thermostaat (30 C tot 35 C). 5. In geval van faling van de omwals ventilator, zal de overhitting thermostaat de brander van de luchtverhitter vergrendelen indien de temperatuur 90 C overschrijdt. OPGELET Het toestel NOOIT uitschakelen voor de uitschakeling van de ventilator! Het niet afkoelen van de wisselaar kan een ontgrendeling van de overhittingsthermostaat vergen en op termijn ernstige schade aan de wisselaar toebrengen. B. ONDERHOUD Het onderhoud van de SOLARONICS toestellen dient minstens 1 maal per jaar te worden uitgevoerd door een bevoegd installateur of door onze dienst na verkoop. Een correct gebruik en een regelmatig onderhoud komen de veilige werking van de luchtverhitter ten goede, verzekert een minimaal verbruik en verlengt de levensduur van het toestel. De onderhoudswerken dienen te gebeuren in koude toestand, met afgesloten gas- en elektrische voeding.

31 Onderdelen Luchtverhitter Wisselaar, gas extractor, venturi Ventilator Afvoerbuis Omkasting en uitblaasrooster Brandertoortsen Injectoren Ionisatiestaaf en elektroden Gasfilter Uit te voeren onderhoudswerken Goede werking van de veiligheden nagaan Toegang tot de wisselaar is mogelijk door brander kast en rookkast te verwijderen. Reiniging van de extractor en de venturi gebeurt via de afvoer aan de achterzijde. Te reinigen d.m.v. perslucht Schouw loskoppelen en reinigen Reinigen d.m.v. een zachte doek Brander rij loskoppelen, de staat ervan nagaan en reinigen Gas injectoren reinigen (uitblazen) Staat ervan controleren; zo nodig vervangen Filterelement loskoppelen en reinigen d.m.v. perslucht C. AANBEVELINGEN VOOR EINDGEBRUIKER C.1. Voorzorgen te nemen door de eindgebruiker : * De afvoer der rookgassen en de toevoer van verse lucht nooit versperren of afsluiten! * De afstellingen van het toestellen uitgevoerd door een vakman nooit veranderen! * Nooit het toestel met water besprenkelen * Een bevoegde installateur of onze dienst na verkoop raadplegen in geval van aanpassing / verandering in de gas- (type gas, aanpassing gasdruk, ) of elektrische levering (spanning, ) Het is aangewezen om een onderhoudscontract te onderschrijven. C.2. Wat te doen in geval van problemen? Problemen Gasgeur Remedies Externe gaskraan en elektrische voeding afsluiten; een technieker van de dienst na verkoop oproepen De brander is in veiligheid * Ontgrendelingknop op de schakelkast / thermostaat indrukken * Indien het probleem zich blijft voordoen, een technieker van de dienst na verkoop oproepen

32 D. DEPANNAGE Probleemstelling Oorzaken Remedies Het toestel gaat niet aan De brander blijft voorventileren Er is een hoogspanningsvonk, de brander gaat aan, de branderautomaat gaat in veiligheid (lampje branderstoring werkt) - Slechte bekabeling - Geen spanning - De ruimtethermostaat is niet ingeschakeld - De veiligheid thermostaat is ingeschakeld - Extractor buiten dienst - Luchtdruk pressiostaat ontkoppeld - Luchtdruk pressiostaat defect - Gasklep defect - Branderautomaat defect - Ionisatiestaaf slecht opgesteld of defect - Lucht in de gasleiding - Geen gas - Bekabeling nakijken - Elektrische voeding nakijken - Temperatuur verhogen op de thermostaat - De thermostaat herwapenen - Extractor vervangen - Darmpjes voor meting terug aansluiten - Luchtdruk pressiostaat vervangen - Gasklep vervangen - Branderautom. vervangen - Ionisatiestaaf regelen of vervangen - Leidingen ontluchten - Gasdruk nameten Het toestel gaat in veiligheid tijdens de werking (rode signaallamp werkt) - Gastoevoer onderbroken - Ontgrendelen door rode drukknop op ontvanger piloot kabel in te drukken Koude lucht bij opstart Toestel warmt onvoldoende op - Slechte regeling thermostaat - Slechte plaatsing thermostaat - Slechte regeling thermostaat - Onvoldoende gasdruk - Onaangepaste injectoren - Ventilatie thermostaat bijstellen (regelen op 35 C) - Thermostaat verplaatsen - Thermostaat regelen - Gasdruk nameten - Injectoren controleren en zo nodig vervangen. Het toestel stopt nooit. - Thermostaat te hoog ingesteld of defect. - Slechte bekabeling - Instelwaarde verlagen of vervangen - bekabeling controleren

33 E. ONDERDELENLIJST M Eco 16 & M Eco 50/60/80 M Eco 21/28/35 Ontvanger pilootkabel RFP (24) Detail aansluiting M Eco 16-35 il tk b l RFP (24) Detail aansluiting M Eco 50-80 il tk b l RFP (24) nr. Omschrijving Referentie onderdelen M16 Eco M21 Eco M28 Eco M35 Eco M50 Eco M60 Eco M80 Eco 1 Rookgas afvoer -- 2 Extractor schijf -- -- -- -- -- -- -- 3 Verse luchttoevoer -- 4 Axiale ventilator - type MH/MV Eco 3510070 3510061 3510072 3510073 3510074 3510066 3510075 4 Centrifugale ventilat. - type MC Eco -- 3510012 3510013 3510015 3510305 5 Gastoevoer 3510017 3510018 6 Gasbuis 7 Gasklep met gasdrukregelaar 3510323 3510027 8 Meting gasdruk voor klep -- 9 Meting branderdruk -- 10 Gasbrander -- 11 Ontstekingselektrode 3510029 12 Ionisatiestaaf 3510030 3510031 13 Branderautomaat 3510219 14 regelthermostaat brander (65 C) 3510033 15 regelthermos. ventilator (30-35 C) 3510033 16 beveiligingstherm.+ontgrendeling 3510034 17 luchtdruk pressiostaat 3510035 Collector rookgassen -- 18 Dichting rookgas collector 3510405 3510400 3510402 3510406 3510407 19 Extractor verbrandingsgassen 3510042 3510043 3510044 3510045 20 Lampje storing brander -- 22 Connector regeling RFP5 -- 23 Zekering 630 ma -- 24 Ontvanger pilootkabel RFP5 3510221 25 Regelthermost. 2 stookg.(35 / 40 C) 3510033 27 Gasbuis brander - gasklep -- -- -- -- 30 Silicone darm dia. 80 -- -- -- -- 31 Silicone darm dia. 65 -- -- -- --

34 EEN GOUDEN RAAD : LAAT JAARLIJKS - TIJDIG (d.w.z. VOOR het stookseizoen) - EEN ONDERHOUD VAN UW TOESTELLEN UITVOEREN! (zie ook blz. 32) TEST UW VERWARMINGSINSTALLATIE IN SEPTEMBER of OKTOBER OP GOEDE WERKING! (Dit laat toe om eventuele defecten of problemen vóór het stookseizoen op te sporen) Te dikwijls worden hogervermelde richtlijnen niet opgevolgd en wordt de verwarming voor de eerste maal pas opgestart de dag zelf van de eerste vorst of sneeuw. Heel dikwijls verstoort een kleinigheid (zoals bv. lucht in de gasleidingen, batterijen van thermostaten) de normale werking van de installatie. In deze periode kunnen noch wij, noch de installateurs, omwille van het vele werk, nooit onmiddellijk tussenkomen, wat heel wat wrevel teweegbrengt!