Een onderzoek naar een klacht over de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Dienst Justitiële Inrichtingen.

Vergelijkbare documenten
Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan een derde.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 16 december 2015 Rapportnummer: 2015/170

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Een onderzoek naar (het gebruik van geluidsopnamen in) de klachtbehandeling door de regionale eenheid van politie Oost-Nederland.

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: 26 januari 2015 Rapportnummer: 2015/015

Rapport. Datum: 4 december 2010 Rapportnummer: 2010/346

Privacyreglement. Linie DZ Apeldoorn. Telefoon :

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Datum: 23 april 2004 Rapportnummer: 2004/135

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Een onderzoek naar het verstrekken van een strafdossier door het Openbaar Ministerie aan een curator.

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128

Een onderzoek naar de handelwijze van de gemeente naar aanleiding van een verzoek om bomen te rooien vanwege overlast.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/143

Rapport. Datum: 26 juni 2001 Rapportnummer: 2001/178

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

Rapport. Datum: 15 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/280

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Gelderland-midden, thans regionale eenheid Oost-Nederland. Datum: 17 oktober 2013

Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162

Een onderzoek naar een klacht over de gang van zaken rond de intrekking van een aanvraag.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Titel: De onverwachte gevolgen van een aangifte.

Veilig Thuis Gelderland-Midden

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Oisterwijk. Datum: 2 februari Rapportnummer: 2012/011

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/055

Rapport. Rapport over een klachtover het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Datum: 6 november Rapportnummer: 2013/162

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 20 juni 2007 Rapportnummer: 2007/126

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport Datum: 2 juli 2012 Rapportnummer: 2012/112

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

Een onderzoek naar een klacht over privacy-schending bij een spitsmijdenproject.

Een onderzoek naar het verstrekken van informatie en de wijze van klachtbehandeling door de politie Oost-Nederland.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Justitieel Incasso Bureau en/of het Openbaar Ministerie. Datum: 14 november 2011

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Verzoeker De heer K. G., verder te noemen verzoeker. Het verzoek is ingediend door de gemachtigde, de heer C.G. M..

Een onderzoek naar het geen gevolg geven aan een rechterlijke uitspraak door het Openbaar Ministerie te Den Haag

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/244

Rapport. Op het verkeerde been

Een onderzoek naar de informatie van de RDW over tarieven van keuringen

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over privacyschending door de gemeente Opsterland. Datum: 23 juni 2016 Rapportnummer: 2016/057

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te Rijswijk gegrond.

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 23 september 2005 Rapportnummer: 2005/288

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Hoe is jouw Zweeds? Oordeel

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst Wegverkeer te Zoetermeer. Datum: 19 november Rapportnummer: 2013/168

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 7 december 2004 Rapportnummer: 2004/470

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/114

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Postadres Bezoekadres Doorkiesnummer XXXXX Datum Waar gaat het om? Ons nummer Uw brief XXXXX Uw kenmerk XXXXX Bijlagen

Voorts klaagt verzoeker erover dat deze politieambtenaren hem ongepaste vragen hebben gesteld.

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Oordeel

Privacyreglement Zorgbewind Nederland BV

Rapport. Datum: 22 februari 1999 Rapportnummer: 1999/059

Rapport. Rapport over een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Datum: Rapportnummer: 2013/058

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

Rapport Oordeel Datum: 15 november 2017 Rapport: 2017/127

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK. Datum: 25 maart Rapportnummer: 2014/024

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/257

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

Rapport. Rapport over de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften van de gemeente Leiden. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/106

Rapport. Datum: 29 november 2001 Rapportnummer: 2001/374

Rapport. Datum: 27 maart 2007 Rapportnummer: 2007/055

Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie.

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 5 januari 2015 en bij het secretariaat ingeboekt op 6 januari 2015 onder nummer

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de staatsecretaris van Veiligheid en Justitie. Datum: 17 december 2014 Rapportnummer: 2014/216

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen te Rotterdam.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Dienst Wegverkeer. Datum: 17 december Rapportnummer: 2013/193

Rapport. Een onderzoek naar het niet terugstorten door de gemeente Doetinchem van op basis van een dertig jaar oude machtiging geïnde belasting

Een onderzoek naar de adressering van brieven aan een BIG-geregistreerde door het CIBG.

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Hilversum. Datum: 28 augustus Rapportnummer: 2012/134

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Amsterdam. Datum: 24 oktober 2012

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie-eenheid Den Haag. Datum: 23 december 2015 Rapportnummer: 2015/175

Rapport. Rapport over een klacht over de minister van Veiligheid en Justitie te Den Haag. Datum: 4 november Rapportnummer: 2013/161

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101

Beoordeling. h2>klacht. Verzoeker klaagt erover dat:

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over de hoofdofficier van justitie te Den Haag. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/044

Deskundigenoordeel Een onderzoek naar de manier waarop het UWV. (de klacht over) een deskundigenoordeel heeft afgehandeld.

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 20 februari Rapportnummer: 2013/012

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Datum: 5 juni Rapportnummer: 2012/0094

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het CBR te Rijswijk gegrond.

Transcriptie:

Rapport Een onderzoek naar een klacht over de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Dienst Justitiële Inrichtingen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Dienst Justitiële Inrichtingen gegrond. Datum: 6 april 2017 Rapportnummer: 2017/047

2 AANLEIDING Verzoeker heeft gedetineerd gezeten vanwege een delict waar media-aandacht voor bestond. Enige tijd geleden is er informatie uit zijn gevangenisdossier gelekt. Vervolgens heeft verzoeker een klacht bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie ingediend over het lekken van de informatie. In reactie hierop heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aan verzoeker laten weten dat er een verkennend onderzoek is verricht en op grond daarvan geen conclusie kan worden getrokken over de wijze waarop de informatie gelekt is. De staatssecretaris stelde dat een nader onderzoek ook niet tot duidelijkheid op dit punt zou leiden. Volgens de staatssecretaris kon een te grote kring personen van verschillende instanties (onder andere de reclassering en de politie) in het bezit zijn van de informatie. Ook kon volgens de staatssecretaris niet worden uitgesloten dat verzoeker zelf de beschikking had over de informatie die is gelekt. Vervolgens benaderde verzoeker. KLACHT Verzoeker klaagt erover dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en/of de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) persoonlijke gegevens uit zijn gevangenisdossier heeft/hebben laten uitlekken, althans dat er door de staatssecretaris en/of DJI onvoldoende waarborgen zijn gecreëerd om te voorkomen dat er informatie uit zijn gevangenisdossier is gelekt. BEVINDINGEN Standpunt verzoeker Verzoeker stelt dat zijn privacy is geschaad doordat de informatie is gelekt. De gelekte informatie is (zeer) persoonlijk van aard en deels onjuist. Volgens verzoeker is het lekken onder (mede)verantwoordelijkheid van de staatssecretaris gebeurd en probeert de staatssecretaris zich te verschuilen achter de mogelijkheid dat andere instanties de beschikking kunnen hebben gehad over de gelekte informatie. Verzoeker stelt dat hij uiteraard niet zelf de informatie heeft gelekt. Dit is in het geheel niet in zijn belang. Verder stelt verzoeker dat de DJI bepaalde gegevens heeft in het gevangenisdossier die je als gedetineerde niet krijgt bij inzage in en/of verstrekking uit dit dossier. In de gelekte informatie stonden deze gegevens wel; in de gelekte informatie stonden dus meer gegevens dan verzoeker zelf zou krijgen bij een verstrekking uit zijn dossier. Ter onderbouwing heeft verzoeker twee stukken aan verstrekt. Deze stukken heeft verzoeker gekregen van de DJI en hierop ontbreken gegevens die wel waren opgenomen in de gelekte informatie. Toen de informatie werd gelekt, zat verzoeker nog gedetineerd en gelet op de beperkingen die de detentie met zich meebracht, was het volgens verzoeker voor hem niet mogelijk ongemerkt informatie te lekken.

3 Verzoeker vindt dat uit het feit dat informatie is gelekt, reeds blijkt dat onvoldoende waarborgen bestonden tegen het lekken. Hij is van mening dat het technisch gezien mogelijk was destijds meer waarborgen te creëren dan de DJI en de staatssecretaris hebben gedaan. De omstandigheid dat veel personeel van de DJI toegang had tot de informatie die is gelekt, noopte volgens verzoeker tot extra alertheid en waarborgen. Verzoeker ziet ook niet in waarom bijna alle medewerkers van de penitentiaire inrichting toegang moesten hebben tot de gelekte informatie. Verzoeker vindt dat de DJI gebruikmaakt van een verouderd systeem. Uit het feit dat men bezig is met een nieuw systeem dat extra waarborgen zal bieden, blijkt volgens verzoeker dat eerder onvoldoende waarborgen werden geboden. Standpunt staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Naar aanleiding van vragen van heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie laten weten dat hij niet heeft kunnen vaststellen hoe de informatie is gelekt en of daar personeel van de DJI bij betrokken was. Hij kan hierdoor ook niet uitsluiten dat personeel van de DJI betrokken was bij het lekken van de informatie. In het systeem waar de gelekte informatie in stond, worden de loggegevens slechts een korte tijd bewaard. De loggegevens uit de periode waarin de informatie is gelekt, zijn dan ook niet meer beschikbaar. De staatssecretaris wijst erop dat het ook mogelijk is dat de gelekte informatie afkomstig is uit het fysieke papieren dossier. De gelekte informatie wordt volgens de staatssecretaris conform hoofdstuk twee van de Wet bescherming persoonsgegevens alleen verstrekt aan andere instanties voor zover die de betreffende informatie nodig hebben voor de uitoefening van hun publieke taak. Een verstrekking van de betreffende informatie aan instanties buiten de DJI wordt niet geregistreerd en daarom kan de staatssecretaris niet met zekerheid aangeven of de informatie over verzoeker aan andere instanties is verstrekt. Verder heeft de staatssecretaris gemotiveerd aangegeven waarom de gelekte informatie door een grote groep medewerkers van de DJI geraadpleegd moet kunnen worden. De over verzoeker gelekte informatie bevatte gegevens die instanties buiten de DJI nooit krijgen, tenzij sprake is van ongeoorloofde afwezigheid. Volgens de staatssecretaris is het niet gebruikelijk dat een gedetineerde zelf de beschikking krijgt over de informatie die in verzoekers geval is gelekt. Indien dergelijke informatie wel aan een gedetineerde zelf wordt verstrekt, dan bepaalt het systeem welke gegevens die informatie precies bevat. Als een gedetineerde inzage wil in zijn gevangenisdossier dan kan hij dit mondeling verzoeken, maar vaak vult de gedetineerde een briefje in waarmee het verzoek kenbaar wordt gemaakt. In de praktijk wordt niet altijd geregistreerd of een gedetineerde een verzoek om inzage heeft gedaan. Hetzelfde geldt voor het verstrekken van kopieën van stukken uit het gevangenisdossier. Uit het dossier van verzoeker blijkt dat hij zijn dossier heeft ingezien en hij documenten uit het gevangenisdossier heeft ontvangen. De staatssecretaris kan echter niet aangeven of de gelekte informatie aan verzoeker is verstrekt.

4 De staatssecretaris heeft gesteld dat medewerkers van de DJI alleen toegang hebben tot gegevens van gedetineerden op de eigen werklocatie. In het huidige systeem bestaat niet de mogelijkheid om in bijzondere situaties een beperktere groep medewerkers op een locatie toegang te geven tot informatie in het gevangenisdossier. Hierbij heeft de staatssecretaris gesteld dat het huidige systeem in dat opzicht verouderd is en hij daarom bezig is met het realiseren van een systeem dat aan de eisen van de huidige tijd voldoet. Het nieuwe systeem zal wel de mogelijkheid bieden om de kring van medewerkers die informatie kan raadplegen te beperken. Daarnaast zullen in het nieuwe systeem meer loggegevens worden bewaard en zullen de loggegevens langer worden bewaard dan nu het geval is. Wanneer de informatie die in verzoekers geval is gelekt, wordt verstrekt aan andere instanties dan zal dit in het nieuwe systeem worden gelogd. Inmiddels wordt ook minder informatie gedeeld met instanties buiten de DJI dan het geval was toen de informatie over verzoeker is gelekt. Naar verwachting zal de uitrol van het nieuwe systeem in de tweede helft van 2017 zijn afgerond. De staatssecretaris stelt dat de Beveiligingsvoorschriften van het Rijk gelden en zeer hoge eisen worden gesteld aan de integriteit van het personeel (beroepsgeheim en Gedragscode DJI). De staatssecretaris is daarom van mening dat de beveiliging van de gegevens op niveau is. Indien een personeelslid van de DJI betrokken is geweest bij het uitlekken van de informatie, dan heeft die persoon volgens de staatssecretaris willens en wetens de norm over hoe om te gaan met vertrouwelijke informatie geschonden. Dergelijk gedrag van een kwaadwillend individu kan nooit helemaal worden voorkomen, hoezeer dat ook te betreuren is, aldus de staatssecretaris. Hij is van mening dat niet kan worden geconcludeerd dat onvoldoende waarborgen zijn gecreëerd om te voorkomen dat persoonlijke informatie uit het dossier van verzoeker is gelekt. Daarom acht de staatssecretaris de klacht van verzoeker ongegrond. BEOORDELING Het is een vereiste van behoorlijk overheidsoptreden dat grondrechten van burgers worden gerespecteerd. Een van die grondrechten is het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De overheid dient bij het omgaan met (zeer) persoonlijke en/of gevoelige informatie een goed en veilig systeem te gebruiken met zoveel mogelijk waarborgen. Hoeveel waarborgen vanuit het behoorlijkheidsperspectief voldoende zijn, hangt af van de aard van de informatie en de specifieke omstandigheden van het geval. De Nationale ombudsman realiseert zich dat het gebruik van een goed en veilig systeem met veel waarborgen niet volledig kan uitsluiten dat vertrouwelijke informatie kan worden gelekt. Indien een dergelijk lek zich onder de verantwoordelijkheid van de overheid voordoet, dient de overheid deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. De Nationale ombudsman acht het niet aannemelijk dat verzoeker de informatie zelf heeft gelekt. Hierbij is van belang dat het om zeer persoonlijke informatie gaat, verzoeker geen

5 belang had bij het lekken van de informatie en de gelekte informatie volgens verzoeker onjuiste gegevens bevatte. Ook is meegewogen dat het volgens de staatssecretaris niet gebruikelijk is dat een gedetineerde zelf beschikt over de informatie die in dit geval is gelekt. Verder acht het onwaarschijnlijk dat verzoeker eerst zelf de informatie lekt en vervolgens klachten indient over het lekken van de informatie. Hoewel niet kan vaststellen hoe en door wie de informatie is gelekt, lijkt het erop dat de informatie via de overheid is gelekt. Zoals de staatssecretaris heeft erkend, maakt de DJI gebruik van een verouderd systeem. Het systeem biedt bijvoorbeeld niet de mogelijkheid om een beperkte kring van medewerkers de toegang te geven tot de informatie van een specifieke gedetineerde. In bepaalde gevallen kan hier gelet op de persoon van de gedetineerde of de aard van zijn zaak aanleiding voor zijn. Ook wordt de verstrekking van de informatie (die in dit geval is gelekt) aan instanties buiten de DJI in het huidige systeem niet gelogd. Dit acht niet zorgvuldig. Door dergelijke verstrekkingen niet te registreren, kan achteraf niet worden vastgesteld welke informatie aan welke instantie is verstrekt en of deze verstrekking was toegestaan. Gelet op de persoon van verzoeker is van oordeel dat de staatssecretaris/dji in zijn geval - vanuit het behoorlijkheidsperspectief - extra alert hadden moeten zijn en extra zorgvuldig met de betreffende informatie hadden moeten omgaan. Door dit na te laten, is het vereiste dat grondrechten in dit geval het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer dienen te worden gerespecteerd, geschonden. De Nationale ombudsman heeft met instemming kennis genomen van het feit dat de staatssecretaris bezig is met het realiseren van een nieuw systeem waarin meer waarborgen zullen worden gecreëerd om de privacy van gedetineerden te beschermen. CONCLUSIE De klacht over de onderzochte gedraging van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de DJI is gegrond, wegens het onvoldoende respecteren van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. De Nationale ombudsman, Reinier van Zutphen