In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen: Dekkingsgraad toetstermen: Cesuur: Geldigheid examenresultaat: Bijzonderheden: VW (Initieel examen), VVW (Verlengingsexamen) Digitaal VW 30 meerkeuzevragen en 10 case meerkeuzevragen, VVW 40 meerkeuzevragen 80% 70% (VW 21 van de 30 vragen goed en 7 van de 10 vragen goed, VVW 28 van de 40 vragen goed) 1 jaar Geen Nr Eindtermen 1. Wet- en regelgeving 2. Algemene voorschriften 3. Classificatie van gevaarlijke goederen 4. Documentatie 5. Voorschriften voor verpakkingen, tanks, MEGC s en MEMU s 6. Het aanbrengen van kenmerken, (grote) etiketten en oranje borden 7. Vrijstellingen, voorschriften voor het vervoer, het laden, lossen en de behandeling van de lading 8. Voorschriften voor de bemanning, uitrusting en exploitatie 9. Eisen met betrekking tot de constructie en goedkeuring van voertuigen 10. Preventiemaatregelen en veiligheidsmaatregelen Vastgesteld door: College van Deskundigen naam CvD Gevaarlijke Stoffen, 16-11-2016 Pagina 1 van 8
Beoordeeld door: Goedgekeurd door: Ingangsdatum: 1 juli 2017 Logistiek, Transport en Personenvervoer raad; kamer 1: over de weg, 16-12-2016 Divisiemanager CCV, 16-12-2016 Toelichting Eindtermen: Dit zijn de hoofdonderwerpen die in het examen voorkomen. Hierin staat 'ruim' omschreven wat er in het examen terug kan komen. Toetstermen: Dit zijn onderdelen van een eindterm. Hierin staat meer uitgebreid omschreven wat er in het examen terug kan komen. : Dit zijn onderdelen van een toetsterm. Hier staat over welke onderwerpen vragen gesteld mogen worden in het examen. Als er geen afbakening is opgenomen, mag over die toetsterm in principe alles gevraagd worden. : Dit is de taxonomiecode van omiszowski. Deze code geeft aan op welk niveau de vragen over een toetsterm gesteld worden. F = Feitelijke kennis. De kandidaat kan feiten reproduceren (herkennen of herinneren). B = Begripsmatige kennis. De kandidaat kan begrippen of principes omschrijven. = eproductieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren die volgens een vastgelegde procedure verlopen. P = Productieve vaardigheden. De kandidaat kan acties uitvoeren waarbij hij zijn eigen creativiteit en inzicht nodig heeft. 1. Wet- en regelgeving 1.1 De kandidaat kan bepalen welke wet- en regelgeving van toepassing is. 2. Algemene voorschriften 2.1 De kandidaat kan definities en meeteenheden interpreteren. 2.2 De kandidaat kan controleren of de bij het vervoer betrokken personen aan de opleidingseisen voldoen. Wvgs, Bvgs, VLG, AD, VSG, ID, VBG, ADN, IMDG-code, ICAO-TI s Wvgs, Bvgs, VLG, AD AD 1.3 AD 5.5.2.2 AD 5.5.3.2.4 AD 1.10.2 B Pagina 2 van 8
2.3 De kandidaat kan de veiligheidsplichten van de betrokkenen benoemen. 2.4 De kandidaat kan de overgangsvoorschriften 2.5 De kandidaat kan de algemene voorschriften voor klasse 7 2.6 De kandidaat kan de controlemaatregelen en andere maatregelen voor de ondersteuning van de naleving van de veiligheidsvoorschriften 2.7 De kandidaat kan de voorschriften voor de afwijkingen of beperkingen en speciale regelingen in het vervoer door de bevoegde autoriteiten 2.8 De kandidaat kan de voorschriften voor de beveiliging 2.9 De kandidaat kan de algemene voorschriften voor gegaste laadeenheden 2.1 0 2.1 1 2.1 2 De kandidaat kan de voorschriften voor verpakkingen, voertuigen en containers die stoffen bevatten voor koeling of conditionering en gevaar opleveren voor verstikking, De kandidaat kan de voorschriften voor vrijgestelde en gelimiteerde hoeveelheden De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot het basisnet 3. Classificatie van gevaarlijke goederen AD 1.4 AD 1.6 AD 1.7 (m.u.v. 1.7.4) AD 1.8 AD 1.5 AD 1.7.4 AD 1.9 AD 1.10 (m.u.v. 1.10.1.4 en 1.10.2) AD 5.5.2.1 AD 5.5.3.1, 5.5.3.2 (m.u.v. 5.5.3.2.4), 5.5.3.3 en 5.5.3.5 AD 3.4. en 3.5 Wvgs, artikel 11, de term basisnet Wvgs, artikel 13 Bvgs, artikel 5 F Pagina 3 van 8
3.1 De kandidaat kan de klassen van gevaarlijke goederen uitleggen. 3.2 De kandidaat kan goederen in de gevarenklassen indelen. 3.3 De kandidaat kan de gevaarseigenschappen van gevaarlijke goederen opzoeken. 3.4 De kandidaat kan de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen van gevaarlijke goederen opzoeken. 3.5 De kandidaat kan de criteria voor classificatie 3.6 Is vervallen. 3.7 De kandidaat kan de procedure voor de classificatie van oplossingen en mengsels 3.8 De kandidaat kan in de lijst met stoffen informatie opzoeken. 4. Documentatie 4.1 De kandidaat kan de algemene voorschriften met betrekking tot de documentatie 4.2 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot het vervoerdocument 4.3 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot het container/voertuigbeladingscertificaat 4.4 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot de schriftelijke instructies AD, deel 2 AD, deel 2 AD, deel 2 AD, deel 2 AD, deel 2 AD, deel 2 AD, deel 3 m.u.v. 3.2.2, 3.3, 3.4 en 3.5 AD 5.4.0 AD 8.1.2 AD 5.4.1 AD 5.4.4 AD 5.5.2.4 AD 5.5.3.7 AD 8.1.2 AD 5.4.2 AD 8.1.2 AD 5.4.3 AD 8.1.2 B Pagina 4 van 8
4.5 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot identiteitsbewijzen 4.6 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot het vakbekwaamheidscertificaat noemen. 4.7 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot het Certificaat van Goedkeuring 5. Voorschriften voor verpakkingen, tanks, MEGC s en MEMU s 5.1 De kandidaat kan de voorschriften voor het gebruik AD 1.10.1.4 AD 8.1.2 AD 8.1.2 AD 8.2 AD 8.1.2 AD 9.1.3 AD, deel 3 m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD, deel 4 AD 5.5.3.3 5.2 De kandidaat kan de typen onderscheiden. AD, deel 3 m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD, deel 6 5.3 De kandidaat kan de voorschriften voor de codering 5.4 De kandidaat kan de voorschriften voor het kenmerken 5.5 De kandidaat kan de voorschriften voor de constructie- en uitrustingseisen 5.6 De kandidaat kan de voorschriften voor onderzoek, beproevingen, inspectie en controle 6. Het aanbrengen van kenmerken, (grote) etiketten en oranje borden AD, deel 3 m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD, deel 6 AD, deel 3 m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD, deel 6 VLG, bijlage 4 AD, deel 3 m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD, deel 6 VLG, bijlage 4 AD, deel 3 m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD, deel 6 F B Pagina 5 van 8
6.1 De kandidaat kan de voorschriften voor kenmerking en etikettering van verpakkingen, MEMU s, MEGC s, tankcontainers, transporttanks, bulkcontainers, containers, gegaste laadeenheden en voertuigen 6.2 Is vervallen. 7. Vrijstellingen, voorschriften voor het vervoer, het laden, lossen en de behandeling van de lading. 7.1 De kandidaat kan de algemene voorschriften voor verzending 7.2 De kandidaat kan de voorschriften inzake het vervoer, het laden, lossen en de behandeling, 7.3 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot vrijstellingen 7.4 De kandidaat kan de nationale voorschriften uit de VLG 7.5 De kandidaat kan de voorschriften met betrekking tot de routering 8. Voorschriften voor de bemanning, uitrusting en exploitatie 8.1 Is vervallen. AD, deel 3, m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD 5.2, 5.3, 5.5.2.3, 5.5.3.4 en 5.5.3.6 AD 8.1.3 AD, deel 3, m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 AD 5.1 AD 8.1.1 AD, deel 3, m.u.v. 3.3, 3.4, 3.5 AD 5.5.3.5 AD, deel 7 Wvgs, artikel 9 Bvgs, artikel 4 AD 1.1.3 AD, deel 3, m.u.v. 3.3, 3.4 en 3.5 VLG, Bijlage 2, Hoofdstuk I en II VLG, Bijlage 3 Wvgs, hoofdstuk IIIa, artikel 19 t/m 29 Pagina 6 van 8
8.2 De kandidaat kan controleren of de voorschriften voor de verplichte uitrusting worden nageleefd. 8.3 De kandidaat kan controleren of de diverse voorschriften waaraan de bemanning van het voertuig moet voldoen worden nageleefd. 8.4 De kandidaat kan controleren of de voorschriften voor het toezicht op voertuigen worden nageleefd. 8.5 De kandidaat kan controleren of de voorschriften voor beperkingen voor de doorgang door tunnels worden nageleefd. 8.6 De kandidaat kan controleren of de aanvullende voorschriften en/of bijzondere bepalingen voor bepaalde klassen of specifieke goederen worden nageleefd. 9. Eisen met betrekking tot de constructie en goedkeuring van voertuigen 9.1 De kandidaat kan controleren of aan de eisen ten aanzien van de constructie en goedkeuring van voertuigen is voldaan. 10. Preventiemaatregelen en veiligheidsmaatregelen 10. 1 10. 2 De kandidaat kan opnoemen welke soorten gevolgen kunnen ontstaan door een ongeval. De kandidaat kan de voornaamste oorzaken van ongevallen opnoemen. AD, deel 3 m.u.v. 3.4 en 3.5 AD 8.1.4 AD 8.1.5 AD, deel 3 m.u.v. 3.4 en 3.5 AD 8.3 AD, deel 3 m.u.v. 3.4 en 3.5 AD 8.4 AD, deel 3 m.u.v. 3.4 en 3.5 AD 8.6 AD, deel 3 m.u.v. 3.4 en 3.5 AD 8.5 AD, deel 9 m.u.v. 9.1.3 Materiële schade; Milieuschade; Financiële schade; Emotionele schade; Lichamelijk letsel. Menselijk falen; Technisch falen. F F Pagina 7 van 8
10. 3 De kandidaat kan de maatregelen bij het operationeel of onvrijwillig vrijkomen van milieuverontreinigende stoffen omschrijven. B Pagina 8 van 8