Werkstuk door I. 1898 woorden 10 oktober 2012 5,5 2 keer beoordeeld Vak LO Inleiding. Dit werkstuk gaat over hockey. Ik behandel een klein stukje van de geschiedenis, maar ook de spelregels en de materialen. Ik wil ook een paar vragen proberen te beantwoorden in mijn werkstuk. - Hoe zit het met de scheidsrechters, hoe kunnen ze de bevoegdheid krijgen en hoe kunnen ze hogerop komen? Wat moeten ze ervoor doen als ze professioneel scheidsrechter zouden willen worden? - Wat gebeurt er in bijzondere gevallen met de wedstrijd? - Zijn er veel manieren om te scoren bij hockey? En wanneer is een doelpunt geldig? Hoofdstuk 1: De geschiedenis. Oorsprong & ontstaan. Een sport ongeveer gelijk aan hockey bestaat al duizenden jaren. Het komt officieel uit het oude Athene, daar begonnen ze met spelen met een stick en een bal. Het hockey dat we nu kennen komt uit Engeland. Het werd vanaf de 17 e eeuw gespeeld. Deze eerste variant werd gespeeld met een stick die 2 platte kanten had. Eerst werd de sport alleen op ijs gespeeld, maar later werd er in de warmere maanden ook getraind op gras. Al snel ontwikkelde zich vanuit de trainingen op gras ook het huidige veldhockey. Ongeveer 150 jaar geleden werden er spelregels afgesproken en vastgesteld. En om de moeilijkheidsgraad te verhogen kreeg de stick een platte kant en een bolle kant. De bal mag alleen gespeeld worden met de platte kant. Vroeger waren hockeyclubs alleen voor mannen, maar later kwam er ook clubs voor vrouwen. Nu zijn het gewoon clubs waar mannen, vrouwen en kinderen kunnen hockeyen. Hoofdstuk 2: Materialen. Algemeen. Voor hockey heb je een stick en een bal nodig. En natuurlijk spelers en een doel. Eerst had de stick twee platte kanten maar dat hebben ze later veranderd in een bolle en een platte kant. Hierdoor is het moeilijker, want je mag alleen de bal aanraken met de platte kant. Keepers hebben wel iets meer spullen nodig, omdat de bal heel hard is hebben ze goede bescherming nodig. De stick. Een hockeystick loopt aan de onderkant over in een soort kromme haak. De onderkant heeft een platte en een bolle kant. Je mag de bal alleen met de platte kant aanraken. Hockeysticks zijn er in verschillende gewichten. Verdedigers https://www.scholieren.com/verslag/74773 Pagina 1 van 5
hebben een zwaardere stick dan de aanvallers, want verdedigers moeten hard kunnen slaan om de bal snel ver weg te krijgen en dat lukt goed met een zware stick. Aanvallers moeten vaak op kleine ruimtes met de stick de bal bewegen en dan is een lichtere stick geschikter. De bal. Een hockeybal weegt tussen de 156 en 163 gram. Dat heeft te maken met welk niveau welk gewicht bal. De omtrek is tussen de 22,4 en 23,5 cm. De buitenkant van de bal is meestal glad, soms met kleine putjes of naden. Hoofdstuk 3: Het team & kledingvoorschriften Spelers. Een team bestaat totaal uit maximaal 16 spelers. Tijdens een wedstrijd spelen er per team maximaal 11 spelers tegelijk in het veld. 10 spelers in het veld en 1 keeper. De spelers hebben allemaal hun eigen functie: Aanvaller, middenvelder of verdediger. Kledingvoorschriften. De heren dragen een korte broek, een shirt en sportkousen. De dames dragen in plaats van een korte broek, een rokje. Elk club heeft zijn eigen goed herkenbare clubkleding. Als je geen beurse benen wil hebben is het verstandig om scheenbeschermers te dragen onder je kousen. De schoenen moeten speciale kunstgrasschoenen zijn met special noppen eronder. De keeper draagt extra beschermingsmiddelen. Hoofdstuk 4: Het veld. Afmetingen & lijnen. Een hockeyveld is 91,4 meter lang en 55 meter breed. In het midden is de middenlijn. Aan allebei de uiteinden van het veld zijn de achterlijnen en precies in het midden van die achterlijnen is het doel. Het doel is 3,66 meter breed. Voor elk doel is weer een halve cirkel. Binnen die cirkel is het keepers gebied. Als er binnen de cirkel een overtreding plaatsvindt is de straf strenger dan wanneer de overtreding gewoon in het veld plaatsgevonden zou hebben. Hoofdstuk 5: Speelwijzen. Speelmanieren. Je kan de bal op verschillende manieren spelen. - Slag: zwaaiende beweging van de stick tegen de bal. - Push: duwende beweging tegen de bal. - Flick: een push waarbij de bal door een polsbeweging omhoog gespeeld wordt. - Scoop: stilliggende bal die door een scheppende beweging omhoog gegooid wordt door de stick. De haak van de stick wordt dan schuin onder de bal gezet. Veldspelers mogen de bal niet met hun voeten of ander lichaamsdeel aanraken. De bal mag alleen gespeeld worden met de stick. Alleen de keeper mag de stick, handen en voeten gebruiken om de bal tegen te houden. Dit mag de keeper alleen binnen de cirkel. Er zijn bij hockey 3 manieren om te scoren. - Door middel van een veldgoal. - Door middel van een strafcorner. - Door middel van een strafpush. https://www.scholieren.com/verslag/74773 Pagina 2 van 5
Veldgoal:De speler komt aanrennen met de bal en schiet hem het doel in en de bal rolt over de doellijn. Ook moet de bal binnen de cirkel zijn aangeraakt door een speler van de aanvallende partij. Dus als de bal vanaf buiten de cirkel het doel in geslagen wordt telt het doelpunt niet. Strafcorner: Als het verdedigende team bepaalde regels overtreedt en dat is binnen de eigen cirkel, dan kan de tegenstander een strafcorner krijgen van de scheidsrechter. Het spel wordt dan stilgelegd, zodat beide teams hun posities kunnen innemen. 1 aanvaller gaat met de bal op zijn plaats staan achter op de achterlijn. Deze speler pusht de bal naar zijn medespelers die vlak buiten de cirkel staan. Een van die medespelers neemt de bal aan probeert de bal in het doel te schieten. Maximaal 5 spelers van de tegenpartij mogen bij het doel binnen en buiten de cirkel gaan staan om de bal te verdedigen. Strafpush: Een strafpush lijkt op de strafschop bij voetbal. De bal wordt op een strafstip gelegd, op een afstand van 6,4 meter recht voor het goal.1 van de spelers mag de strafpush nemen en mag met 1 push proberen te scoren. Alleen de keeper van de tegenpartij mag de bal verdedigen. Verder mogen er geen andere spelers binnen de cirkel staan. Hoofdstuk 6: Verdere spelregels & straffen. Op ieder moment van de wedstrijd mogen er spelers gewisseld worden, behalve als er een strafpush of strafcorner is. Dan mag er pas weer gewisseld worden als de strafpush of strafcorner voorbij is. Wat niet mag. - ruw of gemeen spelen, de regels opzettelijk overtreden. - Een tegenstander aanraken, duwen, laten struikelen, zijn kleding of stick vastgrijpen. - De bal gevaarlijk spelen. - De bal opzettelijk tegen de tegenstander schieten. - De bal met de bolle kant spelen. - De bal raken met de stick wanneer de bal boven schouderhoogte is. - De stick boven het hoofd van de tegenstander heen halen. - Met de stick naar de tegenstander slaan of de stick als intimidatie gebruiken. - De bal met iets anders dan de stick spelen. (lichaamsdelen) - Binnen 5 m van een speler komen die een hoge bal gaat aannemen tot de bal op de grond onder controle is. - Shoot. Dit betekent dat je de bal met je voeten aanraakt. - Tijd rekken. Straffen. Er zijn verschillende soorten straffen: vrije slag, strafcorner, strafbal. Ook zijn er persoonlijke straffen zoals vermaning, waarschuwing (groene kaart), tijdelijke verwijdering (gele kaart) en definitieve verwijdering (rode kaart). Hoofdstuk 7: Scheidsrechters. Taken. Scheidsrechters leiden de wedstrijd en passen de spelregels toe. Zij beoordelen als enigen of het spel sportief gespeeld wordt en of de regels worden opgevolgd. Er zijn tijdens een wedstrijd altijd 2 scheidsrechters. Elke scheidsrechter fluit de gehele wedstrijd op dezelfde helft van het veld. Iedere scheidsrechter is als eerste verantwoordelijk voor beslissingen op zijn helft van het veld. Ook zijn zij als enige verantwoordelijke voor beslissingen over de bal buiten het speelveld voor de gehele dichtstbijzijnde zijlijn en https://www.scholieren.com/verslag/74773 Pagina 3 van 5
achterlijn. Ook zijn zij als enige verantwoordelijk voor uitslagen, strafcorners, strafballen en doelpunten op zijn helft van het veld en voor vrije slagen in zijn cirkel. Scheidsrechterniveaus. Omdat hockey op verschillende niveaus beoefend wordt, is er ook onderscheid in scheidsrechters. Voor de jongste jeugd zijn de scheidsrechters gewoon soort spelleiders. Ze straffen niet voor fouten, maar leren de kinderen op een speelse wijze hoe ze veilig hockey kunnen spelen. Ze leggen ook regelmatig het spel stil om wat dingen uit te leggen. Het volgende niveau is clubscheidsrechter. Hiervoor is een scheidsrechterskaart nodig. Deze kun je halen vanaf je 16 e. Zonder die kaart ben je niet bevoegd om wedstrijden te fluiten. Nog een hoger niveau is voor scheidsrechters die hier echt verder mee willen. Je moet dan eerst een opleiding volgend tot bondsscheidsrechter. Tijdens deze opleiding maakt de scheidsrechter een portfolio samen met zijn begeleider. Hierin staat alles wat hij geleerd heeft tijdens de opleiding. Ook moet hij aan het eind van zijn opleiding nog een theorie en praktijk examen doen. De scheidsrechters worden gedurende een seizoen beoordeeld en kunnen promoveren en degraderen. Dit betekent dat ze als ze promoveren ook internationaal mogen gaan fluiten en als ze degraderen het weer bij nationaal moeten gaan houden of bij lagere niveaus. Hoofdstuk 8: De wedstrijd. Verloop. Een hockeywedstrijd gaat tussen 2 teams. Een wedstrijd duurt 2 keer 35 minuten met 5 minuten rustpauze. De wedstrijd wordt geleidt door 2 scheidsrechters die ieder hun eigen helft van het veld hebben. De wedstrijd wordt begonnen met een beginslag vanaf de middenlijn. De aanvoerders van beide teams staan bij de lijn bij de beginslag. Deze beginslag is er ook aan het begin van de 2 e helft van de wedstrijd en nadat er een doelpunt gescoord is. Verder gaat het in een hockeywedstrijd natuurlijk om welk team het meest heeft gescoord, dat team wint de wedstrijd. Bijzondere voorvallen en blessure regels. Na een onderbreking moet het spel zo snel mogelijk worden hervat. Een geblesseerde speler of een speler met een bloedende wond moet zo snel mogelijk van het veld af en worden verzorgd buiten de lijnen. Als er bijvoorbeeld naderend onweer is wordt het spel tijdig onderbroken en moeten alle spelers het veld verlaten en wanneer het spel langer dan 30 min is onderbroken wordt de wedstrijd gestaakt en een andere keer ingehaald. Slot. Ik hoop dat alles in mijn werkstuk over hockey duidelijk is geworden. Ik heb de vragen die in de inleiding staan zo goed mogelijk proberen te beantwoorden. Met de scheidsrechters zit het zo dat ze via de vereniging tot clubscheidsrechter kunnen halen. Als ze hogerop willen moeten ze een opleiding volgen en natuurlijki daarvoor slagen. En vooral veel wedstrijden fluiten. In bijzondere gevallen van een wedstrijd wordt moeten de spelers meestal tijdelijk het veld verlaten of alleen de speler(s) voor wie het effect heeft. Bij langer dan 30 min onderbreking in een wedstrijd wordt de wedstrijd gestaakt en moet de wedstrijd een andere keer ingehaald worden. Verder zijn er best veel manieren om te scoren en die zijn allemaal te vinden met uitleg in het hoofdstuk spelwijzen. Een doelpunt is geldig wanneer de bal binnen de cirkel een keer aangeraakt is door de aanvallende speler en over de doellijn heen geweest is. https://www.scholieren.com/verslag/74773 Pagina 4 van 5
Ik vond het eigenlijk nog best leuk om dit werkstuk te maken, want ik wist eerst bijna niks over hockey en ik baalde dat ik niet zelf mijn eigen onderwerp mocht kiezen. Maar nu weet ik best veel over hockey en dat is dan ook wel weer leuk. https://www.scholieren.com/verslag/74773 Pagina 5 van 5